Author Archives: Deevers Archief

Un logtfoto van de boerdereeje van Knelis Klok

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag luchtfoto’s van boerderijen in de gemiente Deever. Veel van deze luchtfoto’s zijn in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw gemaakt door het bedrijf Lucht Foto Nederland (L.F.N.).
Dit bedrijf was vooral in het noorden van Nederland bezig. L.F.N. heeft in die jaren in de gemiente Deever van bijna alle nog in bedrijf zijnde boerderijen en boerderijtjes (en dat waren er toen nogal wat) een luchtfoto gemaakt. Het bedrijf L.F.N. hield in 1953 op te bestaan.

Een helaas nog te beperkt aantal L.F.N.-luchtfoto’s van boerderijen in de gemiente Deever zijn te vinden in ut Deevers Archief. De redactie nodigt de zeer gewaardeerde bezitters van L.F.N.-luchtfoto’s van boerderijen in de gemiente Deever uit een goede scan van hun exemplaar van die luchtfoto’s ter beschikking te stellen van de redactie voor opname in ut Deevers Archief.

Bijgaand afgebeelde lucht-kleurenfoto van de boerderij van Cornelis Klok en Margje Westerhof aan de Kastanjelaan in Oll’ndeever is niet gemaakt door het bedrijf L.F.N. De redactie weet nog niet welk bedrijf de hier afgebeelde kleurenfoto wel heeft gemaakt. De redactie schat in dat deze kleurenfoto in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw is gemaakt. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de hier afgebeelde kleurenfoto preciezer dateren ?

Boer en hengstenhouder Cornelis Klok is geboren op 13 juni 1912. Hij is overleden op 8 augustus 1975. Margje Westerhof is geboren op 18 november 1911. Zij is overleden op 12 maart 1996.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van foto’s op papier is, kan de hier afgebeelde luchtfoto ook ten zeerste in zwart-wit weergave bewonderen op bladzijde 213 van het boek Oldendiever in de twintigste eeuw in woord en beeld, dat in 2009 is uitgegeven door de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde luchtfoto helaas niet ten zeerste bewonderen in het hoofdstuk Oll’ndeever van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven magnum opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. En dat is toch wel enigszins bijzonder te noemen, want in dat boek is van alle boerderijen in Oll’ndeever een (lucht)foto opgenomen, behalve van de boerderij van Cornelis Klok en Margje Westerhof. Wat zou daar toch de reden van zijn geweest ? Of heeft de werkgroep die het magnum opus heeft samengesteld gewoon een beetje zitten slapen ?

Posted in Boerdereeje, Kastanjelaène, Logtfoto, Oll'ndeever | Leave a comment

Ut vurhèèl van Zorgvliet en Woater’n op tien posters

Op 6 juni 2024 zijn op Zorgvliet, an de aandere kaante van de Deeverse bos, op vijf robuust uitgevoerde betonnen sokkels, in de openbare ruimte tegenover Villa Nova, vijf panelen met aan weerskanten een poster met fragmenten uit de rijke geschiedenis van Woater’n en Zorgvliet geplaatst.
En waar zijn de fragmenten uit de rijke geschiedenis van de Olde Willem dan te vinden ? Toch nog maar een paar paneeltjes bijplaatsen ?
Op de tien posters zijn fragmenten uit de rijke geschiedenis van Woater’n en Zorgvliet te zien. Deze vormen tezamen een soort van historisch museumpje in de open lucht. Nu kan eindelijk in de gemiente Deever weer een museum worden bezocht !
Het is wel jammer dat de zeer gewaardeerde bezoeker van het openluchtmuseumpje zelf de chronologsiche volgorde van de posters maar moet zien uit te vinden. Beter ware het geweest de posters te voorzien van bijvoorbeeld een nummer. De redactie van ut Deevers Archief heeft in dit bericht wel een poging gedaan de posters te ordenen.   

En de bezoeker kan vóór, tijdens of ná het bekijken en het lezen van de posters met fragmenten uit de rijke geschiedenis van Woater’n en Zorgvliet, plaats nemen op een bankje bij de panelen.
De teksten op de posters zijn bedacht door de heer Paul Gols uit Zorgvliet. Zijn teksten zijn eigenlijk een soort van generale repetitie voor de inleiding van zijn langdurig en grondig in voorbereiding zijnde populair wetenschappelijke geschiedenisboek, wellicht met naam ‘Fragmenten uit de rijke geschiedenis van Zorgvliet, Woater’n en de Olde Willem’. De redactie wenst de heer Paul Gols bijzonder veel succes met de afronding van zijn magnum opus.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de in dit bericht afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op vrijdag 29 november 2024.

Poster 1

Het verhaal van Zorgvlied
Welkom in Zorgvlied.
Een bijzonder dorp met een rijke geschiedenis.
Zorgvlied is een dorp dat nog niet zo lang bestaat.
Meer dan tweehonderd jaar geleden waren hier heidevelden, plassen, veentjes en zandverstuivingen. Het was nat en drassig. De naam Wateren verwijst hiernaar.
Het veranderde met de komst van de Maatschappij van Weldadigheid.


Poster 2

Vrijboeren en arbeiders
Het is 1818. Het gaat niet goed met het Koninkrijk der Nederlanden. Napoleon heeft het land als ‘Koninkrijk der Armen’ achtergelaten. De sociaal bewogen Johannes van den Bosch komt met een ambitieus plan om de armoede te bestrijden door het stichten van landbouwkoloniën. Het begin van een invloedrijke geschidenis.
In de Proefkolonie Frederiksoord staan 52 boerderijen klaar om de arme stedelingen te ontvangen. Ze kunnen op werk en onderdak rekenen. In ruil voor arbeid op het land. In vijf jaar tijd worden ruim 500 koloniehuisjes in de Vrije Koloniën van Weldadigheid gebouwd. De kinderen gaan verplicht naar school, er is een eigen ziekenfonds en er komen kerken en scholen.

Zorgvlied ontstaat
Op de desolate gronden, waar nu Zorgvlied ligt, liet de Maatschappij van Weldadigheid een schoolgebouw met internaat en een boerderij bouwen. Er werden boomgaarden, groentetuinen, akkers en bossen aangelegd.
In 1860 verkocht de Maatschappij van Weldadigheid het Landbouwkundig Instituut en alles wat daarbij hoorde.
Een jaar later bouwde de voormalige Oost-Indiëganger De Ruijter de Wildt het herenhuis ‘Zorgvlied’. Het werd een echt dorp toen de gebroeders Verwer, met name Lodewijk, vanaf 1879 fabrieken, boerenbedrijven, woningen en winkels liet bouwen. De werkgelegenheid die ontstond, trok veel nieuwe bewoners. Zij kwamen vooral uit het nabijgelegen Oost- en Weststellingwerf.


Poster 3

Landbouwend weeshuis
Jongens, tussen de 12 en 20 jaar, werden opgeleid voor de leidinggevende banen in de Koloniën van Weldadigheid. Het ging vooral om opzichters, die toezicht hielden op het boerenwerk dat de kolonisten verrichtten.
De meeste kwekelingen, zoals de leerlingen werden genoemd, waren wezen uit de kolonie Veenhuizen. Het was voor hen een eer op de school te worden geplaatst. De kwekelingen moesten aan kunnen tonen dat ze over de juiste capaciteiten beschikten.
De school werd in 1824 geopend en was in Nederland één van de eerste in haar soort. In de 36 jaar dat de school er was, hebben meer dan 1000 leerlingen hier onderwijs gevolgd. Directeuren van het Landbouwkundig Instituut hadden de regie over het lager onderwijs in alle Vrije Koloniën. Ze waren belangrijke adviseurs voor de Maatschappij van Weldadigheid.

Theorie en praktijk
De kwekelingen hadden een strak programma. Vanaf zes uur in de ochtend kregen ze vijf uur achter elkaar praktijkonderwijs. ’s Middags volgden nog eens vier uur. Het doel was: ‘Leren, door zelf te doen.’ Ervaren kwekelingen leerden leidinggeven door nieuwe jongens te begeleiden. Het boerenwerk was gevarieerd: heide ontginnen, koeien melken, voor dieren zorgen en boter maken. Ook werden er bomen geplant, gesnoeid en akkers bewerkt.
De theorielessen werden gegeven in de twee uur durende rustpauze. De leerlingen kregen les in een groot aantal vakken, zoals plantkunde, scheikunde, wiskunde en werktuigbouwkunde. Niet iedere kwekeling ging werken binnen de Maatschappij van Weldadigheid. Daarbuiten waren ze door hun degelijke opleiding graag geziene werknemers.


 Poster 4

Nieuwe technieken
De boerderijen die al eeuwen in het gehucht Groot-Wateren stonden, werden in de eerste jaren aan kolonisten verpacht. De nieuwe boerderij bij de landbouwschool diende als inkomstenbron. Ook werd er praktijkonderwijs gegeven. Johannes van den Bosch zag dat het beter kon en een andere aanpak nodig was.
In 1831 werden alle boerderijen samengevoegd tot één grote proefboerderij voor de Vrije Koloniën van Weldadigheid. Hier werd geëxperimenteerd met nieuwe methodes om het tekort aan mest en slechte oogstresultaten te verbeteren. Zo werd brem gebruikt als bemesting en er werd meer dierlijke mest ingezet.
Om de kolonisten in de Vrije Koloniën een tweede koe te kunnen geven, kwam er een veefokkerij waar jongvee werd gefokt.

Hoger rendement
Het bestuur van de Maatschappij van Weldadigheid bracht jaarlijks verslag uit. De resultaten van de Vrije Koloniën werden vergeleken met die van de proefboerderij in Groot Wateren. Zo werd het gebruik van verschillende soorten mest in relatie tot de opbrengsten van bijvoorbeeld rogge en aardappelen onderzocht.
Vanaf de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid tot aan het faillissement en de reorganisatie van 1860 bleven tegenvallende oogstresultaten een probleem. Ook de kosten voor aankoop van mest en hooi hielpen daar niet bij. Bovendien waren er vaak meningsverschillen over de juiste aanpak. Het verdienmodel dat Johannes van den Bosch had bedacht, werkte in  de praktijk niet.


Poster 5

Landgoed Zorgvlied
Door geldtekort moest de Maatschappij van Weldadigheid al haar bezittingen in Wateren verkopen. Kopers waren twee bevriende Oud Indiëgangers. J.F. de Ruijter de Wildt kocht het Landbouwkundig Instituut en omgeving. Groot Wateren kwam in het bezit van G.H.R. van Gelder.
Door het harde werken van de kwekelingen was het terrein rond de Landbouwschool veranderd in een aantrekkelijk landschap met bossen, fruitbomen en andere ontginningen. De Ruijter de Wildt gaf het de naam: ‘Landgoed Zorgvlied’. Deze naam is overgenomen van één van de buitenplaatsen aan de Ouder-Amstel waar de vader van De Ruijter de Wildt burgemeester was en een buitenverblijf had.

Castra Vetera
In 1861 liet De Ruijter de Wildt, op zijn nieuw verworden landgoed, ‘Huize Zorgvlied’ bouwen. Het was groots en opvallend en gebouwd in de stijl van de buitenplaatsen aan de Amstel. Door de dorpelingen werd het ook wel ‘Het Kasteel’ genoemd. Het personeel dat in de directie omgeving kwam wonen, gaf Zorgvlied op als woonadres. Het begin van het dorp Zorgvlied.
In de loop van de jaren kwam ‘Huize Zorgvlied’ leeg te staan en werd het verwaarloosd. De laatste bewoner W. Ackermann noemde het herenhuis ‘Castra Vetera’. Het deed hem denken aan de ruïnes en opgravingen van de Romeinse legerplaats bij het Duitse Xanten. In 1938 verkocht Ackermann ‘Castra Vetera’. De nieuwe eigenaar liet het herenhuis een jaar later afbreken. Voor zijn pachter werd vlakbij een nieuwe boerderij gebouwd, die de naam ‘Castra Vetera’ kreeg.


Poster 6

Werkgelegenheid
De dorpen Wateren en Zorgvlied werden in 1879 gekocht door de Friese broers Julius en Lodewijk Verwer. Julius hield het al snel voor gezien, maar Lodewijk Verwer ging in zijn plaats in ‘Huize Zorgvlied’ wonen. Lodewijk had visie en wilde voor de boeren en arbeiders uit deze Drents-Friese uithoek meer werkgelegenheid creëren. Hij stichtte nieuwe bedrijven, zoals een sigarenfabriek en stoomboterfabrieken. Ook bouwde hij zo’n veertig grote en kleine boerderijen. Hij experimenteerde met de verbouw van nieuwe producten, zoals tabak, hop en cichorei. Het plan om een bierbrouwerij te beginnen, mislukte.
Meer bedrijvigheid vroeg om een betere infrastructuur, transport en verkoopkanalen. Verwer kreeg het voor elkaar dat de zandweg van Diever naar Boijl werd verhard. Langs de Friese grens werd een tramlijn aangelegd.

Indrukwekkende villa’s
In Zorgvlied zie je een aantal indrukwekkende villa’s, die elk een rijke historie hadden. ‘Villa Nova’ was oorspronkelijk een logement waar nieuw personeel tijdelijk kon wonen. Links daarvan staat ‘Villa Aurora’, het bankgebouw van de door Lodewijk Verwer gestichte Noordelijke Hypotheekbank. Daarnaast staat een herenhuis, dat werd gebouwd als zomerverblijf voor één van de Amsterdamse connecties van Verwer. De Dieverse burgemeester Van Os, die ook directeur van de Noordelijke Hypotheekbank was, woonde ook in één van deze huizen.
Zorgvlied had uit kunnen groeien tot een dorp met allure, maar omdat niet iedereen de grote stad wilde verlaten, groeide het chique deel van Zorgvlied niet verder. Na het overlijden van Verwer in 1910 stonden verschillende woningen zelfs een tijd leeg.


Poster 7

Tabak- en boterfabriek
Aan de Verwersweg staan vijf geschakelde woningen die destijds, de door Verwer gebouwde sigarenfabriek ‘Cuba’ vormden. In 1890 werkten bij ‘Cuba’ twintig jongens. Kinderarbeid was toen nog een heel gewone zaak.
Aan het einde van de Verwersweg bouwde Lodewijk Verwer in 1886 een roomboterfabriek, die de melk verwerkte van de boerderijen uit de omgeving. Het was één van de eerste boterfabrieken die werkte op een stoommachine. Het voordeel hiervan was dat de melk door de hitte gepasteuriseerd kon worden. Op deze manier bederft het minder snel dan bij verwerking op de boerderij.
Door het afleveren van de melk aan de fabriek had de boer minder invloed op de melkprijs. Dat leverde regelmatig ruzie op. Lokale boeren richtten uiteindelijk een eigen coöperatieve fabriek op.

Winkels en ambachten
Met de groei van Zorgvlied kwamen er ook winkels. Begin 1900 waren er een kruidenier, bakker, manufacturier en een postkantoor. Later kwamen er ook bedrijfjes, zoals een fietsenmaker en een smid. Het was goed toeven in Zorgvlied. Kon men niet in Zorgvlied terecht ? Dan nam men de stoomtram naar Noordwolde of Steenwijk. De halte was bij de melkfabriek aan het einde van de Verwersweg.
Na de Tweede Wereldoorlog, toen mensen meer te besteden hadden, verscheen ook de ‘Winkel van Sinkel’ in het dorp. Hier kon je allerlei spullen kopen, zoals kopjes, vloerbedekking en zelfs elektrische apparaten.


Poster 8

Wonen en werken
Links van Villa Nova waren de meer chique woningen en rechts, richting Diever, stonden ‘gewone’ huizen en winkels. In Wateren, buiten Zorgvlied stonden diverse boerderijtjes. De meeste waren van keuterboeren die een of twee koeien hadden en daarnaast in de buurt als arbeider werkten. Er waren maar enkele grotere boerderijen.
Er waren veel voorzieningen. Dat paste ook bij de tijd, waarin reizen veel tijd kostte en men vooral in de eigen omgeving bleef.
Vrijwel alle boeren en woningen waren eigendom van Lodewijk Verwer. Hij verpachtte zijn bezittingen aan de inwoners en boeren. Na zijn dood kreeg men de kans om het huis, de boerderij en de grond te kopen.

Lager onderwijs
Wateren heeft maar liefst vier scholen voor lager onderwijs gehad. De eerste twee waren voor kolonistenkinderen en stonden daarom bij Groot Wateren. Het eerste gebouwtje was niet meer dan een plaggenhut en werd al snel door een stenen school vervangen.
Doordat de Maatschappij van Weldadigheid in 1860 het gebied verkocht, verdween ook het onderwijs uit Groot-Wateren. De gemeente zorgde ervoor dat dit in 1884 opnieuw werd gefaciliteerd in het gebied. Op de plek naast de huidige schoolgebouw, vlakbij Zorgvlied, werd een nieuwe school gebouwd.
In 1924 werd de stap gemaakt naar een moderner schoolgebouw. Dit is nog altijd te zien bij de Lange Drift. Door gebrek aan voldoende leerlingen stopte de school echter in 1995. De kinderen uit de omgeving moesten vanaf toen naar Boyl of Elsloo om naar school te gaan.


Poster 9

Rooms-katholieke kerk Sint Andreas
De familie Verwer was rooms-katholiek. Enkele maanden nadat Julius Verwer in 1880 in ‘Huize Zoegvlied’ ging wonen, werd een van de kamers als kapel ingericht. Ook kwam een kapelaan in dienst van de familie. De katholieke dorpsbewoners mochten de missen, die hier werden opgedragen, bijwonen. Het aantal katholieken groeide snel. In 1884 werd een parochie opgericht met een kerk in een verbouwd deel van het Landbouwinstituut.
Lodewijk Verwer probeerde meerdere keren een nieuwe kerk te bouwen, maar het lukte hem niet toestemming te krijgen van de kerkelijke overheid. Ruim na zijn overlijden werd in 1824 de huidige kerk in gebruik genomen. In het priesterkoor herinneren de portretjes van Lodewijk en zijn vouw Johanna aan de belangrijke bijdrage van de familie aan de totstandkoming van een katholieke gemeenschap in Zorgvlied en omgeving.

PC-veldkapel Obadja
Rond 1900 kwamen protestantse gelovigen bijeen in het boerencafé van de familie Benthem in Wateren. Deze hervormde gemeenschap telde ongeveer 70 leden, die plannen maakten voor eigen kerkje. In 1904 was er genoeg geld om een eigen kapel te bouwen en in datzelfde jaar kon deze worden geopend. De kapel is een zogeheten veldkapel, in Nederland vind je dit type kerk vaker op het platteland.
In het begin was er niet genoeg geld voor een eigen predikant. De diensten werden daarom eens in de veertien dagen gehouden. Na verloop van tijd werd de evangelist en godsdienstonderwijzer Hendrik Betten aangesteld. Hoewel hij geen dominee was, was men dik tevreden met zijn functioneren. Betten en zijn vrouw woonden in het Amsterdamse Huis aan de Dorpsstraat.


Poster 10

Nationaal Park Drents-Friese Wold
Door de eeuwen heen heeft het landschap van het Drents-Friese Wold zich ontwikkeld. Van een toendra-achtig landschap na de laatste IJstijd en het oerbos daarna, naar een landschap waarin de mens de hand heeft gehad.
Het Nationaal Park Drents-Friese Wold is daardoor een afwisselend bosgebied geworden met veel vennetjes en heidegebieden. De bossen worden door de beheerders momenteel langzaam omgevormd naar bossen met meer ruimte voor de natuur. Er lopen hier runderen, paarden en andere grazers, die meehelpen om de natuur gevarieerder te maken.
Uniek voor het Drents-Friese Wold is het Aekingerzand ofwel De Kale Duinen, zoals de bewoners het gebied noemen. De wind heeft hier vrij spel, waardoor het zand weer kan stuiven en een uniek landschap is ontstaan.

Doldersummerveld
Het Doldersummer veld is één van de grootste heidevelden van Drenthe. Hier vind je unieke flora en fauna. Samen met het naastgelegen Wapserveld is het meer dan 1000 hectare groot. Aan de zuidrand staat een uitkijktoren. Boven op de toren heb je een adembenemend uitzicht.
Droge, vochtige en kletsnatte stukken wisselen zich met elkaar af. Hier en daar liggen ruigtes, veentjes en stuifzand, waar steeds andere planten zich thuis voelen. De schaapskudde en groepjes Schotse hooglanders en Limousin-runderen zijn dagelijks bezig om zoveel mogelijk gras en boompjes uit de heide weg te eten.
Dagelijks gaat de herder met de schaapskudde de heide op. Tussen negen en tien uur vertrekt de kudde uit de schaapskooi en ’s middags tussen vier en vijf uur komen ze weer terug.

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, de Olde Willem, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Ut maxi-tiny Menhett’n on the Kwoasloot in Deever

De redactie van ut Deevers Archief acht het tot zijn taak aandacht te besteden aan het hedendaagse verleden binnen de grenzen van gemiente Deever. Want wat nu het nu is, dat is morgen voltooid verleden tijd en daarmee geschiedenis geworden.

De gemeente Westenveld heeft in de Kalterbroeken in Deever acht kavels uitgegeven voor de bouw van maxi-tiny wolkenkrabbertjes, te weten Bisschopshof 13, 15, 17, 19, 21,  23, 25 en 27. De maxi-tiny wolkenkrabbertjes worden gebouwd aan de oevers van de nep-meanderende Kwasloot, op een soort van nep-schiereilandje, op een soort van nep-Manhattan. Zie afbeelding 6.
De gemeente Westenveld schrijft in haar popie-jopie propagandateksten: Particulieren bouwen in eigen beheer een kleine woning met een maximale inhoud van 250 m³ op een maximale oppervlakte van 30 m². Dus een particulier mag van de gemeente Westenveld ook kiezen voor een vier-woonlagen-hoogte van 12.5 m en een grondoppervlak van 20 m², zeg 4 m x 5 m ?
Misleidend, want preciezer zijn de eisjes: een woning heeft een oppervlakte van ten hoogste 30 m², met inbegrip van overstekken, balkons, overkappingen en andere toevoegingen; een woning met een plat dak heeft een bouwhoogte van ten hoogste negen meter; als wordt gekozen voor een woning met een kap, dan de heeft de woning een goothoogte van ten hoogste vier meter; een woning heeft een inhoud van ten hoogste 250 m³, gemeten aan de buitenzijde van de gevel.

Je moet wel een echte idioot zijn om in de Kalterbroeken een maxi-tiny wolkenkrabbertje met een schuin dak te laten bouwen, dan ben je een dief van veel eigen ruimte. Dus de redactie van ut Deevers Archief adviseert het bouwen van maxi-tiny wolkenkrabbertjes. Teneinde die 250 m³ volledig uit te nutten en een woning van drie lagen te kunnen bouwen, moeten de knutselaartjes kiezen voor de ten hoogste toegestane bouwhoogte van 9 meter. Dan mag het grondoppervlak niet groter zijn dan 27.7 m². Bijvoorbeeld vierkant 5.3 m x 5.3 m.

Op de idyllisch dromerige impressietekening van het wijkje, zie afbeelding 9, is slechts één maxi-tiny wolkenkrabbertje te zien. De wens van veel mini-maxi-tiny huisjes in allerlei fantasie-ontwerpen is de vader van de erg onpraktische gedachte. Op afbeelding 5 is te zien dat in het wijkje al ten minste drie maxi-tiny wolkenkrabbertjes aanwezig zijn.

De redactie van ut Deevers Archief heeft op vrijdag 29 november 2024 enige kleurenfoto’s van het maxi-tiny wolkenkrabbertje met adres Bisschopshof 19 gemaakt. Het demontabele non-bio-based stalen skeletje wordt blijkbaar afgetimmerd met constructieplaten van houtvezel. Maar zijn die van houtvezel gemaakte constructieplaten eigenlijk wel bio-based ?

Maar hoe bio-based, ecologisch, conceptueel, circulair, duurzaam, geprefabriceerd, demonteerbaar, transporteerbaar, recyclebaar, hernieuwbaar, energieneutraal, aardgasvrij, pesticidevrij, fossielvrij en stikstofvrij gaat dit state-of-the-art maxi-tiny wolkenkrabbertje worden ?

En de meiboom staat op een hoek van het platte dak, dus de ruwbouw is klaar. Of is de revolutiebouw klaar ? De meiboom is weliswaar een armetierig dennetje, maar toch. Zelfs een armetierige meiboom is symbool voor voorspoed, geluk en vruchtbaarheid van de aanstaande bewoners van de woning. De meiboom is ook symbool voor sterkte, stabiliteit en duurzaamheid van de maxi-tiny skyscraper. De meiboom staat op het hoogste punt, dus het kan niet anders zo zijn geweest dan dat de aanstaande bewoners de bouwvakkers op een paar kratten pannenbier gaan trakteren of al hebben getrakteerd. Ut geet lös.

Afbeelding 1 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 3 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 4 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 5 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Drie wolkenkrabbertjes in het Manhattan aan de Kwasloot.


Afbeelding 6 

Afbeelding 7 – Detail van een luchtfoto uit 2023. |
Het terrein voor de acht maxi-tiny wolkenkrabbertjes is nog onbebouwd. De eerste woning is in februari 2024 opgeleverd. 

|
Afbeelding 8
De nummering van de kavels.

Afbeelding 9

Posted in Kalterbrook’n, Woningbouw | Leave a comment

Andries Wieldraaijer sögte un döskaaste

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 7 juni 1952 in de rubriek ’te koop gevraagd’ de volgende korte advertentie.

Een dorskast met pers, met pakkenmaat 50 bij 60.
Omschrijving en naaste prijs A. Wieldraaijer, Wateren 21, post Zorgvlied (Drenthe).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie hoopt ten zeerste dan Andries Wieldraaier die döskaaste met pers voor de naaste prijs heeft kunnen kopen.
En zo ja, dan zou de redactie bijzonder graag een foto van deze döskaaste in ut Deevers Archief willen tonen.
Een pak geperst stro had ook een lengte, dus het ging om pakken met een hoogte van 50 cm, een breedte van 60 cm en een lengte van 130 cm.
A. Wieldraaijer was Andries Wieldraaijer. Hij is geboren op 8 december 1906 op de Smilde. Hij is overleden op 30 oktober 1976. Hij is begraven op de nieuwe kerkhof achter Obadja aan de weg die Wateren heet.
De boerderij met adres Wateren 21 heeft nu als adres Schurerslaan 3.
Maar waarom heet die laan Schurerslaan ?

Posted in Boer'nwaark | Leave a comment

De Wiba van Jan Brogg’n en Griet Oost

In het papieren blad Opraekelen, nummer 04/2 (juni 2004) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundige vurening uut Deever, staat in de serie ‘Bedrijvigheid in de voormalige gemeente Diever in de vorige eeuw’ het artikel ‘De Wiba van Jan Brugging en Griet Oost’. De schrijver van het artikel is wijlen Lambert Brugging, die toen in Tuk woonde. Het enige nog levende kind van Jan Brugging en Griet Oost is de in het artikel genoemde dochter Meintje. Zij gaf de redactie van ut Deevers Archief toestemming het artikel van haar broer op te nemen in ut Deevers Archief. De redactie is mevrouw Meintje Tuut-Brugging bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

Bedrijvigheid in de voormalige gemeente Diever in de vorige eeuw
De Wiba van Jan Brugging en Griet Oost

Het begin van de winkel
Mijn vader Jan Brugging werkte eerst in de bossen van Berkenheuvel. Daarna ventte hij met huishoudelijke artikelen en galanterieën. Hij ventte met een bakfiets vanuit zijn ouderlijk huis op Kalteren. Dit huis heeft nu als adres Ten Darperweg 9. Mijn moeder Griet Oost werkte aan de openbare lagere school in Wapse als handwerkonderwijzeres. Verder verrichtte zij naaiwerk voor verschillende gezinnen in Diever.

Op 17 februari 1934 trouwden met ouders en openden toen een winkel aan de Hoofdstraat in Diever. Deze werd gevestigd in het voorste gedeelte van het pand, dat thans genummerd is met Hoofdstraat 57, 57a en 59. In het achterste gedeelte van het huis was een boerderij aanwezig. De winkel had in het begin weinig vloeroppervlakte. Deze was ondergebracht in een ruimte, die vergeleken kan worden met een gang. In het begin stond mijn moeder in de winkel, terwijl mijn vader naast de werkzaamheden in de winkel in de omgeving van Diever ventte met de bakfiets. Die werd al spoedig voorzien van een hulpmotor. In 1935 werd een auto aangeschaft.

Het winkelpand en de boerderij
Het voorste gedeelte van het pand heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Het is in de loop der jaren voor verschillende doeleinden gebruikt. In verband met deze bestemmingen zijn veel mensen uit Diever en de omliggende dorpen in het huis geweest.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Diever gaven Roelof Seinen op 3 maart 1882 een vergunning voor het uitoefenen van een café in dit pand. Het tijdstip van ingang was gesteld op 1 mei 1882. De vergunning was bestemd voor de verkoop van minder dan tien liter sterke drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop of elders. Zij gold voor de beide voorkamers en de keuken, respectievelijk groot 39.2, 29.5 en 21.1 m². De vergunning is op 1 mei 1926 vervallen vanwege het overlijden van vergunninghouder Roelof Seinen. Voor zijn logement had Roelof Seinen op de zolder vijf slaapkamers aangebracht. In de kamer van het pand was lange tijd het gemeentehuis gevestigd. Her café-logement van Roelof Seinen en Hilligje Wiechers is te zien op een anschtikaart uit 1903

Roelof Seinen was tevens boer. Dit beroep oefende hij uit in het achterste gedeelte van het pand. Het echtpaar Roelof Seinen en Hilligje Wiechers kreeg vijf kinderen: Aaltje, Jan Thijs, Hilligje, Grietje (Iete) en Willem. Voor de nog in leven zijnde oudere Dieversen zullen vooral de eerste vier namen bekend zijn. Zij waren de laatste leden van het gezin Seinen, die op een gegeven moment nog in het pand woonden. Omstreeks 1930 lieten zij een nieuw huis aan de Hoofdstraat bouwen, schuin tegenover het Dingspilhuus en trokken daarin. Allen zijn inmiddels overleden. De naam Jan Thijs Seinenhof is gegeven aan de Dieverse dependance van het verzorgingshuis De Weijert in Dwingeloo. De Jan Thijs Seinenhof is gebouwd op de hof, die destijds eigendom was van Jan Thijs Seinen.

De familie Seinen verhuurde het boerderijgedeelte en de daarbij behorende woonruimte aan het echtpaar Hendrik Rozeboom en Klaasje Kleene. Per 1 mei 1931 betrok de familie Rozeboom de boerderij. Deze familie kwam uit Uffelte. De voor de familie Rozeboom ‘nieuwe’ buurman Jaap Hessels zorgde dat het vee vanuit Uffelte ter bestemder plaatse in Diever kwam. Het echtpaar Rozeboom kreeg vijf kinderen: Rieka, Roelof, Hendrik, Hendrikje en Jantje. Aan het eind van de jaren dertig is de familie Rozeboom verhuisd naar het huis van Klaas Houwer aan de Bosweg. Het boerderijgedeelte werd daarna in gebruik genomen door het echtpaar Tjibbe Krol en Jantje Kok. Zij hadden tot dan ingewoond bij de moeder van Tjibbe Krol. Moeder Krol woonde toen in het woongedeelte van het Schultehuis.

Wijkzuster Elje Broer-Doodhagen werd de huurster van het voorste gedeelte van het pand, bestaande uit de voormalige gelagkamer, de cafézaal en de daarboven liggende ruimten. Het echtpaar Willem Broer en Elje Doodhagen kreeg één zoon: Luite Wolter (Lu). Willem Broer is op 11 februari 1922 op jonge leeftijd aan de Spaanse griep overleden. Lu was toen drie jaar. Hij wist zich van zijn verblijf aan de Hoofdstraat in een gesprek, dat ik met hem had, het nodige te herinneren. De moeder van Lu verhuisde op 1 maart 1931 naar Diever. Zij kwam uit Wilhelminaoord. Lu volgde een maand later. De reden hiervan was, dat moeder het te druk had met haar studie en voorts het nieuwe huis moest inrichten. Lu verbleef in die tijd op de boerderij van zijn grootouders van moederszijde. Zij woonden aan de Friese Brug in Noordwolde.

Links van de voordeur was bij de komst van de familie Broer de gelagkamer. De hierin aanwezige zeer mooie tapkast werd verwijderd. In deze vrij grote ruimte richtte de moeder van Lu de keuken in. Links achterin werd een aanrecht met daarop een pompje voor de watervoorziening geplaatst. De oorspronkelijke cafézaal, rechts van de voordeur, werd als woonkamer gebruikt. Een achter deze kamer liggend gangetje met een zijdeur was voor gemeenschappelijk gebruik van de families Rozeboom en Broer. Dit was ook het geval met de enige in het pand aanwezige toilet (tonnetjes-systeem). Dit toilet was op de deel tegen de paardenstal aangebracht. Bij een bezoek aan het toilet gingen de leden van de familie Broer buitenom. Als het nacht of slecht weer was, dan werd het toilet  bereikt via de woonruimte van de familie Rozeboom.

Tussen de gelagkamer en de cafézaal was een toog aanwezig. Dat was de bedekking van de muuropening tussen beide ruimten. In dit geval niet rond maar rechthoekig in hout uitgevoerd. Bij de komst van de familie Broer en ook tijdens hun verblijf zat in de toog een zes- of zevendelige vouwwand. Deze toog is ook thans nog in het pand aanwezig, zij het, dat hierin in de loop der jaren een aantal keren wijzigingen zijn aangebracht.

In juni 1933 hebben zuster Broer en haar zoon Lu het pand verlaten. Ze zijn toen gaan wonen aan de Dieverbrug in het huis, waar later het gezin van Anne Blok heeft gewoond.

In februari 1934 zijn mijn ouders in dit gedeelte van het pand een winkel begonnen. Bij hun komst werd de vouwwand verwijderd en werd de toog dicht gemaakt door middel van planken en een deur. Deze deur gaf vanuit de woonkamer (de oorspronkelijke cafézaal) toegang tot de winkelruimte. Op de deel van de boerderij werd een tweede toilet gemaakt. De hierboven genoemde slaapkamertjes waren nog aanwezig. Een aantal hiervan werd door mijn ouders als opslagruimte voor de winkel gebruikt.

In de vloer van één van slaapkamertjes was nog een rond gat met een diameter van ongeveer vijfentwintig centimeter aanwezig. Het uitgezaagde gedeelte, een soort deksel, was voorzien van een plankje. Hierdoor kon dit gedeelte niet naar beneden vallen, als het in het gat werd geplaatst. Vanaf de zolder kon men door het gat in de gelagkamer en later in de woonkamer kijken. Toen wij in het huis woonden is mij nooit duidelijk geworden waarvoor zo’n gat diende. Van Jans Tabak heb ik begrepen dat, toen Roelof Seinen in het pand zijn logement had, deze gaten dienden om de slaapkamertjes te verwarmen. De uit de gelagkamer opstijgende warme lucht stroomde door het gat een slaapkamertje in. In de gelagkamer was wel een kachel aanwezig, maar in de slaapkamertjes niet.

Aan de kant van buurman Hessels werd een houten garage gebouwd.

De WIBA
Afbeelding 1
De firma Piet de Wit (de Wit’s Bazar, afgekort de Wiba) uit Meppel adverteerde
in 1934 in haar reclamefolder met de leuze ‘Koopen van Wiba: Wie Iets Beter Aankoopt’ (document uit de verzameling van wijlen mevrouw Griet Brugging-Oost, Diever)

Mijn ouders sloten in 1935 een contract met Piet de Wit’s Bazar (de Wiba). Deze was in Meppel gevestigd en had contracten met verschillende zaken in de omgeving van Meppel. De afgenomen artikelen hoefden niet direct te worden betaald. Dit gegeven en het feit dat mijn ouders het pand huurden van Jan Thijs Seinen waren de redenen, dat ze aanvankelijk niet veel geld hoefden te investeren in de zaak. Ze konden volstaan met de aanschaf van de winkelinrichting.

Piet de Wit’s Bazar (de Wiba) leverde goederen aan de aangesloten winkeliers, waaronder mijn ouders, in depot. De goederen bleven eigendom van het bedrijf in Meppel. Elke zaterdag moest aan de firma Piet de Wit rekening en verantwoording worden afgelegd over de afgelopen week en moest er afgerekend worden. De aangesloten winkeliers waren verplicht al hun koopwaar van Piet de Wit te betrekken. Andere spullen mochten niet in de winkel aanwezig zijn. Dit werkte belemmerend op de bedrijfsvoering. Na een aantal jaren bleek dat deze constructie financieel gezien niet aantrekkelijk was. Een te groot gedeelte van de verkoopprijs moest worden afgedragen aan Piet de Wit. Voorts kon hij niet alle goederen leveren waar de klanten naar vroegen. Mijn vader heeft het in 1939 aflopende contract met Piet de Wit niet verlengd.

Afbeelding 2
 Luite (Lu) Wolter Broer wist te vertellen, dat de afkorting Wiba in de Deeverse volksmond ook wel werd uitgelegd als ‘Wie In Bezuiniging Aankoopt’. Deze reclame stond in het programma van de zangersdag, die op 6 juni 1937 in Diever werd gehouden.(document uit de verzameling van wijlen mevrouw Griet Brugging-Oost).


Afbeelding 3
Voorkant van een prijslijst uit 1934 met aan de achterkant een uitgebreide lijst met artikelen van 10, 25, 50, 75 en 100 cent. (document uit de verzameling van wijlen mevrouw Griet Brugging-Oost, Diever)

Piet de Wit adverteerde op zijn bakfietsen, die hij  reizende winkels noemde, met eenheidsprijzen. Er waren slechts vijf eenheidsprijzen: 10, 25, 50, 75 en 100 centen.
Op de voorkant van de prijslijst uit 1934 waarschuwde Piet de Wit het koperspubliek vooral niet van de concurrentie te kopen: Er zijn op sommige plaatsen personen die met een soortgelijke bakfiets hun waar te koop aanbieden. Diegenen hebben dikwijls hoogere prijzen en minderwaardige kwaliteiten. Men lette op de naam Wiba.

Assortiment
Het assortiment goederen bestond in het begin uit huishoudelijke artikelen en galanterieën. In een prijslijst uit 1934 zijn ongeveer 225 artikelen vermeld, zoals nikkelen vorken, witte kastranden, zakjes Reckitts blauw, lokhouders, Klaverblad karnemelkzeep, Brasso koperglans, vrijgezellen knopen, bakelieten asbakken, asbestplaatjes, kolenscheppen, bouillonzeven, bussenboenders, karbiezen, sajet, luiers, kachelzeiltjes, Zebra kachelpoets, Ovaline kachelpoets, roestvaststalen veiligheidsspelden, zeilzwabbers, mondorgels, haren kamerstoffers, fietshandbeschermers, China matten en haarsnijmachines.

Afbeelding 4.
In de publicatie ‘Als de dag van gisteren, honderd jaar Drenthe, de Drenten en hun winkels’, uitgegeven door Waanders, in samenwerking met de Provinciaal Historicus en het Rijksarchief in Drenthe is bijgaand afgebeelde ‘winkelzakje’ opgenomen, met als bijschrijft: Alle wat grotere Drentse dorpen hadden een winkel waar je van alles en nog wat kon krijgen. De afkorting ‘enz.’ op
het zakje van de firma Brugging sprak in dit opzicht boekdelen.

