In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 14 juli 1934 het volgende artikel over het studentenwerkkamp in Diever, lees het studentenwerkkamp, waarvan de studenten waren gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Het studentenwerkkamp in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem moet vooral niet worden verward met de christelijke studentenkampen bee ut Mastenveldje an de Woaterseweg in de Deeverse bos.
Studenten werken met hun handen. Het studentenwerkkamp Diever.
We reden door de prachtige bosschen bij Diever op weg naar het Studentenwerkkamp dat daar deze week is geopend.
Je rijdt maar recht door en dan zie je ze vanzelf, was het kort en bondige antwoord van een bewoner van het mooie Drentsche dorp op onze informatie. En dus reden we recht door, genietend van den mooien dag in dit aan natuurschoon zoo rijke deel van het Olde Landschap. Aan beide kanten van den straatweg strekken de bosschen zich uit …. vol beloften voor den wandelaar, den stillen genieter van een rustigen vacantie-dag. Daar zijn ze.
De vacantie-stemming is voorbij. De auto staat stil en we stappen uit op een punt, waar een dertig jonge menschen met schoppen en kruiwagens, bijlen en touwen manoeuvreeren. Ze werken in het zweet huns aanschijns. Ze hebben het niet gemakkelijk, want de overgang van het normale studentenleven naar de werkzaamheden, verbonden aan den aanleg van een fietspad dwars door de bosschen, is groot. Maar ze hebben het naar hun genoegen. De enkele dagen buiten hebben reeds een bronskleur aangebracht op de jonge koppen en de tengere maar meerendeels taaie bovenlijven.
Na de kennismaking met den heer C.G.L.J. Kusters, den kampsecretaris, hadden we de gelegenheid de werkzaamheden van deze vroolijke groep meer van nabij te bekijken.
Dit is nu het derde studentenkamp in ons land. In 1931 werd bij Havelte een rijwielpad gemaakt, dat zich in een druk gebruik mag verheugen. In 1932 waren de studiosi aan den arbeid te vinden op het terrein der Volkshoogeschool te Bakkeveen, waar ook geregeld de kampen voor jeugdige werkloozen worden gehouden. Verleden jaar had men reeds het oog laten vallen op het object, dat nu onder handen is genomen, maar de tijd was toen al te ver gevorderd om nog met kans van slagen een kamp te organiseeren. Deze tegenvaller had evenwel ten gevolge, dat men de voorbereidingen voor dit jaar met te meer zorg kon treffen.
Er wordt nu door de bosschen van Staatsboschbeheer een rijwielpad en brandsingels aangelegd, waarvan de eerste een nieuwe verbinding naar de Smildervaart (in aansluiting op een bestaanden en nog te verbeteren weg) zal geven. Gemakkelijk is het werk niet: er moeten boomen worden gekapt, oneffenheden in het terrein gedeeltelijk worden weggewerkt en dit alles in 9 weken met gemiddeld een kleine 40 enthousiaste, maar ongeoefende krachten.
De algemeene organisatie en oorsprong der studentenwerkkampen (oorspronkelijk in Zwitserland begonnen) kunnen we wel als bekend veronderstellen, zoodat wij ons bepalen tot enkele bijzonderheden over het nu georganiseerde kamp.
Gedurende negen weken zullen er drie groepen van studenten en aanstaande studenten bijeenkomen. Zij vinden een onderkomen in de ruime stal van de boerderij De Uilenhorst, waar zij – zooals wij onder leiding van mr. A.Th.E. Kastein konden constateeren – eenvoudig maar goed zijn gehuisvest. Hier wordt voor het huishouden gezorgd door een achttal dames, van wie mej. J.T. Hylkema het opperbewind voert. Een primitieve buitenkeuken is doelmatig ingericht en de voeding is een steeds weer werk brengende bezigheid, getuige de groeiende behoefte aan stevige maaltijden.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De kampen werden gehouden van 8 juli/28 juli, van 29 juli/18 augustus en van 19 augustus/8 september 1934.
Het project werd tijdens de grote vooroorlogse crisis uitgevoerd. De kampleiding benadrukte echter dat het werk geenszins moest worden opgevat als concurrentie met ‘de werkeloozen’.
De besturen van de rechtse universitaire studentenverenigingen uit diverse steden van het land concurreerden niet alleen met ‘de werkeloozen’, maar ook met de kleine aannemers, kleine ondernemers, die dit soort zandwegen in concurrentie en in opdracht van Staatbosbeheer en met inzet van plaatselijke werklozen, ook hadden kunnen aanleggen.
Nu stuurde het rechtse ons-kent-ons netwerk een gemotoriseerde journalist van het Nieuwsblad van het Noorden op ‘het object’ af voor het schrijven van een snorkend propagandaverhaal, want wat was het toch o zo bijzonder dat studenten met hun handen werkten. Staatsboschbeheer gaf bovendien als dank voor hun inzet het fietspad de naam Studentenpad.
De studenten hebben echter niet de gehele zandweg met fietspad van de Bosweg tot aan de Pastoorszandweg aangelegd, het laatste en op bijgevoegde kaart zichtbare deel van het fietspad is in 1941 door de joden uit de rijkswerkkampen Diever A en Diever B aangelegd. De naam van dat deel van het pad moet daarom uit respect voor de joden in de rijkswerkkampen Diever A en Diever B met turbospoed en in turbodraf worden gewijzigd in Jeud’npad.
Afbeelding 1
Afbeelding 1 – Artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van 14 juli 1934.