In de loop van de tijd en vooral na de Tweede Wereldoorlog is het assortiment aanzienlijk uitgebreid. Zij bestond op den duur naast de genoemde huishoudelijke artikelen en galanterieën onder meer uit: textiel, papierwaren (onder meer lectuur, schrijfartikelen en ansichtkaarten), speelgoed, geschenkartikelen, touwwaren (onder meer koetouwen en dekkleden voor vee, maar ook vliegertouw), hengelsportartikelen, souvenirs, snoepgoed, lederwaren (onder meer portemonnees en tassen), sieraden, rietwerk, ijzerwaren (gereedschappen), kampeerartikelen (stoelen en dergelijke), kerstartikelen, vuurwerk, Sola-tafelgerei.

De uitbreiding van het assortiment werd onder meer veroorzaakt door de vraag naar nieuwe artikelen. Als een klant behoefte had aan een artikel dat niet voorradig was, dan zorgde vader dat het zo spoedig mogelijk werd ingekocht. Dit uiteraard binnen bepaalde grenzen. Ook werden wel artikelen als eenmalige verkoopactie in de collectie opgenomen. Zo herinner ik mij, dat mijn vader op een gegeven moment een collectie jurken voor een schappelijke prijs op de kop kon tikken om deze ‘aan de vrouw te brengen’.

Door de uitbreiding van het assortiment nam ook het aantal toeleveringsbedrijven (fabrieken en grossiers) toe. Er kwamen steeds meer vertegenwoordigers over de vloer. Op zeker moment lag het aantal tussen de vijftig en de zestig. De meeste van hen deden één of twee keer per jaar de winkel aan, onder meer voor de verkoop van seizoenartikelen, maar sommige vertegenwoordigers kwamen elke maand of elke twee maanden langs.

Enkele voorvallen met politieagent IJ. de Jong
Het pand lag en ligt ook nu nog in een bocht van de Hoofdstraat. Auto’s mochten niet worden geparkeerd in de bocht, hoewel deze overzichtelijk is. Sommige vertegenwoordigers negeerden deze regel, omdat in de buurt onvoldoende parkeergelegenheid was. Ze parkeerden hun auto vaak vlak voor de winkel in de binnenkant van de bocht.

De toenmalige politieagent IJsbrand de Jong had hier grote moeite mee. Hij fietste regelmatig voor de winkel langs, omdat hij niet ver van ons in de gemeentewoning naast de toenmalige openbare lagere school aan de Hoofdstraat woonde. Geparkeerde auto’s in de bocht kon hij uiteraard niet toestaan. Als hij zag dat een auto verkeerd was geparkeerd, dan trad hij handelend op door de betreffende vertegenwoordiger te verzoeken zijn auto te verwijderen. De Jong is hiervoor wel tientallen keren en misschien wel vaker bij ons in de winkel geweest. Ik kan me niet herinneren, dat hij hiervoor ooit een bekeuring heeft gegeven.

Een ander voorval met De Jong, waarbij ook de winkel zijdelings ter sprake kwam, is mij altijd bij gebleven. Het gaat hierbij om het volgende. Met een aantal kameraden was ik aan het fietsen. Bij de zuivelfabriek aan het Moleneinde liet De Jong ons halt houden. Hij gaf te kennen, dat hij de fietsen wilde controleren. Hierbij bleek, dat de fiets van een kameraad niet van een bel was voorzien. Hij trok zijn boekje, waarin hij de gegevens van de betrokkene noteerde. Op de vraag wat zijn beroep was antwoordde mijn kameraad: “magazijnmeester”. “Zeker bij de firma Brugging”, zei De Jong grijnzend. Hij had schik in deze opmerking, omdat hij wel wist dat mijn vader voor zo’n functie geen emplooi had. Hoe dan ook, mijn kameraad heeft geen bekeuring gekregen.

Uitbreiding van het winkeloppervlak
De uitbreiding van het assortiment, zoals hiervoor omschreven, had ook gevolgen voor het winkeloppervlak. Mijn ouders zijn met een klein winkeltje begonnen, zoals hiervoor is gemeld. Al gauw werd een naastliggende kamer bij de winkel getrokken. Na de oorlog vond een uitbreiding plaats door de keuken aan de winkel toe te voegen. Deze uitbreiding had niet alleen te maken met de toename van de voorraad. Het was ook de praktische oplossing van een probleem. Mijn moeder kookte namelijk in de keuken, die niet grensde aan de kamer waar werd gegeten. Ze moest daarom altijd met het warme eten door de winkel om de (eet)kamer te bereiken. Dit verspreidde soms geurtjes, wat voor ons en de klanten die zich in de winkel bevonden, niet aangenaam was. Daarom werd een deel van de woonkamer als keuken ingericht en de oorspronkelijke keuken aan de winkel toegevoegd.

De grootste uitbreidingen vonden aan het eind van de vijftiger jaren van de vorige eeuw plaats. Mijn vader had toen het hele pand (winkel en achterliggende boerderij) gekocht. De winkel kon pas tot een zeer aanzienlijke omvang naar achteren worden uitgebreid, nadat de familie Tjibbe Krol was verhuisd naar de Dieverbrug. Daarvoor werden alle aanwezige hokken afgebroken en werd in de voormalige boerderij een vloer van beton gestort. Deze uitbreiding is met een verschil van enkele jaren in twee fasen uitgevoerd. Niet alleen werd het vloeroppervlak flink uitgebreid, maar werd ook de winkeldeur verplaatst en werden drie grote etalages gebouwd. Voor de ouderwetse winkelramen met ruitjes kwamen grote ramen in de plaats. Deze zijn nu nog aanwezig.

Afbeelding 5 – De situatie in 1962

Aanvoer en verwerking van goederen
De goederen werden aangevoerd met de bodediensten van onder meer Strik en Koers, auto’s van de groothandel of de fabriek en werden soms zelf met de eigen auto gehaald. Het zelf halen van goederen kwam vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw steeds meer voor, als gevolg van een nieuw fenomeen, namelijk de zelfbedieningsgroothandel.
Het uitpakken en prijzen van de goederen gaf aanvankelijk soms problemen. Hiervoor was namelijk geen afzonderlijke ruimte beschikbaar. Het werk moest in de winkel of in de woonkamer gebeuren. De winkel was vooral bij grote partijen geen goede oplossing. Daarom werden deze werkzaamheden meestal in de woonkamer gedaan. Bij goede weersomstandigheden en vooral wanneer de goederen in dozen met stro of houtwol waren aangekomen, gebeurde het uitpakken ook buitenshuis. Als het weer minder goed was, dan werd ook hiervoor noodgedwongen de woonkamer gebruikt. Het laat zich raden, dat de kamer tijdens deze werkzaamheden behoorlijk op z’n kop stond.

Afbeelding 6
De voorgevel van het pand van Jan Brugging en Griet Oost aan de Hoofdstraat in Diever in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw. (foto uit de verzameling van wijlen Lambert Brugging)

Openingstijden
Aan de openingstijden was aanvankelijk geen limiet gebonden. “De winkel was open zolang er volk bij de weg was”, aldus mijn ouders. Dit hield in, dat de winkeldeur elke werkdag om ongeveer zeven uur ’s morgens werd geopend en de hele dag open was, al naar gelang de belangstelling tot negen à tien uur ’s avonds. Het niet gesloten zijn tussen de middag gaf soms problemen op huishoudelijk gebied. Het was in die tijd normaal om ’s middags warm te eten. Dit werd ook bij ons gedaan. Het gevolg hiervan was dat, wanneer een klant in de winkel kwam, iemand de tafel moest verlaten om hem of haar van dienst te zijn.
Het bord met inhoud van hem of haar werd op de kolenkachel gezet om het zo goed mogelijk warm te houden (er waren toen uiteraard nog geen magnetrons). De maaltijd werd door betrokkene voortgezet nadat de klant was geholpen of een ander lid van het gezin hem in de winkel had vervangen. Uiteraard was dit geen prettige gang van zaken.

Bij de komst van de Winkelsluitingswet werd een eind gemaakt aan de ongebreidelde openingstijden van winkels. Er werden uren vastgesteld waartussen de winkels geopend mochten zijn. Het was verboden om buiten de openingstijden klanten in de winkel toe te laten. Op de handhandhaving hiervan zag de politie nauwlettend toe. In verband hiermee was het zaak om klanten, die bijvoorbeeld ’s avonds ‘achterom’ kwamen, nadat ze het gewenste hadden gekocht, ongezien de winkel uit te loodsen. Later zijn de openingstijden gewijzigd, in die zin dat winkeliers meer ruimte kregen om zelf de openingstijden in te vullen. Zo werd in Diever een vrije maandagmiddag ingevoerd, daarna in de wintermaanden een hele vrije maandag en een winkelsluiting van een half uur tijdens de middagpauze.

Beëindiging van de winkel en nieuwe bestemmingen van het pand
In 1963 is mijn vader overleden. Mijn moeder heeft daarna de winkel voortgezet. Er was inmiddels een winkelmeisje in dienst getreden, te weten Roelie Andreae. Daarna heeft ze assistentie gehad van achtereenvolgens Alie Moes, haar dochter Meintje, Roelie Tiemes, Antje Hummel en Dinie Vos. In september 1979 heeft moeder de bedrijfsvoering beëindigd. Ze verkocht Het pand en de inventaris van de winkel aan het echtpaar Frits van Veen en Greetje Dutmer uit Oldendiever.

Zij hebben de winkel op ongeveer dezelfde wijze voortgezet. Er werd een groter winkeloppervlak verkregen door de in de toog aanwezige planken te verwijderen, zodat de aan de straat liggende woonkamer bij de winkel kon worden getrokken. Frits is in 1987 plotseling overleden. Na zijn overlijden is Greetje nog drie maanden met de winkel doorgegaan. Na uitverkoop van de nog aanwezige artikelen heeft zij op 1 augustus 1987 de winkel gesloten. Daarna is getracht om het pand te verkopen. Dit lukte niet. Daarom werd besloten het pand in drie delen te splitsen. Dit had tot resultaat, dat de beide achterste gedeelten een woonbestemming hebben verkregen. Na een grondige verbouwing ging Greetje in het middelste en haar zuster met haar man in het achterste gedeelte wonen.

Het echtpaar Theo Claas en Maaike Bakker kocht in 1988 het voorste gedeelte. De bestemming van dit gedeelte bleef woon- en winkelruimte. Ook dit gedeelte werd verbouwd. Zo werd als scheiding met het daarachter gelegen gedeelte in de gehele breedte van het pand een brandwerende muur aangebracht. De in de winkel aan het plafond aanwezige board-platen werden verwijderd. Hierdoor kwamen de oude balken weer te voorschijn. Voorts werd door het aanbrengen van hout in de toog de hiervoor genoemde kamer weer aan de woonruimte toegevoegd, is inpandig schuurruimte gecreëerd en werden nieuwe slaapkamers op de zolder gemaakt. Deze werkzaamheden zijn grotendeels in eigen beheer uitgevoerd.

Afbeelding 7
Deze foto is gemaakt in de periode dat Theo Claas en Maaike Bakker eigenaren van de winkel en de woonruimte in het voorste deel van het pand waren. Gelet op de leeg ogende winkel kan het best zo zijn dat de foto is gemaakt tijdens de verhuizing van het echtpaar naar de Van Osstraat  (foto uit de verzameling van mevrouw Maaike Bakker)
Maaike, die van haar zesde tot haar zeventiende jaar elders in Diever woonde, vestigde in 1988 in het door haar en haar man gekochte deel van het pand een winkel in stoffen, kleding en patchwork- en quilt-artikelen. In 1989 namen zij het woongedeelte in gebruik. Inmiddels is het atelier op deze plaats verleden tijd. Maaike Bakker is met de winkel gestopt, omdat ze meer tijd wil besteden aan andere activiteiten. Het echtpaar verhuisde naar de Van Osstraat. Daar organiseert Maaike workshops en cursussen.

Per 1 juni 2001 heeft het echtpaar Meente Flokstra en Grietje Greveling, dat reeds in Diever woonde, het winkelpand met de daarbij behorende woonruimte aangekocht. Grietje heeft in het pand haar praktijk ‘De Egelantier’ ondergebracht. Zij behandelt daar mensen met lichamelijke of psychische klachten.

Afbeelding 8 – © Ut Deevers Archief – 15 november 2003 – Alle rechten voorbehouden
Deze foto is gemaakt in de tijd dat Grietje Greveling in de voormalige boerderij haar praktijk ‘De Egelantier’ uitoefende.

Afbeelding 9 (© Ut Deevers Archief – donderdag 22 april 2021 – Alle rechten voorbehouden)
Arbeiders van een kabellegbedrijf waren op donderdag 22 april 2021 bezig met het ingraven van de eerste glasvezelkabel in het dorp Deever in de flauwe overzichtelijke bocht bij de boerderij waarin vroeger het dorpswarenhuis ‘de Wiba’ was gevestigd.


Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Lambert Brugging heeft de geschiedenis van het winkel tot 2004 beschreven. De geschiedenis van het pand tussen 2004 en heden moet nog eens door iemand opgeschreven worden.
Jan Brugging is geboren op 20 augustus 1901 op Kalteren. Hij is overleden op 13 oktober 1963 in Deever. Margaretha Oost is geboren op 15 april 1903 op ut Kastiel in Deever. Zij is overleden op 15 februari 2001 op 97-jarige leeftijd in Dwingel. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Wijkverpleegster Elje Broer-Doodhagen werd in de Deeverse volksmond altijd zuster Broer genoemd. Zij geboren op 4 maart 1893 in Noordwolde. Zij is overleden op 23 januari 1985 op 91-jarige leeftijd in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Roelof Seinen is geboren op 23 november 1842. Hij is overleden op 21 september 1925. Hilligje Wiechers is geboren op 19 juli 1843. Zij is overleden op 13 juni 1919. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Het is niet zo dat de filiaalhouders van Piet de Wit altijd met een bakfiets venten. In de Wijk-Koekange ventte Roelof Hut met paard en wagen voor Piet de Wit’s Bazar.
Ook nadat het contract met Piet de Wit’s Bazar (de Wiba) in 1939 was beëindigd, bleef de winkel van Jan Brugging en Griet Oost in de Deeverse volksmond tot aan de opheffing van de winkel  in 1979 ‘de Wiba’ worden genoemd. We bint ee’m hen de Wiba ewest.
Het echtpaar Grietje Greveling en Meente Flokstra  is tegenwoordig de uitbater van Vacantie Accomodatie Egelantier.

Afbeelding 10


In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 19 februari 1935 is te lezen dat P. De Wit’s Bazar is ingeschreven in het Handelsregister.
De winkel van Jan Brugging en Griet Oost was dus een filiaal van  Piet de Wit’s Bazar ‘Wiba’, Jan Brugging was dus filiaalhouder van de Wiba. Het was dus logisch dan alleen maar spullen van de Wiba in de winkel aanwezig mochten zijn.   

Posted in Neringdoende | Leave a comment

De A-Ford mit ut kentiek’n D-11249/D-16946

In het papieren blad Opraekelen, nummer 03/2 (september 2003) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundige vurening uut Deever, staat het artikel ‘Uit het leven van de A-Ford van Jan Brugging en Griet Oost’.
De schrijvers van dit artikel zijn wijlen Jacob en wijlen Lambert Brugging, de twee zonen van Jan Brugging en Griet Oost. Zij beschrijven niet alleen de ombouw van een A-Ford tot bestelauto en enig reilen en zeilen van de winkel van Jan Brugging en Griet Oost, maar ook enige belevenissen van de familie Brugging met de omgebouwde A-Ford.
Het enige nog levende kind van Jan Brugging en Griet Oost is dochter Meintje. Zij gaf de redactie van ut Deevers Archief toestemming het artikel van haar twee overleden broers op te nemen in ut Deevers Archief. De redactie is mevrouw Meintje Tuut-Brugging bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

Uit het leven van de A-Ford van Jan Brugging en Griet Oost

Inleiding
Uit het Drentse provinciale register van kentekens blijkt, dat vóór de Tweede Wereldoorlog twee kentekens zijn afgegeven aan Jan Brugging, te weten op 30 augustus 1935 het kenteken D 10134 voor een auto en op 6 augustus 1937 het kenteken D-11249 voor een niet nader aangeduid motorvoertuig. Dit was ook een auto.
De eerst vermelde auto leek wat model betreft op de tweede auto met dien verstande, dat de kleur van de cabine groen was. Verdere bijzonderheden konden we niet meer achterhalen. Bij gebrek aan gegevens beperken wij ons hier tot de auto met het kenteken D 11249. Op 21 augustus 1947 is voor deze auto een nieuw kenteken afgegeven. Het kenteken werd toen D-16946.

De winkel aan de Hoofdstraat in Diever
Jan Brugging en Griet Oost, onze ouders, zijn in februari 1934 aan de Hoofdstraat in Diever begonnen met een winkel. De hier beschreven auto met kenteken D-11249 is voor de uitvoering van dit bedrijf aangeschaft. Het assortiment te verkopen spullen bestond aanvankelijk uit huishoudelijke artikelen en galanterieën.

Afbeelding 1
In het dorpswarenhuis ‘de Wiba’  verkochten Jan Brugging en Griet Oost, naast luxe artikelen, huishoudelijke artikelen en souvenirs, heel veel andere artikelen. Een voor de redactie van ut Deevers Archief erg belangrijk artikel was de ansichtkaart, zoals afbeelding 1 al doet vermoeden. In de loop van de jaren ná de Tweede Wereldoorlog tot de sluiting van de winkel in 1979 zijn vele tientallen uitgaven van ansichtkaarten met onderwerpen uit de gemiente Deever verkocht.
De op deze ansichtkaarten afgebeelde foto’s zijn een belangrijke bijdrage aan het historisch waardevolle beeldmateriaal uit de gemeente Diever. Daar is met het grootste gemak een mooi fotoboekje van samen te stellen. Driewerf hulde aan Jan Brugging en Griet Oost: hulde, hulde, hulde.

Onze ouders handelden de eerste jaren onder de naam Wiba (Ee’m hen de Wiba was in Deever een begrip), een afkorting van ‘De Wit’s Bazar’. Deze bazar was in Meppel gevestigd. Onze ouders betrokken hiervan goederen in depot. In de omgeving van Meppel waren meer zaken onder deze formule aanwezig. In 1939 is de samenwerking met De Wit beëindigd.
In 1979 is de winkel gesloten en is het pand verkocht. Het achterhuis is later verbouwd tot wooneenheden en aan de voorkant is nu  (redactie: september 2000) de winkel en het atelier van Maaike Bakker gevestigd.

Afbeelding 2
De enig bekende foto van de verbouwde A-Ford met kenteken D 11249, later D 16946, van de familie Brugging uit Diever (verzameling wijlen Griet Brugging-Oost).

De ombouw van de A-Ford personenauto tot vrachtauto
De personenauto met kenteken D 11249 was een A-Ford uit 1930. De kleur van de cabine was donkerblauw, bij zwart af. Het was een personenauto. De auto moest eerst worden omgebouwd, omdat hij voor het venten was aangeschaft. Hiertoe werd het achterste stuk van de cabine verwijderd. Vervolgens werd de achterkant van het resterende voorste gedeelte met plaatwerk en een raampje dichtgemaakt. Bovendien werd een overkapping boven de cabine en de motorkap gemaakt. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd door een plaatselijke smid, vermoedelijk Frederik Ofrein (Grote Frièrik). Timmerman Reint van Zomeren uit Wapse heeft op de plaats van het verwijderde gedeelte van de cabine een houten opbouw aangebracht. Daardoor werd de auto langer dan oorspronkelijk het geval was. De opbouw bestond uit een gesloten laadbak. Zowel de opbouw als de overkapping was met zink bedekt. De auto werd na de ombouw in de officiële papieren aangeduid als vrachtauto en soms ook wel als bestelauto. In de cabine was naast de bestuurder plaats voor één inzittende.

Technische ‘snufjes’
Na de aangebrachte veranderingen woog de auto 1320 kg. Wat opvalt in een zogenaamd ‘relaas van weging’ is, dat ingevuld moest worden van welk soort banden, luchtbanden of anderszins, de auto was voorzien. Na de Tweede Wereldoorlog waren autobanden voor de ouderwetse 19-inch draadspaak-wielen moeilijk meer te verkrijgen. Daarom zijn toen schijfwielen gemonteerd met een kleinere velgdiameter. Hiervoor waren wel banden verkrijgbaar.
De auto kon niet verwarmd worden. De deuren waren nooit op slot. Wat hiervan de oorzaak was, kunnen wij ons niet meer herinneren. Het kan zijn dat in de deuren geen sloten zaten of dat deze wel aanwezig waren, maar dat de sleutel ontbrak.
Er was geen contactsleutel. De spanning werd ingeschakeld met een in het dashboard gemonteerde trekschakelaar. Het starten ging als volgt. Met een handle, die links onder het stuurwiel aangebracht was, moest het tijdstip van ontsteking worden ingesteld. Met een handle aan de rechterkant onder het stuurwiel werd de stand van de gasklep gesteld. De stand van de gasklep, en dus de snelheid, kon onder het rijden worden geregeld, zowel met genoemde handle als met een grote knop op de vloer van de cabine, die als gaspedaal dienst deed. Vervolgens moest de kraan van de benzinetoevoer worden geopend. Daarna werd met de eerder genoemde trekschakelaar het contact ingeschakeld. Met een drukknop, die met een voet moest worden bediend, werd de startmotor in werking gesteld, terwijl met de rechterhand de choke moest worden bediend.
Als het op gang brengen van de motor met de startmotor niet lukte, dan moest de motor worden aangeslingerd. Dit gebeurde aan de voorzijde van de motorkap. De choke werd van buitenaf bediend door te trekken aan een touwtje, dat onder de motorkap aan het chokemechanisme bevestigd was. Het aanslingeren was een zwaar karwei, dat heeft menig zweetdruppeltje heeft.

Afbeelding 3
Van de A-Ford van Jan Brugging en Griet Oost is slechts één foto gemaakt. En dan nog wel van de achterkant. Jacob Brugging heeft het zijaanzicht van de auto getekend, teneinde de lezers een indruk te geven van het tot bestelauto omgebouwde motorvoertuig van zijn ouders (tekening Jacob Brugging).

Met de auto werd in de omgeving van Diever gevent
Voor de oorlog en ook nog enkele jaren daarna, werd de auto hoofdzakelijk gebruikt als ventauto. Daarvoor ventte onze vader met een bakfiets. Hij trok enkele dagen per week de boer op om spullen te verkopen. Venten gebeurde hoofdzakelijk in de omliggende buurtschappen. Soms ventte hij ook buiten de gemeente. Om de te verkopen artikelen goed te kunnen etaleren, was de opbouw van de auto aanvankelijk zowel van achteren als aan de zijkanten van glas voorzien. De ramen aan de zijkanten liepen op rails. Deze schuiframen zijn na de oorlog vervangen door oprolbare dekkleden.
Enkele van de verwijderde ramen hebben nog een tweede en derde leven gehad. Eerst zijn ze verwerkt in een keukenkast. Nadien is de ruimte, waarin deze kast stond, bij de winkel getrokken en zijn de ramen toegepast als afscheiding tussen een inpandig nieuw gebouwde keuken en de huiskamer.
De koopwaar was overzichtelijk in de auto opgesteld. Op de laadvloer lag een gedeelte, terwijl daarboven een soort stelling was aangebracht, waarop ook nog spullen lagen. Op de overkapping boven de cabine lagen grotere artikelen, zoals emmers, wasteilen en dergelijke.

De auto is de oorlogsjaren goed door gekomen
Gedurende het grootste gedeelte ervan heeft de motor niet gelopen. De auto stond in een houten garage, die tussen ons huis en dat van de buren stond, op ongeveer tien meter van de doorgaande weg. De garage is omstreeks 1958 afgebroken. De auto was tijdens de oorlog niet rijklaar. Hij was opgekrikt en de assen rustten op een stapel stenen. De wielen waren verwijderd. Deze werden op een andere plek verborgen gehouden.
De NSB heeft tenminste éénmaal belangstelling voor de auto getoond. Op een dag kwamen enkele mannen naar de auto kijken. Eén van hen was een NSB’er uit Meppel, een zekere Van der Meulen. Waarschijnlijk als gevolg van de toestand, waarin zij de auto aantroffen, hadden zij er geen belang bij. Na de oorlog werd de auto voor de dag gehaald. Het kostte toen heel wat moeite om hem na jarenlange stilstand weer aan de praat te krijgen.

Gebruik na de oorlog
Enkele jaren na de oorlog stopte onze vader met venten. Daarna werd de auto gebruikt voor het bezorgen van artikelen bij klanten en voor het ophalen van goederen bij grossiers in onder meer Assen, Groningen, Meppel, Zwolle en Zwaagwesteinde.
Zo werd enige tijd na afloop van de oorlog een auto vol weckflessen uit Groningen gehaald. Deze flessen werden hoofdzakelijk in Duitsland en Polen gemaakt en waren in de oorlog niet te verkrijgen. Toen dit wel weer het geval was, bestond hieraan dan ook een grote behoefte. Er was een run op de weckflessen. Het gevolg was, dat ‘s morgens bij aanvang van de verkoop, voor de winkel een grote menigte gegadigden aanwezig was. Bij de verkoop van de flessen werden de kopers in groepjes van drie of vier in de winkel toegelaten. Bovendien werd een maximum gesteld aan de per klant te verkopen flessen.

Uiteraard werd de auto ook voor privé-doeleinden gebruikt
Het was toen nog niet verboden om personen in de laadbak te vervoeren, zodat van deze mogelijkheid regelmatig gebruik werd gemaakt. De passagiers zaten niet op stoelen of iets dergelijks, maar op de laadvloer. Het zicht naar achteren was uitstekend omdat zich hier ramen bevonden. Degenen die achterin zaten, hadden regelmatig visueel contact met de inzittenden van auto’s die achter hen reden.
Naast ritjes in de omgeving gingen we een paar keer per jaar naar familie in Enschede. Deze reisjes verliepen niet altijd op de wijze zoals wij ons dat hadden voorgesteld.
De maximum snelheid van de auto was niet al te hoog, terwijl er vrijwel nog geen snelwegen bestonden. We waren dan ook uren onderweg. Zo blijkt uit een door één van ons op de lagere school in 1948 over de vakantie gemaakt opstel, dat we ‘s morgens om half tien van huis vertrokken en na een rusttijd van een half uur in de omgeving van Ommen om twee uur bij de familie in Enschede arriveerden.
De terugreis, een week later, duurde nog langer. Daar deden we volgens het opstel zeven uur over. Dat kwam, omdat vader onderweg als bijzondere attractie nog even de Lemelerberg aandeed. De weg naar de top van de berg was nog niet verhard. Bij de afdaling sprong het ventiel uit een van de achterbanden. Het kostte vader heel wat moeite om op de helling het wiel te vervangen. De lekke band werd in een garage in Ommen gemaakt.

De auto werd een paar keer beschadigd in een ongeval
Aan Ommen bewaren wij overigens geen goede herinneringen. Het was toen blijkbaar voor ons een onfortuinlijke plaats om door te rijden, want bij een andere reis kwam tijdens de passage van een spoorwegovergang een met de hand bediende spoorboom op de auto terecht. Een geluk bij een ongeluk was dat deze de achterkant van de auto raakte, zodat de auto niet vast kwam te zitten. De schade viel toen mee.
Meer schade ontstond toen wij bij een andere rit voor dezelfde overweg moesten stoppen en van achteren werden aangereden door een vrachtauto van een aannemersbedrijf uit Vriezenveen.
Een ander voorval dat ons met de auto overkwam, gebeurde in Zenderen. Deze plaats ligt tussen Almelo en Hengelo. Vader werd aangehouden door twee politieagenten. Het was hen om de papieren en de technische staat van de auto te doen. In die tijd waren er nog geen verplichte keuringen en periodieke onderhoudscontroles door garagebedrijven. De papieren waren in orde en ook de techniek zag er aardig uit.
Ter afronding van de controle werden de remmen getest. De passagiers moesten de auto te verlaten. Vervolgens werd waarschijnlijk een vertragingsmeter aan de treeplank vastgemaakt. Eén van de agenten ging op de treeplank staan en hield zich vast aan de railing van de overkapping. Toen bij een niet al te hoge snelheid het sein ‘remmen’ werd gegeven, maakte vader geen gebruik van de voetrem die hij niet vertrouwde, maar trok de handrem aan. Het gevolg was, dat de agent op de treeplank zich niet staande kon houden. Waarschijnlijk bezeerde hij zich hierbij. De heren waren in elk geval niet erg tevreden. Hoe het ook zij, wij konden met een opgelucht gevoel en niet zonder leedvermaak de reis vervolgen.

De auto is omstreeks 1953 buiten bedrijf gesteld
De auto heeft met uitzondering van de vijf oorlogsjaren achttien jaar zijn diensten bewezen. In 1953 kwam een einde aan zijn levensduur. Niet alleen werd het onderhoud steeds problematischer, maar ook het model van de auto was uit de tijd. Op de Nederlandse wegen waren in die tijd nauwelijks nog dergelijke auto’s te zien. Hij is toen vervangen door een andere auto. Een tijd lang heeft hij bij onze opa Barteld Oost op het erf gestaan, totdat hij werd opgemerkt door een bewoner van het woonwagenkamp op het marktterrein aan de Bosweg in Diever. Hij heeft de auto voor de sloop in eigendom overgenomen.

Afbeelding 4
Op de hier afgebeelde ansichtkaart van de Hoofdstraat van Diever, die omstreeks 1965 bij het dorpswarenhuis ‘de Wiba’ te koop was, is aan de rechterkant de boerderij, met daarin ‘de Wiba’ en de woning van het gezin Jan Brugging en Griet Oost, te zien. Aan de linkerkant is rechts van de boom de voorgevel van de kapperszaak van Geert Vierhoven te zien. De redactie zou wel graag willen weten welke boer de eigenaar van de melkbussen op het trottoir was. Het nummer op de melkbussen is uiteraard niet te ontcijferen. Boer Roelof Fransen ?

Posted in Ansigtkoate, D-nummer, Neringdoende, Olde auto | Leave a comment

De stoat hef de Greinspoele uut ebaggert

De directie natuurbeheer van het ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij heeft in mei 1996 de propagandafolder ‘National park Drents-Friese woud’ uitgegeven. Deze folder is samengesteld door de directie voorlichting van genoemd ministerie en de provincie Drente. De redactie van ut Deevers Archief kwam op bladzijde 4 van de hiervoor genoemde reclamefolder bijgaand afgebeelde foto tegen. Een mobiele kraan van het merk Poclain van het grondgraafbedrijf  met de toepasselijke naam Graafstra uit Appelscha is bezig met het uitbaggeren van de Greinspoele in de Deeverse bos. Maar is die vervuilde baggerspecie afgevoerd uit het gebied of op ‘met meststoffen vervuilde bovengrond’ gestort ?

De redactie citeert de volgende tekst op de bladzijden 9  en 10 van de hiervoor genoemde indoctrinatiefolder:
……….
Omdat de vroegere eigenaren van de landbouwgronden andere belangen dan natuurbehoud hadden, zijn veel delen van het gebied ontwaterd door diepe sloten en greppels.
Om de natuurgebieden weer voldoende vochtig te krijgen zijn veel sloten gedempt. Ook is hier een daar, zoals in het Ekingerbroek, de met meststoffen vervuilde bovengrond afgevoerd. Dit heeft geleid tot het opnieuw ontwikkelen van waardevolle natuur.
Ook de vennen hebben te lijden gehad van verzuring en verdroging. Sommige venbodems zijn recent weer schoongemaakt, zodat de oorspronkelijke begroeiing kan terugkeren.
De Kale Duinen, het prachtige stuifzandgebied, was lange tijd omgeven door eentonige dennenbossen. Door een deel van die bossen te kappen heeft het natuurgebied aan landschappelijke waarde gewonnen.
……….

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In afbeelding 2 is te zien dan de Greinspoele in een geel gemarkeerd hoger gelegen gebied ligt. Dat gele gebied is nagenoeg omgeven door een paar meter lager gelegen groen gemarkeerd gebied.
Vanwege de zwaartekracht stroomt hemelwater op en in de grond naar lager gelegen gebied. Daar helpt geen moedertje lief aan. Dus al het hemelwater in de buurt van de Greinspoele stroomt vroeg of laat, met of zonder sloten, met of zonder tegenwerking van de Nederlandse staat, naar lager gelegen gebied. In dit geval naar het stroomgebied van de bovenloop van de Vledder A. Dat gebied is in afbeelding 2 donkergroen gemarkeerd.
Het in de indoctrinatiefolder gelegde verband tussen de belangen van de boeren en de te laag bevonden grondwaterstand is derhalve vals, misleidend en desinformerend.
Dus de hardwerkende boeren de vette schuld geven van een ’te lage grondwaterstand’ is het maskeren van eigen kortzichtig falen. Want de sloten die in de verre omtrek van de Greinsspoele zijn dichtgegooid, lagen in het gebied van de Nederlandse staat. Want de Nederlandse staat wilde 100 jaar geleden hout produceren en wilde geen kunstmatige natuur produceren. Want de Nederlandse staat was 100 jaar geleden al eigenaar van die bosgronden, toen boeren, zoals Gerard Goettsch en anderen, een eerlijk bestaan als boer in het gebied probeerden op te bouwen.
Maar hoe kan het dat in de Greinspoele, op bijna 11 meter boven Nieuw Amsterdams Peil, bij het nog hoger liggende ‘prachtige stuifzandgebied’ met de naam Ekingerzand, het hemelwater wordt vastgehouden ? Wordt het water in de Greinspoele kunstmatig op peil gehouden ? Wordt water naar de Greinspoele gepompt ? Ligt de Greinspoele in een kom van leem ? Welke waterafstroombelemmerende maatregelen zijn eigenlijk getroffen ?
In de laatste alinea van het citaat uit de indoctrinatiefolder staat dat een deel van de bossen in het natuurgebied is gekapt om het gebied een hogere landschappelijke waarde te geven. Dus de Deeverse bos is kijknatuur geworden. Dus de Deeverse bos is een soort van openlucht theater met steeds wisselde decors geworden. Dus de bezoeker is een soort van toeschouwende figurant geworden in het door de Nederlandse staat gedicteerde natuurtheater.
Dus de Deeverse bos is een soort van floratheater geworden. Met de wolf in de hoofdrol. Want de steeds groter wordende roedeltjes wolven zijn op de grond druk bezig al het fauna met poten in de Deeverse bos uit te moorden en te verjagen. Of is dat al gebeurd ? Zijn daarom de roedeltjes wolven tot in de verre omtrek van de Deeverse bos overgegaan op het uitmoorden van schapen van keihard werkende boeren ? En misschien mogen binnenkort de figuranten niet meer de Deeverse bos is, want die verstoren de ‘leefomgeving’ van de wolf, de hoofdrolspeler in het floratheater.
Maar gelukkig wordt binnenkort de beschermde status van de wolf afgezwakt, zodat de burgemeester van de gemeente Westenveld straks met een gerust hart een probleemwolf neer kan laten knallen, zonder dat daarna die 
amechtige roedeltjes wolvenfreaks hem bij zijn strot grijpen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in de Deeverse bos, Greinspoele | Leave a comment

Roggemiet’n bee de boerdereeje De Uilenhorst

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op maandag 20 juli 1936 het volgende korte bericht over een studentenwerkkamp op de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.

Studentenwerkkamp te Diever
Op gronden van de Staatsboschwachterij Smilde in de gemeente Diever wordt momenteel weer een studentenwerkkamp gehouden. Dit jaar zullen 2 groepen ieder 3 weken in het kamp ondergebracht worden. In tegenstelling met vorige jaren is er dit jaar geen buitenlandsche deelname.
De jongelui zijn ondergebracht in een schuur bij de boerderij De Uilenhorst. Men is bezig met den aanleg van een weg met rijwielpad.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft geen pogingen gedaan het woord uilenhorst te vertalen in ut Deevers. Het is zelf de vraag of het woord uilenhorst bestaat. Bouwt een uil een horst als nest ? Het nest van een buizerd wordt wél horst genoemd !

In 1936 was de belangstelling van de studenten en de schrijvende pers voor het studentenwerkkamp al behoorlijk kleiner worden. Zie de verwijzing naar de twee berichtjes in het bericht Un pèèr beriggies over de student’nwaarkkaamp’m.
Op de hier afgebeelde foto (afbeelding 2) zijn achter de studenten roggemiet’n bij de boerderij De Uilenhorst te zien.
Een zijspoor van het smalspoor door de Olde Willem liep in 1936 nog naar de boerderij De Uilenhorst tot in de koestal waar de studenten waren ondergebracht. Het kaarsrechte tracé van het smalspoor door de Olde Willem is later gebruikt voor de aanleg van de Olde Willemsweg.
De redactie voegt bijzonder graag afbeeldingen van het boerenleven van vroeger in de gemiente Deever toe aan ut Deevers Archief. De redactie is een groot liefhebber van foto’s waarop roggemiet’n zijn te zien. Zie bijvoorbeeld een afbeelding van roggemiet’n op de Noorderesch bee Deever. Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een goede scan van dit soort foto’s ? En wie heeft foto;s waarop een werkende dorsmachine in de gemiente Deever is te zien ? 

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van foto’s op papier is, kan afbeelding 2 ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 13 van Opraekelen 11/4 (december 2011), het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blad zijn of dat papieren blad bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
In de Provinciale Noord-Brabantsche en ’s Hertogenbossche Courant van 30 augustus 1937 stond de hier afgebeelde foto met het volgende onderschrift: In het Nederlandsche Studentenwerkkamp op de boerderij De Uilenhorst te Diever wordt flink gewerkt aan het aanleggen van wegen. Welgemoed aan den arbeid.

Posted in Boer'nwaark, de Olde Willem, de Uilenhorst, Miet'n, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Jan Wartena saat in ut N.A.D.-kaamp an de Gowe

De redactie van ut Deevers Archief vond onlangs bij het digitaliseren van weer een ordner met Deeverse paperassen bijgaand afgebeelde schrijfkant van een ansichtkaart uit de Tweede Wereldoorlog. De redactie weet niet hoe hij aan dat paperasje is gekomen, maar dat zal wel gebeurd zijn in de periode 1999-2007, toen hij nog mocht meewerken aan de samenstelling van een kwalitatief en kwantitatief zo hoogwaardig mogelijk papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.
In die ordner zat geen fotokopie van de beeldkant van die ansichtkaart, maar het zal wel zo’n N.A.D.-propagandakaart zijn geweest. In ut Deevers Archief is een voorbeeld van zo’n ansichtkaart te vinden.

Het kamp Diever van de Nederlandsche Arbeidsdienst (N.A.D.) lag in de buurt van de Gowe. Na de oorlog was daar het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ gevestigd. Zie afbeelding 2. Op 1 januari 1942 voerde de Duitse bezetter voor mannen en vrouwen van 18 jaar de ongewapende arbeidsdienstplicht in. Mannen werden hiervoor naar een ver van hun woonplaats gelegen kamp van de Nederlandsche Arbeidsdienst gestuurd. De arbeidsmannen van het N.A.D.-kamp an de Gowe werkten bij de ontginning van woeste gronden, maar deden ook boerenwerk.

Op 21 september 1942 stuurde N.A.D.-arbeidsman Jan Wartena een ansichtkaart naar de weduwe J.C. Sterke-Brinxma in de Frederik Hendrikstraat 192-III in Amsterdam West. Op de achterkant van deze ansichtkaart schreef hij het volgende bericht:

Beste Tante Jo,
Hoe gaat het met U ? Nog steeds gezond ?
Ik ben nu al twee maanden in de Arbeidsdienst. Wat gaat de tijd toch snel.
Binnenkort kom ik weer met verlof naar Amsterdam. Dan kom ik ook eens bij U een visite maken hoor, want ik heb u in lange tijd niet gezien.
Ik weet niet of ik in uniform kom, maar dat ziet u dan wel.
Dus Tante tot ziens.
De hartelijke groeten van Jan.
Arbeidsman J. Wartena. Groep I. Peloton 13-2. N.A.D.
Post Dieverbrug (Drente)

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Zo te lezen wil arbeidsman Jan Wartena het zijn tante Jo best laten weten, dat hij het naar zijn zin heeft in het kamp van de Nederlandsche Arbeidsdienst (N.A.D.) an de Gowe. Maar ja, hij kon natuurlijk geen kritiek op de omstandigheden in het op miliitaire leest geschoeide arbeidskamp of de kampleiding of de Wapser laandwachters of iets dergelijks op de achterkant van die ansichtkaart schrijven, wetende dat de uitgaande post door de kampleiding zou kunnen worden gelezen.

N.A.D.-arbeidsman Jan Wartena was niet helemaal op de hoogte van de tweede voornaam van zijn tante Jo, want die tweede voornaam was Hendrika. Tante Johanna Hendrika Brinxma is geboren op 19 augustus 1860 in Amsterdam. Zij is overleden op 2 april 1947 op 86-jarige leeftijd in Hilversum. Zij trouwde op 17 november 1896 met de 41-jarige magazijnknecht Joannes Lambertus Sterke. Hij is geboren op 9 september 1855 in Maastricht. In de openbare bronnen is de datum van overlijden van Joannes Lambertus Sterke niet te vinden, maar dat is natuurlijk vóór 21 september 1942 geweest. De redactie heeft zijn overlijdensakte nog niet kunnen vinden in de openbare bronnen. Jan Wartena was via de familie Brinxma gelinkt aan zijn tante Johanna Hendrika Sterke-Brinxma. De redactie heeft in de openbare bronnen nog geen gegevens van Jan Wartena kunnen vinden.

De weduwe Johanna Hendrika Sterke-Brinxma deed op 26 juli 1940 bij het politiebureau in de Marnixstraat in Amsterdam aangifte van het verlies van haar ‘algemeene distributiekaart’ en haar ‘broodkaart’ . Zie afbeelding 3.
De redactie zou wel graag willen weten of de inwoners van de gemiente Deever in de Tweede Wereldoorlog ook een ‘broodkaart’ hadden. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier duidelijkheid over verschaffen ?

 Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in de Gowe, N.A.D.-kamp, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Un olde foto van Engelke Jan Boneschanscher

De Dwingeler bovenmeester Engelke Jan Boneschanscher is de maker van de hier afgebeelde sepiakleurige foto. Deze foto is aanwezig in de collectie Engelke Jan Boneschanscher van het Drents Archief in Assen. De foto heeft registratienummer DA99301001. De foto is niet auteursrechtelijk beschermd. De redactie weet niet of de originele glasplaat van deze foto ook aanwezig is in de hiervoor genoemde collectie.

De redactie van ut Deevers Archief weet ook niet of de hier afgebeelde sepiakleurige foto is opgenomen in het in 2006 uitgegeven boek “Uit het album van meester Boneschanscher. Dwingeloo en omgeving in foto’s, circa 1895 – 1930” van Mark Goslinga en Erwin de Leeuw.

Fotograaf Engelke Jan Boneschanscher stond voor het maken van deze foto naast de woning van veearts Frederik Boerhave.
De hier afgebeelde sepiakleurige foto toont een gezicht op de Brogge in de richting van Dwingel.
In het witte deels zichtbare gebouw achter de bomen aan de rechterkant van de foto is het café-logement van Sjoert Benthem gevestigd.
In het huis met dakkapel aan de rechterkant van de foto staat an de aandere kaante van de Brogge, dus gelegen an de aandere kaante van de Voat, dus in de gemiente Dwingel, was het boerencafé Oostenbrink gevestigd.
In het hoge huis op de achtergrond, gelegen an de aandere kaante van de Brogge, dus gelegen an de aandere kaante van de Voat, dus in de gemiente Dwingel, woonden vanaf ongeveer 1855 tot 1924 enige burgemeesters van de gemiente Dwingel.
Let aan de rechterkant van de foto ook op het eerste model van de richtingaanwijzer van de in 1883 opgerichte A.N.W.B.
Aan de linkerkant van de foto is onder in de hoek een stukje van het hek bij de woning van veearts Frederik Boerhave te zien.
De weg van Deever hen Dwingel liep in 1950-1910 nog vlak langs de bebouwing.

De redactie heeft weinig aanknopingspunten voor het dateren van de foto van Engelke Jan Boneschanscher en houdt vooralsnog een datering van 1905-1910 aan. Maar de redactie van ut Deevers Archief houdt zich uiteraard aanbevolen voor een betere schatting.

Afbeelding 1 –  Uit de collectie Engelke Jan Boneschanscher van het Drents Archief. 

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)

Posted in An de Deeverbrogge | Leave a comment

Ut noordelukse puntie in de gemiente Deever

Het noordelijkste puntje in de gemiente Deever is het puntje met de coördinaten RD: 213462.155, 549304.340 = GPS: 52.92764, 6.25660. Zie afbeelding 1. Op dat puntje stond oorspronkelijk greinspoaltie 48 (GP 48) in de knik van de grens tussen de provincie Drente en de provincie Fryslân.
De grens tussen greinspoaltie 49 (GP 49) en greinspoaltie 48 (GP 48) loopt dwars door particulier terrein. Het is de redactie van ut Deevers Archief al een paar keer niet gelukt toegang te krijgen tot dat particuliere terrein. De bewoners deden steeds niet open, wilden niet open doen of waren wellicht afwezig.
De redactie heeft greinspoaltie 48 vanaf de Friese kant uiteraard niet kunnen vinden. Ut poaltie is vot. Als schrale troost heeft de redactie op vrijdag 29 november 2024 een kleurenfoto gemaakt van de provinciegrens in de buurt van greinspoaltie 48. Zie afbeelding 2. De redactie durfde het op de foto zichtbare weiland niet in vanwege de afrastering van schrikdraad.
Maar wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft wél een bijzonder waardevolke foto van greinspoaltie 48 ?

Afbeelding 1 – (© Ut Deevers Archief – maandag 2 december 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Greinspoal 48 – RD: 213462.155, 549304.340 = GPS: 52.92764, 6.25660.

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Greinspoaltie 48 (GP 48) moet ongeveer aan de linkerkant van de hier afgebeelde kleurenfoto hebben gestaan.

Posted in Dreins-Fryske-greinse, Greinse, Greinspoal | Leave a comment

Mit de melkkarre hen de jeud’n in de Olde Willem

De redactie is vanaf 1995 bezig met het verzamelen van gegevens over de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woaterseweg in de Olde Willem, toen de twee kampen in de periode 10 januari 1942 tot 2 oktober 1942 in gebruik waren als dwangarbeiderkamp voor joodse Nederlanders, toen de twee kampen het voorportaal waren van kamp Westerbork, dat voorportaal was van de Duitse vernietigingskampen.
De redactie had al vanaf 1995 kontakt met wijlen Roelof Jannes Smit. Zo had hij enige herinneringen aan de joodse bewoners van de rijkswerkkkampen Diever en Diever B  Hij heeft deze op verzoek van de redactie op schrift gesteld en op 27 mei 1997 per brief naar de redactie gestuurd. De redactie is hem postuum bijzonder erkentelijk voor zijn verhaal. Hij woonde toen nog in Nieuwe Pekela.

Zoals ik je beloofde, zal ik proberen iets op papier te zetten over de jodenkampen in de Oude Willem. Ik heb allerlei informatie proberen in te winnen, maar bij de oudere inwoners van Diever is toch ook heel weinig bekend en ik heb daarom weinig te melden.
De barakken zijn voor de oorlog gebouwd met als doel als huisvesting te dienen voor werklozen. Een soort van werkverschaffing aan mensen die geen inkomen hadden. Sociale voorzieningen was er toen nog niet of nauwelijks. Over het algemeen waren het mensen uit het Westen, alhoewel er ook wel mensen uit Diever te werk werden gesteld.
In de oorlog zaten plotseling joden in het kamp. In welk jaar de eersten hier kwamen weet ik niet. Wel weet ik dat het kamp een soort voorportaal van Westerbork was.
De Dieverse bevolking had weinig bemoeienis met het kamp. Ik weet niet hoe dat kwam.
Als jongen van zo’n jaar of elf zag ik wel vaak – vooral al in het begin, latere jaren niet meer – deze mensen met hun ster op de jas op zaterdag (sabbat voor hen) in Diever lopen, waar ze ook wel wat boodschappen deden.
Zo kwamen er ook wel eens van deze mensen in de winkel van mijn schoonouders, bakkerij Kloezen aan de Geeuwenbrug, waar ze wat etenswaren kochten. Mijn vrouw weet nog dat er een paar keer met een zilveren rijksdaalder met de beeltenis van koning Willem III is betaald. Die munten waren toen al gewild. Nu zijn ze een heel bezit. Jammer dat mijn schoonmoeder ze later weg heeft gedaan.
Mijn vader was voor en ook tijdens de oorlog chauffeur op de zuivelfabriek en korenmalerij in Diever. Hij kreeg ander werk, toen de Duitsers in de oorlog zijn vrachtauto vorderden. Zo is hij ook melkventer geweest.
Ik weet nog dat hij toen elke zondagmorgen naar het jodenkamp in de Oude Willem moest om daar melk te bezorgen. Dat gebeurde met paard en melkkar. De melkkar was een voertuig met vier wielen. De wielen waren houten spaakwielen met daarom heen een ijzeren hoepel. Ik ben vaak met hem mee geweest. Ik hoor nog het ratelen van de wielen over de klinkerstraat tussen Diever en de Oude Willem. Het ging in gestrekte draf met een rank paardje.
Ik weet niet meer of wij dan in beide kampen kwamen, er was namelijk een A- en een B-kamp. Het staat me ook niet bij of we alleen melk aan de leiding van het kamp leverden of ook aan de joden. Volgens mij kwamen er wel joden met pannetjes om de melkkar staan, alhoewel zoveel kon men ook niet kopen, want alles was op de bon.
Volgens mij zij er weinig joden ondergedoken geweest in Diever, maar dat werd niet aan de grote klok gehangen, ook na de oorlog niet.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Roelof Jannes Smit schrijft:”In de oorlog zaten plotseling joden in het kamp. In welk jaar de eersten hier kwamen weet ik niet.”
De twee kampen zijn in de periode 10 januari 1942 tot 2 oktober 1942 in gebruik geweest.
Roelof Jannes Smit schrijft: “Als jongen van zo’n jaar of elf zag ik wel vaak – vooral al in het begin, latere jaren niet meer – deze mensen met hun ster op de jas op zaterdag (sabbat voor hen) in Diever lopen.”
Het klopt inderdaad dat Roelof Jannes Smit de joden in het begin van de oorlog in Deever heeft zien lopen, in de periode 10 januari 1942 tot 2 oktober 1942. Na die datum waren er geen joden meer in Deever

Posted in Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

See steuk’n un bren deur ut gèès van ut loket

De redactie van ut Deevers Archief vond onlangs bij het digitaliseren van weer een ordner met Deeverse paperasjes een A4-tje met aantekeningen, die hij op 28 augustus 2004 maakte tijdens een telefonisch contact met Roelof Santing, un echte olde Deeverse. In 2004 mocht de redactie nog meewerken aan de samenstelling van een kwalitatief en kwantitatief zo hoogwaardig mogelijk papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. De redactie wil uiteraard de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief deze  oorlogsherinneringen van Roelof Santing niet onthouden.

Ik werkte in de laatste periode van de Tweede Wereldoorlog op het gemeentehuis als bode. Ik zat toen nog op de H.B.S. in Meppel, maar ik ging in het laatste jaar van de oorlog niet naar school, vanwege de gevorderde bussen, het gevaar voor beschietingen van bussen, enzovoort. Na de oorlog heb ik de H.B.S. afgemaakt.
De N.S.B.-burgemeester Pier Obe Posthumus kwam uit Haren in Groningen. Hij was daar wethouder. Ik weet niet wat na de oorlog met hem is gebeurd. Ik weet niet wat voor straf hij heeft gekregen.
Ik heb gezien dat de Franse parachutisten de brink van Diever opkwamen.
We dachten eerst dat het Engelse soldaten waren, we dachten dat het Tommies waren.
Een paar parachutisten gingen naar het gemeentehuis en een paar parachutisten gingen naar het café van Klaas Balsma.
In het gemeentehuis staken ze een bren door het gaas van het loket en vroegen in het Frans: Où est le burgomaître Posthumus ?
We konden niet geloven dat het Fransen waren, we antwoordden in het Engels. Ik weet niet of zij Engels konden verstaan.
Ze vroegen mij: Oú est la caisse ? Dat kan een kist of een doos zijn geweest, maar ook de brandkast.
We konden niet in de brandkast komen, want die zat vanwege de distributiebonnen op slot.
Na de arrestatie van Posthumus kwamen ze met hem en een doos uit het café van Klaas Balsma. Posthumus was bij Klaas Balsma in de kost. Die ‘caisse’ bleek dus een doos te zijn.
Achteraf bleek dat ze de N.S.B.-burgemeester Posthumus én de N.S.B.’er Klaas Balsma wilden pakken.
Wiechertje Trompetter, de dochter van de N.S.B.’er Harm Trompetter, die brugwachter van de Geeuwenbrug was, werkte ook op het gemeentehuis. Die werd doodsbenauwd, toen ze de Franse parachutisten zag. Ze dook onder het bureau.
Posthumus heeft de in 1939 aangeschafte brandspuit van Van Bergen uit Heiligerlee weggegeven aan de Duitsers, die is nooit teruggekomen. Ik weet niet hoe er toen brand is geblust. Vlak na de oorlog heeft de gemeente een nieuwe brandspuit, een Bikker, aangeschaft.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft het vermoeden dat in die doos papieren van de N.S.B. zaten. De Franse parachutisten waren op zoek naar belastend materiaal. Zie de berichten in ut Deevers Archief met betrekking tot de Franse parachutisten.
De redactie vraag zich wel af of de Franse parachutisten gewapend waren met een brengun. Een brengun was een nogal tamelijk zware mitrailleur.

Posted in N.S.B.'er, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De tummerman uut Zorgvliet mös un doescel mèèk’n

Eén van de taken van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, voorheen Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumenatie, is het bewaren en ontsluiten van archieven en collecties, in het bijzonder over de Tweede Wereldoorlog.
Zo bevinden zich in de archieven ook het archief van de Joodse Raad. In het archief van de Joodse Raad is ook aanwezig de Vijftiende Nota van den Heer Meijer de Vries van de Joodse Raad voor Amsterdam van 16 februari 1942 inzake de werkverruiming in de rijkswerkkampen Diever A en Diever B.

Joodsche Raad voor Amsterdam
Nieuwe Keizersgracht 58
Amsterdam/C
Telefoon: 55003, 55136, 54970

Afdeling: XV Speciale Opdrachten
dVr/R/HH0

Amsterdam, 16 februari 1942

WERKVERRUIMING

VIJFTIENDE NOTA van den Heer Meijer de Vries aan onderscheidene

De kamparts van de kampen Diever A en Diever B heeft een onderzoek ingesteld in verband met een zekeren vorm van vervuiling, welke in die kampen voorkomt. De hier bedoelde vervuiling kwam in kamp A voor bij 11 personen en in kamp B bij 3 personen.
Het Hoofd van de Inspectie van den Rijksdienst voor de Werkverruiming in Assen heeft thans de volgende maatregelen getroffen:
1e. Door de zorg van het Bureau voor Sociale Zaken te Amsterdam zal een gediplomeerd verpleger worden uitgezonden.
2e. Het baden onder toezicht van dezen verpleger zal verplicht worden gesteld.
3e. In kamp Diever B wordt een douche-cel door den plaatselijken timmerman aangebracht, terwijl de noodige waschteilen, emmers en borstel worden aangeschaft.
4e. Zij, die niet zelf hunne kleren kunnen of willen wasschen, kunnen deze naar de wasscherij zenden. Zij, die hun goed niet zelf wasschen en dit laten doen, moeten dit zelf betalen.

Het Gemeentelijk Bureau in Amsterdam heeft den vrouwen van de tewerkgestelden verzocht, schoon ondergoed te willen sturen, waardoor wisselen bij het wasschen gemakkelijker kan geschieden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de brief werd wel de schone schijn van werkverruiming en tewerkgestelden opgehouden.
De eerste joodse dwangarbeiders kwamen op zaterdag 10 januari 1942 in de twee isolatie- en doorvoerkampen in de Olde Willem aan. De namen van de eerste joodse dwangarbeiders in werkkamp Diever A zijn bekend.
De mannen zullen met de trein van Amsterdam naar Meppel zijn gereisd. En met de bus van Meppel naar Diever zijn gereisd. En vandaar over de Woaterseweg naar de Olde Willem zijn gelopen.
Bij een noordoostenwind vroor het die dag 2 graden en ’s nachts 8 graden. Het bleef de hele maand januari in de Olde Willem vriezen. Op 22 januari 1942 werd bij prachtig winterweer de achtste Elfstedentocht verreden.
De zeer gewaardeerde bezoeker van  ut Deevers Archief wordt ook verwezen naar het bericht De Woaterseweg in de snee in jannewoari 1942.
Dus de zeer koude weersomstandigheden en een bevroren waterleiding waren de oorzaak dat de joodse dwangarbeiders zich minder of misschien wel helemaal niet in het vrieskoude waslokaal met koud water gingen of konden wassen.
Dus al na een maand bleek dat de hygiënische omstandigheden in werkkamp Diever A en werkkamp Diever B slecht waren. Dus al na een maand moest worden geconstateerd dat ‘een zekeren vorm van vervuiling’ in de twee kampen voorkwam. Met andere en begrijpelijker woorden: flink wat kampbewoners zaten onder de luizen.
In plaats van de oorzaak van de hygiënische problemen op te lossen, dat was de Duitse bezetter vast niet van plan, werd een repressieve maatregel getroffen, te weten het baden in het koude waslokaal met koud water werd onder toezicht van de gediplomeerde verpleger verplicht gesteld.
De redactie weet niet of in de twee kampen daadwerkelijk een gediplomeerd verpleger aanwezig is geweest.
De redactie weet niet of de plaatselijken timmerman daadwerkelijk een douche-cel in werkkamp Diever B heeft aangebracht.

Posted in Joodse inwoner, Tweede Wereldoorlog, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

De kastboom’m gaam’m mièr logt dan de gaslaampe

In het voornamelijk op de Stellingwerven gerichte streekblad Aanpakken van 19 december 1960 verscheen het volgende artikel over de geïsoleerd liggende streek Zorgvliet, Woater’n en de Olde Willem. Pas eind 1962 werden Zorgvliet, Wateren en de Olde Willem aangesloten op  het electriciteitsnet en de drinkwaterleiding.

Grote eensgezindheid in Fries georiënteerde Drentse dorpen
Kerstbomen in Wateren geven meer licht dan de gaslamp

Afbeelding 1
De drieënzestigjarige Harmke Sijbring maakt nog steeds gebruik van een petroleumlamp. De enige verbetering die de lamp heeft ondergaan is het aanbrengen van een vergasser geweest. De lamp geeft nu iets meer licht dan vroeger. (Eigen foto van Aanpakken)

In de woonkamer van de boerenhoeve van de dertigjarige Wolter Benthem en zijn even oude vrouw Gezina te Wateren nummer 43, staat een sfeervol opgetuigde kerstboom. Samen met de vier kinderen hebben boer en boerin Benthem enkele dagen geleden de fijnspar versierd. En ’s avonds branden er echte kaarsen in. Wel twintig witte stearinepijpjes branden er in de boom en het is of al deze kaarsen tezamen meer licht geven dan de suizende gaslamp, die alleen maar een lichtkring werpt op de tafel die er recht onder staat. Deze lamp wordt gevoed uit een blauwe stalen fles, die ergens achter een gordijntje in de keuken staat. Bij dat gaslicht moet Wolter Benthem zijn kinderen ook het kerstverhaal voorlezen, moet hij de krant lezen en zijn vakliteratuur bestuderen. En bij dat licht, dat in de hoeken van de kamer al geen licht meer is, spelen nu in deze winterse dagen de kinderen op de vloer in het halfdonker.

De familie Benthem weet niet anders of het is goed zo. Elektrisch licht kennen ze niet en van elektrische hulpmiddelen in de huishouding kan geen gebruik gemaakt worden. De folders voor goede verlichting en met afbeeldingen van wasmachines in allerlei soorten worden in de kachel gemikt, zodra ze worden ontvangen. De boerin strijkt de overhemden en de schorten met ’n strijkbout die door gas verwarmd wordt en de matten in de kamer kan zij niet stofzuigen, maar moet ze met een borstel vegen. Op twee meter van het gaslichtpunt heerst schemer.

De bewoners van Wateren zijn daaraan gewend. Sinds jaar en dag mist men de voordelen van elektriciteit in de boerderijen en de woningen. En pas na de oorlog is het gebruik van gas gekomen. Voor die tijd moesten zowel het woonhuis als de stallen verlicht worden met petroleumlampen. En nog bij de oudere ingezetenen in het dorp vindt men de petroleumlamp terug, niet meer volledig in zijn oude gedaante, maar gemoderniseerd tot vergasser, waardoor hij iets meer licht geeft dan voor die tijd.
Zo is de toestand in Wateren 1960, het jaar waarin de wereld technische en wetenschappelijke hoogtepunten heeft gekend. Het jaar waarin de gehele wereld een onstuimige ontwikkeling heeft beleefd. Alleen in Wateren glijdt men zonder elektrisch licht van de ene dag in de andere.

Afbeelding 2
Waterleiding kent men in Zorgvlied en Wateren niet. Mens en dier lest zijn dorst met water uit een put of uit een bron. ’s Avonds moet men zijn handen wassen onder de pomp.

En daar blijft het nog niet bij. Wateren en Zorgvlied, de beide dorpen die een gemeenschap vormen, kennen ook geen waterleiding. Mens en dier lessen hun dorst met water uit putten en bronnen. Vuile kinderhanden worden daar ’s avonds onder de pomp gewassen. In slechts enkele huizen is het systeem zover gemoderniseerd dat men water via een leiding kan laten stromen. Maar dan moet eerst het grondwater of het regenwater in een veel hoger geplaatste tank worden gepompt. Bij het openen van een kraan loopt het water dan vanzelf van de hogere naar de lagere plaats.

Zorgvlied en Wateren vormen een twee-eenheid. De bewoners van beide dorpen vormen een gemeenschap. Zij maken gebruik van een school, hebben een verenigingsleven en vieren hun feestelijke bijeenkomsten in een café, het enige café in beide dorpen, namelijk dat van de heer Van der Helm in Zorgvlied. De toevallige bezoeker zal in Wateren tevergeefs naar een dergelijke lokaliteit zoeken.

Zorgvlied en Wateren zijn Drentse dorpen die liggen in het meest noordelijke deel van het grondgebied van de gemeente Diever. De bewoners zijn er meer Fries dan Drents georiënteerd. Tevergeefs zal men ook proberen de dorpen van Drentse zijde met een normale dienstbus te benaderen. Dat gaat niet. De dichtstbijzijnde busverbinding wordt op Fries grondgebied onderhouden. Zou men bijvoorbeeld de Drentse hoofdstad willen bezoeken, dan moet men eerst vele kilometers fietsen om Diever te bereiken. Of anders moet men via de Friese lijndienst naar Steenwijk of Oosterwolde en van daar verder.

Is het een wonder, dat de bewoners van deze van normale verbindingen verstoken en daardoor dus bijzonder geïsoleerde dorpen die vlak bij elkaar liggen, één gemeenschap vormen ? Wat zou men moeten beginnen als die saamhorigheid niet bestond ? Het is verheugend deze eensgezindheid, dit samengaan van materieel en geestelijk verschillenden, en men waardeert en stimuleert haar. En men stelt alles in het werk deze gebundelde kracht groter te doen worden.

Het verenigingsleven in Zorgvlied en Wateren is sinds de komst van de nieuwe hoofdonderwijzer, de heer G. de Jager, aanzienlijk geactiveerd en religieus totaal verschillenden zijn enthousiaste leden. En binnen het verenigingsverband wordt. weer rekening gehouden met elkanders levensovertuiging. Er wordt bijvoorbeeld door leden van een sportvereniging deelgenomen aan zaterdag- en zondagcompetities.

Uitvoeringen zullen zoveel mogelijk op zaterdag worden gehouden. En de feestelijke bijeenkomsten worden door iedereen in het dorp bezocht. Door de buitenkerkelijken, de katholieken en de protestanten. Alleen de viering van het kerstfeest vormt hierop een uitzondering. Zoals zo vaak in kleine dorpen hangt de activiteit van de gemeenschap af van enkele stimulerende personen. De onderwijzer De Jager is een van hen. Hij kwam twee jaar geleden uit Naarden naar deze Drentse plattelandsgemeente om hoofd te worden van een tweemansschool. Een openbare lagere school waar ook de katholieke leerlingen les krijgen.

Afbeelding 3
Dominee Faber, de Nederlands hervormde predikant, houdt elke zondag dienst in het houten kerkgebouw, dat vlak buiten de kleine dorpskern van Zorgvlied staat. (Eigen foto Aanpakken)

Slechts eenmaal in de week wordt het verschil in geloofsovertuiging gemerkt. Dat is wanneer dominee Faber en pastoor Doedens naar de school komen om godsdienstonderwijs te geven. En dat alles gaat in de beste harmonie. De onderwijzer trekt zich dan bescheiden terug. De pastoor neemt ‘zijn kinderen’ mee naar een der lokalen en dominee Faber geeft de andere kinderen catechetisch onderwijs. Na afloop drinkt men in de woning van de hoofdonderwijzer gezellig met elkaar een kop koffie en geniet men van een goede sigaar.

Trouwens niet alleen wanneer godsdienstonderwijs gegeven moet worden is de verstandhouding tussen de pastoor en de dominee voortreffelijk. De pastoor bezoekt de predikant in zijn Amsterdams aandoende woning in Zorgvlied en ook andersom worden bezoeken afgelegd. Toen pastoor Doedens enige tijd geleden een bromfietsongeval kreeg en in het ziekenhuis in Leeuwarden moest worden opgenomen, reisde dominee Faber naar Leeuwarden om zijn katholieke collega te bezoeken.
Niet alleen de collegae geestelijken kunnen goed met elkaar overweg, die goede verstandhouding geldt eigenlijk voor de gehele gemeenschap. In een vergadering die belegd was om een sportraad te benoemen in de beide dorpen is pastoor Doedens, hoewel er maar een katholiek naast de pastoor die vergadering bijwoonde, met algemene stemmen benoemd tot lid van die raad. “Dit is wel opmerkelijk.” vertelde pastoor Doedens ons, “Meestal is het zo, dat wanneer er iets aan de hand is, de katholieken het eerst worden buitengesloten.”

De eensgezindheid in Zorgvlied en Wateren heeft zich gemanifesteerd in de Vereniging voor Plaatselijke Belangen en deze vereniging heeft haar vertegenwoordiger in de raad van de gemeente Diever. De 67-jarige heer E. Bergsma behartigt reeds jarenlang de belangen van de beide dorpen in Diever’s raad. En met succes. Onlangs is de goedkeuring afgekomen voor het plan voor aansluiting van negenendertig woningen te Wateren op het elektriciteitsnet. Jarenlang is daarvoor in de raad van Diever gepleit. Het volhouden is thans eindelijk bekroond.

Beide dorpen zullen waarschijnlijk in de loop van 1961 elektrisch licht krijgen en ook de waterleidingmaatschappij zal ongetwijfeld na verloop van tijd overgaan tot aansluiting van de percelen in deze noordelijke punt van de gemeente Diever.

Afbeelding 4
Tekst bij deze foto: De kinderen uit Zorgvlied en Wateren gaan naar een openbare lagere school, waar de heer De Jager de scepter zwaait. Katholieke en niet-katholieke kinderen zitten in één klas. Het weinige verkeer dat door Wateren en Zorgvlied rijdt, wordt evenals in andere plaatsen geattendeerd op de school, die aan de weg staat. (Eigen foto Aanpakken)

Zorgvlied en Wateren mogen dan twee sterk geïsoleerde dorpen zijn die in een onrendabel gebied liggen voor wat betreft waterleiding en elektriciteit, het is niet zo dat de dorpen door de gemeentelijke overheid worden vergeten. Financiële steun bij de oprichting van verenigingen en uitvoeringen van culturele waarde wordt steeds graag verleend. Nog niet zo lang geleden is een van de lokalen van de openbare lagere school op kosten van de gemeente geheel opgeknapt. Dit lokaal neemt nu de plaats in van het dorpshuis. Er worden repetities gehouden en oefenavonden. En een keer in de week is er instuif waarvoor veel belangstelling bestaat. Zo werkt de eigen gemeenschap samen met de gemeentelijke overheid aan de culturele en maatschappelijke verheffing in Zorgvlied en Wateren.

Maar nu in december 1960 viert men voor het grootste deel het kerstfeest bij kerstbomen met echte kaarsen die meer licht geven dan de suizende gaslamp en de kinderen moeten voorlopig hun vuile knuisten ’s avonds nog wassen bij de pomp.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De op Zorgvliet wonende en op de zuivelfabriek in Elsloo werkende Eeltje (Eze) Bergsma (PvdA) was in de periode 1946-1966 lid van de raad van de gemiente Deever, tevens wethouder in de periode 1964-1966)
Kornelis Sijbring is geboren op 4 mei 1893. Hij is overleden op 20 juni 1974. Hij was getrouwd met Harmtien (Harmke)
Venema. Zij is geboren op )27 oktober 1897. Zij is overleden op 4 februari 1990). Zij waren de ouders van Gezina Benthem-Sijbring.
Wolter Benthem en zijn vrouw Gezina Sijbring en hun vier kinderen woonden in de Dorpsstraat naast de Nederlands Hervormde kapel Obadja, an de Woaterse kaante.
De bewoners van de huizen op Zorgvliet, op Woater’n en in de Olde Willem moesten nog tot eind 1962 wachten op de aansluiting op het eleictricteitsnet van Laagspanningsnetten uit Groningen. Zie het navolgende krantebericht.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief en in die tijd inwoner van Zorgvliet, Woater’n of de Olde Willem kan en wil zijn eigen ervaringen uit de tijd van de handwaterpompen en de gaslampen op papier zetten en in ut Deevers Archief laten opnemen ?

Afbeelding 5
In de Friese Koerier van 13 november 1961 verscheen het voor de bewoners van Zorgvliet, Wateren en de Olde Willem verlossende bericht over de elektrificatie van hun streek.

Zorgvlied en omstreken krijgen elektriciteit
Diever – Nadat reeds meerdere malen de wenselijkheid in de gemeente raad van Diever naar voren was gebracht de buurtschappen Zorgvlied, Wateren en Oude Willem van elektriciteit te voorzien is het thans zover gekomen, dat het college van burgemeester en wethouders een voorstel dienaangaande aan de raad kan doen.
In het buurtschap Zorgvlied bestond reeds op kleine schaal een verlichting, welke door het Provinciaal Energie Bedrijf Friesland verzorgd werd. De uitbreiding van deze verlichting was niet mogelijk, omdat men dan op het gebied kwam van Laagspanningsnetten te Groningen.
Laagspanningsnetten is nu met het Provinciaal Energie Bedrijf  Friesland overeengekomen om de bestaande verlichting over te nemen, waardoor het tevens mogelijk is tot uitbreiding over te gaan en genoemde buurtschappen van elektriciteit te voorzien.
Als de gemeenteraad zich met de gedane voorstellen verenigt, dan zal eind 1962 ook in deze buurtschappen de petroleumlamp vervangen kunnen worden.

Posted in de Olde Willem, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

See kwaam’m nog wat geld tekötte veur ut kaamp

In de krant Het Volk verscheen op 2 juni 1934 het volgende bericht over de resultaten van de zoektocht naar sponsoren voor het studentenwerkkamp, dat gehouden ging worden in de Deeverse bos, waarvan de deelnemers gehuisvest gingen worden in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.

Studenten naar het werkkamp 
De financiering is nog onvoldoende
Amsterdam, – Vrijdag. Omtrent het aaanstaande Nederlandsch Studenten Werkkamp schrijft men ons onder andere:
“De werkzaamheden ter voorbereiding zijn in vollen gang. Het kamp wordt te Diever (Drente) gehouden op de terreinen van het Staatsboschbeheer (houtvesterij Smilde).
Het werk der fourageerings-commissie heeft tot nu toe goede resultaten opgeleverd; verschillende fabrikanten stonden gratis levensmiddelen af. Helaas zijn de resultaten der financieringsactie voorloopig nog onvoldoende. Deze actie moet dan ook onverzwakt voortgezet worden. Voor het kamp is een bedrag van ƒ 2500 noodig.
De opzet van het kamp is berekend op drie groepen van veertig jongens en acht meisjesstudenten, die respectievelijk van 8-28 Juli, 29 Juli-18 Augustus en van 19 Augustus tot 8 September zullen komen. Voor de buitenlandsche studenten zijn tien plaatsen gereserveerd.
Het aanplakbiljet, welwillend ontworpen door J. Rotgans, wekt algemeene bewondering.
Uit propagandistisch oogpunt stelt de kampleiding ook eenige plaatsen beschikbaar voor aanstaande studenten, die juist eind-examen hebben gedaan of in de hoogste klasse van gymnasium of H.B.S. zitten.
Het kampgeld bedraagt ƒ 15 per drie weken.
Inlichtingen en aanmeldingen bij den kampsecretaris C. G. L. J. Klister, Karei du Jardinstraat 57, Amsterdam-Zuid (Girorekening Amsterdam N 1152, Postgiro: 13500 voor N1152).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van berichten op papier is, kan ten zeerste een bericht van gelijke strekking lezen op de bladzijden 7 en 8 van Opraekelen 11/4 (december 2011), het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blad zijn of dat papieren blad bij iemand in kunnen zien.

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Is d’r iene dood of bin ie allemoale dood

Toen Jan Hessels nog leefde sprak de redactie van ut Deevers Archief regelmatig met hem bij hem thuis in zijn boerderij an de Kruusstroate over ut olde Deever, over het boerenleven, over dorpsfiguren, over vrogger. Jan hield van het vertellen van anekkedotes, zoals hij die korte en altijd grappige verhaaltjes noemde. De redactie prijst zich gelukkig dat Jan Hessels enige van zijn anekkedotes over dorpsfiguur Geert Dekker op papier heeft gezet. Zie het volgende bericht
De anekkedotes zijn geïllustreerd met -het kan niet anders- uitspraken van Geert Dekker in ut Deevers. Jan Hessels sprak ut olde Deevers zuiver, net zoals Jantje Andreae-Oost en Jannes Bult dat deden, zoals je ut olde Deevers hoort te spreken.
Het is jammer dat ut olde Deevers in het hedendaagse verrandstadiserende vershakespeariserende Deever bijna dood is.

De koneklukke onderscheiding
Enige tijd nadat Geert zijn koninklijke onderscheiding had gekregen, vond er een televisieopname plaats in Diever. Geert kwam hierin ook voor. Na de uitzending kreeg Geert van enkele mensen te horen dat de koningin boos was op hem. Zij had Geert op de televisie gezien en opgemerkt dat hij de koninklijke onderscheiding niet droeg !
Geert ontging de grap en nam dit zo serieus, dat hij vanaf dat moment zijn onderscheiding altijd en voor een ieder goed zichtbaar droeg.

De collectebusse
Na de restauratie (afgerond in 1956 ) van de Grote Kerk (de Nederlands Hervormde Kerk) stond daar een collectebusje waarin de bezoekers van de kerk een bijdrage konden doen voor het onderhoud van de kerk.
Geert, de koster van de kerk, haalde ’s avonds de collectebus uit de kerk en bewaarde deze bij hem thuis in de bedstee op de beddeplaanke, waarna hij de bus ’s morgens weer in de kerk plaatste. Geert mocht altijd aanwezig zijn bij het legen van de collectebus en het tellen van het geld, omdat hij er zich zo bij betrokken voelde.
De opbrengst was voor Geert een waar staatsgeheim. Hij zou nooit aan iemand vertellen hoe groot de opbrengst was geweest. Tot die keer dat hij Cornelis Seinen zag aan de andere kant van de brink. Cornelis was toen lid van de kerkvoogdij en mocht in die functie wel weten hoe groot de opbrengsten van het collectebusje waren. Geert wilde Cornelis op de hoogte brengen van de laatste telling en schreeuwde hem over de brink toe: “Knelis, ur saat seumtachtug gull’n en viemviètig cent in ut bussie, moar dèènk ur umme dai ’j ut neet wieder vutelt heur.”

De landloopers
Geert was ook verantwoordelijk voor landlopers, die tijdelijk werden ingesloten in de kerker onder de toren. Meestal werden ze de volgende morgen weer op vrije voeten gesteld.
Toen Geert een keer een zwangere vrouw, die op alle dèèg’n leup, moest verzorgen in de kerker, had hij het daar moeilijk mee. Hij vertelde: “Ik heb heur d’r ’s mön’s moar vrog uuteloat’n en heur moar gauw over de brogge ebraagt, want as see hier uutepakt haar, dan haar’n wee moar lilluk mit ut seèkie eseet’n. De brogge was de Deeverbrogge en de grens tussen de gemiente Deever en de gemiente Dwingel.

De liekwèèg’n
Geert reed met zijn paard altijd de lijkwagen als dit nodig was.
Op een keer stond Geert voor een begrafenis vanuit Wapse met de koets te wachten voor de deur van het sterfhuis. Het was steenkoud en het wachten verveelde Geert. Hij was op een gegeven moment zo ontstemd dat hij de deur van het huis opende en riep: “Hoe sit dat hier, is d’r iene dood of bin ie allemoale dood”.
Later zei Geert dat hij dat nooit meer zou doen. Hij had het namelijk behoorlijk met de dominee aan de stok gekregen. “Oei, oei”, zei Geert, “Wat kan die man foeter’n.”

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie herinnert zich ook een anekkedote. Geert Dekker en Abel Wijkstra moesten naar Groningen om een overleden vrouw uit Deever op te halen uit het ziekenhuis. Ze gingen met paard en wagen. Om op te schieten liet Geert op de terugweg het paard een poosje draven. Toen ze in Deever aankwamen bemerkten ze dat het lijk onderste boven in de kist lag.

De redactie verwijst voor afbeeldingen van foto’s van Geert Dekker naar afbeeldingen in berichten over Geert Dekker. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief klikke daartoe op het onderwerp Geert Dekker in het grijze compartiment van de webstee.
Bijvoorbeeld de afbeelding van een foto van Geert Dekker in het weekblad De Spiegel van 6 juni 1956.
Bijvoorbeeld de afbeelding van een foto waarop de negenenzeventigjarige Geert Dekker met zijn op 30 april 1955 ontvangen koninklijke onderscheiding.
De redactie is al jaren op zoek naar een foto, waarop Geert Dekker op de lijkwagen is te zien. Wie helpt ?

Posted in Geert Dekker, Jan Hessels | Leave a comment

Reinder en Jan hept de stien’n biele ehöll’n

De zelf uit te voeren opdracht ‘maak foto’s van het stenen bijltje van Reinder van der Helm’ stond al een flinke tijd op het steeds langer wordende ‘nog-te-doen-in-Deever-lijstje’ van de redactie van ut Deevers Archief.  De redactie had deze opdracht op zijn lijstje gezet, nadat hij enige jaren geleden het bericht “Hier woonden dus altijd boeren ?” in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 12 januari 1987 had gelezen. Temeer, omdat in dat krantenbericht geen duidelijke afbeelding van het bijltje was opgenomen. Boer Reinder van der Helm leeft niet meer. Dus kon het niet anders zo zijn dan dat zijn zoon Jan van der Helm in Oll’ndeever zich heeft ontfermd over het bijltje.

Want Reinder heeft het bijltje, nadat hij het had gevonden, niet overgedragen aan het Drents Museum. Maar hij had zich wel het een en ander afgevraagd. “Wat moet je met zo’n ding ?” “Veel weet ik er niet van en hoeveel geld is zo’n bijltje waard ?” “Mag ik het bijltje houden.” Moet ik het “bijltje afstaan aan het museum ?” Gelukkig mocht Reinder zijn vondst houden.

Na de laatste jaren vele keren over de Wittelerweg van Wittelte hen Deever te zijn gereden, was het vrijdag 29 november 2024 eindelijk een keer zo ver. Waar ik vroeger over een zandweggetje liep en fietste, reed ik nu over een keurig aangelegd eigen-terrein-straatweggetje naar het bedrijf van Jan van der Helm. Hij en zijn echtgenote zijn eigenaren van het familiebedrijf De Stoefert. Een mooie naam voor een bedrijf, maar in de verste verte is geen zandverstuiving in Oll’ndeever is te vinden.

De redactie mocht van Jan van der Helm foto’s maken van het stenen bijltje. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor. Na enig zoekwerk vond Jan het door zijn vader gevonden oudheidkundig waardevolle object.

Amateur-historicus en amateur-archeoloog Egbert Sinkgraven heeft in 1987 kort na het verschijnen van het artikel in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) over de vondst van het bijltje een foto gemaakt. Zie afbeelding 4.

Het betreft een stenen bijltje van een bewoner uit de trechterbekertijd (circa 4350 voor Christus tot ongeveer 2750 voor Christus). Het bijltje is ongeveer tussen de 6700 en 5100 jaren oud. Het bijltje is vrij klein, heeft een lengte van ongeveer 15 centimeter, een breedte van ongeveer 6 centimeter en een dikte van ongeveer 4 centimeter. Het oorspronkelijk gladde oppervlak van het bijltje is sterk geërodeerd. Door de steenaders lopen bruine sporen. Maar met het kleine bijltje konden wel bomen worden omgehakt.

Een amateur-deskundige op het gebied van de samenstelling van gesteenten veronderstelde destijds na enig koekeloeren naar het stenen bijltje in al zijn wijsheid, dat de gebruikte steensoort hoogstwaarschijnlijk amfiboliet is, vandaar die roestkleur. Maar het zou ook zo maar eens kunnen zijn dat de bruine vlekken op het bijltje het gevolg van inwerking van ijzerhoudend grondwater is geweest, want het bijltje werd niet ver een waterloopje gevonden.

Reinder van der Helm zag destijds het bijltje met de scherpe kant naar boven uit zijn land steken. Hij wist toen de vindplaats nauwkeurig te beschrijven. De archeoloog van het provinciaal museum in Assen heeft toen de vindplaats nauwkeurig op een topografische kaart ingetekend. De redactie beschikt nog niet over een goede scan van de archeoloog van de provincie gebruikte topografische kaart.

Op basis van aantekeningen en aanwijzingen van amateur-historicus en amateur-archeoloog Egbert Sinkgraven heeft de redactie de om-en-nabije vindplaats van het bijltje ingetekend in de topografische kaart, die in 1960 is uitgebracht. Zie afbeelding 5.

De redactie van ut Deevers Archief verwijst voor meer informatie over het stenen bijltje naar het bericht Reinder vön un stien’n biele uut de neeje stientied.

Afbeelding 1 – (© Ut Deevers Archief – 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Zijkant van het bijltje.

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief – 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Aan de rechterkant van het bijltje is de scherpe kant te zien. Met het bijltje konden ook bomen worden omgehakt.


Afbeelding 3 – (© Ut Deevers Archief – 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Zijkant van het bijltje.


Afbeelding 4 – (© Egbert Sinkgraven)

Afbeelding 5
Reinder van der Helm vond het stenen bijltje ongeveer bij de punt van de pijl vlak bij het stroompje met de naam Slingegröppe.

Posted in Oll'ndeever, Oudheidkunde | Leave a comment

Ut maarktturrein van Deever is ut maarktplein

In Drente is een brink een met bomen beplante centrale ruimte in het dorp, waaromheen boerderijen staan gegroepeerd.

Dat lijkt voor de brink van Deever niet te kloppen, maar het is wel zo. Waar het vooroorlogse gemeentehuis stond, stond tot 1840 een boerderij. Het zo genaamde schultehuis was tot 1935 het woongedeelte van de daaraan vastgebouwde schulteboerderij. En ook op de plek waar nu nog steeds het huis met de naam ‘Zonnehoekje’ staat, stond een boerderij. Zie bijvoorbeeld een afbeelding van het gevelfront in 1924. Café Brinkzicht was tot in 1927 een boerderij met een boerencafé in het voorhuis.

Maar het is wel zo dat de brink van Deever geen origineel Saksische brink is.
Bij een origineel Saksische brink bouwden de boeren eerst hun boerderijen om een centrale ruimte. Want dat was onder meer bevorderlijk voor ut noaberschop. En pas ná de kerstening bouwden ze naar behoefte een kerk aan de brink.
In Deever is het omgekeerd gegaan. In Deever is rond 900 eerst een houten katholiek kerkje gebouwd op de puinhopen van een paganistische tempel. Het moet er in die tijd van de kerstening met al die prekende monniken uit Ierland hard aan toe zijn gegaan. Pas daarna bouwden de tot het christendom bekeerde boeren uit de omgeving hun boerderij dicht in de buurt van het houten katholieke kerkje om een centrale ruimte. Vandaar dat Deever een niet-Saksische brink naast een katholieke kerketuin heeft.

De Deeverse historielogen – niet gehinderd door al te veel historische kennis – beweren vaak met de grootste stelligheid en koppigheid dat het terrein aan het begin van de Bosweg in Deever een brink is. Ze beweren zelfs met de grootste stelligheid en koppigheid dat het de ‘Marktbrink is, dat wil zeggen een brink waarop veemarkten werden gehouden.

In de stevige populair-wetenschappelijke publicatie Brinkenboek – een verkenning van de brinken in Drenthe van de Werkgroep Brinken uit 1981 wordt als brink in Deever ook ‘De doolhof’ of  ‘Marktbrink’ aangemerkt. De naam Doolhof is klakkeloos overgenomen uit de brief die de gemiente Deever op 19 juni 1979 aan de Werkgroep Brinken stuurde. Blijkbaar had de Werkgroep Brinken een brief naar de gemiente Deever gestuurd, met het verzoek een opgave te doen van alle in de gemiente Deever bekende ‘brinken’.

Het ligt voor de hand dat de overijverige slimme ambtenaartjes van de gemiente Deever in 1979 de naam ‘De doolhof’ klakkeloos hebben overgenomen van bladzijde 61 van het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld van Arend Mulder uit 1975. Skrief dat moar in de breef. See weet ur toch niks van.

Maar wie van die overijverige ‘slimme ambtenaartjes in ut gemientehuus an de brink van Deever heeft bedacht dat het terrein waar vroeger de vee- en paardemarkten werden gehouden, een brink is ? Het terrein voldoet in de verste verte niet aan de definitie van brink. Het terrein is geen centrale ruimte in het dorp. Om het terrein staan geen boerderijen gegroepeerd. De westkant van het terrein grenst nota bene aan een dodenakker. Op en om het terrein stonden/staan wel veel bomen. Dat dan weer wel.

Toen de Noorderesch nog niet was vernield door de in de dertiger jaren van de vorige eeuw aangelegde Betonweg (nu Ten Darperweg) behoorde het terrein bij de braandkoele met de naam Doolhof ook tot het marktterrein. Het gedeelte van het marktterrein bij de braandkoele was de verhandelplaats van kleinvee. Op het gedeelte van het marktterrein ten westen van de Bosweg werden koeien verhandeld. Het gedeelte ten oosten van het marktterrein diende als verhandelplaats van werkpaarden.
Zie bijvoorbeeld het bericht Ut maarktturrein an ut begun van de Bosweg in 1924.
Zie ook de afbeelding van een foto uit 1924.
Zie ook de afbeelding van een ansichtkaart uit 1929.

Als die overijverige slimme ambtenaartjes in ut olde gemientehuus an de brink van Deever in 1979 enig krantenonderzoek hadden gedaan, dan waren ze vast en zeker gestuit op het volgende belangwekkende berichtje in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 29 april 1912.
———————————————————————————————————————————————————-
Diever, 28 April.
Aanstaande Vrijdag, 3 Mei, zal ons nieuw marktplein in gebruik worden genomen. ’t Is een ruim, fraai terrein.
Door zware palen met ijzeren buizen is het in vakken verdeeld voor plaatsing van ieder soort vee. Onze gemeenteraad heeft hiermee zeker een goed werk gedaan.
De nieuwe regeling voor marktgeldheffing wordt ook aanstaande Vrijdag, toegepast. De opbrengst hiervan zal dienen, om én rente én aflossing van aankoopkapitaal te vinden, zoodat de hoofdelijke omslag hierdoor niet zal worden verhoogd.
We hopen dat de aanvoer groot mag zijn.
———————————————————————————————————————————————————-

Dus het terrein waar in 1912 (zie tabel 1) en 1918 (zie tabel 2) de vee- en paardemarkten werden gehouden is geen Marktbrink, is geen Marktterrein, is geen Marktplaats, maar het is verrassenderwijs – let wel, mind you, nota bene – een Marktplein !! Hoe nu verder ?

Als die overijverige slimme ambtenaartjes in ut olde gemientehuus an de brink van Deever dat op 29 juni 1979 hadden geweten, dan hadden ze wellicht niet ‘Marktbrink’ maar ‘Marktplein’ als brink in die brief genoemd. Want die overijverige slimme ambtenaartjes in ut olde gemientehuus an de brink van Deever waren wel ambtelijke ambtenaartjes, die met de grootste stelligheid en koppigheid overtuigd van hun onwrikbare ambtelijke gelijk waren. Want wat in hun ambtelijk kop zat, dat zat niet in de weg bij hun ambtelijke stoelgang.

En dat kan nader worden gedemonstreerd met het volgende voorbeeld.
In het ‘Beleids- en Beheersplan Brinken’ van de gemeente Westenveld van 9 oktober 2013 – 34 jaar na die gemeentelijke blunder van 1979, staat een bonte blunderige lulkoekerige fantasietekst over ut maarktturrein an de Bosweg in Deever:
Brinken zijn historische dorpsruimten. In het verleden hadden ze een agrarische functie. De brink werd gebruikt om het vee te laten drinken in de vaak aanwezige drinkput en ’s nachts te stallen. Tevens kwamen de dorpelingen hier bij elkaar om met elkaar van gedachten te wisselen. Het hout van de bomen (veelal eiken) werd gebruikt voor allerlei bouwactiviteiten. Later werd de brink een marktplek en evenementen terrein.
De ambtelijke wens was de vader van de ambtelijke gedachte.

Dus wat in de kop van die Slimme Betweterige Ambtenaartjes In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever zit, dat zit niet in de weg bij hun ambtelijke stoelgang.

Het marktplein werd dus gebruikt voor het houden van vee- en paardemarkten. Zie als voorbeeld de lijst van maandelijkse markten, die in 1912 werden gehouden (tabel 1).
Het marktplein wordt al vele tientallen jaren niet meer gebruikt voor het houden van veemarkten, maar vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever hebben in 2002 het marktplein wel weer enigszins in beperkte mate als zodanig ingericht. Toen werden weer ‘zware palen met ijzeren buizen’ geplaatst.
Het ontbreekt de redactie van ut Deevers Archief aan een foto van de vrijwilligers aan het werk met de zware palen en de ijzeren buizen.
Om vervolgens in 2019/2020 bij de uitvoering van het peperdure overbodige herbestratingsplan van de straten van het oude Deever en de vernieling van ut maarktturrein zonder omkijken te worden gesloopt. Dat plan had de naam Deever op dreef‘. Dat hebben ze in Deever geweten. De slimme ambtenaartjes waren vooral op dreef met het uitgeven van veel te veel belastinggeld.

En in het ‘Beleids- en Beheersplan Brinken’ van de gemeente Westenveld’ van 9 oktober 2013 stond ook dat in de voorschriften voor de bestemmingsplannen regels opgenomen gingen worden die de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de ‘marktbrink’ moesten beschermen, waarbij het belangrijk was dat te allen tijde moest worden voorkomen dat op de ‘marktbrink’ nieuwe (al dan niet tijdelijke) bouwwerken worden geplaatst. Want het overbodige V.V.V.-kantoor op het paardemarktterrein was al in 2001 gebouwd. Of golden die regels met terugwerkende kracht ?

Tabel 1
In 1912 werden de volgende veemarkten in Deever gehouden:
– dinsdag 9 januari (louwmaand);
– dinsdag 13 februari (sprokkelmaand);
– dinsdag 12 maart (lentemaand);
– dinsdag 9 april (grasmaand);
– vrijdag 3 mei (bloeimaand);
– dinsdag 11 juni (zomermaand);
– woensdag 3 juli (hooimaand);
– zaterdag 10 augustus (oogstmaand);
– dinsdag 10 september (herfstmaand);
– dinsdag 22 oktober (wijnmaand); (jaarmarkt);
– dinsdag 12 november (slachtmaand);
– dinsdag 10 december (wintermaand).

Tabel 2
In 1918 werden de volgende veemarkten in Deever gehouden:
– dinsdag 8 januari (louwmaand);
– maandag 11 februari (sprokkelmaand);
– dinsdag 12 maart (lentemaand);
– dinsdag 9 april (grasmaand);
– vrijdag 3 mei (bloeimaand);
– dinsdag 11 juni (zomermaand);
– woensdag 3 juli (hooimaand);
– zaterdag 10 augustus (oogstmaand);
– dinsdag 10 september (herfstmaand);
– dinsdag 22 oktober (wijnmaand), (jaarmarkt);
– dinsdag 12 november (slachtmaand);
– dinsdag 10 december (wintermaand).

Afbeelding 1

Posted in Deevermarkt | Leave a comment

De Greinspoele tuss’n GP 59 en GP 61

De titel van de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart luidt ‘Appelscha Grenspoel’. De titel had ook kunnen zijn: ‘Wateren Grenspoel’. Want de naam ‘Grenspoel’ mag duidelijk zijn: de grens tussen de provincie Drente en de provincie Fryslân loopt dwars door de poel heen. De Greinspoele lig tussen greinspoal 59 (GP 59) en greinspoal 61 (GP 61). Greinspoal 60 (GP 60) is vot.

De coördinaten van de genoemde drie grenspalen zijn:
Greinspoal 59 (GP 59) – RD: 215952.514, 549105.933 = GPS: 52.92559, 6.29359;
Greinspoal 60 (GP 60) – RD: 216194.019, 549086.692 = GPS: 52.92538, 6.29718 (zie afbeelding 3);
Greinspoal 61 (GP 61) – RD: 216277.454, 549080.045 = GPS: 52.92532, 6.29841.

Vlak bij de Greinspoele staat in de gemeente Ooststellingwerf – dus niet in de gemiente Deever – een uitkijktoren. Dit is te zien op een detail van een topografische kaart. Zie afbeelding 2.
Vlak bij de Greinspoele en heel vlak bij de uitkijktoren staat in de gemeente Ooststellingwerf – dus niet in de gemiente Deever – ook een oorlogsmonument. Zie ook het bericht Ut oorlogsmonement bee ut Greinsstuwmièr.

Bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in december 1963 uitgegeven. Op de schrijfkant van de hier afgebeelde ansichtkaart is de uitgever van de kaart niet vermeld. Op de schrijfkant staat ook niet bij welke neringdoende de ansichtkaart te koop was.

Het is de bedoeling van de redactie van ut Deevers Archief , bij tijd en wijle, bij leven en welzijn, ijs- en weder dienende, een afbeelding van alle ooit uitgegeven ansichtkaarten of bij de redactie bekende foto’s, waarop een bat, battie, braandkoele, braandkoelegie, dobbe, dobbegie, husse, hussegie, mièr, mieètie, plasse, plassie, poele, poelegie, veen, veentie, venne, vennegie, viever, vievertie of anderszins in de Deeverse bos is te zien, te tonen in ut Deevers Archief. Dus de zeer geachte en gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief worden verzocht enig geduld te betrachten.

Afbeelding 1 – De Grenspoele

Afbeelding 2
Detail van de in 2015 uitgegeven topografische kaart. Op het kruispunt van de diagonalen is de Grenspoel te vinden.

Afbeelding 3
Greinspoal 60 (GP 60) (RD: 216194.019, 549086.692 = GPS: 52.92538, 6.29718) stond ooit op de rand van de Grenspoel.

Posted in Ansigtkoate, Greinspoele, Meer, veen, ven, plas, enzovoort | Leave a comment

Ut café-losement van Sjoert Benthem an de Brogge

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 78 een afbeelding van een ansichtkaart uit 1905 van het café-logement van Sjoert Benthem an de Deeverbrogge te zien. De tekst op bladzijde 78 luidt als volgt.

Dieverbrug
Dit hotel, dat zeer waarschijnlijk gebouwd is na het graven van de Drentsche Hoofdvaart in 1780 (wat zoveel heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van dit deel van Drenthe) heeft al heel wat veranderingen ondergaan, om zich aan te passen aan de ontwikkeling, waarop bij de volgende foto’s nader wordt ingegaan.
Dat het zich direct van de goede zijde heeft laten zien, spreekt wel uit het feit, dat op 28 augustus 1844 vijftien vooraanstaande Drenthen onder leiding van J. van Konijnenberg (directeur van de Maatschappij van Weldadigheid) hier het D.L.G. werd opgericht. Voorzitter werd het lid der Gedeputeerde Staten jonkheer R.A. van Echten tot Holthe en secretaris dr. B. Verver, dierenarts.
Bij de aanleg van de tramlijn Assen – Meppel werd het tevens tussenstation van Diever en Dwingeloo.
Tegenover dit hotel aan de Dwingeloër kant van de Dieverbrug stond het café van Warries, later Hogenkamp. Van de oude Sjoert Benthem en de oude Warries (beiden corpulente figuren) is het verhaal bekend, dat ze beiden goede klanten van zichzelf waren en de kunst verstonden, zich voor slechts 1 stuiver daags te bedrinken. Warries kwam bijvoorbeeld bij Benthem, bestelde een borrel en betaalde hem een stuiver. Na een gemoedelijk praatje vertrok Warries weer. Nauwelijks echter was hij thuis, of Benthem scharrelde de brug over naar Warries, kocht een borrel en betaalde met dezelfde stuiver. Zo reisde deze stuiver menigmaal per dag over de brug, dronken beide heren naar believen, zonder dat het hun in de portemonnee kwam. Alleen de fles minderde van inhoud.
Door de tegenwoordige eigenaar familie Johan Blok is het gebouw zowel van buiten als van binnen geheel gemoderniseerd en heeft het zich gerangschikt onder de best bekend staande hotels van Drenthe.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
D.L.G. is de afkorting van Drents Landbouw Genootschap. Bij de oprichting op 28 augustus 1844 was de naam ‘Genootschap tot bevordering van de landbouw in Drente’.
Op de laatste alinea van de tekst is wel wat af te dingen. In het Nieuwblad van het Noorden verscheen op 31 maart 1932 het bericht dat het café-hotel van Johan Blok an de Deeverbrogge in de nacht van 30 op 31 maart 1932 was afgebrand. Ter plekke is een volledig nieuw hotel gebouwd.

Afbeelding 1
Bladzijde 78 van het boek ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ van Arend Mulder.

Posted in An de Deeverbrogge, Café-Logement Sjoert Benthem, Publicatie | Leave a comment

Jansie Grit was de lèèste aarme in ut aar’mhuus

In de Friese Koerier (onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden) stond op vrijdag 28 juni 1963 het volgende artikel over ut aar’mwaarkhuus an de Grönnegerweg bee Deever.  

Gereformeerd armen-werkhuis uit 1861 nu een hervormde boerderij
Laatste kostganger achter de raampjes

DIEVER – Het huis ligt langs een zandweggetje. Het zandweggetje van Diever naar de grote weg Meppel-Assen. Eerst komen we voorbij het hunebed. Wanneer je op de grote stenen staat, wordt het huis zichtbaar. Het is niet alleen een huis, het is ook een half-boerderij. Dat klopt wel, er woont een boer. Even later staan we er voor. Een rieten dak met een ongezellige voorzijde.

Kleine vierkante ruitjes met half gesloten gordijnen. Achter het meest linkse raam gluurt een oude man ons nieuwsgierig aan. Pet op het verweerde gezicht met het boord gesloten. Er is blijkbaar een ingang aan de zijkant, want er groeit een aardig beetje gras voor de deur. Misschien is er vroeger wel eens gebruik  gemaakt van de voordeur, maar daar is nu niets meer van te zien.
Het huis wordt als boerderij gebruikt. Van achteren bezien is het ook een boerderij. Maar vanaf het zandweggetje niet. Vanaf het zandweggetje is het een merkwaardig huis, een huis wat aandacht vraagt. Er zitten zeker Saksische perspectieven in de vormen van het huis. Maar we moeten het niet mooier maken dan het is. Het ziet er ook, en dat is het andere gezicht van het huis, bijzonder povertjes uit. Bouwvallig is het niet, tenminste niet met het blote oog waar te nemen. Maar het geeft wel een armoedige indruk.
Het keurig boven de voordeur aangebrachte marmeren bord met opschrift hoort bij dit huis. Het geeft een wat trieste indruk. Van het ingegraveerde worden we ook niet vrolijker. Er zitten wat zwarte roetstrepen over, maar het staat er toch nog duidelijk: Armen-werkhuis der Gereformeerde Gemeente van Diever, opgerigt in het jaar 1861.
Een meer dan honderd jaar oud armenwerkhuis, gesticht door de gereformeerde gemeente in Diever, het vriendelijke Drentse dorp, waar ze zoveel van Shakespeare af weten. Ze hebben er nog iets aan toegevoegd, indertijd in Diever. Achter het jaartal volgt: “De Heer zegene dit werk der liefde, verrigt in Zijnen Naam.”
De Heer behoeft het werk nu niet meer te zegenen, want er is nog maar één oude man in het huis. Hij zit aan tafel bij het boerengezin. Tot voor kort waren er nog twee, maar een is er voor wat maanden overleden. Maar er is wel heel wat afgewerkt in en om dat huis. Want er werd in die dagen van oprichting ook heel wat armoede geleden.
We zullen maar hopen dat de mensen die in het armenwerkhuis kwamen een klein beetje perspectief gingen zien. Hopen doen we het, maar weten doet niemand het meer. Er zijn geen kronieken van bewaard gebleven. Maar ze hebben het indertijd wel nadrukkelijk gevraagd, of de Heer het werk wilde zegenen, dat werd verricht in zijn naam.
Goed, er zijn sinds 1861 ook nog enige strubbelingen geweest onder de niet-katholieke kerksen. Eén oude man herinnert, met het gevelopschrift, nog aan het andere gezicht dat het huis in vroeger dagen had en waarvan het de sporen draagt.

In de Friese Koerier stond op zaterdag 10 maart 1962 het volgende bericht over de lèèste aarme Jans (Jansie) Grit in ut aar’mwaarkhuus an de Grönnegerweg bee Deever. Zie afbeelding 4.

Zeventig jaar in verzorgingstehuis
Diever – In het verzorgingstehuis van de diaconie der Ned. Hervormde gemeente te Diever worden door de pachter van de diaconieboerderij een tweetal bejaarden verzorgd.
Van dit tweetal vierde Js. Grit donderdag zijn 75ste verjaardag, die tevens een jubileum betekende. Op deze dag was het namelijk 70 jaren geleden dat hij in het verzorgingshuis, toen nog Armenwerkhuis, werd opgenomen.
In deze 70 jaren heeft hij diverse armenvaders meegemaakt. De verzorging geschiedt momenteel door de pachter van de diaconieboerderij P. Goettsch, daarbij geassisteerd door zijn echtgenote mw. J. Goettsch-Veen.
Aan het heugelijke feit werd een feestelijk tintje gegeven. In tegenwoordigheid van ds. D. Th. Rutgers en de kerkeraadsleden bracht de plaatselijke muziekvereniging “Excelsior” beide oudjes een serenade die door hen zeer op prijs werd gesteld.
Ds. Rutgers sprak enige woorden tot de jubilaris waaraan hij een welgemeende gelukwens vast knoopte.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Het mag uit de woordkeuze en de toon  van het verhaal duidelijk zijn dat de journalist van de Friese Koerier met tegenzin en zonder voorbereiding en zonder enige kennis naar Deever was afgereisd en dan ook nog ver weg van het dorp over die verrekte zandweg met de naam Grönnegerweg bij dat verrekte trieste aar’mwaarkhuus (dat in de Deeverse volksmond ut aar’mhuus werd genoemd) moet die ene oude ‘arme’ moest zien te geraken.

De redactie kan geen chocola maken van dit bericht. Wat wilde de journalist zeggen, wat bedoelde hij, wat wilde hij zoal suggereren ? Het ontgaat de redactie volledig.
Had de journalist op zijn minst maar het bericht van een collega over Jans (Jansie) Grit in diezelfde Friese Koerier van zaterdag 10 maart 1962 gelezen (afbeelding 4).
En het is ook niet zo dat hij naar Deever moest, vanwege het 100-jarig bestaan van ut aar’mhuus in 1961, want hij schreef het artikel in 1963. Dus de grote vraag is: wat had deze journalist in Deever te zoeken ?
De slechts voorbereide en slecht schrijvende journalist van de Friese Koerier bedacht voor zijn negatief geschreven artikel een beroerde titel.

Tot ongeveer 1800 heette de kerk die uit de Reformatie is voortgekomen, de gereformeerde kerk, daarna werd deze kerk vaak de hervormde kerk genoemd. De woorden ‘hervormd’ en ‘gereformeerd’ betekenen taalkundig hetzelfde. Het woord ‘gereformeerd’ heeft de oudste rechten; het woord ‘hervormd’ is een begrip dat pas na 1800 in gebruik is geraakt.

In het afgelegen Diever bleef men na 1800 – wellicht tegen beter weten in – nog heel lang vasthouden aan de naam Gereformeerde Kerk, wat nu de Hervormde Kerk is. Vandaar dat op de gevelsteen boven de voordeur van ut aar’mhuus staat: Armenwerkhuis der Gereformeerde Gemeente van Diever, opgerigt in het jaar 1861. Eigenlijk had op de gevelsteen moeten staan: Armenwerkhuis der Hervormde Gemeente van Diever, opgerigt in het jaar 1861.
De zin ‘Het gebouw is van gereformeerde in hervormde handen overgegaan en deze hebben het perceel verhuurd aan een boer’ in het artikel moet daarom als niet geschreven worden beschouwd.
Op 31 oktober 1836 werd in Deever een van de Hervormde Kerk afgescheiden gemeente gesticht. Die gemeente kreeg de naam Christelijke Afgescheiden Gemeente. Later werd deze naam gewijzigd in de naam van vóór 1800: Gereformeerde Kerk.

De laatste ‘arme’ in het armenwerkhuis was Jans (Jansie) Grit, die door de journalist denigrerend ‘kostganger’ wordt genoemd. Het aar’mhuus is omstreeks 1965 opgeheven. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan meer berichten over ut ‘aar’mhuus’ in ut Deevers Archief vinden.

Afbeelding 1
Onder de grote afbeelding van de voorgevel van ut aar’mhuus staat de tekst: Vroeger armen-werkhuis, nu boerderij met één bejaarde kostganger. De laatste die het bord boven de voordeur nog waar kan maken.

Afbeelding 2
Onder de afbeelding van de gevelsteen boven de voordeur staat de volgende tekst:
Het bord boven de voordeur, dat ons herinnert aan het andere gezicht van het huis aan het zandweggetje in Diever.

Afbeelding 3 – ( © Ut Deevers Archief – 5 december 2001 – Alle rechten voorbehouden)
Op de hier afgebeelde gevelsteen boven de voordeur van ut aar’mhuus staat de volgende tekst:
Armenwerkhuis der Gereformeerde Gemeente van Diever, opgerigt in het jaar 1861
De Heer zegene dit werk der liefde, verrigt in Zijnen Naam

Afbeelding 4
Bericht in de Friese Koerier van zaterdag 10 maart 1962.

Posted in Aar'mhuus, Dorpsfiguur, Grönnegerweg, Jans (Jansie) Grit | Leave a comment

Gièt Dekker en Aèbeltie Smok an ut waark in de tuun

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 91 een afbeelding van een oude foto uit omstreeks 1900-1905. Onder de afgebeelde foto staat de volgende korte tekst.

Twee dorpsfiguren uit Diever
Dit zij twee oude dorpsfiguren uit Diever, die het waard zijn in dit boek te worden opgenomen. Het zijn namelijk Abel Wijkstra (in de volksmond Aèbel Allen of – als scheldnaam – De Smorre genaamd), met zijn oomzegger Geert Dekker, hierna verder omschreven.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Op de afgebeelde foto in de bijgaande afbeelding zijn de twee dorpsfiguren Geert Dekker en Abel Wiijkstra zijn aan het werk in hun tuin op ut Bultie. De redactie schat in dat de hier afgebeelde foto is gemaakt tussen 1900 en 1905.

Abel Wijkstra is geboren op 26 maart 1837 in Deever. Hij was een zoon van Alles Abels Wijkstra, landbouwer en Jacobje Jans Kremer. Abel Wijkstra is overleden op 18 september 1930 op 93-jarige leeftijd in Deever. Hij was niet getrouwd..
Abel Wijkstra werd ook wel Olde Aèbel, Aèbel Allen, Allen Aèbel, de Smorre of Aèbeltie Smok genoemd.
Geert Dekker is geboren op 26 februari 1876 in Dwingel. Hij was een zoon van Jan Dekker, arbeider en Marchje Wijkstra. Geert Dekker overleed op 6 maart 1963 in het Diaconessenhuis in Möppel. Hij was niet getrouwd. Marchje Wijkstra was een zuster van Abel Wijkstra. Zie het overlijdensbericht.

De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief graag naar onder meer de volgende berichten:
Anne Mulder over Geert Dekker en Abel Wijkstra ;

Iene knolle steel’n is net so aarg as 100 gull’n steel’n ;
Anne Mulder over Geert Dekker en Aèbel Wiekstra;
Geert Dekker, Aèbel Wiekstroa en Hillechien Dekker;
Weinigen hebben Geert Dekker uitgeleid;
Gièt Dekker huust nog op un lie’m vloere;
Ik hep ut neet edoane ut gebeurde aagter mee;

Bee Geert Dekker in de Heufdstroate in Deever.

Posted in Dorpsfiguur, Geert Dekker | Leave a comment

Gièt Dekker was de lèèste klokkelüder van Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft in aantal berichten aandacht besteed aan dorpsfiguur Geert Dekker. De ongetrouwde klokkenluider, orgelpomper, koster, lijkwagenrijder en keuterboer Geert Dekker is geboren op 26 februari 1876 in Dwingel en hij is overleden op 6 maart 1963 op 87-jarige leeftijd in Möppel.

Een citaat uit het boek Het mirakel van Klaas Kleine:
Een echte dorpsfiguur was Geert Dekker. Hij was vanaf  1915 klokkenluider en orgelpomper. Geert Dekker werd op koninginnedag 30 april 1955 koninklijk onderscheiden voor zijn 40-jarig jubileum als klokkenluider. Veertig jaar lang de trappen in de toren van Diever op, met de hand de klokken luiden, en dan de trappen weer af, was zeer zeker geen geringe prestatie. In de periode 1955-1957 kon hij de klokken niet luiden vanwege de grote restauratie van de nederlands hervormde kerk.

Geert Dekker vermeldt in het bijschrift van een foto in het artikel ‘Er staat een kerk op instorten’ in het christelijke blad De Spiegel van 23 juli 1955 het volgende:
“Ik ben 79 jaar”, zegt Geert Dekker, “en gedurende 45 jaar daarvan heb ik de kerkklokken van Diever geluid. Nu moet ik drie jaar wachten, vanwege de restauratie, en ik weet niet wat ik in de tussentijd moet doen.”

De oude Geert hoopte blijkbaar – en wellicht tegen beter weten in – na het voltooien van de restauratie weer de klokken te kunnen gaan luiden. Dat was echter niet het geval, omdat op koninginnedag 30 april 1957 een elektrisch schakeluurwerk in het nieuwe gemeentehuis aan de brink in gebruik werd genomen. Geert mocht zichzelf werkloos klokkenluider maken door deze installatie in werking te stellen. Op het plaatje bij het schakeluurwerk stond de volgende tekst:
Op de nationale feestdag in 1957 des morgens om 8 uur is deze apparatuur in werking gesteld door Geert Dekker, die klokkenluider van de gemeente Diever was van 16 maart 1925 tot 1 januari 1957.

Daaruit valt een klokkenluiderschap van bijna 32 jaar af te leiden. Terwijl Klaas Kleine dacht aan 40 jaar klokkeluiderschap en Geert Dekker zelf dacht aan een klokkeluiderschap van 45 jaar. Tijd is een relatief begrip.

In het bijschrift van een foto in het artikel “Waarom accepteerde Diever het door Voorburg verstoten drieluik ?” in het blad De Spiegel’ van 6 juni 1959 staat:
Evenals vroeger heeft de 84-jarige Geert Dekker (meer dan 45 jaar klokkeluider, nu op non-actief, omdat de geluidinstallatie elektrisch werkt) nu ook in de gerestaureerde kerk zijn eigen stoel. Hij voelt zich een beetje eigenaar van de kerk en is erg trots op zijn koninklijke onderscheiding, die hij vanwege zijn 40-jarig klokkeluidersjubileum heeft gekregen. “Wat ik van het schilderij denk ?” Geert kijkt nog eens even naar het grote werk en zegt dan resoluut: “Het is wel mooi, maar je moet er verstand van hebben. Maar er zullen vast wel veel kijkers komen”. Waarschijnlijk hoopt Geert van die kijkers een kleinigheid te ontvangen …

Of Geert Dekker bijna 32 jaar, of 40 jaar, of 45 jaar, of volgens zijn eigen zeggen meer dan 45 jaar klokkenluider is geweest doet niets af aan zijn prestatie en de bijzondere plaats die hij toen ter tijd had in de Deeverse samenleving.

De redactie verwijst de zeer gewaardeerde geïnteresseerde bezoeker van ut Deevers Archief graag naar onder meer het bericht:
Anne Mulder over Geert Dekker en Abel Wijkstra;
Bee Geert Dekker in de Heufdstroate in Deever;
Ik hep u neet edoane,ut gebeurde aagter mee;
Veur wie de klokke in de toor’nlut.

Jan Hessels schreef in Opraekelen 00/4 het artikel ‘Anekdotes die ik me nog van Geert Dekker herinner’.
Roelof Santing reageerde op het artikel van Jan Hessels in Opraekelen 01/1.

Afbeelding 1
Op de hier afgebeelde foto staan Geert Dekker (links) en Abel Wijkstra (rechts) in hun tuin (op ut Bultie ?). Hier zien we Geert Dekker als jonge kerel van twintig jaar of misschien een paar jaar ouder. Let wel, deze foto moet dus in 1900 of een paar jaar daarvoor zijn gemaakt! Ogenblikkelijk rijst dan de vraag wie in die tijd in Deever fotografeerde ? Voor zover bij de redactie van ut Deevers Archief bekend was burgmeester Hendrik Gerard van Os de enige persoon die dat in die tijd deed ! De hier afgebeelde was aanwezig in de verzameling van Roelof Jans Tabak uut de Aagterstroate in Deever.

Posted in Dorpsfiguur, Geert Dekker | Leave a comment

Gaar’m rogge an de gaaste op de Westeresch

In het programmaboekje van het openluchtspel Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt), dat in 1949 is opgevoerd in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever, is ter verluchtiging van het boekje onder meer een foto afgebeeld van in hokken geplaatste schoven rogge. Als dat gedaan was, dan kon de boer zeggen: Wee hept de rogge an de gaaste.
De redactie beschikt helaas niet over een scherpe afdruk van het negatief. Waar zou dat negatief gebleven zijn ? De maker van de hier afgebeelde foto stond wellicht bij de bouwakker met de naam Breeakkers op de Westeresch van Deever, tegenover de gemeentelijke woning van de burgemeester an de Heufdstroate.
De redactie van ut Deevers Archief doet voortdurend een oproep aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief een goede scan van foto’s van boerenwerk in de gemiente Deever ter beschikking te stellen. Als je ouders of grootouders boer waren, kijk dan vooral eens in hun fotoalbums. Bij de hier afgebeelde foto stond de volgende tekst.

Diever
Diever is de hoofdplaats van het Dieverder dingspil, dat wil zeggen van het grootste deel van zuid-west Drente.
Diever is zeer oud, zoals talrijke bodemvondsten aantonen. Het provinciaal museum van oudheden in Assen herbergt vele urnen, stenen bijlen, enzovoort, afkomstig van uit deze gemeente.
In een akte uit 1181 komt de naam voor als Devere. Behalve het kerkdorp behoorden tot het kerspel de buurtschappen Kalteren, Wittelte, Wapse, Wateren, Leggelo en Eemster.
In 1633 werd het noordelijke gedeelte der venen onder Smilde en Diever afgescheiden. In 1612 namelijk was octrooi verleend tot vervening van de uitgestrekte hoge venen ten noorden van Diever en Leggelo. In 1625 waren de meeste gronden daar reeds van veen ontbloot en had zich een kolonie, Hoogersmilde genaamd, gevormd. In 1633 werd dit gebied verheven tot een Heerlijkheid, de Heerlijkheid van Hoogersmilde. Kerkelijk bleef Smilde nog tot 1845 onder Diever ressorteren.
Na de inlijving van het Koninkrijk Holland werd in 1811 Vledder met Diever tot een Communie verenigd, daarentegen de buurtschappen Eemster en Leggelo van Diever afgescheiden. Vledder en Diever werden weer gescheiden in 1816.
Thans behoren nog tot de gemeente Diever de buurschappen Wapse, Kalteren, Oldendiever, Wittelte, Wateren, Zorgvlied, Dieverbrug en Geeuwenbrug.

Afbeelding 1
Zicht op de gemeentelijke toren en het gebouw van de hervormde kerkgemeente van Deever vanaf de Westeresch.

Afbeelding 2
De hier afgebeelde voorkant van het programmaboekje voor het openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever was in 1949 versierd met een afbeelding van een foto van de Woaterseweg, toen die weg nog een saandweg was, zeg maar vlak na 1900.
De redactie van ut Deevers Archief kan alleen maar veronderstellen dat burgemeester Hendrik Gerard van Os de maker is van deze foto, want hij heeft in zijn tijd als burgemeester foto’s gemaakt van de omgeving van Deever.
Als burgemeester Hendrik Gerard van Os deze foto aan het begin van de Deeverse kant van de onverharde Woaterseweg heeft gemaakt, dan zal hij dat vast hebben gedaan in de periode, vóórdat de Woaterseweg werd bestraat. In die periode was hij nogal druk bezig met het verkrijgen van subsidie van het rijk en de provincie Drente voor het verharden van de saandweg tussen de Wittelerbrogge en Deever en de saandweg tussen Deever en Zorgvliet/Elsloo. Eén foto kan bij een subsidieaanvraag meer zeggen dan duizend woorden.
De redactie kan alleen maar veronderstellen dat burgemeester Hendrik Gerard van Os zijn Deeverse fotoarchief bij zijn pensionering in 1939 heeft achtergelaten in de burgemeesterskamer in ut olde olde gemientehuus an de brink van Deever en dat burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond Ome Kees of Slimme Kees werd genoemd) in 1949 de afgebeelde foto op het programmaboekje tegenkwam in de foto-erfenis van burgemeester Hendrik Gerard van Os.
De redactie is al tijden zonder succes op zoek naar nazaten van burgemeester Leonard Willem van Os en burgemeester Hendrik Gerard van Os. Wie meldt zich ?

Afbeelding 3 – (© Ut Deevers Archief, vrijdag 29 november 2024, alle rechten voorbehouden)
De Waoterseweg, kijkend in de richting van de Hoarweg ter hoogte van het huis waar vroeger de familie Doorman woonde.

Posted in Boer'nwaark, Eup’mlogtspel, Westeresch | Leave a comment

De wieserplèèt’n an de toor’n sit noast de galmgèèt’n

Op foto’s en prentbriefkaarten van de in het kerkgebouw van de hervormde kerkgemeente aan de brink van Deever ingebouwd geraakte gemeentelijke toren valt op dat vòòr de grote restauratie van het bouwwerk in de vijftiger jaren van de vorige eeuw de wijzerplaten tegen de toren bóven de galmgaten zaten en na de restauratie náást de galmgaten. De grote vraag is hoe dat zo is gekomen.

De Koninklijke Eijsbouts, voorheen de Nederlandse Fabriek van Torenuurwerken B. Eijsbouts C.V., in Asten verschafte welwillend enige gegevens. Dit bedrijf stuurde kopieën van correspondentie met de gemiente Deever uit 1955 en 1956, waaronder ook een kopie van een document over de plaats van de wijzerplaten tegen de gemeentelijk toren an de brink van Deever.

Het door een vertegenwoordiger van Koninklijke Eijsbouts opgestelde document ‘Bemerkingen omtrent de plaats van de wijzerplaten of cijferringen tegen de toren te Diever’ gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemiente Deever luidt als volgt:

De bezwaren tegen de vroegere plaats (boven de galmgaten, redactie) van de wijzerplaten zijn de volgende
a)
Bij de restauratie is gebleken dat achter de thans verwijderde wijzerplaten van oorsprong een hoger doorlopende spitsboog van de galmgaten is weggewerkt. Aan één zijde is de oorspronkelijke toestand terug te vinden. Het herstel van deze bogen in oorspronkelijke toestand zal wel de wens van Monumentenzorg zijn. In dat geval is voor de wijzerplaten geen plaats meer, daar de ruimte tussen boog en dakrand slechts 90 cm bedraagt. Een wijzerplaat van 90 cm rond of vierkant tegen deze toren is beslist te klein en dan is het beter geen tijdsaanwijzing aan te brengen.
b)
De bereikbaarheid van de wijzerplaten van buitenaf en van de verbindingen binnen is ongelukkig. Voor het onderhoud is dit een betrekkelijk bezwaar, daar bij opnieuw vergulden een leidekker nodig is voor het afhalen van de borden.
c)
Deze plaats is echter beslist af te raden als elektrische verlichting van de tijdsaanwijzing wordt verlangd, daar het onderhoud van de verlichting (vervangen lampjes) dan zeer moeilijk en zeer kostbaar wordt.

Een andere plaats van de wijzerplaten tegen de torenmuur is denkbaar, bijvoorbeeld op de hoeken of onder de galmgaten. Op de hoeken wordt de bereikbaarheid nog slechter dan in het midden. Onder de galmgaten is de tijdsaanduiding slechts voor enkele omwonenden van nut en dan nog in de zomerdag verscholen achter de omstaande bomen.

Voordelen bij plaatsing van de cijferringen tegen de spits zijn:
a)
De cijferringen worden prima bereikbaar via thans te maken luiken van ongeveer 40 x 50 cm in de torenspits, welke nu onder de wijzeras gemakkelijk kunnen worden aangebracht.
b)
De cijferringen kunnen groter worden uitgevoerd, namelijk met een diameter van ongeveer 1,70 meter in plaats van 1,40 meter, bij een zo groot mogelijke duidelijkheid van goud tegen een leien achtergrond.
c)
De verbindingen met het uurwerk in de toren zijn daardoor ideaal op te stellen en vanaf een ideale plaats bereikbaar, namelijk de vloer (aanzet) van de spits, dus niet als thans juist boven de zware houten klokkenstoel.
d)
Een hogere plaats en daardoor een hoger nuttig effect voor de gehele gemeente.

Uiteindelijk werden de vier wijzerplaten met de roodkoperen cijferringen van 1,70 m diameter na overleg met Monumentenzorg niet bóven de galmgaten, niet ónder de galmgaten, niet tégen de spits en niet óp de hoeken geplaatst, maar net náást de galmgaten – zie ook afbeelding 1 – vanwege het voordeel van een gunstige plaats in de toren van de verbinding van de wijzers met de aandrijfmotor en het voordeel van de grotere wijzerplaten. Zo konden ook de doorlopende spitsbogen van de galmgaten weer in het zicht komen. Zie afbeelding 1. De cijferringen werden voorzien van elektrische verlichting.

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op woensdag 17 mei 2023, tijdens de vervanging van het oude leien dak door een nieuw leien dak.

Afbeelding 1 – © Ut Deevers Archief – 17 mei 2023 – Alle rechten voorbehouden

Posted in Toor'n an de brink | Leave a comment

De neeje vrouw’nklokke in de toor’n an de brink

In 1943 vorderden de Duitsers de grote klok -de mannenklok- met een diameter van 85 cm en een gewicht van 428 kg en de kleine klok -de vrouwenklok- met een diameter van 74 cm en een gewicht van 290 kg voor hun oorlogsindustrie. De mannenklok werd na de oorlog aangetroffen in een opslagplaats in Hamburg. De vrouwenklok is nooit meer teruggevonden.

Ten behoeve van de restauratie van het uurwerk en de klokken in de toren gaf de gemeente Diever op 27 december 1955 de N.V. Nederlandse Klokkengieterij B. Eijsbouts te Asten niet alleen opdracht voor het gieten van een nieuwe vrouwenklok, maar ook voor het plaatsen van een moederklok, een motorgedreven wijzerwerk en slagwerk, vier roodkoperen cijferringen, vier stel wijzers, elektrische verlichting van de cijferringen, een schakelklok (quasimodo) met automatisch week- en zondagschakelprogramma voor twee klokken, een nieuwe hamer voor de uurslagklok, een nieuwe klepel voor de mannenklok, het draaien van de mannenklok, nieuwe luidassen, nieuwe luidwielen, nieuwe lagers en elektrisch aangedreven luidapparaten.

Van belang is te lezen wat klokkengieterij Eijsbouts in haar toelichting op de offerte van 3 december 1955 over de klokken van de toren van de gemeente Diever schreef:

Betreffende de bestaande luidklok en de nieuw te leveren luidklok het volgende.
Het was voor ons zéér interessant bij de opgravingen de oude klokvormen te kunnen zien van de eerste ter plaatse gegoten luidklok (in de Romaanse tijd, redactie), welke vermoedelijk bij de brand (in 1759, redactie) is gesmolten, gezien de mededeling hieromtrent op de nu aanwezige oude klok.
De stemming van de aanwezige klok stemt overeen met de diameter, dat wil zeggen een lage B of een hoge Ais, echter dichter bij de Ais komende. De hierbij in diameter bijkomende nieuwe klok zal een lage Cis of een hoge C moeten worden, derhalve min of meer tussen C en Cis gelegen. Het gewicht hiervan zal ongeveer 260 kg moeten zijn.
Nu de gelegenheid hiertoe aanwezig is, zouden wij u willen voorstellen de nieuwe klok te stemmen in aanwezigheid van de oude klok, die dan tevens een goede en wenselijke schoonmaakbeurt krijgt door zandstralen. Tegelijk kan dan de nieuwe luidas en klepel precies passend worden gemaakt en daarmede dan tevens het luidtempo goed passend met de nieuwe klok geregeld worden.

En zo gebeurde het. De grote klok werd vervoerd naar de fabriek in Asten om de hiervoor beschreven werkzaamheden te kunnen uitvoeren. De kleine luidklok kreeg een diameter van 77 cm en een gewicht van 260 kg. De klok kreeg een C/Cis toon.

De gemeente besloot op 2 juni 1956 dat op de in bestelling zijnde kleine luidklok het volgende opschrift moest worden geplaatst: In 1943 door ‘s vijands hand versmolten tot geweld, werd ik in 1956 opnieuw gevormd. Nu roep ik de levenden, wanneer zij God zoeken en begeleid de doden, opdat zij Hem vinden.

Voorts moest op de nieuwe kleine klok worden vermeld: Gegoten door Nederlandse Klokkengieterij B. Eijsbouts te Asten voor de gemeente Diever.

Bronnen:
– Correspondentie tussen de gemiente Deever en N.V. Klokkengieterij B. Eijsbouts te Asten uit de jaren 1955, 1956 en 1957.
Het Mirakel, Klaas Kleine, Deever, maart 2000.

Afbeelding 1
De nieuwe klok, de vrouwenklok, is de kleinere klok aan de rechterkant (foto uit de verzameling van de gemiente Deever).

Posted in Toor'n an de brink | Leave a comment

Is de toneelvurening Deever nog neet koninklijk ?

In de Uitgaanskrant van het Algemeen Dagblad verscheen op 20 juli 1989 in de rubriek ‘Er op uit met Koos Smedes’ het volgende bericht met enige indrukken van het bezoek van de auteur van het bericht aan het toeristische dorp Deever   

Spelen en spelevaren in en om Diever
Zelfs in de jaren vijftig toen er nog geen plezierjachten in de Drentse Hoofdvaart dobberden en het restaurant in Dieverbrug nog niet in Chinese handen was overgegaan, zelfs in die tijd was het nabije Diever al een toeristisch dorp van allure.

Dat kwam vooral door de openluchtspelen, die er al sinds 1946 in het bos worden opgevoerd door uitsluitend (!) inwoners van het dorp en waarbij het steevast om stukken van Shakespeare gaat. Dit jaar staat op een aantal dagen in juli en augustus Othello op het programma.

Toen ik er als knaap met mijn ouders heen moest (ik zag er de lol absoluut niet van in) kwam er op een gegeven ogenblik een heus paard het toneel ophollen. Tientallen mannen en vrouwen in prachtige kostuums – het resultaat van een half jaar noest werken in Diever – liepen ernaast en jawel, ineens vond ik het allemaal schitterend. Boven ons ruisten de bomen en nog veel hoger flonkerden de sterren. Ach hoe schoon, hoe romantisch dit alles toch was ! Sindsdien heeft niemand me ooit meer een kwaad woord horen zeggen over Shakespeare, al ben ik wel de naam vergeten van het stuk dat ik die avond heb gezien. Maar “what’s in a name”, nietwaar ?

Al deze herinneringen overspoelen mij als ik de laatste kilometers naar Diever afleg. Hoe zal het er nu zijn? De Drentse Hoofdvaart langs de Rijksweg tussen Meppel en Assen is alvast aardig aan deze tijd aangepast met al die jachten en blije vakantiemensen. Daar werd vroeger gewerkt en niet gerecreëerd.

Bij Dieverbrug, twee kilometers van Diever (en even ver van het mooie Dwingeloo aan de andere kant van het water), zijn stoplichten gekomen, constateer ik ietwat zenuwachtig. En rechts in het langwerpige restaurant bij de brug, met nog steeds dat ouderwetse ronde bierreclame-bord, wordt nu dus nasi-goreng geserveerd. Mijn hemel, blijft er dan niets hetzelfde ?

Onveranderd
Jawel. De oude wondermooie brink in Diever is onveranderd. Zo op het eerste gezicht tenminste. De kolossale oude beuken werpen een geheimzinnige schaduw op de deels 12-e eeuwse kerk, waaromheen de huizen en gebouwen in een wijde kring staan gerangschikt. Goed, goed, de snackbar en de wervende teksten op de tot prethuis omgebouwde ‘Boerderij’ (videotheek, kadowinkel, coffeeshop – 450 vierkante meter kijkplezier’) vallen wat uit de toon, maar toch is dit een van de mooiste brinken van ons land.

“Dat blijft helaas liet zo”, zegt Hetty van den Berg, die mij even later een bakje koffie voorzet in het bejaarde Schultehuis in Diever, waarvan zij de beheerster is. “De vijf mooiste en dikste bomen worden in oktober omgehakt. Daar is niets meer aan te doen. De gemeenteraad heeft zo besloten. Protesten van de bevolking en een handtekeningenactie hebben niet geholpen. Een boomchirurg heeft ons verzekerd dat de beuken niets mankeert, maar volgens de gemeente zijn ze ziek, maken ze de kerk vochtig en ontnemen ze het licht aan enkele treuressen. Het is om te grienen, maar het is niet anders. En, ha ha, we krijgen er nieuwe kleine boompjes voor in de plaats.”

Ze gaat op een leuker onderwerp over: het Schultehuis, waarvan alleen de grote kamer, met oude plavuizen, mooie kasten, een opmerkelijk balkenplafond en prachtige tegels, valt te bezichtigen. “Het is het oudste huis van Diever”, zegt ze. “Het werd rond 1600, kort na de verwoestingen door de Spanjaarden, gebouwd. Tot 1870 woonden hier de schultes. Een schulte was niet alleen burgemeester van de plaats, maar ook kantonrechter, notaris en deurwaarder. Jawel, in deze kamer hebben heel wat mensen terecht gestaan.”

Het door een haag van linden afgeschermde tamelijk onopvallende pand is tot oktober op werk- en zaterdagen (maar niet op woensdagen) te bezichtigen van 10-12 en van 14-17 uur.

In de kelder werden in 1944 zes door de Duitsers gevangen genomen onderduikers tijdelijk opgesloten. Thijs, Jan en Roelof Eggink, Hilbert Gunnink, Geert Gerhardus Koster en Hermannus Vos hadden zich lange tijd goed schuil kunnen houden in een hol midden in de bossen. Tot men hen verraadde en het zestal eerst naar het Schultehuis en later naar kampen in Duitsland werden vervoerd. Geen van hen kwam terug.

Macaber
Het gerestaureerde onderduikershol vormt nu een macabere attractie in het toeristische pakket van Diever, tezamen met andere zaken als een glasmuseum, een koetsenverzameling, een radio- en elektriciteitsmuseum en het Schultehuis.
Ruim 4000 hectaren natuur omhelst de Drentse plaats, die voor fietsers, wandelaars én voor de aanhangers van Shakespeare dan ook een waar dorado is. Zelfs zonder die mooie onvervangbare bomen op de nu nog ongeschonden Brink.

Tekst bij de afbeelding
De treuressen bij de oude kerk in Diever worden nu nog deels overschaduwd door prachtige machtige beuken, waarvan er echter vijf zullen worden omgehakt. Dat verschaft meer licht, maar maakt de zaak er zeker niet mooier op. (Foto Peter Kuiper)

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

De brink van Deever en de kerketuin rond het kerkgebouw aan de brink zijn in de periode 1955/1956 drastisch ‘aangepast’, zeg maar grondig vernield, vanwege de bouw van het megalomane, meiboomiaanse, veel te hoge en lompe gemeentehuis. Desalniettemin vond de schrijver van het bericht dat het een ‘oude wondermooie brink’ was gebleven. What’s in an experience ? To experience or not to experience, that’s the question. In 2019/2021 is de brink van Deever opnieuw drastisch aangepast aan de wensen van de Hoge Dametjes En Heertjes Van Het Grote Brinkengelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuisoprijlaan In Deever.

De redactie heeft in verschillende berichten aandacht besteed aan het tot een ‘prethuis’ met de naam ‘de Boerderij’ (videotheek, kadowinkel, coffeeshop, 450 vierkante meter kijkplezier’).

Het is al lang niet meer zo dat het openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever uitsluitend wordt opgevoerd door inwoners van Deever. Tegenwoordig lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het toeval is dat een gewone inwoner van Deever mee mag doen. De bulkend rijke toneelvereniging Deever is immers hard op weg op zijn minst een semi-professioneel theatergezelschap, misschien wel een professioneel theatergezelschap te worden.
Het is toch wel enigszins verbazingwekkend dat de toneelvereniging Deever zich nog niet koninklijk mag noemen. De aanvraag voor de koninklijke erepenning had in 1996 bij het 50-jarig bestaan kunnen worden ingediend. De aanvraag voor de koninklijke erepenning had in 2021 bij het 75-jarig bestaan kunnen worden ingediend. Toch wel een erg gemiste kans. Hebben voorzitter Peter Sloot en de zijnen zitten slapen ? Heeft de commercieel georiënteerde happy few ons-kent-ons-lobby-club Village of Shakespeare ook zittten slapen ?
Bij een koninklijke erkenning in 2021 had de naam van de toneelvereniging Deever met geschwinde spoed en in gestrekte draf kunnen worden gewijzigd in Royal Dutch Shakespeare Company (©, ® en™). Want Deever moet ten zeerste commercieel worden opgestoten in de vaart der professionele toneelvolkeren. Nu kan pas een aanvraag voor de koninklijke erepenning bij het 100-jarig bestaan in 2046 worden ingediend.

De volledig op de toeristenindustrie georiënteerde gemiente Deever is niet museumbestendig en zal ook nooit museumbestendig worden. In Deever is aan museums geen droog brood te verdienen. Dus ondernemende particuliere initiatiefnemers, gij zijt gewaarschuwd, begin nooit een museum in Deever. Het bericht maakt gewag van het glasmuseum, het koetsenmuseum, het radiomuseum en het schultehuismuseum. Die bestaan uiteraard al lang niet meer. In het schultehuis huist tegenwoordige een soort van ‘prethuis voor oerbelevingen’, en is bepaald geen museum te noemen.

Posted in Shakespearitis, Toeristenindustrie | Leave a comment

Un brokkie leistienpanne van de doake van de kaarke

De redactie van ut Deevers Archief toont de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief graag een stukje van een gebroken pan van leisteen afkomstig van het dak aan de noordkant van de kerk van de hervormde geloofsgemeente aan de brink van Deever. Zie afbeelding 1.
Het zeventig jaar oude stukje leisteendakpan is ongeveer 10 cm breed en 15 cm lang. Let vooral op de drie gaatjes voor de spijkers voor het bevestigen van de leisteendakpan aan het houtwerk. Let vooral ook op het zeldzame leisteenkorstmosje aan de onderkant van het stukje leisteendakpan.

De redactie deed deze belangwekkende archeologische vondst op woensdag 17 mei 2023 niet ín de bodem, maar óp de bodem van ut smalle diel van de kaarketuun an de Peperstroate in Deever onder de toen opgestelde bouwsteiger van aannemer Moes van de Gowe. Zie afbeelding 2. Aan zo’n vondst mag uiteraard niet meer waarde dan de waarde van een met een kunstwerk beschilderde complete leisteendakpan worden toegedicht. De redactie heeft het brokje leisteendakpan daarom maar in zijn doos met Deeverse prullaria gestopt. Weggooien kan altijd nog.

De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor de volledigheid ook naar het bericht Un Duutse annemer leg Spaanse lei’n op de doake.

De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor de volledigheid ook naar een artikel in het Dagblad van het Noorden van 9 mei 2023. Zie afbeelding 4.

De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor de volledigheid ook naar een artikel in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 10 mei 2023. Zie afbeelding 5.

Afbeelding 1 – (© Ut Deevers Archief – woensdag 17 mei 2023 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief – woensdag 17 mei 2023 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 3 – (© Ut Deevers Archief – vrijdag 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 4 – Artikel in het Dagblad van het Noorden van 9 mei 2023.

Afbeelding 5 – Artikel in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 10 mei 2023.

Posted in Deeverse prullaria, Kaarke an de brink | Leave a comment

Us Abe mög van Ome Kees sien hèmer mit neem’m

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op woensdag 21 september 1966 het volgende bericht over de pensionering van de Deeverse dorpsfiguur en schrijver en straatmaker Abe Brouwer.

Schrijver-straatmaker Abe Brouwer neemt afscheid van Diever
De Friese schrijver Abc Brouwer heeft afscheid genomen van de gemeente Diever, waar hij negen jaar straatmaker is geweest. Brouwer, die als gemeld met pensioen gaat en naar Friesland terugkeert, werd op de Cuituurzolder onder meer toegesproken door burgemeester J. C. Meyboom.
“Het werk dat je doet is pas goed als je het doet met ruime blik. Voor Brouwer was het niet een kwestie van de ene steen naast de andere leggen.”
De burgemeester zag in Brouwer de schrijver en de straatmaker naast elkaar: de materie en de geest tezamen.
Burgemeester Meyboom bood de heer Brouwer de straathamer aan, waarmee hij in Diever heeft gewerkt en mevrouw Brouwer bloemen. Tot de cadeaus, die de schrijver-straatmaker verder nog kreeg, behoorden een platenbon, een boek en een bureaulamp.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie toont dit bericht aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief, omdat Abe Brouwer in zijn Deeverse periode een belangrijke bijdrage aan het dorpsleven heeft geleverd, niet alleen als gemeentelijke straatmaker, maar ook als toneelspeler in het openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever. En omdat hij bijvoorbeeld voor een boerderijtje in Oll’ndeever in de bestrating een van zijn vele straatsteenfiguren aanbracht.
Zoals gebruikelijk bij dit soort gelegenheden hield burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees of Slimme Kees werd genoemd) weer een lulkoek-speech. 

Abe Brouwer is een Friese schrijver. Hij is geboren op 18 september 1901 in Bergumerheide. Hij is overleden op 18 maart 1985 in Franeker. Hij publiceerde romans, toneelstukken en gedichten in het Fries. Hij werd vertaald in het Nederlands en diverse andere talen. Vooral zijn romans trokken een breed lezerspubliek. Zijn roman De gouden swipe (1941) werd in 1994 verfilmd.
De redactie heeft hem en zijn vrouw persoonlijk gekend, toen hij in het huis met adres Veentjesweg 3 (nu Veentjesweg 5) in Deever woonde. Hij was een zeer aimabele man. Zij was een zeer aimabele vrouw.
De redactie probeert beetje bij beetje een dossiertje van Abe Brouwer aan te leggen. Als een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief daar een bijdrage aan kan leveren in de vorm van bijvoorbeeld het beschrijven van een persoonlijke ervaring met hem, dan is dat bij voorbaat bijzonder welkom. 

Posted in Abe Brouwer, Dorpsfiguur | Leave a comment

De Duutsers mögt’n mee mien fietse neet ofpakk’n

De redactie van ut Deevers Archief heeft in het verleden veel gecorrespondeerd met wijlen Roelof Jannes Smit. Nadat hij de redactie de tekst voor het bericht Monsters neem’m veur de melkfubriek van Deever had toegestuurd, stuurde hij een kopie van het door de Duitse bezetter in maart 1945 afgegeven bewijs (zie afbeelding 1), waarop stond dat zijn fiets niet in beslag mocht worden genomen. Want hij was vergeten die kopie mee te sturen met de tekst voor het genoemde bericht. Want in het genoemde bericht beschreef hij dat hij dat bewijs een keer aan een Duitse soldaat moest laten zien. De redactie van ut Deevers Archief citeert voor alle duidelijkheid eerst het betreffende stukje tekst uit het bericht Monsters neem’m veur de melkfubriek van Deever.

Monsters nemen in de Tweede Wereldoorlog
In de winter van 1944-1945 moest ik op een morgen naar Klaas Hofstee (Klaas van Sieger) in Oll’ndeever. Die was altijd vroeg met het melken. Ik was net na spertijd in het donker van huis gegaan. Bij de melkfabriek werd ‘halt’ geroepen. Ik was toen dertien jaar. Daar stond een gewapende Duitse militair. Ik moest hem uitleggen wat ik wilde gaan doen. Ik moest ook het kistje van de fiets halen. Hij controleerde de inhoud van het kistje en bekeek het monsterboekje.
Ik toonde hem mijn Bescheinigung, dat was het papier, waaruit moest blijken dat hij mijn fiets niet mocht afpakken. Een Bescheinigung werd verstrekt aan mensen die werkzaam waren in de voedselvoorziening.
In het laatste jaar van de oorlog respecteerden de Duitsers deze vrijstelling niet meer zo nauwkeurig. Zo kon het gebeuren dat je toch de fiets kwijtraakte. Ik mocht echter doorrijden.
Het was erg koud en ik was blij dat ik bij Klaas van Sieger in de warme stal kwam.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief.
Waren in Deever in de winter 1944/1945 Duitse soldaten ingekwartierd ? Vanwege de aanleg van de Frieslandriegel, de Duitse verdedigingslinie tussen Zwolle en Delfzijl in Overijssel en Drente ? En zo ja, waar, bij wie ?
Klaas Hofstee werd Klaas van Sieger genoemd, omdat zijn vader Sieger heette. Hij boerkte in de boerderij die tegenwoordig het adres Holtenweg 2 in Oll’ndeever heeft.
Hij, zijn vrouw en zoon Sieger, zijn in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw verhuist naar een boerderij in Dwingel. De boerderij aan de Holtenweg heeft vele jaren leeg gestaan.
Als zoon Sieger Hofstee dit bericht leest, dan verzoekt de redactie hem vooral te reageren op dit bericht !

Afbeelding 1 – Bewijs van vrijwaring van inbeslagname van een fiets.

Op het documentje staat het volgende.

Der Beauftragte des Reichskommissars für die Provinz Drenthe
Der Leiter Ernährung und Landwirtschaft
Bescheinigung
Das Fahrrad von
Name: R.J. Smit
Wohnung: Dieverbrug 2
Geburtsdatum: 8 . 4 . 1931
Personalausweis: —————
wird zu Durchführung von Arbeiten der Ernährungssicherung dringend benötigt.
Es darf daher von keiner Wehrmacht, S.S. onder sonstigen Dienststelle beschlagnahmt werden.
Assen, den 10 Marz 1945.

Op de Bescheinigung stond het stempel van Der Reichscommissar für die besetzten Niederländische Gebiete.

De vertaling van dit documentje luidt min of meer als volgt.

De commissaris, direct geplaatst onder de rijkscommissaris, in de provincie Drenthe
Het hoofd voeding en landbouw
Bewijs
De fiets van
Naam: R.J. Smit
Woning: Dieverbrug 2
Geboortedatum: 8  april 1931
Identiteitsbewijs: ————–
is dringend nodig om werk voor voedselzekerheid uit te voeren.
En mag daarom niet door de Wehrmacht, de S.S. of een andere instantie in beslag worden genomen.
Assen, 10 maart 1945.

Posted in Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Bee ut galasuvies heude ok un posselein’n botterpot

De megalomane burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees of Slimme Kees werd genoemd) bemoeide zich in 1957 ten zeerste en tot het uiterste en tot in het pietluttigste met de peperdure inrichting van het nieuwe gemeentehuis van de armlastige gemiente Deever an de brink van Deever. En tot die inrichting behoorde volgens burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees of Slimme Kees werd genoemd) ook een chique galaservies met gemeentewapen van Petrus Regout en Compagnons uit Maastricht. Voor minder deed hij het niet.

De redactie van ut Deevers Archief citeert uit het papieren blad Opraekelen 09/3 (september 2009) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, enkele eigen woorden van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees of  Slimme Kees werd genoemd) over het gemeentelijke galaservies:
In de kasten staan kopjes, schoteltjes, koffiekannen, theepotten, suikerpotten, melkkannetjes, koekborden, en gebakschoteltjes opgeborgen.

Maar burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees of Slimme Kees werd genoemd) vergat te vermelden dat zijn vrouw Nelly Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd Tante Nel werd genoemd) ook galaserviesspul voor het ontbijt en de lunch had besteld.

Want als de Shakespeare-burgemeester van Deever upon Kwasloot de Shakespeare-burgemeester van Stratford upon Avon op de cultuurzolder van het gemeentehuis aan de brink voor een klassiek Engels ontbijtje uitnodigde, dan kon Tante Nel hem het ontbijt met ham-and-eggs-and-bacon en butter toast natuurlijk niet op ordinaire HEMA-bordjes serveren.

En tot dat galaserviesspul behoorde ook de hier afgebeelde porceleinen botervloot, misschien behoorden nog wel één of twee botervloten tot dat servies. Wie het weet die mag het zeggen. Zie de afbeeldingen 1 en 2. Op de onderkant van de botervloot staat: Petrus Regout – Porcelein – Made in Holland.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Deeverse prullaria, Gemiente Deever | Leave a comment

Sjakie uut Spier in de Deeverse bos an de Heezeresch

Het met veel historisch waardevolle foto’s geïllustreerde artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ stond op bladzijden 10 en 11 van het tijdschrift Panorama, nr. 28 uit het jaar 1953. Dit artikel verscheen toen in 1953 de toneelvereniging Diever in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever het grappig bedoelde toneelstuk All’s well that ends well van de tamelijk onbekende Engelse toneelschrijver met de naam William Shakespeare over het voetlicht bracht.

Afbeelding 1

Shakespeare in de Drentse bossen
De toneelvereniging Diever gaf een succesvolle voorstelling van “Eind goed, al goed”.

Wij moeten u gelijk geven. Als men van William Shakespeare spreekt, denkt men niet automatisch aan dat kleine plaatsje in de Drentse bossen. Als we u verder vertellen, dat dit dorp van een goede vijftienhonderd inwoners dit jaar al aan zijn zevende Shakespeare-uitvoering toe is, zult u waarschijnlijk wel een wenkbrauw optrekken. Maar als we dan tot slot onthullen, dat de regisseur zijn koningen, graven, edellieden en prinsessen recruteert uit de rijen der doodgewone Dieveranen, dan knippert u zo langzaam aan wel met uw ogen.

Afbeelding 2
De tekst bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ luidt als volgt:

De gravin van Rousillon in haar dagelijkse omgeving. Als vrouw van een veearts en als moeder van twee kinderen heb je, dachten wij, toch een behoorlijk bezette dag. Mevrouw Van der Eijk-Gouda kon voor Shakespeare toch altijd nog wel een paar uurtjes vinden.

Toch vertellen wij u de zuivere waarheid. Het is eigenlijk begonnen met de komst van dokter Broekema. Toen deze toneel minnende heelmeester zich na de oorlog in Diever vestigde viel het hem op, dat er in de plaatselijke verenigingen lieden waren, die, onder deskundige leiding, heus wel iets op het toneel zouden kunnen bereiken.

Kort en goed: na een succesvolle uitvoering van ‘De verdwenen ring’ werd een toneelvereniging opgericht, waarvoor zich onmiddellijk vijftig inwoners aanmeldden.

“Maar waarom nu uitgerekend Shakespeare ?!”, riepen wij ietwat onthutst uit. Wij herinnerden ons de beroemde Engelse schrijver nog maar al te goed uit onze collegejaren. “Is dat voor een kleine gemeenschap als Diever niet een ietwat gewaagde greep ?”.

Afbeelding 3
Bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ staat de tekst:

Aan een opgebroken stuk weg in het bos ‘lag’  R. Zoer. Toen hij tegen ons begon te spreken, hadden wij, eerlijk gezegd, wel even moeite met zijn onvervalst Drents. Toch presteert deze jongeman het in ‘Eind goed, al goed’ de narrenrol voor het voetlicht te brengen. “Maar ik heb er wel hard op moeten leren”, vertrouwde hij ons toe.

Dokter Broekema, jongensachtig enthousiast, lachte breed. “Op het eerste gezicht lijkt uw bezwaar wel steekhoudend.”, zei hij. “Maar u ziet dan toch een paar belangrijke punten over het hoofd. Om te beginnen staat het al bij voorbaat vast, dat Shakespeare voor het grote publiek heeft geschreven. En ook toentertijd zal zijn publiek wel niet uitsluitend uit intellectuelen bestaan hebben. Vervolgens is het grote aantal personen voor mijn doel juist prettig. Als ik van mijn vijftig leden ieder jaar maar acht of tien personen kan laten optreden, zal de animo gauw verslappen. Nu heb ik allicht een kans, ze als edelman, schildknaap of soldaat te gebruiken. Dat houdt de belangstelling levendig. Daarbij komt nog, dat iedereen van Shakespeare op zijn eigen manier kan genieten. Er zullen er zijn, die de schoonheid van de tekst waarderen. Dat zijn er in Diever natuurlijk niet veel. Maar de anderen komen altijd nog aan hun trekken als zij kunnen kijken naar het spel zelf, de show, de costuums, de lichteffecten en de bijzonder romantische omgeving van ons openluchttheater.”

Afbeelding 4
De tekst bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ luidt als volgt:

Als Mariana en als hofdame vervult met juffrouw Thalé Botje, onderwijzeres in Wittelte, in het stuk van dit jaar maar liefst een dubbelrol. Misschien wilde ze daarmee het hoofd van de school, die maar één rol vervult, de loef afsteken.

We moeten bekennen dat hier wel iets in zat. En toen de burgemeester van Diever ons later op de dag een opgave deed van de successen uit vroegere jaren, moesten wij toegeven dat dokter Broekema de zaak juist gezien had. Als een plaatsje als Diever in 1952 met “As you like it” liefst zevenduizend tweehonderd en eenendertig toeschouwers weet te trekken, zegt dit toch wel iets.

Afbeelding 5
De tekst bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ luidt als volgt:

De niet gemakkelijke rol van Parolles, een volgeling van graaf Bertram, wordt zeer verdienstelijk vertolkt door de heer Van Elselo. Zijn dagelijkse boterham verdient deze Dieveraan met het bijhouden van de gemeentelijke administratie.

Het is zelfs een keer zover gekomen, dat toeschouwers, waarvoor geen zitplaats meer over was, eenvoudig in de bomen klommen. “Maar toen was de acoustiek opeens weg.”, lachte de heer Meyboom, de burgemeester van het toneeldorp. “We hebben het aantal zitplaatsen dan ook opgevoerd, zodat we nu ruim negenhonderd toeschouwers kunnen bergen.”

Afbeelding 6
Het bijschrift bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ luidt als volgt:
Naast deze
bibelebonse boterberg staat de heer Pieter Boelens. Zijn dagelijkse werk verricht hij in een zuivelfabriek. Maar ’s avonds gaat de witte overall uit om plaats te maken voor een rijk staatsiegewaad. Dan is hij plotseling de oude Dumain, een der edellieden van ‘Eind goed, al goed’.

En het meest sympathieke van het hele geval is misschien wel, dat alles met eigen krachten wordt ondernomen.
Het openluchttheater is door de spelers zelf aangelegd.
De costuums zijn door eigen krachten vervaardigd. “Vroeger hebben we ze wel eens gehuurd.”, vertrouwde mevrouw Meyboom ons toe. “Maar dat was zo schandalig duur, dat we zelf maar de handen uit de mouwen gestoken hebben. Op markten hier en daar kocht ik voordelige lappen gordijnstof, die dan met veel fantasie en geduld tot staatsiegewaden voor edelen en vorsten werden gemaakt. Een beetje handig moet je natuurlijk zijn. Neem nou deze kraag bijvoorbeeld. Aan deze kant is hij bestikt met sterren en figuren: een prachtkraag voor een edelman. De andere kant is gewoon grijs: een prima schouderkleed voor een soldaat.”

Afbeelding 7
Het bijschrift bij deze foto luidt:
Sietske
Hatzmann is met haar zeventien jaren al bijna een oude rot in het vak. Het klinkt wel niet erg complimenteus, maar hoe moet je iemand anders noemen, die al acht jaar meespeelt en nu als Diana haar tweede grote rol vervult ? We zijn benieuwd in welke rol we haar nog eens terug zullen vinden.

We begonnen zo langzamerhand iets te begrijpen van de toewijding, waarmee de spelers, de speelsters en de vele andere werkers achter de schermen hun liefhebberij verwezenlijkten. Moeilijkheden, die niet door een gezamenlijke inspanning overwonnen kunnen worden, schijnen er niet te bestaan.

De enige factor, waarover zelfs het heiligste enthousiasme geen zeggenschap heeft, is het weer. En gunstige weersomstandigheden zijn voor een uitvoering in de open lucht natuurlijk van het grootste belang.

Over het algemeen heeft Diever echter over medewerking van de weergoden niet te klagen. Avonden, zoals de zesentwintigste juni 1951, toen een onophoudelijke plasregen de pruiken doorweekte en de schmink met strepen van de gezichten van de spelers deed druipen, zijn uitzonderingen. Niet dat dit overigens de voorstelling onmogelijk maakte. De toeschouwers hadden hun goede geld betaald. Zij trokken hun jassen wat dichter om zich heen en bleven. En de spelers ? “Och de kleedkamers zijn droog.”, redeneerden zij, “Doorspelen dus.”

Afbeelding 8
Bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ staat de volgende tekst:

De gravin van Rousillon, de koning van Frankrijk en de edelman Lafeu horen verbaasd de avonturen aan van graaf Bertram.
Sinds de oprichting van de toneelclub in 1945 hebben al meer dan zevenentwintigduizend toeschouwers het openluchttheater bezocht. Geen slecht cijfer voor een klein plaatsje.

Kijk, dit kenmerkt wel de geest, die de toneelspelers van Diever bezielt. Zij hebben er iets voor over. Maandenlang nemen zij trouw de verplichtingen op zich van een streng repetitieschema. Iedere avond (en het kan in april of mei nog behoorlijk koud zijn) oefenen zij onder het alziend oog van dokter Broekema. Maar dan ook met het gevolg dat ieder jaar opnieuw weer duizenden en duizenden de tocht naar Diever geen verloren moeite vinden. En die toeschouwers hebben gelijk. De zeldzaam romantische omgeving van het openluchttheater brengt hen al dadelijk in een aparte sfeer. Een stemmig muziekje (weer een uitvinding van de onuitputtelijke geneesheer) vult handig de kleine tijdruimten tussen de verschillende scènes op en de lichtbundels van een dozijn spotlichten maken het geheel in één woord sprookjesachtig.

Afbeelding 9
De tekst bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ luidt als volgt:
De zieke koning van Frankrijk
krijgt hulp van de jeugdige Helena.
Onder de bezielende
leiding van dokter Broekema is dit nu al het achtste jaar, dat de toneelvereniging van Diever een groot klassiek werk opvoert. Het grote aantal personen, dat in Shakespeare’s stukken meespeelt, maakt dat praktisch ieder lid ’n kans krijgt.

U moet van ons niet verwachten, dat wij u een verantwoorde critiek op het stuk zelf geven. Natuurlijk kleven er tekortkomingen aan. Men kan niet verwachten dat een boerenzoon, die de hele dag hooi geladen heeft, ’s avonds nog kan lopen als een edelman. Men moet niet verwachten dat een onderwijzer op de hobbelige bosgrond kan schrijden als een vorst. Maar is dit eigenlijk belangrijk ? Wij vinden van niet. Wat wij waarderen is vooral het enthousiasme en de toneelliefde van de ingezetenen van Diever. En met deze geestdrift wensen wij de leraren, onderwijzeressen, de boerenzoons, de stratenmakers en de huismoeders van harte geluk. Als u deze maand nog in Drente komt, dient Diever op uw programma te staan.
K.L.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van het lezen van tekst op papier is, kan het hier getoonde artikel ook ten zeerste bewonderen op de bladzijde 7 tot en met 13 van het nummer 02/2 (juni 2002) van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blad zijn of dat papieren blad bij iemand in kunnen zien.

Inzake afbeelding 2
De redactie heeft in de openbare bronnen nog niet de voornamen van mevrouw A.D.M. van der Eijk-Gouda kunnen. vinden.
De familie Van der Eijk woonde an de Tusschendarp in Deever. In het huis wat aan de rechterkant van een ansichtkaart is te zien. De familie Wijnand van de Eijk vertrok aan het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw uit Deever.
De twee kinderen op de foto zijn de dochters Nelleke en Andy van der Eijk.

Inzake afbeelding 3
De straatmaker is Roelof Zoer. De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Roelof Zoer is bezig met het herstraten van de Bosweg.
De redactie herinnert zich dat hij ook voetbalde in V.V. Diever.

Inzake afbeelding 4
Zij was schooljuffrouw in Wittelte. Zij is geboren op 18 januari 1931 in Groningen. Zij is overleden op 31 mei 2021 op 90-jarige leeftijd in Haren. Zij woonde in Eelde. Zie het overlijdensbericht.
De foto is gemaakt in de Witteler skoele.

Juffrouw Thalé Botje was in het bezit van een originele afdruk van het negatief van deze foto.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek baar meer gegevens van haar.
Zij is te zien op een foto van de Witteler skoele uit het schooljaar 1952-1953.

Inzake afbeelding 5
Otte Franke van Elselo is geboren op 3 april 1908 in Hindeloopen. Hij is overleden op 11 september 1987 in Bergum.
Hij was commies ter secretarie van de gemiente Deever.
De foto is gemaakt in het oude gemeentehuis an de brink van Deever.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

Inzake afbeelding 6
Pieter Boelens is geboren in 1924 in Deever. Hij is overleden op 6 april 2009 in Meppel.
Hij was in 1947 melkcontroleur en blijkbaar in 1953 botermaker.
De foto is gemaakt in de zuivelfabriek aan het Moleneinde van Deever.

Hij was in het bezit van een originele afdruk van het negatief van deze foto.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

Inzake afbeelding 7
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Blijkbaar is de foto gemaakt in de ’telefooncentrale’ in het postkantoor an de Heufdstroate in Deever.

Inzake afbeelding 8
De rol van gravin van Rousillon, werd gespeel door mevrouw A.D.M. van der Eijk-Gouda.
De rol van zieke koning van Frankrijk werd gespeeld door Albertus Andreae, schoolmeester in Deever.
De rol van de oude edelman Lafeu werd gespeeld door Hendrik (Henk) Broer, schoolmeester in Wittelte

Inzake afbeelding 9
De rol van zieke koning van Frankrijk werd gespeeld door Albertus Andreae, schoolmeester in Deever.
De rol van de jeugdige Helena, pleegdochter van de gravin van Rousillon werd gespeeld door Jantien (Jantina) Figeland.

Afbeelding 10
De tekst bij deze foto in het artikel ‘Shakespeare in de Drentse bossen’ luidt als volgt:
Een scène uit ‘Eind goed, al goed’, een toneelstuk van Shakespeare, zoals dit door de enthousiaste inwoners van Diever voor het voetlicht wordt gebracht. De romantische omgeving van het openluchttheater geeft het spel een geheel eigen bekoring.

Posted in Alle Deeversen, Eup'mlogttheater, Eup’mlogtspel | Leave a comment

De ièste marretonloper komp uut Deever

De redactie van ut Deevers Archief komt bij zoektochten door oude kranten zo nu en dan merkwaardige – soms grappige – berichten – uut de gemiente Deever tegen. Op 13 januari 1853 verscheen in de Rotterdamsche Courant het volgende bericht over de voor die tijd formidabele prestaties van hardloper Klaas Klaster uut Deever.

Den 2 dezer werd ten huize van den kastelein J.H. Zoer, te Diever, tusschen eenige jonge lieden en zekeren Klaas Klaster, de volgende weddingschap aangegaan: Genoemde Klaster wilde aannemen, om den afstand van daar naar Dieverbrug en terug, zijnde 40 minuten, binnen het kwartier of 15 minuten af te loopen.
De weddingschap ging aan, en tot overtuiging dat hij ter bestemder plaats geweest was, moest hij zich ten huize van den heer H. Vroom aldaar vervoegen en pijpen van hem medenemen.
Na zijn vertrek waren 14 minuten verloopen, en men dacht, het is onmogelijk; maar ziet, de deur wordt geopend en de hardlooper verschijnt met de pijpen in de hand en men kon niet eens aan hem bespeuren dat hij hard geloopen had.
Den donderdag te voren is hij te gelijk met de diligence uit Meppel geloopen, en hoe men de paarden ook mogt aanzetten, men kon hem niet bijblijven; hij deed telkens de tolhekken voor hen open, voelde de paarden op de huid en zeide, dat, naardien hunne paarden er zoo goed uitzagen, zij toch niet hard konden loopen.
Van Diever. naar Assen en terug, zijnde 10 uren, loopt hij binnen 4 uren af.
Als hij aan het loopen is neemt hij een klein stokje in den mond en een ander in de hand, waarmede hij zich telkens om de beenen slaat.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Kastelein J.H. Zoer was Jan Hendriks Zoer. Hij werd ook wel Jan Hendriks Raggers genoemd. Hij was in 1853 kastelein, maar was bij zijn huwelijk boer, later arbeider, later winkelier, later koopman, later kastelein. Hij is geboren op 12 december 1810 in Deever. Hij is overleden op 19 februari 1876 op 65-jarige leeftijd in Deever. Hij trouwde op 17 mei 1834 in Deever met Aaltje Arents Keizer. Aaltje Arents Keizer is geboren op 8 september 1807 in Deever. Zij is overleden op 1 februari 1878 op 67-jarige leeftijd in Deever. De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar de standplaats van de woning/winkel/kroeg van Jan Hendriks Zoer.

In het artikel wordt de hardloper Klaas Berends Klaster genoemd. Hij is geboren op 18 september 1821. Hij is overleden op 2 april 1896 op 75-jarige leeftijd te Coehoorn in de gemeente Westerbork. Hij is een zoon van Berend Klaster en Geertje Hilberts. Arbeider Klaas Berends Klaster trouwde op 30 april 1853 in Deever met de boerenmeid Annigje (Anniggien) Beenen Kok. In 1853 was Klaas Berends Klaster 32 jaren oud.

Met H. Vroom wordt Hermannus de Vroome bedoeld. Hij was eigenaar van een tot café-logement omgebouwde boerderij vlak an de Deeverbrogge.

Laten we de afstand Deever-Assen-Deever voor het gemak en naar boven afgerond aanhouden op ongeveer 50 km, een stuk langer dan de afstand van de marathon. Dat zou betekenen dat Klaas Klaster die afstand met een gemiddelde van 12,5 km per uur kan hebben gelegd. Voor een lange-afstands-hardloper is dat voor die tijd bepaald geen slechte prestatie geweest, rekening houdend met het alleen lopen, het ontbreken van sportkleding, de slechte weg langs de vaart, het ongetwijfeld voor hardlopen ongeschikte schoeisel, het ontbreken van verzorging en begeleiding onderweg, het stoppen onderweg voor eten en drinken, wellicht ook het stoppen vanwege kramp, enzovoort. Voorwaar geen slechte prestatie van Klaas Klaster. Een dan te bedenken dat de eerste olympische marathon pas in 1896 in Athene is gelopen, 75 jaar na de geboorte van Klaas Klaster. In het stervensjaar van Klaas Klaster. Hij was zijn tijd ver vooruit.

 

Posted in Sport | Leave a comment

Ut hef an de Brogge wè wat dooi’n ekost

De redactie van ut Deevers Archief toont in dit bericht een aantal krantenberichten van verkeersongevallen op de kruising an de Deeverbrogge. Al vóór de Tweede Wereldoorlog was de kruising gevaarlijk, ook al waren toen de verkeersintensiteiten lager en de rijsnelheden lager.

In het Nieuwsblad van Friesland verscheen op 6 november 1939 een bericht (afbeelding 1) over een verkeersongeval op het gevaarlijke kruispunt an de Deeverbrogge.

Auto te pletter gereden
Dieverbrug, 3 november. Op het kruispunt alhier had eens weer een aanrijding plaats. Uit de richting Diever komend, wilde de vrachtrijder De Vrieze alhier, den rijksweg oversteken met zijn vrachtauto. Op hetzelfde moment naderde echter over den rijksweg met een behoorlijk gangetje een handelsreiziger in een personenwagen. Laatstgenoemde reed op den voorrangsweg. Hij kon den vrachtwagen niet meer ontwijken en reed zijn auto te pletter. Bovendien vloog de wagen ook nog in brand. Men wist het vuur evenwel te blusschen. Persoonlijke ongelukken kwamen wonderlijk genoeg niet voor.

Afbeelding 1

In de Opregte Steenwijker Courant van 8 juni 1955 stond het bericht ‘Bij verkeersongeval gedood’ (afbeelding 2) over een dodelijk ongeval op het levensgevaarlijke kruispunt an de Deeverbrogge.

Bij verkeersongeval gedood
Bij het kruispunt te Dieverbrug is goed uitkijken ten zeerste aangeraden. De bejaarde heer J. Hoogenkamp, oud-directeur van het PTT-kantoor te Harderwijk, zou dit kruispunt oversteken per bromfiets, maar weifelde even en werd toen door een uit de richting Meppel komende auto aangereden. Hij werd hierbij zo ernstig gewond, dat hij spoedig na het ongeval overleed.

Afbeelding 2

Op 3 juli 1956 stond in de Friese Koerier in het verslag van de op 2 juli 1956 gehouden vergadering van de raad van de gemiente Deever een berichtje (afbeelding 3) over het gevaarlijke kruispunt an de Deeverbogge over de aankoop van een voor verkeersdeelnemers uitzicht ontnemende woning aan de noordkant van de kruising. Deze woning is te zien op verschillende afbeeldingen in ut Deevers Archief, zie bijvoorbeeld de afbeelding van een ansichtkaart uit 1906.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief moet niet denken dat het gemeentebestuur onder leiding van Shakespeare-burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond vaak Slimme Kees werd genoemd) direct aan het slopen ging, nee de vroede vaderen gingen helemaal niet slopen, ze hebben het pand doorverkocht.

Raadsvergadering van 2 juli 1956
Besloten werd tot aankoop van een woning met bijbehorende grond van J. Benthem te Heerenveen voor de prijs van f. 12.000,-. Deze woning staat aan het kruispunt van wegen te Dieverbrug en zal na aankoop worden afgebroken, waardoor een belangrijke verbetering voor de verkeersveiligheid zal worden verkregen. Rijk en provincie zullen in deze aankoop waarschijnlijk bijdragen.

Afbeelding 3

Op 14 juni 1958 stond in de Friese Koerier in het verslag van de op 13 juni 1958 gehouden vergadering van de raad van de gemiente Deever het volgende (afbeelding 4) over de doorverkoop van het in juli 1956 gekochte perceel met woning.

Diever – De raad van deze gemeente heeft aan het rijk verkocht de zogenaamde uitzichthoek van het perceel noordwest van het kruispunt Dieverbrug. Na afbraak van de bestaande woning zal hier een sterk verbeterd uitzicht tot stand komen.

Afbeelding 4

Ook na het het slopen van de woning aan de noordwestkant van de gevaarlijke kruising an de Deeverbrogge bleef de kruising zeer onveilig voor het verkeer.

In de Friese Koerier van 5 augustus 1963 verscheen het bericht ‘Tussen brommer en auto tweemaal botsing’ (afbeelding 5) over twee ongelukken op het gevaarlijke kruispunt an de Deeverbrogge.

Tussen brommer en auto tweemaal botsing
Dieverbrug – Zaterdag deden zich op het kruispunt bij hotel Blok twee verkeersongevallen voor. In alle twee gevallen waren een bromfiets en een personenauto betrokken.
’s Morgens reed de bromfietser H. S. uit Veendam op het rijwielpad langs de rijksweg in de richting Assen. Op hetzelfde moment kwam een personenauto, bestuurd door de heer W. V. uit Ennepetale (Duitsland) uit Meppel en sloeg af naar Diever, waarbij hij geen voorrang verleende aan de bromfietser. Het gevolg was een botsing. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. De bromfiets werd zwaar, de auto licht beschadigd.
’s Middags naderde uit de richting Diever een bromfiets met duopassagier; de bestuurder kwam uit Bergum. Na voor het voorrangsbord te hebben gestopt reed de bromfietser de rijksweg op. Een uit de richting Meppel komende personenauto, waarvan de bestuurder uit Den Haag afkomstig was, kon een botsing niet voorkomen. Ook in dit geval deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. De bromfiets werd zwaar, de auto vrij ernstig beschadigd.

Afbeelding 5

In afbeelding 6 is het kruispunt op de in 1964 uitgegeven herziene versie van de topografische kaart te zien. De zichtbeperkende woning op de hoek van de weg van Deever hen de Deeverbrogge en de rijksweg aan de noordkant van de kruising an de Deeverbrogge is niet meer ingetekend. Er zit een periode tussen de werkelijke opname en de feitelijke uitgave van de kaart. De redactie van ut Deevers Archief heeft daarom nog niet precies kunnen vaststellen wanneer de woning is afgebroken. In elk na de verkoop van de woning in 1958 aan de Rijkswaterstaat, maar vóór de opnamedatum van de in 1964 uitgegeven kaart. De redactie schat voor het gemak in dat de woning in 1961 is afgebroken. Maar ook ná 1961 bleven de ongelukken gebeuren.

Afbeelding 6

In afbeelding 7 is het kruispunt op de in 1986 uitgegeven herziene versie van de topografische kaart te zien. Er zit een periode tussen de werkelijke opname en de feitelijke uitgave van de kaart.
Door de aanpassing van de aansluiting van de weg van Deever hen de Deeverbrogge kwam de aansluiting recht tegenover de weg hen Dwingel te liggen, waardoor de kruising een stuk veiliger werd.

Afbeelding 7

In het Nieuwblad van het Noorden verscheen op 8 december 1988 het bericht ‘Engels souvenir’ (afbeelding 8) over het met verkeerslichten opgeknapte gevaarlijke kruispunt an de Deeverbrogge.

De redactie van ut Deevers Archief heeft nog niet kunnen achterhalen op welke datum de verkeerslichten op de gevaarlijke kruising an de Deeverbrogge in gebruik zijn genomen. Met het in gebruik nemen van deze verkeersregelinstallatie – de eerste in de gemiente Deever – kwam eind 1988 een einde aan een jarenlange reeks van verkeersongevallen ter plekke.

Engels souvenir

Het opgeknapte kruispunt met de Rijksweg in Dieverbrug heeft onlangs een Engels tintje gekregen. Een van de hoeken is ‘versierd’ me een echte Engelse telefooncel. Wie echter het idee mocht hebben van hieruit te kunnen telefoneren, komt bedrogen uit, want er zit geen telefoon in. Het is een ‘reclamestunt’ van een antiekboerderij in Dieverbrug (foto Peter Kuiper)

Afbeelding 8

De hier afgebeelde zwart-wit foto (afbeelding 9) is gemaakt tijdens de officiële ingebruikname van de verkeersregelinstallatie op de kruising an de Deeverbrogge. Dat was toch wel weer een mooi eerste keer momentje. Dat is toch wel weer een mooi fragmentje uit de geschiedenis van de gemiente Deever. De redactie van ut Deevers Archief wil bijzonder graag weten wanneer deze foto is gemaakt, wie de maker van deze historisch waardevolle foto is en wie op de foto staan.

Afbeelding 9

In deze afbeelding (afbeelding 10) is het kruispunt an de Deeverbrogge op de in 1995 uitgegeven herziene versie van de topografische kaart te zien. Er zit een periode tussen de werkelijke opname en de feitelijke uitgave van de kaart.

Afbeelding 10

In deze afbeelding (afbeelding 10) is het kruispunt an de Deeverbrogge op de in 1997 uitgegeven herziene versie van de topografische kaart te zien. Er zit een periode tussen de werkelijke opname en de feitelijke uitgave van de kaart.

Afbeelding 11

Op woensdag 10 november 1999 verscheen in ut Deeverse Blattie (jaargang 53, nummer 45) het nieuwsberichtje. ‘Nieuwe rotondes open voor verkeer’ (afbeelding 12).

Nieuwe rotondes open voor verkeer
De drie nieuwe rotondes die in opdracht van de provincie in Zuidwest Drente zijn aangelegd worden geopend voor het verkeer. De rotonde bij Wapserveen is op maandag 8 november open gesteld. De rotonde bij Dwingelo en Dieverbrug worden op vrijdag 12 november in gebruik genomen. Bij de rotonde bij Dieverbrug zal het verkeer tot 19 november aanstaande door middel van verkeerslichten worden geregeld.

Afbeelding 12

In afbeelding 13 is het verkeersknooppunt an de Deeverbrogge op de in 2002 uitgegeven herziene versie van de topografische kaart te zien. Er zit een periode tussen de werkelijke opname en de feitelijke uitgave van de kaart.
Op het hier afgebeelde kaartfragment is de in november 1999 in gebruik genomen rotonde an de Deeverbrogge voor het eerst ingetekend. Dat is toch wel weer een mooi eerste keer momentje. Dat is toch wel weer een mooi fragmentje uit de geschiedenis van de gemiente Deever. Dus de stoplichten op de kruising an de Deeverbrogge hebben ongeveer van november 1988 tot november 1999 dienst gedaan.

De redactie vindt het uiterst merkwaardig dat in het hoofdstuk ‘De weg langs de vaart’ in het boek An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever geen aandacht is besteed aan de geschiedenis van het kruispunt an de Deeverbrogge.

De redactie vindt het uiterst merkwaardig dat in het hoofdstuk ‘Dieverbrug’ in het boek Fragmenten uit het verleden van de vroegere gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever geen aandacht is besteed aan de geschiedenis van het kruispunt an de Deeverbrogge.

Afbeelding 13

Posted in An de Deeverbrogge, Verkeer en vervoer | Leave a comment

De klaant’n drinkt dom’miet koffie in de kantine

De toneelvereniging Diever is voornemens in 2025 – het liefst vóór het toeristenseizoen – bij het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever een foyertje, zeg maar een kantinetje, zeg maar een ontmoetingsruimtetje, te bouwen en een bestaande overkapping te verbouwen tot schuur.

De totale hoeveelheid bouwseltje, frutseltjes en fratseltjes die hierdoor binnen het terrein van de toneelvereniging zal ontstaan en de bouwhoogte van de bebouwing zijn niet in overeenstemming met de regels van het geldende bestemmingsplan. Derhalve diende de toneelvereniging Diever – nota bene – al op 30 november 2023 bij de ambtenaartjes van de gemeente Westenveld een aanvraag in voor een omgevingsvergunning. Te verlenen volgens de uitgebreide procedure, want het geldende bestemmingsplan moet worden aangepast.

In de huis-aan-huis-krant met de naam Westervelder van woensdag 13 november 2024 – let wel – bijna een jaar ná de vergunningaanvraag van de toneelvereniging Diever – staat in de informatierubriek van de gemeente Westenveld een advertentie (zie afbeelding 1) waarin het college van burgemeester en wethouders aankondigt voornemens te zijn de toneelvereniging Diever een zo genoemde omgevingsvergunning voor het bouwen van een foyertje, zeg maar een kantinetje, zeg maar een ontmoetingsruimtetje, en het uitbreiden van de bijgebouwen op het terrein van de toneelvereniging Diever, gelegen aan de Shakespearebrink (de vroegere Bolderbrink) an de Heezeresch bee Deever, te willen verlenen. Dat is wel een heel erg lange zin.

Elk zichzelf respecterend bestuur van een professioneel theatergezelschap heeft in zijn theater een ruime foyer, zeg maar een ruime kantine, zeg maar een ruime ontmoetingsruimte. De bulkend rijke toneelvereniging Diever, die door wil groeien naar een professioneel theatergezelschap, kan en mag dus absoluut niet achterblijven. Dus bedachten voorzitter de heer Peter Sloot (iene van skoelmeister Berend Sloot en Nel Marinissen uut Wapse) en de zijnen een prestigieus mini-foyertje, een waarlijk architectonisch hoogstandje. Wellicht bedacht de heer Peter Sloot (iene van skoelmeister Berend Sloot en Nel Marinissen uut Wapse) de noodzaak van het foyertje tijdens een inspirerende vakantie op Ibiza.

Een foyer is een ruimte die meestal gelegen is tussen de binnenkomstruimte en de ruimte waar de voorstelling wordt opgevoerd. Dat is bij het foyertje op het terrein van de toneelvereniging Diever niet het geval. Zie afbeelding 6.

Het aanstaande foyertje zal niet alleen worden gebruikt voor verpozing van de klanten tijdens de pauze, maar ook voor verpozing van de klanten vóór en ná de voorstelling. Het aanstaande foyertje van de toneelvereniging Diever heeft slechts een oppervlakte van 140 m², goed voor ten hoogste 100 klanten, maar dan wel volgepropt. Al die honderden andere klanten moeten buiten blijven. De afbeeldingen 2 en 3 suggereren dat de opvoering van toneelstukken in de twee theaters nauwelijks door klanten wordt bezocht. En het verandaatje houdt al helemaal niet over

De redactie van ut Deevers Archief is van verbazing van zijn stoel gevallen, toen hij vernam dat het foyertje grotendeels van hout zal worden gemaakt. Hier gaat een geweldige kans gemist worden. Het bouwplan moet worden gewijzigd. In het foyertje mag wel hout worden gebruikt, maar veel minder dan voorzien. Maar het hout dát gebruikt gaat worden moet wel biobased hout uut de Deeverse bos zijn. En bij voorkeur hout uit het perceeltje bos grenzend aan het terrein van de toneelvereniging Diever. Bij de bouw moeten vooral andere biobased materialen worden toegepast en absoluut geen cement, staal en beton. Biobased is het nieuwe modewoord. De ijverige ambtenaartjes van de gemeente Westenveld hebben van dat modieuze biobased wel heel erg hun mond vol. Maar laten ze eerst bij zichzelf beginnen, voordat ze anderen daarmee lastig vallen.

Dus de boeren in de gemiente Deever waren al eeuwen biobased bezig met hun rieten daken zonder ook maar het flauwste idee van biobased te hebben. En die boerderijen hadden gebinten van plaatselijk eikenhout, die gebinten gaan honderden jaren mee. Die boerderijen bestaan nog steeds. En ze woonden in hun boerderijen nota bene op lemen vloeren. Forward to the past.

Maar ja, het dak van het foyertje in de brandgevaarlijke Deeverse bos met brandgevaarlijk biobased riet bedekken is natuurlijk ook geen keuze. En het dak van het foyertje bedekken met bitumineus dakleer is volgens de biobased-indoctrine al helemaal uit den boze. En golfplaten zakken ook voor het biobased-examen. En dan is het ook nog eens zo dat in de tijd van William Shakespeare cement, staal en beton nog niet als als bouwmaterialen werden gebruikt, maar wel bijvoorbeeld koeie- en paarde- en schapemest en leem  Forward to the past.

Dus de bitterarme arbeider die meer dan 100 jaar geleden in ut Deeverse of Wapser of Woaterse veld met man en macht in één nacht een mini-micro-woning, zeg maar een hut, bouwde van wat oude planken, boomstammetjes, heideplaggen, riet en leem was pas echt biobased bezig, die was zijn tijd ver vooruit. Forward to the past.

Dus heer voorzitter Peter Sloot (iene van skoelmeister Berend Sloot en Nel Marinissen uut Wapse) van de toneelvereniging Diever kan met een biobased foyertje geweldig de aandacht trekken van al die tienduizenden klanten van het openluchttheater. Jaar in jaar uit. Maar dan moet het foyertje niet alleen biobased, maar ook ecologisch, conceptueel, circulair, duurzaam, geprefabriceerd, demonteerbaar, recyclebaar, hernieuwbaar, fossielvrij en stikstofvrij zijn gebouwd.

Het bestuur van de toneelvereniging Diever wil met het foyertje het verblijf van zijn klanten in het openluchttheater aangenamer maken. En heeft niet tot doel meer klanten te trekken ? Dat is niet erg zakelijk als het de bedoeling is door te groeien naar een semi-professioneel of  professioneel theatergezelschap. Dus het aantal te parkeren auto’s zal ook niet toenemen ?

En het foyertje van de toneelvereniging Diever zal ook worden gebruikt voor het ontvangen van personen die erg belangrijk worden gevonden of zichzelf erg belangrijk vinden. Dus dan zullen de gewone vet entreegeld betalende klanten niet welkom zijn in het foyertje. Dan doet voorzitter Peter Sloot (iene van skoelmeister Berend Sloot en Nel Marinissen uut Wapse) de deuren dicht. Dan zal Jan Publiek als vanouds in de pauze zijn bak koffie en zijn stuk warme dampende padvindersrookworst in het donker in de gezonde buitenlucht moeten nuttigen. Maar ja, dat was Jan Publiek al meer dan 75 jaar gewend, dat is de aantrekkelijkheid van dit openluchttheater. Forward to the past.

Als tijdens het graven in de grond archeologische vondsten worden gedaan, dan moet dit met geschwinde spoed en in gestrekte draf worden gemeld aan de ambtenaartjes van de gemeente Westenveld, dan moeten de werkzaamheden direct stil worden gelegd, teneinde terstond oudheidkundig onderzoek te kunnen gaan doen. Dat dan weer wel. En de redactie van ut Deevers Archief gunt het de top-amateur-speerpunten-en-klingen-zoeker van Deever ook wel, dat hij wordt ingeschakeld bij zo’n onderzoek. Forward to the past.

Afbeelding 1 – Advertentie in de Westervelder van 13 november 2024.

Afbeelding 2
Een kunstzinnige indruk van het centraal liggende ontmoetingszaaltje met kleine overkapte veranda.

Afbeelding 3
Een kunstzinnige indruk van het centraal liggende ontmoetingszaaltje met een kleine overkapte veranda.
Aan de rechterkant is een redelijk stukje van het cirkelvormige overdekte theatertje te zien.

Afbeelding 4
Een kunstzinnige indruk van het centraal liggende ontmoetingszaaltje met een kleine overkapte veranda.
Aan de rechterkant is nog net een stukje van het cirkelvormige overdekte theatertje te zien.

Afbeelding 5
De omtrek van het kadastrale plangebied van de toneelvereniging Diever an de Heezeresch is met een blauwe lijn aangegeven.

Afbeelding 6
De toneelvereniging Diever bouwt haar terrein aan de Heezeresch steeds verder vol met niet bij elkaar passende bouwseltjes en frutseltjes. Het is een architectonische chaos.

Afbeelding 7
De plaats van het foyertje is rood omcirkeld. Het foyertje komt tussen het nog steeds niet overdekte openluchttheater en het cirkelvormige onderdaktheater te staan.

Posted in Eup'mlogttheater, Eup’mlogtspel | Leave a comment

Dieuwke Kollewijn hef ut dreeloek eskildert

In het christelijke weekblad De Spiegel verscheen op 6 juni 1959 het door Koen Kappenburg geschreven artikel Waarom accepteerde Diever het door Voorburg verstoten drieluik over het door de voogdij van de hervormde kerk in Voorburg geweigerde drieluik van kunstenares mevrouw Dieuwke Aalbers-Kollewijn, dat kwam te hangen in het kerkgebouw van de hervormde gemeente an de brink van Deever. Een afbeelding van het drieluik is helaas niet te vinden in het fotoalbum van de hervormde kerkgemeente van Deever/Dwingel.

De redactie toont in dit bericht een in 1959 gemaakte zwart-wit foto van het vijf meter brede en drie meter hoge drieluik, teneinde de hiervoor vermelde omissie van de hervormde kerkgemeente van Deever/Dwingel enigszins goed te maken. Zie afbeelding 4. De Haagse eigenaar schonk het schilderstuk aan de voogdij van de hervormde kerkgemeente van Deever. Het drieluik werd in 1959 opgehangen aan de zuidelijke muur van de in de kerk ingesloten geraakte gemeentelijke toren. Daar hangt het nog steeds. Maar de grote vraag is: is de naam van het drieluikschilderij ‘Wees uw broeders hoeder’ ?

De redactie toont in dit bericht ook een in 1959 gemaakte zwart-wit foto van de toen 41-jarige mevrouw Dieuwke Aalbers-Kollewijn. Zie afbeelding 3.

In het artikel in het tijdschrift De Spiegel stond bij de hier afgebeelde foto (afbeelding 1) het volgende erg subjectieve bijschrift:
Diever vindt het maar wat interessant om een zo veelbesproken schilderij is het kerkgebouw te hebben. Leden van de vrouwenverenigingen, die de kerk voor de officiële opening schoon maakten, luisterden geïnteresseerd naar de uitleg van Dieuwke Aalbers-Kollewijn.

Op de hier afgebeelde zwart-wit foto (afbeelding 1) zijn de volgende personen te zien;
1.  Geertje Santing-van Wester;
2.  Aaltje Westerveen-Thijen;
3.  Klaasje Hartsuiker-Bolding;
4.  Cornelis Seinen;
5.  Jantina Stapel-Bellijn;
6.  Wilhelmina (Mina) Thalen-Geerts;
7.  Roelofje Vrielink;
8.  Aaltje Hunneman-Kleene;
9.  Dieuwke Aalbers-Kollewijn

Afbeelding 1                                                                       Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Alle Deeversen, Kaarke an de brink, Kuunst | Leave a comment

De olde Deeverse sluus bee de olde Deeverse brogge

Op de hier afgebeelde zwart-wit foto is de olde holt’n Deeverse sluus met vlak daarachter de vaag zichtbare olde Deeverse dreebrogge te zien. De neeje stien’n Deeverse sluus werd op ongeveer 235 meter benedenwaarts van de olde Deeverse sluus gebouwd. Op 4 oktober 1880 werd met de nieuwe Deeverse sluus voor het eerst geschut en deze voor de scheepvaart in gebruik gesteld. Vervolgens – terwijl de scheepvaart tijdelijk was gesloten – werd de olde Deeverse sluus geheel afgebroken en opgeruimd. Van bij de afbraak vrijgekomen herbruikbare bouwstoffen werd een beschoeiing langs de löswal gemaakt.

Op de hier afgebeelde zwart-wit foto is aan de linkerkant tussen de sluis en de brug bij de leilinden achter de sluiswachterswoning nog net het dak van het café-logement van Hendrik Benthem, de vader van Sjoert Benthem, te zien. De redactie moet nog precies uitzoeken wie in 1878 de bewoners van de huizen en de boerderijen op de hier afgebeelde zwart-wit foto waren. De redactie kan daarbij best wel de hulp van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief gebruiken.

De  hier afgebeelde foto is in de loop van 1878 gemaakt. De redactie heeft het vermoeden dat fotograaf Freiherr Friedrich Julius von Kolkow uit de Stad Groningen de foto van de situatie bij de olde holt’n Deeverse sluus in opdracht van de Rijkswaterstaat heeft gemaakt. De hier afgebeelde zwart-wit foto zal hopelijk aanwezig zijn in de fotocollectie Rijkswaterstaat van het Nationaal Archief in ‘s Gravenhage.

De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op zondag 18 december 2022.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto ook ten zeerste bewonderen op bladzijden 305 van het boek Fragmenten uit het verleden van de vroegere gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat kilo’s zware papieren boekwerk zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto ook ten zeerste bewonderen op de bladzijde 187 van het boek An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 16 van Opraekelen 10/4 (december 2010), het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blad zijn of dat papieren blad bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3 – (© Ut Deevers Archief – 18 december 2022 – Alle rechten voorbehouden)

Posted in Deeverse brogge, Deeverse sluus, Kopplètie | Leave a comment

Vivos voco, mortuos plango, fulmina frango

De organisatie van de studentenwerkkampen vonden in 1934 een geschikt geacht project in de Deeverse bos. De studenten werden gehuisvest in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
In allerlei kranten en tijdschriften verscheen de aankondiging van het derde studentenwerkkamp, ditmaal in de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief toont hier als voorbeeld de aankondiging die op 4 mei 1934 in nummer 15 van jaargang 11 van het Utrechts Studentenblad met de titel Vivos Voco stond.

Nederlands studentenwerkkamp 1934
Het heeft de kampleiding mogen gelukken dit jaar een bijzonder geschikt object te verkrijgen, zoodat reeds thans de gelegenheid tot inschrijving als deelnemer kan worden geopend.
Het kamp zal gehouden worden in de nabijheid van Diever (Drente), alwaar dwars door een heuvelachtig, deels beboscht terrein een weg moet worden aangelegd, welke een verbinding zal vormen tusschen 2 bestaande wegen. Gedurende 9 weken zal hieraan kunnen worden gewerkt.
De deelneming staat slechts open voor hen, die aan een universiteit of hoogeschool studeeren. Voor meisjes-studenten is er een beperkt aantal plaatsen: zij zullen namelijk onder toezicht van een kampleidster zorgen voor het eten van de mannelijke deelnemers.
Evenals vorige jaren zullen ook eenige buitenlanders meewerken.
Het kamp wordt gehouden van 8 juli tot en met 8 september en zal bestaan uit 3 etappen van 3 weken elk, welke dus beginnen op 8 juli, 29 juli en 19 augustus. Men kan zich alleen opgeven voor den duur van één etappe. Het kampgeld zal voor de drie weken 15 gulden bedragen.
Voor aanmelding en inlichtingen kan men zich wenden tot den kampsecretaris: C. G. L. J. Kuster, Karei de Jardinstraat 57, Amsterdam-Zuid.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op kerkklokken stond/staat vaak ‘vivos voco, mortuos plango, fulmina frango’, dat wil zeggen ‘ik roep de levenden, ik beween de doden, ik breek de bliksem’. De grote toneelschrijver Henrik Ibsen zou die woorden kunnen hebben bedacht.

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Slimme Kees wol ut dreeloek wè grèèg anneem’m

In het christelijke weekblad De Spiegel verscheen op 6 juni 1959 het door Koen Kappenburg geschreven artikel ‘Waarom accepteerde Diever het door Voorburg verstoten drieluik’ over het omstreden drieluik van kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn in het kerkgebouw van de hervormde gemeente an de brink van Deever. Een afbeelding van het drieluik is niet te vinden in het fotoalbum van de hervormde kerkgemeente van Deever/Dwingel.

De redactie van ut Deevers Archief toont in dit bericht van elke pagina van het artikel in De Spiegel een grote en een kleine afbeelding. De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor het gemakkelijker lezen van de tekst van het artikel in De Spiegel en het bekijken van een groter formaat van de afbeeldingen in het artikel in de Spiegel graag naar het bericht Slimme Kees hef Deever opeknapt mit un dreeloek.

De redactie wil de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief ook graag verwijzen naar een belangwekkende gegevensrijke bladzijde op het internet.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van artikelen op papier is, kan het hiee getoonde artikel ook ten zeerste lezen en bewonderen op de bladzijde 19 tot en met 27 van Opraekelen 01/3 (september 2001), het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blad zijn of dat papieren blad bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1 – Eerste bladzijde van het artikel                 Afbeelding 2 – Tweede bladzijde van het artikel
Afbeelding 3 – Derde bladzijde van het artikel                 Afbeelding 4 – Vierde bladzijde van het artikel

Afbeelding 5 – Eerste bladzijde van het artikel in De Spiegel.

Afbeelding 6 – Tweede bladzijde van het artikel in De Spiegel.

Afbeelding 7 – Derde bladzijde van het artikel in De Spiegel.

Afbeelding 8 – Vierde bladzijde van het artikel in De Spiegel.

Posted in Kaarke an de brink, Kuunst | Leave a comment

Theo Rutgers en Jantina Figeland speult Ibsen

In de Heerenveensche Koerier verscheen op 19 mei 1949 het volgende korte berichtje over de opvoering van het toneelstuk Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) van de Noorse toneelstukkenschrijver Henrik Ibsen in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever. Zie afbeelding 2.

Peer Gynt te Diever.
In het openluchttheater te Diever zullen in de komende zomer vier opvoeringen worden gegeven van Ibsen’s toneelspel Peer Gynt. Deze opvoeringen zullen weer geheel geschieden met eigen krachten. Men meent goede vertolkers voor de rollen van Peer Gynt en Solvejg te hebben gevonden. Er heeft één vroege opvoering plaats voor scholieren en wel op 23 juni; de andere opvoeringen zullen worden gegeven op 7, 16 en 27 juli.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Op de hier afgebeelde zwart-wit foto zijn te zien van links naar rechts:
Dirk Theodorus (Theo) Rutgers in de rol van Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt);
Jantien (Jantina) Figeland in de rol van de Groene Vrouw;
Antje Dijkstra in de rol van Opperkobold;
Achter en rechts van Antje Dijkstra staan kobolds. De rol van kobold werd gespeeld door de jongedames:
Grietje Bakker, Trijntje Davids, Janna Houwer, Marietje Kruize, Hillie Offerein, Janna Offerein, Annie Seinen, Aaltje Smidt, Hillie Smit, Janna Smit en Annigje Vierhoven.
De redactie weet helaas niet wie van deze elf jongedames op de hier afgebeelde zwart-wit foto staat. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier wel duidelijkheid over verschaffen ? Bijvoorbeeld kinderen van de hiervoor genoemde jongedames, die deze foto in het album van hun moeder hebben gezien ? Je weet maar nooit !

Toneelvereniging Diever voerde in 1949 met veel succes het enige niet door William Shakespeare geschreven stuk in haar geschiedenis op. Het was het buitengewoon moeilijk speelbare stuk Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) van Henrik Ibsen.
De nog jonge zeer talentvolle dominee Dirk Theodorus (Theo) Rutgers, die toen nog in de pastorie aan de brink van Deever woonde, speelde de rol van Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) op fenomenale wijze.
De nog zeer jonge en zeer talentvolle Jantien (Jantina) Figeland, die toen in café Brinkzicht aan de brink van Deever woonde, speelde de rol van de Groene Vrouw op fenomenale wijze.

De nog negentienjarige Antje Dijkstra speelde de rol van opperkobold. De redactie heeft in de openbare bronnen geen recensies van haar spel kunnen vinden. Zij is geboren op 4 oktober 1926. Zij trouwde met Lambertus (Bertus) Koning. Zij woont/woonde in Delden. De redacties is in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Janna Houwer is geboren op 9 augustus 1931 in Wapse. Ze trouwde met Albert Harreveld. Ze woont/woonde in Nieuwleusen. In juli 1947 was ze 16 jaren oud.
Janna Offerein is geboren op 15 augustus 1932 in Wapse. Zij is overleden op 12 april 2022 in Möppel. Zij was getrouwd met Jans Smidt. In juli 1947 was ze 14 jaren oud.
Aaltje Smidt is geboren op 12 augustus 1930 in Deever. Zij is overleden op 19 september 2020. Ze trouwde met Hendrik Offerein. Ze woonden in Deever. In juli 1947 was ze 16 jaren oud.
Janna Smit is geboren op 1 maart 1931 op Kalter’n. Zij trouwde met Jan Kappe. Zij woonde na haar trouwen in Oll’ndeever. In juli 1947 was ze 16 jaren oud.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar (meer) gegevens van de dames die de rol van kobold speelden. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan gegevens ?
De redactie verwijst naar enige berichten, die hij heeft geschreven over de uitvoering van het toneelstuk Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt). De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief klikke daartoe op het onderwerp Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt).

Henrik Ibsen behandelt in het toneelstuk Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) het leven van een eenvoudige boerenzoon, die alle denkbare avonturen beleeft voor hij als oude man terugkeert in zijn geboortestreek en sterft.
Het speelt zich af in de bergen van Noorwegen, tussen dorpelingen en kobolds, in Marokko, onder de Bedoeïenen, in een gekkenhuis in Kaïro en aan boord van een schip.
Als jonge man verleidt Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) een bruid op haar trouwdag, wordt verliefd op Solvejg, een jong meisje dat op de bruiloft is, en moet vluchten. Hij komt terecht bij de kobolds, en verwekt een kind bij de Groene Vrouw.
Dan bouwt hij een hut voor zichzelf in de bergen, waar Solvejg hem vindt en hem belooft dat ze altijd van hem zal houden. De kobolds komen hun rechten opeisen en weer moet Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) vluchten. Solvejg belooft op hem te wachten. Vele jaren later komt Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) terug in de hut om te sterven en vindt daar tot zijn vreugde Solvejg, die haar hele leven op hem gewacht heeft. Haar liefde verlost hem van zijn zonden en hij sterft in haar armen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Dirk Theodorus (Theo) Rutgers speelde de rol van Peer Gynt;
Mevrouw Joop Veentra, de echtgenote van Dirk Theodorus (Theo) Rutgers, speede de rol van Solvejg.


Afbeelding 3
Dirk Theodorus (Theo) Rutgers is op 29 januari 1922 geboren in Leeuwarden als zoon van assistent-accountant Johannes Rutgers en Inne Rippen.


Afbeelding 4

Afbeelding 5

Posted in Alle Deeversen, Eup’mlogtspel, Henrik Ibsen, Peer Gynt | Leave a comment

De meule van Oll’ndeever sunder stelling

In het Duits-gezinde periodiek Drentsch dagblad (officieel orgaan voor de provincie Drenthe) verscheen in de Tweede Wereldoorlog op 24 december 1942 het volgende korte bericht over molen De Vlijt in Oll’ndeever.
Diever. Toen de molenaar Jansen zijn molen, een zogenaamde kruier, op den wind wilde zetten, bezweek plotseling de stelling. Alles liep zonder ongelukken goed af. De molen echter heeft een vreemd aanzicht gekregen.
Zie afbeelding 2.

Dus de hier afgebeelde zwart-wit foto van de molen zonder stelling is in elk geval ná 24 december 1942 gemaakt. De redactie van ut Deevers Archief  schat in dat de foto is gemaakt tussen 1945 en 1950.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de foto nauwkeuriger dateren ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bekend met deze foto.
De redactie wil in dit bericht graag vermelden wie de maker van deze historische waardevolle foto is.
De redactie weet niet of de hier afgebeelde foto de voorkant van een ansichtkaart heeft gesierd of dat het zo maar een foto was.

Maar let vooral ook op de akker met rogge op de Westeresch vlak bij de molen. Hoe nostalgisch wil je het eigenlijk hebben ?

De redactie vermeldt voor de goede orde dat hij de hier afgebeelde foto heeft overgenomen uit de webstee van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. De redactie is deze vereniging daar bij voorbaat voor erkentelijk.

Afbeelding 1

Afbeelding 2 – Bericht in het Drentsch dagblad (officieel orgaan voor de provincie Drenthe) van 24 december 1942.

Posted in Meule van Oll’ndeever, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Un pèèr beriggies over de student’nwaarkkaamp’m

De redactie van ut Deevers Archief heeft een niet-limitatief aantal krantenberichten over het studentenwerkkamp, dat in 1934, 1936 en 1937 was gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in ut Olde Willemsveld in de Olde Willem, opgenomen in ut Deevers Archief. De redactie heeft deze krantenberichten in chronologische volgorde in dit bericht weergegeven.

Studentenwerkkamp 1931

Dit studentenwerkkamp werd georganiseerd in de gemeente Havelte, dus niet in de gemiente Deever.

Studentenwerkkamp 1932

Dit studentenwerkkamp werd georganiseerd in Bakkeveen, dus niet in de gemiente Deever.

Studentenwerkkamp 1933

In 1933 is geen studentenwerkkamp georganiseerd, vanwege het ontbreken van een geschikt project.

Studentenwerkkamp 1934

De organisatie van de studentenwerkkampen vonden in 1934 een geschikt geacht project in de Deeverse bos. De studenten werden gehuisvest in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
In veel kranten en tijdschriften verscheen de aankondiging van het derde studentenwerkkamp, ditmaal in de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief toont als voorbeeld de aankondiging die op 4 mei 1934 in nummer 15 van jaargang 11 van het Utrechts Studentenblad met de titel Vivos Voco stond.
Zie ook het bericht Vivos voco, mortuos-plango, fulmina-frango.

In de krant Het Volk verscheen op 2 juni 1934 een  bericht over de resultaten van de zoektocht naar sponsoren voor het studentenwerkkamp, dat gehouden ging worden in de Deeverse bos, waarvan de deelnemers gehuisvest gingen worden in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht See kwaam’m nog wat geld tekötte veur ut kaamp.

In de krant Het Volk van 8 juni 1934 verscheen een bericht over de organisatie van en de deelname aan het studentenwerkkamp van onder meer dertig buitenlandse studenten. De studenten worden ondergebracht in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht Buut’nlaanders koomt ok hen ut student’nwaar’kkaamp.

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 22 juni 1934 een artikel, waarin een en ander helder wordt uitgelegd over het ontstaan en het doel van de studentenwerkkampen in Nederland.
Zie ook het bericht De organisasie van ut daarde student’nwaarkkaamp.

In de krant Het Volk verscheen op 6 juli 1934 een bericht over de voorbereiding van een studentenwerkkamp in Diever, dat wil zeggen dat de studenten ondergebracht zouden worden in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht Ut student’nwaarkkaamp gunk in 1934 wè deur.

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 14 juli 1934 een bericht over het studentenwerkkamp in Diever, lees het studentenwerkkamp, waarvan de studenten waren gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht Ut Student’npad is veur un diel ut Jeud’npad.

In het periodiek De Avondpost van 17 juli 1934 verscheen een foto van studenten aan het werk. Deze foto heeft omstreeks die datum in heel veel periodieken gestaan.
Zie ook het bericht Un skiere foto van ut student’nlaandmeetwaark.

In het tijdschrift ‘Eigen-erf: geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drente’, jaargang 10, nummer 18, 20 juli 1934, verscheen een foto van studenten aan het werk bij de aanleg van een zandweg met fietspad door de Deeverse bos.
Zie ook het bericht See möss’n mit de krooie en de skuppe waark’n.

In het periodiek De Standaard verscheen op 17 augustus 1934 een bericht over het studentenwerkkamp, dat was gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem. In het periodiek Christelijk Dagblad voor Nederland – De Amsterdammer verscheen op 18 augustus 1934 hetzelfde bericht.
Zie ook het bericht Studiosi Iuvare Delectamur regelde de waarkkaamp’m.

In het ‘Leeuwarder Nieuwsblad: goedkoop advertentieblad’ verscheen op 23 augustus 1934 het bericht over de organisatie van weer een studentenwerkkamp in de boerderij De Uilenhorst in ut Olde Willemsveld in de Olde Willem.
Zie ook het bericht Ut daarde student’nwaarkkaamp.

In het Algemeen Handelsblad van 8 september 1934 onder de rubriek Onderwijs verscheen een artikel van de heer Jan Zuijderhoff over de studentenwerkkampen, die ondergebracht waren in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht De gedeenkplèète bee de Wilemienebaarke.

In het geïllustreerde familie-weekblad voor Groningen en Noord-Drenthe met de titel ‘Het Noorden in woord en beeld’ verscheen op 14 september 1934, in jaargang 10, in nummer 26, op de bladzijden 16 en 17, een fotoverslag van het studentenwerkkamp, dat was gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht Un fotovuslag van ut student’nwaar’kkaamp 1934.

Studentenwerkkamp 1935

De uitnodiging voor deelname is wel gepubliceerd, maar dit studentenwerkkamp in de Olde Willem is vanwege gebrek aan belangstelling niet georganiseerd.

Studentenwerkkamp 1936

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op maandag 20 juli 1936 een kort bericht over het te organiseren studentenwerkkamp op de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht Roggemiet’n bee de boerdereeje De Uilenhorst.

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 11 augustus 1936 verscheen een bericht over de tweede fase van de aanleg van een zandweg door studenten op de grens van de bosschen van de Nederlandsche staat en de bosschen van de N.V. Maatschappij Het Landgoed Berkenheuvel.
Zie ook het bericht De grond was deurgreuit mit worg en bente.

Studentenwerkkamp 1937

In het periodiek De Nederlander verscheen op donderdag 25 februari 1937 een  kort bericht over het studentenwerkkamp in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Zie ook het bericht Ut student’nwaarkkaamp in De Uilenhorst.

In de Provinciale Noord-Brabantsche en ’s Hertogenbossche Courant van 30 augustus 1937 stond een foto van studenten in het studentenwerkkamp bij de boerderij De Uilenhorst
Zie ook het bericht Roggemiet’n bee de boerdereeje De Uilenhorst.

In het periodiek De Standaard verscheen al op 23 februari 1937 de uitnodiging voor deelname in augustus 1937 aan een te houden studentenwerkkamp in de Deeverse bos.
In het periodiek Nieuwsblad van Friesland verscheen op 4 augustus 1937 een bericht over de activiteiten van de studenten van het studentenwerkkamp in de Olde Willem.

In het periodiek Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 31 augustus 1937 een ander bericht over de activiteiten en de sluiting van het studentenwerkkamp in de Olde Willem.
Zie het bericht Ut student’nwaarkaamp in de Olde Willem in 1937.

Studentenwerkkamp 1938

De uitnodiging voor deelname is wel gepubliceerd, maar dit studentenwerkkamp in de Olde Willem is vanwege gebrek aan belangstelling niet georganiseerd.

Studentenwerkkamp 1939

De uitnodiging voor deelname is wel gepubliceerd, maar dit studentenwerkkamp in de Olde Willem is vanwege gebrek aan belangstelling niet georganiseerd.

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Un fotovuslag van ut student’nwaarkkaamp 1934

In het geïllustreerde familie-weekblad voor Groningen en Noord-Drenthe met de titel ‘Het Noorden in woord en beeld’ verscheen op 14 september 1934, in jaargang 10, in nummer 26, op de bladzijden 16 en 17, het volgende fotoverslag van het studentenwerkkamp, dat was gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem. Zie afbeelding 1.

Het studentenkamp
Het “Studenten-Werkkamp” heelt dit jaar wederom emplooi gevonden bij Diever. Het is een onderdeel van de internationale vereeniging voor studentenhulp, zes jaar geleden in het leven geroepen. Werken, die anders niet uitgevoerd zouden worden, zijn reeds door deze vereeniging verricht, bijvoorbeeld een rijwielpad tusschen Havelte en Wapserveen, terwijl men zich zeker ook de foto’s zal herinneren, die we gaven uit Bakkeveen.
Thans is men bezig een verbindingsweg aan te leggen tusschen Diever en de rijksweg langs het kanaal. Hij gaat dwars door hei, dennen, door hoog en laag. Men moet graven, nivelleeren, uitdiepen, hakken, ophoogen, alles zwaar en pittig werk, waarbij het Boschbeheer goede diensten bewijst. De wegbreedte wordt 17 meter, de lengte 3 kilometer. Het zal met berkenbeplanting, rijwielpad en rijweg een mooi geheel vormen, te oordeelen naar het 3e deel, dat al gereed is.
Niet alleen Nederlandse studenten arbeiden hier, maar ook buitenlandsche.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van foto’s op papier is, kan de afbeeldingen 2 tot en met 9 ook ten zeerste bewonderen op de bladzijden 7 tot en met 16 van Opraekelen 11/4 (december 2011), het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blad zijn of dat papieren blad bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1
Het fotoverslag
Afbeelding 2
Deze foto geeft een overzicht van het bereikte resultaat.

Afbeelding 3
De foto laat zien, hoe een aanstaande dokter later uit ervaring zal kunnen meepraten over het zandkruien !

Afbeelding 4
Op De Uilenhorst, een boerderij die naar Duitsch model is gebouwd, houdt men verblijf. Dat is de centrale plaats voor eten en slapen, voor conversatie en rust.

Afbeelding 5
Met het houweel er op los! Stronken en boomwortels moeten verwijderd worden en gemakkelijk gaat dat nu juist niet !

Afbeelding 6

De slaapzaal op De Uilenhorst. ’s Winters is dit de koestal, maar dat zal niemand hier thans merken ! Ruim, luchtig en zindelijk is alles.

Afbeelding 7

Hoogten worden afgegraven en met het verkregen materiaal laagten en kuilen volgeworpen.

Afbeelding 8
Tekst bij de in de cirkel afgebeelde foto:
Voorganger bij de arbeid, voorganger bij het eten ! In alles is de kampleider een goed voorbeeld !
Grage magen ! We hoorden, dat men wel driemaal zooveel verorberde als in gewone omstandigheden.
Om 8 uur brood en thee; om half drie warm eten; om 7 uur boterhammen.
Nog vóór vijven is ’t “opstaan” en de dagtaak duurt tot half twee !

Afbeelding 9
De kampmoeder met haar zeven helpsters hebben haar verblijf boven, maar we geven deze dames, ook allen student, hier druk bezig aan haar dagelijksch en verantwoordelijk werk. Er is veel te zorgen voor al de grage magen, wier bezitters echter nimmer ongeduldig mopperen, want de geest in de “huishouding” is perfect.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Miet'n, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Un skiere foto van ut student’nlaandmeetwaark

Eén foto kan meer vertellen dan een top-amateur-historicus van de Historische Vereniging Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, in een zeer achtenswaardige verhaal van meer dan 2000 woorden op een jaarvergadering kan vertellen.
Let wel, mind you, nota bene, vestig hier uw aandacht op:
De Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever bestaat 30 jaar in november 2024. Nog 20 jaar volhouden, dan kan bij koningin Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria het predikaat koninklijk worden aangevraagd.
Let wel, mind you, nota bene, vestig hier uw aandacht op:
De redactie van ut Deevers Archief stelt wel voor de historische lezing in de jaarvergadering om te dopen in ‘de Koene Gerritsen-lezing’. Koene Gerritsen was mede-oprichter en eerste voorzitter van de Historische Vereniging Diever. Dan kan in de aankondiging van de jaarvergadering bijvoorbeeld staan: De prestigieuze Koene Gerritsen-lezing zal dit jaar worden verzorgd door de heer Fred Jansen; zijn lezing heeft als titel ‘
‘De gemeente Diever in de Tweede Wereldoorlog’.
Maar wat let het bestuur van de Historische Vereniging Diever om op andere tijdstippen van het jaar een lezing te organiseren ? 

De bijgaand afgebeelde zwart-wit foto van zwoegende studenten, een landmeter en een baakhouder was in 1934 erg populair bij redacties van kranten. Het was in juli 1934 blijkbaar komkommertijd en de bladzijden moesten toch worden gevuld met ogenschijnlijk nieuws.
De hier afgebeelde foto stond in de volgende periodieken:
– De-Avondpost van 17 juli 1934;
– Haagsche Courant van 17 juli 1934;
– Rotterdamsch Nieuwsblad van 17 juli 1934;
– Bredasche Courant van 18 juli 1934;
– Delftsche Courant van 18 juli 1934;
– Provinciale Geldersche en Nijmeegsche-Courant van 18 juli 1934;
– En mogelijk aan de aandacht van de redactie van ut Deevers Archief ontsnapte periodieken.

De studenten, die in 1934, in de periode van 8 juli tot 28 juli of van 29 juli tot 18 augustus of van 19 augustus tot en met 8 september, deel namen aan het studentenwerkkamp, waren gehuisvest in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem. De studenten werkten in de Deeverse bos aan de aanleg van een 3 kilometer lange en 17 meter brede zandweg, van de Woaterseweg hen de Pastoorssaandweg an de Gowe, zeg maar van A naar B, zeg maar van Nergens naar Nergens.
In dwarsprofiel moest de weg, kijkend in de richting van de Pastoorszandweg an de Gowe, van rechts naar links gaan bestaan uit een berm, een berkensingel, een berm, een fietspad, een berm, een berkensingel, een berm, een sloot, een berm, een berkensingel, een berm, een zandweg, een berm, een berkensingel en een berm.
Elke simpel denkende aannemer van grondwerken had de organisatie van het studentenwerkkamp en de overheidsorganisatie Staatsboschbeheer kunnen vertellen dat het aanleggen van een 3 kilometer lange en 17 meter brede weg door geaccidenteerd terrein met zo weinig onervaren handkracht, slecht gereedschap, zonder machines, nooit in 9 weken aangelegd kon worden. En dat terwijl het graafwerk voor de sloot niet door studenten, maar door te werk gestelde werklozen uit de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woaterseweg in de Olde Willem moest worden gedaan.
De organisatie van het studentenwerkkamp had het project moeten faseren. De eerste en enige fase had dan bijvoorbeeld en uitsluitend kunnen bestaan uit het aanleggen van een berm, een berkensingel, een berm, een fietspad, een berm, een berkensingel en een berm. Want niemand in Deever of an de Gowe zat te wachten op die geplande kaarsrechte nieuwe drie kilometer lange (later de verharden ?) zandweg in de Deeverse bos.
Maar wie ging de berken in al die berkensingels planten ? De studenten ? Waren die berken op voorraad ? En wanneer moesten die berken worden geplant ? Het liefst staat een berk op een zonnige plaats. De berk kan ook halfschaduw verdragen. De beste periode voor het planten van een berk is tussen oktober en juni, maar in die periode van het jaar zaten de studenten te zwoegen in de collegezalen.
En zelfs de uitvoering van die eerste en enige fase zou in die negen weken studentenwerkkamp voor die drie elkaar opvolgende ploegen onervaren aanstaande doktertjes, advokaatjes, econoompjes en ingenieurtjes, al een uiterst zware klus zijn geweest.

Het onderschrift bij de hier afgebeelde foto luidt als volgt.
Ten behoeve van het studentenwerkkamp te Diever wordt door de studenten dwars door een heuvelachtig, deels beboscht terrein een weg aangelegd, welke de verbinding zal vormen tusschen twee reeds bestaande wegen.

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

See möss’n mit de krooie en de skuppe waark’n

De zo genoemde studentenwerkkampen werden in de gemiente Deever in 1934, 1936 en 1937 georganiseerd. De deelnemende studenten werden ondergebracht in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in het Olde Willemsveld in de Olde Willem. De wel aangekondigde werkkampen in 1935, 1938 en 1939 gingen vanwege onvoldoende deelnemers niet door.

In het tijdschrift ‘Eigen-erf: geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drente’, jaargang 10, nummer 18, 20 juli 1934, was de hier afgebeelde foto van studenten aan het werk bij de aanleg van een zandweg met fietspad door de Deeverse bos te bewonderen. Zie afbeelding 1.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De studenten werkten in de Deeverse bosch aan de aanleg van een 3 kilometer lange en 17 meter brede zandweg, zeg maar van de Woaterweg hen de Pastoorssaandweg an de Gowe, zeg maar van A naar B, zeg maar van Nergens naar Nergens, maar wel in de bosschen van de Nederlandsche staat (de Nederlandsche belastingbetaler) op de grens met de bosschen van de N.V. Berkenheuvel.
In dwarsprofiel moest de 17 meter – dus voor de Deeverse bos wel erg brede – weg, kijkend in de richting van de Pastoorssaandweg an de Gowe, van rechts naar links gaan bestaan uit een berm, een berkensingel, een berm, een fietspad, een berm, een berkensingel, een berm, een sloot, een berm, een berkensingel, een berm, een zandweg, een berm, een berkensingel en een berm.
Achteraf kroop het aapje uit het mouwtje van de door de Nederlandsche staat (de Nederlandsche belastingbetaler) ingeschakelde immer onberekenbare beheerder Staatsboschbeheer. Het ging in feite niet om de aanleg van die 17 meter – dus voor de Deeverse bos wel erg brede – zandweg met fietspad, maar in feite en eerst om de aanleg van een zeer veilige 17 meter brandgang/brandsingel. 
De berken in de vier singels van de 17 meter brandgang, op de grens van de dennebosschen van de Nederlandsche staat en de dennebosschen van de N.V. Berkenheuvel, zouden minder brandbaar dan dennen zijn en zouden bij brand het overslaan van kroonvuur in de dennen tegengaan.
De beheerder Staatsboschbeheer en mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van de N.V. Berkenheuvel, hebben dit ongetwijfeld bekokstoofd. En de beheerder Staatsboschbeheer stelde het project in 1934 ter uitvoering beschikbaar aan de organisatie van het studentenwerkkamp. Zo kon het project goedkoop met gratis studentenspierkracht worden uitgevoerd. Mit de krooie en de skuppe.

De fotograaf, die de maker van de foto’s voor het fotoverslag in het geïllustreerde familie-weekblad voor Groningen en Noord-Drenthe met de titel ‘Het Noorden in woord en beeld’  (14 september 1934, jaargang 10, nummer 26, bladzijden 16 en 17), is ongetwijfeld ook de maker van de hier afgebeelde foto.

Het bijschrift bij de hier afgebeelde foto luidt als volgt 
In de provincie Drente werd vorige week onder de gemeente Diever een studentenwerkkamp geopend, waar zoals de naam reeds aangeeft, het aangename met het nuttige wordt verenigd. De aanleg van een fietspad door de prachtige bosschen is een nuttig werkobject.

Afbeelding 1

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Ut student’nwaarkaamp in de Olde Willem in 1937

In de Olde Willem werden in 1934 en 1936 een studentenwerkkamp in de Deeverse bos georganiseerd. Zie de diverse berichten in ut Deevers Archief. Het studentenwerkkamp ging in 1935 niet door vanwege gebrek aan deelnemers.
In het periodiek De Standaard verscheen al op 23 februari 1937 de uitnodiging voor deelname in augustus 1937 aan een te houden studentenwerkkamp in de Deevers bos. De studenten zullen hun intrek nemen in de koestal achter de boerderij De Uilenhorst in het Olde Willemsveld in de Olde Willem.

Nederlands studentenwerkkamp.
Ter voltooiing van het in 1934 begonnen werk, zal ook dit jaar een werkkamp worden gehouden. Het kamp is gelegen in de nabijheid van Diever (Drente), alwaar dwars door een heuvelachtig, deels beboscht terrein, een weg moet worden aangelegd, welke een verbinding zal vormen tusschen twee bestaande wegen. Gedurende zes weken zal hieraan gewerkt worden.
De deelneming aan het kamp staat slechts open voor hen, die aan een universiteit of hoogeschool studeeren. Voor meisjesstudenten is er een beperkt aantal plaatsen; onder toezicht van een kampleidster zorgen ze dan voor het eten van de mannelijke deelnemers.
Evenals vorige jaren werken ook eenige buitenlandsche studenten mee.
Het kamp wordt gehouden van 11 Juli tot en met 21 Augustus en bestaat uit twee etappes van drie weken elk, beginnende op 11 Juli en 1 Augustus. Men kan zich slechts opgeven voor één étappe.
Voor inlichtingen gelieve men zich te wenden tot den kampsecretaris: C. G. L. J. Küster, Geulstraat 15, Amsterdam-Zuid.


In het periodiek Nieuwsblad van Friesland verscheen op 4 augustus 1937 het volgende bericht over de activiteiten van de studenten van het studentenwerkkamp in de Olde Willem.

Studentenwerkkamp te Diever.
Diever, 2 augustus. Dezer dagen heeft een studenten-werkkamp wederom zijn intrek genomen in de schuur, staande achter de boerderij De Uilenhorst, in het Oude-Willemsveld, welke toebehoort aan het Staatsboschbeheer.
In tegenstelling met de jaren 1934 en 1936 zal dezen zomer slechte één kamp hier werk verrichten. De deelnemende studenten van verschillende faculteiten zijn afkomstig uit de universiteitssteden Leiden, Groningen, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam, terwijl tevens een Franschman uit Elzas Lotharingen, een West-Indiër, een Pool en twee Zwitsers aan het kamp zullen deelnemen.
De werkzaamheden van de kampen van de beide vorige jaren betroffen het aanleggen van een weg, welke eigendom ie van het Staatsboschbeheer en die niet alleen een goede verbinding met den straatweg Diever-Wateren vormt, doch die tevens dienst doet als brandsingel voor de belendende bosschen van het landgoed Berkenheuvel. De aanleg is gedeeltelijk in werkverschaffing geschied. Naast dezen weg bevindt zich een fietspad, dat aan weerszijden beplant ie en in goed berijdbaren toestand verkeert.
Eensdeels doordat genoemde weg bijna gereed is, anderdeels in verband met het aantal deelnemers, dat vergeleken met andere jaren, toen er respectievelijk drie en twee kampen kwamen, kleiner ie, houdt men zich thans bezig met de verbetering van diverse rijwielpaden, welke in de richting Smilde leiden.
De werkzaamheden vangen ’s morgens om 6 uur aan en eindigen ’s middags om half twee, zoodat per dag ongeveer 7½ uur wordt gearbeid. Het overige gedeelte van den dag wordt doorgebracht met sport, zwemmen enzovoort, terwijl ook fiets- en wandeltochten worden georganiseerd.
Het initiatief tot de oprichting der werkkampen is genomen door de International Student Service, terwijl de organisatie van dit kamp berust bij de Amsterdamsche Studentenvereeniging, welke tevens de voorbereidingsmaatregelen treft. Het doel der werkkampen is, de studenten in de gelegenheid te stellen, zich eenigszins op de hoogte te stellen van den aard van lichamelijke werkzaamheden, alsmede den studenten een aangename ontspanning te bezorgen in hun vacantie.
Voorts dient te worden vermeld, dat het Staatsboschbeheer in velerlei opzicht medewerking verleent, onder andere door werkobjecten en een verblijfplaats ter beschikking van de kampen te stellen, waardoor voor organisatoren de mogelijkheid van slagen der kampen aanmerkelijk grooter wordt. Mits de weersgesteldheid tijdens hun verblijf gunstig ie, zal het ongetwijfeld een genotvolle vacantie voor de studenten zijn, terwijl een goede verstandhouding er zeer zeker door wordt bewerkstelligd.


In het periodiek Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 31 augustus 1937 het volgende bericht over de activiteiten en de sluiting van het studentenwerkkamp in de Olde Willem.

Diever.
Het studentenwerkkamp gesloten.
Het Studenten-werkkamp in deze gemeente, waarvan voor eenigen tijd melding is gemaakt, is voor dit jaar weer beëindigd. Een 30-tal studenten – waaronder 9 dames – van verschillende nationaliteit, hebben weer van de gelegenheid geprofiteerd om in de buitenlucht en gezonde omgeving eenigen tijd grondwerkzaamheden te kunnen verrichten. Hoewel het aanvankelijk de bedoeling was dat er twee etappen zouden komen, is het dit jaar bij één gebleven. Men is dan ook niet begonnen met den weg waaraan vorige jaren was gewerkt, en die nu voltooid zou worden, maar men heeft zich dezen tijd bezig gehouden met het aanleggen en verbeteren van rijwielpaden bijlangs verschillende wegen.
Zoo zijn paden aangelegd in het Dieverveld, toebehoorende aan het Staatsboschbeheer, verder vanaf de boerderij “Uilenhorst” over de zogenaamde Hoogeweg langs de Kolonievaart in de richting Appelscha en vanaf de boerderij in de richting Smilde. De paden zijn mooi aangelegd, hetgeen voor wielrijders een heele verbetering beteekent. De werkzaamheden werden onder leiding van het Staatsboschbeheer uitgevoerd.
De studenten die hun nachtverblijf in een modelschuur bij de boerderij “Uilenhorst” hadden – hierin was ook de eetzaal en keuken ondergebracht – waren ’s morgens al vroeg om circa vijf uur op. Er werd om zes uur aangevangen met het werk. Men werkte ongeveer acht uur, terwijl de overige tijd werd benut voor sport zooals tennissen, voetbal, en dergelijke. Zoo werden in dien tijd nog voetbalmatchen gespeeld tegen vereenigingen uit Smilde, Appelscha en Oosterwolde.
De dames-studenten zorgden voor de inwendige versterking en lieten zich overigens ook niet onbetuigd in het beoefenen van sport.

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

De gedèènkplèète bee de Willemienebaarke

In het Algemeen Handelsblad van 8 september 1934 onder de rubriek Onderwijs verscheen het volgende artikel van de heer Jan Zuijderhoff over de studentenwerkkampen, die ondergebracht waren in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Staatschboschbeheer heeft de boerderij De Uilenhorst door de laatste jaren heen heel geleidelijk en stiekem aan gesloopt, nu staat ter plekke nog een tijdje een kleine ruïne. Het is de bedoeling van Staatschboschbeheer om op de cultuurgronden rond de langzaam verdwijnende boerderij cultuurnatureluur tot stand te brengen.
In het artikel beschrijft de verslaggever dat ter gelegenheid van de koninginnedag een eenzaam berkenboompje te wijden als Wilhelminaberk. Dus de grote vraag is of die Wilhelminaberk met gedenkplaat nog bestaat. 

Het Studenten-werkkamp
Hoe het er toegaat
Nut en genoegen van lichamelijken arbeid

De heer Jan Zuijderhoff schrijft ons:
Het Handelsblad is destijds zoo vriendelijk geweest de op schrift gestelde enthousiaste indrukken van mijn deelneming aan het Eerste Nederlandsche Studenten-Werkkamp (1931) op te nemen.
Werkzaamheden in de maatschappij verhinderden mij, deel te nemen aan een van de volgende kampen. Dit jaar kon ik mij gelukkig niet geheel onbetuigd laten en kon ik aan een zakenreis verbinden een dag en een nacht overblijven op het Studenten-Werkkamp.
Het kwam zoo uit dat ik niet eerder dan tegen het vallen van den avond den fietstocht van Assen naar Diever, onder welke gemeente ‘de Uylenhorst’ – de boerderij waarop het kampement van het Studenten-Werkkamp is gevestigd – kon aanvaarden. Ik had mij al voorbereid op een nacht onder den blooten hemel; het was trouwens een mooie nacht.
Toch was het een uitkomst, dat ik een tot binnengaan lokkend Amerikaansch uitziend  ‘restaurant’ aan den weg binnenging, omdat deze daad mij in aanraking bracht met den eigenaar, den heer Punter, die terstond zich bereid verklaarde den weg te wijzen.
Intusschen kwamen we toch, ondanks de hindernissen, nog eerder in het kamp dan ik dacht ! Hoe heerlijk vredig en fantastisch mooi in den maneschijn lag de eenzame boerderij van het Werkkamp midden in de hei !
Het was inmiddels bij elven geworden; zoodat de meeste kampers reeds ter stal waren gegaan in den letterlijken zin des woords. Maar daar mijn komst verwacht werd, was er in het woonlokaal – waartoe de dorschkamer was gepromoveerd, terwijl de zolder erboven als slaapruimte voor de meisjes was ingericht – toch nog eenig vertier te bekennen, oergezellig had men die woonruimte gemaakt.
De brandende groote kaarsen, die zoo maar in een waschblik geplant waren, gaven aan dit eenvoudige witgekalkte lokaal met simpele schragen en banken, een bijna heilige stemming. Wat dennegroen en de groote dubbele tochtdeur droegen intusschen zeker bij tot deze wondere stemming. Maar per slot was het werkkamp – waarvoor de deelnemers het pension tegen kostprijs betaalden, dus nog geld moesten toebetalen inplaats van loon te ontvangen – niet begonnen om ‘sfeer’, maar om kameraadschappelijken handenarbeid in de buitenlucht.
Om vijf uur werd reveille geblazen. En tegen half zes was het heele kampement buiten. Het was Koninginnedag, en zoo werd de dag begonnen met het plechtig hijschen van de driekleur in tegenwoordigheid van alle kampers en onder het zingen van het Wilhelmus. Na deze plechtigheid fietsten dé jongens naar het werk. De meisjes zorgden inmiddels voor het ontbijt, dat ze twee uur later op het werk zouden brengen om het daar gezamenlijk met de jongens te nuttigen.
Het werk bestond dan in het aanleggen van een weg door de hei. Een uiterst klein gedeelte van een groot werkverschaffings project van Staatsboschbeheer voerden de studenten uit. Men was bezig met behulp van kipkarren zand te verplaatsen om de goede niveauhoogte te verkrijgen.
Het werk werd na een poosje voor een half uur onderbroken voor het gemeenschappelijke ontbijt met de meisjes op het werk.
En omdat het nu juist Koninginnedag was, werd daarna de gelegenheid benut om een eenzaam berkenboompje op het nieuwe pad te wijden – een berkenboompje dat men bij het uitkappen van het dennenbosch, waardoorheen het pad gemaakt werd, met opzet had laten staan – als ‘Wilhelminaberk’. Mr. R. S. s’Jacob, de leider van de derde etappe van het kamp, sprak bij deze wijding eenige toepasselijke woorden.
De ‘kampma’, de studente Janna de Keijzer, onthulde de gedenkplaat. Daarop gingen de meisjes weer terug naar het kampement; de jongens werkten voort totdat de dagtaak van 7 uur volbracht was, sneller dan we dachten. Hoe kon het ook anders ? Men werkte kameraadschappelijk en zag langzaam maar zeker het werk vorderen. Ligt hierin niet een groote voldoening ?
Het werken was ook mij weer best bevallen. Het is wel geen geroutineerde vakarbeid, maar er schuilt een merkwaardige voldoening in dit soort handenarbeid in de buitenlucht, waarbij men bij het doorbreken van de zonnewarmte steeds meer kleeren uitdoet en ten slotte ten minste bij goed warm weer met ontbloot bovenlijf werkt. Men voelt op die oogenblikken, dat sport goed beschouwd een surrogaat is voor de natuurlijke behoefte aan lichamelijken arbeid in de buitenlucht.
Het speet mij dan ook echt, dat ik niet enkele dagen weer student onder de studenten kon zijn. Student op zijn best. Want in het Studenten Werkkamp kent men geen groote politiek en geen studentenpolitiek.
De studentenvereeniging ‘Studiosi Iuvare Delectamur’ en het Nederlandsch Comité van de International Student Service hebben het kamp op touw gezet.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

De journalist fietste van Assen naar Deever en vandaar via de Bosweg – met een tussenstop in Paviljoen Berkenheuvel – en de Olde Willemsweg naar ‘de Uilenhorst’ . Wel een flinke omweg, want hij had ook bij de Hoogersmilde die andere Bosweg af kunnen fietsen en dan de Olde Willemsweg kunnen nemen.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van berichten op papier is, kan het hiervoor weergegeven bericht  ook ten zeerste lezen op de bladzijden 13, 14, 15, 16 en 17 van Opraekelen 11/4 (december 2011), het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blad zijn of dat papieren blad bij iemand in kunnen zien.


Abracadabra-293

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Miet'n, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

De kiender van de Wapser skoele in juni 1940

De onderwijzers en de leerlingen van de Wapser schoele zijn in juni 1940, kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, bij de Wapser skoele op de foto gezet. Vooral de kinderen die geboren zijn vóór 1930 zullen zich het leven in Wapse in de Tweede Wereldoorlog nog goed kunnen herinneren of kunnen hebben herinnnerd.
Het is misschien wel de enige foto van de onderwijzers en de leerlingen van de Wapser skoele, die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog is gemaakt.
De hier afgebeelde zwart-wit foto (afbeelding 1) was aanwezig in de verzameling van mevrouw Jantje Vrielink-Heiblom. Zij staat op de hier afgebeelde foto. Mevrouw Jantje Vrielink-Heiblom kon zich gelukkig van iedere onderwijzer en iedere leerling de naam herinneren.
De hier afgebeelde foto (afbeelding 1) is ook opgenomen in het boekje ‘Reünie Openbare Basisschool Ten Darperschoele – 22-08-1992’. De redactie van ut Deevers Archief zou wel bijzonder graag in het bezit willen komen van een goede scan van dit boekje.

Opvallend veel leerlingen op de hier afgebeelde foto van de Wapser skoele zijn overleden ten tijde van de corona-pandemie in 2020-2022.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Dit is een uitsnede van afbeelding 1, teneinde de onderwijzers en de leerlingen van de Wapser skoele iets groter in beeld te tonen, ter vergroting van de herkenbaarheid.

Op de bovenste rij zijn van links naar rechts de volgende onderwijzers en leerlingen te zien.

1.  Hendrik (Hennie) Nijzingh 
Hij is geboren op 20 januari 1930.
Hij is overleden op 30 januari 2021.
Hij woonde in Wapse.
Hij was niet getrouwd.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem, bijvoorbeeld foto’s van hem als boer.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

2.  Albert (Appie) Pieters
Hij is een zoon van de plaatselijke veldwachter.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

3.  Wolter Godwaldt
Hij is geboren op 12 november 1928.
Hij trouwde met Lammie Jonkers
Hij woonde in Den Haag.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

4.  Willem Winters
Hij is geboren op 18 januari 1927.
Hij trouwde met Aaltje Kroes.
Hij woonde in Nijeveen.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

5.  Hendrik Offerein
Hij is geboren op 10 februari 1930.
Hij is overleden op 9 juli 2011.
Hij was getrouwd met Aaltje Smidt.
Hij woonde in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

6.  Albertus Brals
Hij is geboren op 27 oktober 1918 op Wapservene.
Hij is overleden op 7 maart 1986 in Norg.
Hij was getrouwd met Ali Luinge.
Hij was schooolmeester an de Wapser skoele. Hij vertrok in 1944 van Wapse naar Gieten. In 1946 werd hij hoofd van de Openbare Lagere School in Westervelde bij Norg. In 1956 werd hij hoofd van de Openbare Lagere School in Norg. Dat bleef hij tot zijn pensionering.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

7.  Hendrik Schoenmaker
Hij is geboren op 15 februari 1928.
Hij is overleden op 25 juli 1979.
Hij was getrouwd met Klaasje Alberts.
Hij woonde in Nieuwleusen.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

8.  Jan Vos
Hij is geboren op 16 juli 1927 in Wapse.
Hij is overleden op 19 augustus 2021 in Dwingel.
Hij was getrouwd met Heiltje Folkerts
Hij woonde in Dwingel.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

9.  Hendrikus Madhuizen
Hij is geboren op 21 mei 1928
Hij trouwde met Cobie Raggers.
Hij woonde in Eesveen.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

10.  Jan van de Veen
Hij is geboren op 26 oktober 1927.
Hij trouwde met Griet Bakker.
Hij woonde in Deever.
Hij herinnert zich niet dat de meester hen bij de Duitse inval aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vrij gaf. Wel keken ze toen, hangend op de glinten bee de skoele (op het hek bij de school) naar de voorbijtrekkende Duitsers. De ene dag passeerden terugtrekkende Nederlandse soldaten en pas de andere dag kwamen de Duitsers voorbij. Die waren opgehouden door de vernielde bruggen over de Drentse Hoofdvaart.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

11.  Wietze Jan Ynze Haarsma
Hij is geboren op 2 februari 1907.
Hij is overleden op 23 augustus 1945 na een langdurige ziekte in het Diaconessenhuis in Meppel.
Hij was de bovenmeester van de Wapser skoele.
Hij werd met ingang van 1 mei 1932 benoemd als hoofd der school te Wapse.
In Wapse is een straat naar hem genoemd.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

12.  Annigje Veenstra
Zij is geboren op 27 april 1928.
Zij trouwde met Hendrik van der Graaf.
Zij woonde in ‘s-Hertogenbosch.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

13.  Jantina (Tienegie) Punt
Zij is geboren op 14 augustus 1926.
Zij trouwde met Jan Hofman.
Zij woonde in Deever an de Veentiesweg en an de Brinkstroate.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

14.  Ida Berends
Zij is geboren op 9 december 1927
Zij trouwde met Reint Zuil.
Zij woonde in Olderberkoop.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

15.  Willemtje Godwaldt
Zij is geboren op 11 januari 1928.
Zij is overleden op 11 juni 2001
Zij was getrouwd  met Frits Slagter.
Zij woonde in Ruinen.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

16.  Annie Edam
Zij was schooljuffrouw.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

17.  Roelofje Muggen
Zij is geboren op 30 juni 1927.
Zij trouwde met Otto Tissingh.
Zij woonde in Ansen
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

18.  Alida Oostra
Zij is geboren op 15 mei 1927.
Zij trouwde met Roelof Booy.
Zij woonde in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

19.  Jentje Bellijn
Zij is geboren op 13 november 1928.
Zij is overleden op 16 januari 1979.
Zij was getrouwd met Jan Thijs.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

20.  Hilligje van de Berg
Zij is geboren op 8 februari 1929.
Zij trouwde met Cornelis Offereins.
Zij woonde op de Smilde.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

21.  Maria Booy
Zij is geboren op 15 januari 1928 in Wapse.
Zij is overleden op 29 mei 2002.
Zij was getrouwd met Jan Bijker Oostra.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

22.  Aaltje Winters
Zij is geboren op 21 april 1928.
Zij trouwde met Kobus Have.
Zij woonde in Doldersum.
Aaltje Winters vertelde dat bij de Duitse inval aan het begin van de Tweede Wereldoorlog Duitsers bij hen in huis zijn geweest. Ze namen een fiets mee !
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

Op de rij beneden de bovenste rij zijn van links naar rechts de volgende leerlingen te zien:

23.  Klaas Wanders
Hij is geboren op 26 december 1933
Hij trouwde met Lina van Eeks.
Hij woonde in Wapse.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

24.  Berend van Zomeren
Hij is geboren op 10 februari 1934 in Wapse.
Hij is overleden op 15 januari 2020 in Wapse.
Hij was getrouwd met Geertje Zanting.
Hij woonde in Wapse.
Hij herinnert zich dat de Duitsers een dag na de Nederlandse overgave aan het begin van de Tweede Wereldoorlog door Wapse trokken op weg naar Steenwijk. Paarden trokken lange volgeladen karren. Soldaten liepen mee of zaten op de karren. Er kwam een enkele motor voorbij. “Die dag bee’w neet hen de skoele ewest. Die dag waad’n wee bee huus.”
Zie het bijgevoegde overlijdensbericht.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

25.  Jan Alberts
Hij is geboren op 5 maart 1933.
Hij is overleden op 8 april 1952.
Hij was niet getrouwd.
Hij woonde in Wapse.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

26.  Harm Veen
Hij is geboren op 29 maart 1934 in Wapse
Hij is overleden op 25 augustus 2021 in Wapse.
Hij was niet getrouwd.
Hij woonde in Wapse.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

27.  Hendrik Boers
Hij is geboren op 17 februari 1933
Hij trouwde met Beneken Kolmer.
Hij woonde in Spijkenisse.
Hij herinnert zich goed dat aan het begin van de Tweede Wereldoorlog de Duitsers met paarden en huifkarren voorbijtrokken. Later in de oorlog passeerden de Duitsers in auto’s met een stoomgenerator.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

28.  Lammigje (Lammie) Heiblom
Zij is geboren op 12 november 1933 in Wapse.
Zij is overleden op 7 augustus 2022 in Möppel.
Zij was getrouwd met Egbert (Eppie, Eddie) Ofrein uut Oll’ndeever.
Zij woonde in Ruinerwold, later in Möppel.
De redactie herinnert zich dat zij, in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw, in haar jonge jaren in Deever, toen ze nog in Oll’ndeever woonde, gezinsverzorgster bij het Groene Kruis was.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

29.  Jantje Heiblom
Zij is geboren op 3 april 1932.
Zij trouwde met Pieter Vrielink.
Hij was boer in Wittelte.
De redactie isin de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

30.  Aaltje van de Berg
Zij is geboren op 16 september 1933.
Zij is overleden op 1 april 1987.
Zij was getrouwd met Jan Rensen.
Zij woonde in Moordrecht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

31.  Janna Barelds
Zij is geboren op 11 mei 1933 in Wapse.
Zij is overleden op 21 augustus 2020 in Steenwijk
Zij was getrouwd met Hendrik Scholten.
Zij woonde in Wapse.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

32.  Petronella (Nella) Godwaldt
Zij is geboren op 4 juni 1932.
Zij trouwde met Hendrik Jonker.
Zij woonde in Vledder.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

33.  Klaasje Punt
Zij is geboren op 15 juli 1933.
Zij trouwde met Jan Pouwels.
Hij was boer an de Wittelerweg in Oll’ndeever.
Zij is een zuster van Jantina Punt.
Zij weet zich van het begin van de Tweede Wereldoorlog te herinneren dat terugtrekkende Nederlandse soldaten voorbij kwamen. “Die hadden ook karren die door paarden werden getrokken. We moesten ons die dag op de terugweg van school naar huis verschuilen als we soldaten aan zagen komen. We kropen dan achter een krentenbosje of zo. Dat was voor onze veiligheid. Toen de volgende dag de Duitsers passeerden hoefden we niet naar school. De Duitsers vervoerden hun spullen ook met paard en wagen.”
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

34.  Janna Offerein
Zij is geboren op 15 augustus 1932 in Wapse.
Zij is overleden op 12 april 2022 in Möppel.
Zij was getrouwd met Jans Smidt.
Jans Smidt was boer an de Riekseweg an de Deeverbrogge.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

35.  Anna Pit
Zij is geboren op 11 juli 1933.
Zij trouwde met Jan Postema.
Zij woonde in Vledder.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

36.  Aaltje Snoeken
Zij is geboren op 20 maart 1934.
Zij is overleden op 12 juli 1975.
Zij trouwde met Jan Jonker.
Zij woonde in Eemster.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

37.  Janna Booy
Zij is geboren op 5 januari 1934.
Zij trouwde met Jentinus Buiten
Zij woonde in Uffelte.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

Op de tweede rij van onderen af gezien zijn van links naar rechts de volgende leerlingen te zien.

38.  Albert Dijkstra
Hij is geboren op 7 juni 1933 in Vledder.
Hij is overleden op 19 februari 2018 in Vledder.
Hij was getrouwd met Evertje (Eef) Koopman.
Hij woonde in Vledder.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

39.  Harm Barelds
Hij is geboren op 11 december 1933.
Hij trouwde met Jantje Roelofs.
Hij woonde in Wapse.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

40.  Annigje Veldhuizen
Zij is geboren op 9 december 1929.
Zij trouwde met Jan ter Heide.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

41.  Jantina Santing
Zij is geboren op 27 februari 1932.
Zij woonde in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

42.  Gezina Veenstra
Zij is geboren op 4 februari 1932.
Zij trouwde met Willem Mulders.
Zij woonde in Steenwijk.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

43.  Meintje Oosterkamp
Zij is geboren op 3 oktober 1930
Zij trouwde met Klaas Brouwer.
Zij woonde in Elsloo.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

44.  Jantien Heiblom
Zij is geboren op 31 augustus 1930 in Havelte.
Zij is overleden op 18 december 2019 in Roden
Zij was getrouwd met Hendrik Jans.
Zij woonde in Nietap
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

45.  Janna Otten
Zij is geboren op 30 maart 1931.
Zij trouwde met Jan Bijker Jzn.
Zij woonde in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

46.  Ida Godwaldt
Zij is geboren op 28 juni 1930.
Zij trouwde met Lubbert Kruithof.
Zij woonde in Scheerwolde.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

47.  Johanna Noorman
Zij is geboren op 15 augustus 1928.
Zij is overleden op 19 augustus 2002
Zij was getrrouwd met Roelof Oostra.
Zij woonde in Steenwijk.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

48.  Aafke Dalmolen
Zij is geboren op 22 november 1928.
Zij trouwde met Albert van Kampen.
Zij woonde in Wijhe.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

49.  Grietje Barelds
Zij is geboren op 10 augustus 1928.
Zij trouwde met Lucas Zantinge.
Zij woonde in Dwingel.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

50.  Geesje van Zomeren
Zij is geboren op 3 oktober 1929.
Zij trouwde met Jacob Snoeken.
Zij woonde in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

51.  Jantje Beugeling
Zij is geboren op 28 december 1927.
Zij is overleden op 28 maart 1979.
Zij trouwde met Meeuwis Zinger.
Zij woonde in Staphorst.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

52.  Grietje Haveman
Zij is geboren op 10 augustus 1928.
Zij trouwde met Jan Hees.
Zij woonde in Meppel.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

53.  Geertje Brugging
Zij is geboren op 5 september 1929 in Wapse.
Zij is overleden op 17 oktober 2024 in Wilhelminaoord
Zij trouwde met Dukke de Vries.
Zij woonde in Vledder.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

54.  Bartha Godwaldt
Zij is geboren op 15 februari 1930.
Zij trouwde met Jannes Have.
Zij woonde in Vledder.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

55.  Jantien Beugeling
Zij is geboren op 11 maart 1930 in Wapse.
Zij is overleden op 24 maart 2018 in Beilen.
Zij was getrouwd met Hilbert Wiltinge
Zij woonde in Beilen.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van haar.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

Op de voorste rij zijn van links naar rechts de volgende leerlingen te zien.

56.  Albert Godwaldt
Hij is geboren op 22 november 1932
Hij trouwde met Geertje Schapelhouwman.
Hij woonde in Stompetoren.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

57.  Arend Echten
Hij is geboren op 19 december 1931
Hij trouwde met Fredie Akkerman.
Hij woonde in Meppel.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

58.  Willem Berends
Hij is geboren op 1 november 1932.
Hij is overleden op  23 juni 1959
Hij was niet getrouwd.
Hij woonde in Wapse.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

59.  Hendrik Daalman
Hij is geboren op 30 maart 1933.
Hij trouwde met Geertje Söbel.
Hij woonde in Vledder.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

60.  Hennie Koning
Hij is geboren op 1 december 1932.
Hij is overleden op 26 november 1986.
Hij trouwde met Jentina Posthumus.
Hij woonde in Vledder.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

61.  Jan Veldhuizen
Hij is geboren op 16 mei 1932 in Wapse
Hij is overleden op 8 september 2006 in Vries
Hij trouwde met Hendrikje (Hennie) Boers.
Hij woonde in Tynaarlo.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

62.  Geert Marten Dijkstra
Hij is geboren in 1930.
Hij is overleden op 22 mei 1953 in Wapse op 23-jarige leeftijd.
Hij was niet getrouwd.
Hij woonde in Wapse. Hij was boer.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

63.  Tieme Godwaldt
Hij is geboren op 12 juni 1932.
Hij is overleden op 2 september 1967.
Hij trouwde met Antonia Amama.
Hij woonde in Canada.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht. 
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

64.  Harm Oostra
Hij is geboren op 14 december 1931.
Hij trouwde met Jantina Klein.
Hij woonde in Assen.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

65.  Joop Godwaldt
Hij is geboren op 11 januari 1931 in Wapse.
Hij is overleden op 18 september 2020 in Goor.
Hij was getrouwd met Margriet Baaiman.
Hij woonde in Goor.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

66.  Hendrik Veen
Hij is geboren op 28 april 1930.
Hij trouwde met Corrie van Oostindië.
Hij woonde in Steenwijkerwold.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

67.  Arend Albert Otten
Hij is geboren op 4 februari 1930.
Hij trouwde met Corrie Wemmenhove.
Hij woonde in Wapse.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

68.  Hendrik Berends
Hij is geboren op 22 juni 1930 in Wapse
Hij is overleden op 18 april 2018 in Dwingel
Hij was getrouwd met Jansje Noorman.
Hij woonde in Dwingel.
Zie het bij dit bericht gevoegde overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

69.  Jantinus Winters
Hij is geboren op 28 juni 1931.
Hij trouwde met Albertje Bergsma.
Hij woonde in Joure.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

70.  Jacobus (Koos) Echten
Hij is geboren op 20 oktober 1930.
Hij trouwde met Marie Bakker.
Hij woonde in Uffelte.
Koos Echten herinnert zich dat ze op 1 mei 1940 in Wapse kwamen wonen, tien dagen voor het begin van de Tweede Wereldoorlog. “Eerst kwamen van de Dieverse kant de Duitsers met paarden en huifkarren voorbij. Daarna volgden soldaten op fietsen. De Duitsers fietsten maar raar. Ze fietsten niet met hun tenen, maar met hun hakken. Het waren maar kleine soldaten. Er werd gezegd dat ze zo klein waren, omdat ze in een te kleine beddestee sliepen. We waren de dag dat de Duitsers passeerden bij huis. We stonden bij huis naar de voorbijtrekkende Duitsers te kijken, alsof het een optocht van versierde wagens was.” Hij herinnert zich ook dat ze later in de oorlog op Berkenheuvel denappels als brandstof voor de kachel van de school moesten zoeken. Ze wilden een keer in de buurt van een heuvel gaan zoeken, maar de meester stuurde hen daar weg. Ze vermoedden dat met die heuvel iets aan de hand was. Later bleek dat in die heuvel het Onderduikershol was gegraven.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

71.  Hendrik van Zomeren
Hij is geboren op 2 december 1931 in Wapse.
Hij is overleden op 8 januari 2002 in Noordwolde.
Hij was getrouwd met met Tjitske Bisschop.
Hij woonde in Noordwolde.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht. 
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?

72.  Roelof van de Berg
Hij is geboren op 20 augustus 1930.
Hij is overleden op 22 augustus 1974.
Hij was getrouwd met Aaltje Bollink uit Staphorst.
Hij woonde in Wapse.
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar het overlijdensbericht. 
De redactie is in de openbare bronnen op zoek naar andere gegevens van hem.
Wellicht kan een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief aanvullende gegevens verstrekken ?
















Posted in Alle Wapsers, Corona-pandemie, Tweede Wereldoorlog, Wapser skoele | Leave a comment

Dree cafees bee de braandkoele an de Kruusstroate

Bijgaand afgebeelde zwart-wit foto van de Kruusstroate bee de braandkoele in Deever is omstreeks 1910 of eerder gemaakt. Het is een topstuk. Ut is fotografies aarfgood uut de gemiente Deever. Zo’n dorpsbeeld is toch maar weer een heel mooi fragmentje van het verleden in de gemiente Deever.

De redactie van ut Deevers Archief heeft helaas te weinig aanknopingspunten om tot een betere datering te komen. De redactie weet ook niet wie de maker van deze zwart-wit foto is. Wellicht burgemeester Hendrik Gerard van Os ?
Ten tijde van de nog grote Deevermaarkt’n rond 1900 hadden de kroegen die het dichtst in de buurt van ut maarktturrein stonden de grootste kans op de meeste klanten.
Op de hier afgebeelde zwart-wit foto zijn op de voorgrond aagter de braandkoele drie boerencafés te zien.
Aan de rechterkant is het boerencafé van Roelof Seinen te zien. De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van dit boerencafé.
Achter het boerencafé van Roelof Seinen is het boerencafé van Albert Mulder te zien. De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van dit boerencafé.
Aan de linkerkant is het boerencafé van Reinder Hummelen te zien. Hij had vergunning voor het verkopen van sterke drank in de twee voorkamers, die op de hier afgebeelde zwart-wit foto zijn te zien. De vergunning verviel op 1 april 1914, omdat Reinder Hummelen was overleden op 8 maart 1914.
Achter het boerencafé van Albert Mulder is een stuk van het kerkgebouw en het torentje van de gereformeerde geloofsgemeente te zien.
De redactie verwijst voor meer gegevens naar het bericht Un foto van de olde Kruusstroate in Deever.
De redactie verwijst voor meer gegevens ook naar het bericht De eendeviever in Deever was un braandkoele.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit foto ook ten zeerste -in enigszins bijgesneden vorm- bewonderen op bladzijde 496 in het hoofdstuk Diever van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart  ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 105 van het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld van Arend Mulder. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Jos-Pé F
otodrukindustrie in Arnhem was de uitgever van de hier getoonde ansichtkaart. De kaart was te koop bij boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever. De kaart is uitgegeven in november 1964. De redactie is niet bekend met heruitgaven van deze kaart. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is wel bekend met heruitgaven ?

Posted in Aarfgood, Ansigtkoate, Braandkoele, Eendeviever, Topstuk | Leave a comment

De eendeviever in Deever was un braandkoele

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 64 het verhaal ‘de Doolhof’ te lezen. Zie afbeelding 2. De tekst van dit verhaal luidt als volgt.

De doolhof
Aan de noordelijke rand van Diever, vlak aan het marktterrein, ligt een eendenvijver, ‘de Doolhof’ geheten. Deze naam heeft echter niets gemeen met de betekenis die men er aan zou willen geven.
Hoe komt men dan aan deze bijzondere naam ‘de Doolhof” ?
D’r is een tijd geweest, dat er in Diever slechts enkele huizen om de kerk stonden. Op de plaats waar nu de eendenvijver ligt, was het toen een volslagen wildernis, aan de rand van zand en heide. De Dieverders kwamen er zelden. De es en het groenland lagen immers aan de andere kant van het dorp. Zodoende was het daar een ideale plaats voor het wilde gedierte.
In deze wildernis heeft destijds waarschijnlijk een ‘loze’ Dieverse een grote kuil gegraven en er struiken omheen geplant, zodat er een ware eendenkooi of ‘dool’ ontstond. Wellicht van de Friezen afgekeken, omdat daar zo’n vanginrichting nog een ‘dool’ heet. Wie weet hoeveel ‘enten’ daar de nek zijn omgedraaid.
Toen Diever zich in deze richting ging uitbreiden, moest de dool verdwijnen en deed hij dienst als brandkuil. De eerste hof of boerderij bij de dool werd ‘de Doolhof’ genoemd. Zeer waarschijnlijk de boerderij van Sieme Smidt, die er de eenden en ganzen in liet zwemmen. De naam is later van de boerderij overgegaan op de brandkuil ‘de Doolhof’.
Het is dus voor de Dieversen een levensteken uit de grijze oudheid, die waard is behouden te blijven voor het nageslacht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Het verhaal van Arend Mulder lijkt meer op een verzinsel, het is in elk geval geen met bronvermeldingen onderbouwd verhaal.
Zijn de bewoners van Deever nu Deeverders of Deeversen ? De redactie denkt dat het Deeversen zijn.
Aan de noordelijke rand van Deever lagen al eeuwenlang en liggen nog steeds de Noorderesch en de Heezenesch, daarom was het aan de noordelijke rand van Deever bepaald geen eenzame wildernis. Bovendien werden de grote veemarkten op het grote aaneengesloten marktterrein ten noorden van de Saandhook (nu Aagterstroate) gehouden. Het grote aaneengesloten marktterrein is later helaas doorsneden door de Betonweg (nu Ten Darperweg).

Aantoonbaar is dat op verschillende plaatsen in Deever en dicht in de buurt van meerdere boerderijen een braandkoele was gegraven voor de snelle en nabije beschikbaarheid van bluswater in geval van brand, bijvoorbeeld de braandkoele op de brink, de braandkoele op ut Kastiel, de braandkoele an de Peperstroate, de braandkoele an ’t Swatte Pattie en de braandkoele aagter ut kleine brinkie. Was de koele van Van Wester in Oll’ndeever ook een braandkoele ?

Arend Mulder beweert dat een doolhof een eendenkooi is, dat valt gelet op de betekenis van doolhof te betwijfelen.
Arend Mulder beweert dat de dool moest verdwijnen om dienst te gaan doen als brandkuil. Het omgekeerde zal eerder het geval zijn geweest. De braandkoel’n raakten in onbruik, toen de gemotoriseerde brandspuit zijn intrede had gedaan in de gemeente Deever. Alle braandkoel’n werden gedempt, behalve blijkbaar de braandkoele op het marktterrein, daar werd een eendenvijver van gemaakt, nota bene voorzien van een omheining, waarvoor vervolgens de verkeerde naam ‘de Doolhof’ werd bedacht.

Het levensteken uit de grijze oudheid zal naar schatting niet meer dan zo’n 200 jaar oud zijn. Als het waard is dergelijke dode dingen te behouden voor het nageslacht, dan hebben de verschillende vrijwilligersploegen in Deever er een mooi en waardevol tijdverdrijf bij, namelijk het ontgraven en onderhouden van alle gedempte braandkoel’n in de gemiente Deever.

Belangstellende zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kunnen in de webstee encyclopediedrenthe.nl terecht voor gegevens over de schrijversloopbaan van Arend Mulder. In het boek ´Geschiedenis van de Drentse literatuur 1816/1956´ van Henk Nijkeuter wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan de schrijver Arend Mulder.

Het verhaal ‘de Doolhof’ is zonder enige heemkundige kanttekeningen ook gepubliceerd op de bladzijden 24 en 25 van nummer 09/4 (december 2009) van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.

Afbeelding 1
Jos-Pé fotodrukindustrie in Arnhem was de uitgever van de hier getoonde ansichtkaart. De kaart was te koop bij boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever. De kaart is uitgegeven in januari 1963, de kaart is heruitgegeven in november 1963, oktober 1967 en maart 1970. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bekend met andere heruitgaven ?

Afbeelding 2

Posted in Ansigtkoate, Eendeviever | Leave a comment

De pufesser lig op de kaarkhof an de Grönnegerweg

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 2 juni 1973 een door professor dr. Harm Tjalling (Tjalling) Waterbolk geschreven artikel ter nagedachtenis van professor dr. Albert Egges van Giffen.

In memoriam A.E. van Giffen
Werken tot het laatst

De redactie heeft mij als oud-leerling van professor Van Giffen gevraagd enkele persoonlijke herinneringen aan hem op schrift te stellen. Mijn eerste beeld dateert van omstreeks 1940, toen hij op een zaterdagmiddag in Havelte mijn vader, die er gemeentesecretaris was, nodig had voor de een of andere inlichting. Na het gesprek, waarbij hij schijnbaar alle tijd had, stoof hij in zijn open tweezits Graham met grote snelheid weg in de richting van de hunebedden, joyeus met zijn hoed zwaaiend ten afscheid.

Het was dezelfde auto, waarin ik een aantal jaren later als student-assistent, vaak met een collega zittend achter in de open dicky-seat, in weer en wind de dolste tochten maakte naar opgravingen her en der in het land.

Van Giffen reed graag nog net even voor een aankomende trein over een onbewaakte overweg, hij bleef zo lang links van de weg rijden tot tegenliggers geschrokken gingen claxonneren en hij nam altijd de binnenbocht, ook als dat een onoverzichtelijke naar links was. Zijn fenomenale reactievermogen heeft hem – en anderen – het leven gered, maar blikschade niet altijd kunnen verhinderen.

Eenmaal op weg naar Lüneburg brak hij zijn been toen hij met zijn Kaiser van de autobaan raakte, maar dezelfde avond hield hij toch zijn lezing, het been in het nog nauwelijks harde gips.

Maar tijdens diezelfde autotochten wist hij boeiend te vertellen over de wetenschappelijke problemen die hem bezig hielden, over zijn ervaringen bij vroegere onderzoekingen, ook met mensen, over zijn vele plannen voor dingen die nodig moesten gebeuren. Ook luisterde hij dan graag naar wat wijzelf te vertellen hadden over ons eigen beginnend onderzoek, over nieuwe ontwikkelingen waarvan wij tijdens onze studie hoorden of waarover wij hadden gelezen. Aan deze rijdende colleges en gesprekken bewaren zijn leerlingen de beste herinneringen.

Van Giffen was altijd met veel dingen tegelijk bezig en verkeerde voortdurend in tijdnood. En als ondanks het feit dat zijn personeel geregeld ook ’s avonds en gedurende het weekend werd ingeschakeld, hij toch niet klaar dreigde te komen met wat hij zich voorgenomen had, ontstonden er op het Instituut wel eens spanningen, die alleen te verdragen waren omdat hijzelf harder en langer dan wie ook werkte. Enkele uren nachtrust waren hem voldoende, zijn hele leven lang.

Kenmerkend waren de zaterdagochtenden, waarop naarmate het middaguur nader kwam, naast zijn bureau de rij van mensen die gereedgekomen werk kwamen inleveren en nieuwe opdrachten haalden, steeds groter werd.

Maar in het veld was alles anders. Al tijdens het inpakken van de bagage begon hij te neuriën en te fluiten, en tijdens de rit naar de opgraving verdwenen eventuele ergernissen. Voor de bestudering van de plattegronden en profielen op de opgravingen en voor het bespreken van de verdere gang van de werkzaamheden nam hij alle tijd, en wie het voorrecht had om hem te vergezellen, leerde bij zo’n gelegenheid meer dan bij de colleges, want die waren vaak nogal dor door een overmaat aan feiten.
Het enthousiasme van Van Giffen was aanstekelijk en het was moeilijk om hem iets te weigeren. Wie toch niet direct meewerkte, leerde z’n vasthoudendheid kennen. Velen die archeologische vondsten in privé-bezit hadden, weten daarvan mee te praten !

Van Giffen had grote belangstelling voor de natuur. Tenslotte had hij de studie in de biologie gekozen vóórdat hij wist dat de archeologie zijn toekomst zou zijn. Enigszins kon hij zijn belangstelling uitleven bij het verzorgen van het landschap rond de hunebedden. Vaak wees hij persoonlijk de af te snoeien twijgen en takken aan van de bomen, die er op zijn aanwijzing waren geplant of die hij door ze zorgvuldig met cement te plomberen voor de ondergang had behoed. Intens genoot hij in Diever van het volgen van de ontwikkeling van het door hemzelf aangelegde en onderhouden bos.

Van Giffen eiste veel van zijn mensen, teveel zouden wij nu wellicht zeggen, maar daartegenover stond dat hij zijn medewerkers groot vertrouwen schonk, voor hen opkwam en naar hun mening over het werk altijd luisterde. Met nog slechts weinig ervaring, kregen wij ook als jonge medewerkers soms de meest verantwoordelijke opdrachten. Daar leerden we enorm veel van, zoals wij ook bevoorrecht waren boven onze medestudenten door de vele maatschappelijke contacten die het werk op het Instituut meebracht. We moesten overleggen en samenwerken met gemeentelijke autoriteiten, met het personeel van aannemers en cultuurmaatschappijen, met landeigenaars en pachters, en met de arbeiders die in D.U.W.-verband op opgravingen te werk waren gesteld.

Voor iemand die zo met zijn werk was vergroeid, was het onmogelijk om er afscheid van te nemen. Na zijn pensionering beperkte hij zich niet tot het belangstellend volgen van wat er gebeurde op de drie instellingen in ons land, die door hem waren opgericht: het Biologisch-Archeologisch Instituut te Groningen, het Instituut voor Prae- en Protohistorie te Amsterdam, en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort.

Hij bleef zelf als onderzoeker actief. Hij verrichtte diverse publicaties en deed als gastmedewerker van de genoemde instellingen nog diverse opgravingen, o.a. in Groningen. Nog in zijn 87ste jaar werd hij voor een opgraving van een hunebed in Duitsland uitgenodigd. Als „rijksinspecteur voor de bescherming en de instandhouding van de hunebedden en van gerestaureerde archeologische monumenten” had hij nog een officiële functie, die hij zeer serieus opvatte.

Vele restauraties zijn in de laatste jaren nog tot stand gekomen. Men denke bijvoorbeeld aan het instructieve hunebed „de Papeloze Kerk” bij Schoonoord.

Twee van zijn medewerkers van het eerste uur stonden hem nog bij dit werk ter zijde, J. Lanting in het veld, en J. Dijkstra voor de administratieve afwikkeling. Beiden hebben zij meer dan vijftig jaar met Van Giffen samengewerkt.

De laatste publicatie van Van Giffen is gewijd aan de stad Groningen. Enkele dagen voor zijn dood werd hem het eerste exemplaar getoond van een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen met daarin het eindverslag van hem, samen met een andere oud-medewerker; H. Praamstra, over de opgraving van de voormalige St. Walburgkerk op het Martinikerkhof. Nog in het ziekenhuis had hij aan de drukproeven gewerkt.

Van Giffen is – zoals wij van hem verwachtten – in het harnas gestorven.
H. T. Waterbolk

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Vanwege zijn grote belangstelling voor de oudheidkunde in de gemiente Deever ontkomt de redactie niet aan het opnemen van (zoveel mogelijk) artikelen over de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen.
Maar ook omdat de redactie na zijn geboorte bijna een jaar in het zo door de professor geliefde zomerhuisje op de Heezerberg heeft ‘gewoond’. Zijn ouders woonden daar na de Tweede Wereldoorlog drie jaren vanwege de grote woningnood in Deever.
Maar ook omdat de redactie hem in zijn lagere-schooljaren een paar keer heeft ‘ontmoet’ bij het uitvreten van kattekwaad bee ut somerhusie van de pufesser en in
ut bossie van de pufesser. Je kon hem maar beter niet tegenkomen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2 – © Ut Deevers Archief – 11 december 2019 – Alle rechten voorbehouden.
Het slecht leesbare grafschrift luidt: In leven A.E. van Giffen. Nordhorn 14-3-1884. Zwolle 31-5-1973.

Posted in Albert Egges van Giffen, Oudheidkunde | Leave a comment

Woar wol Ome Kees hen mit de gemiente Deever ?

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 7 mei 1949 verscheen een uitgebreid verslag van onder meer een gesprek met burgemeester Jan Cornelis Meiboom van de gemiente Deever over de naoorlogse vooruitzichten van de gemiente Deever en zijn bewoners.

Diever heeft perspectief, maar er moeten nog moeilijkheden overwonnen worden
Wanneer men op een mooie zonnige voorjaarsdag door Diever wandelt, dan voelt men als het ware de rust die er heerst en dan komt geen moment de gedachte naar voren dat men hier nu is in een gemeente, waar men ondergedompeld wordt in een bruisend en kolkend maatschappelijk leven. Dat is ook allerminst het geval. Rustige, vaak karakteristieke boerderijen, liggen langs de wegen en zelfs de dorpskern bestaat uit flinke boerderijen, terwijl daartussen een kleine doch actieve middenstand haar activiteit ontplooit.
Daarom is het in Diever prettig vertoeven en dat daarvan gretig gebruik gemaakt wordt. In de laatste jaren bewezen door de zeer vele aanvragen die uit het gehele land worden ontvangen, om in Diever de vacantie door te kunnen brengen, aanvragen overigens die lang niet alle kunnen worden ingewilligd, omdat daarvoor de accomodatie ten enen male ontbreekt. Diever is echter méér dan een bij vacantiegangers in trek zijnde gemeente, hoewel dit onderdeel werkelijk niet wordt verwaarloosd, wijl men weet, dat Diever als vacantieoord grote mogelijkheden heeft.
Diever is ook een echt Drentse gemeente, waar in het verleden hard is gewerkt en waar ook nu een nijvere bevolking woont, die er door gestaag werken voor zorgt dat de gemeente blijft op de plaats waar zij steeds gestaan heeft en waar ook haar plaats voor de toekomst is, namelijk in de eerste gelederen. Het is een agrarische gemeente bij uitstek en het streven van het gemeentebestuur is er dan ook op gericht, dat Diever dit blijft. Boer zijn in de eerste plaats, doch daarnaast volledige aandacht besteden aan de vreemdelingen-industrie, dat zijn de pijlers, waarop het gehele maatschappelijke leven in Diever rust.

Begiftigd met rijk natuurschoon
De oppervlakte van de gemeente Diever beslaat 7456 bunder, waarvan 3800 bunder in cultuur is gebracht, terwijl de rest bestaat uit bos en heide, zodat de gemeente op het gebied van natuurschoon rijk gezegeld is. Rond 1200 hectare is het landgoed Berkenheuvel groot, het landgoed, dat in het jaar 1857 werd gesticht. Het was eerst een kale heidevlakte, die alleen een grote bekoring had als de heide bloeide. Enige jaren later ging dit enorme complex over in handen van mr. A. C. van Daalen te Bennekom, die van de eens zo kale en dorre vlakte prachtige bossen maakte. Deze bossen vormen natuurlijk een zeer schoon gedeelte van de gemeente, doch daarnaast is in de loop der jaren een 900 bunder staatsbossen aangelegd, terwijl er nog rond 1300 bunder ongerepte heide is. Men kan er dus dagenlang dwalen zonder eenzelfde mooie plek tweemaal te bezoeken.
Dan is er nog de historische kerk, die vermoedelijk dateert uit de 12e of 13e eeuw en die in het jaar 1759 gedeeltelijk door brand werd verwoest en het oude schultehuis met z’n merkwaardig front, daterende uit den jare 1604, gerestaureerd in 1938-1939 en thans in gebruik als een combinatie van museum en dorpshuis.

Restauratie broodnodig
Wanneer men de toren van Diever zo volledig de gehele omgeving ziet beheersen en ook stofferen, dan moet het ons van het hart, dat men deze in Diever lelijk in verval heeft laten komen. De kerk is het eigendom van de Nederlands Hervormde gemeente, de toren behoort aan de burgerlijke gemeente, doch zowel de toren als de kerk hebben een grondige restauratie broodnodig. Men is het daarover trouwens in Diever wel eens, want er is reeds een groot gat in de toren, waar nog regelmatig stenen uitvallen, terwijl de kerk eveneens in een vervallen toestand verkeert. En dat is jammer, temeer omdat storm en regen in dezen vrij spel hebben en deze elementen stug aan de algehele verwoesting werken.
Toch kan Diever deze toren en kerk niet missen, waarbij wij het dan alleen maar van toeristisch standpunt willen bekijken, want in deze hechte dorpsgemeenschap behoort een historische, maar hechte kerk en toren. Daarom kan dan ook slechts gehoopt worden, dat de instanties die hiermede te maken hebben, elkander zullen weten te vinden, opdat deze bezienswaardigheid tot ln een verre toekomst blijft bestaan. Gelukkig is het zover, dat door de gemeente een bedrag op de begroting is uitgetrokken om plannen tot restauratie mogelijk te maken, zodat er dus enig schot in de zaak zit.

Ook gemeentehuis in verval
Ook het gemeentehuls is in verval en hiervan kan in geen enkel opzicht gezegd worden, dat het een representatief Huis der Gemeente is. We hadden dezer dagen in de burgemeesterskamer een gesprek met de heer J. C. Meyboom, burgemeester der gemeente, die vertelde ons, dat er wel besprekingen waren gevoerd over een nieuw gemeentehuis, doch dat reeds bij de voorbereidende besprekingen het nodiger werd geoordeeld een nieuwe school te bouwen dan een nieuw gemeentehuls, omdat het nu eenmaal belangrijker is, dat 120 schoolkinderen dagelijks volledig profiteren van licht, lucht en zon, dan dat 12 ambtenaren ruime en mooie bureaux hebben.
Een standpunt dat volledig te waarderen zou zijn, indien de gemeente beschikte over een gemeentehuis, dat ook maar even de toets der kritiek zou kunnen doorstaan. Dat is evenwel in genen dele het geval en het. sprekendste bewijs daarvan is wel de kamer van de burgemeester. Oud en vervallen is het enige wat men er van kan zeggen en om bijvoorbeeld even in details te treden, er is geen vierkante meter goed behang meer te vinden. Het wemelt van de muizengaten en wanneer de burgemeester een aan de wand hangend portret van een zijner voorgangers oplicht, ontdekken we zelfs een compleet muizennest.
En hier moeten de paartjes worden ontvangen, die door de ambtenaar van de burgerlijke stand in de echt worden verbonden. Een raadszaal heeft de gemeente Diever niet. De raad vergadert altijd des avonds ter secretarie als de ambtenaren naar huis zijn.
Ook in dit opzicht is men in Diever overtuigd van het feit, dat er verbetering dient te komen, doch de eindjes moeten aan elkander kunnen worden geknoopt en het gaat nu eenmaal niet aan de gelden, waarover de gemeente heeft te beschikken, tweemaal uit te geven. We hebben nu pas weer voorzieningen voor de brandweer getroffen, aldus de burgemeester, die onze verbaasde blikken natuurlijk opmerkte, en men kan toch niet zeggen, dat dat niet nodig is. Natuurlijk, dat is óók nodig en het is ook nodig, dat de schoolkinderen hun lessen in een uitstekend geoutilleerd schoolgebouw ontvangen. Dit houdt evenwel niet in, dat een representatief Huis der Gemeente niet nodig zou zijn.

Hadden we 80 woningen…
De ontboezeming over kerk, toren en gemeentehuis moest ons van het hart, doch we waren daardoor terecht gekomen bij een onderwerp, dat prettiger stof tot praten bood, namelijk de activiteit inzake de woningbouw. Sinds de bevrijding zijn in Diever namelijk 25 woningen verrezen, die alle bewoond zijn of binnen enige weken bewoond zullen worden, doch dat is nodig ook, aldus de burgemeester, want we hebben hier nog ongeveer 80 gevallen van ontoelaatbare samenwoning, hetgeen overigens niet wil zeggen, dat dit allemaal gedwongen samenwoningen zijn. Er is hier een bepaalde traditie dat kinderen bij de ouders „in trouwen”, doch wanneer we die meerekenen, dan zouden we toch aan een tachtig woningen voldoende hebben om te kunnen zeggen, dat Diever het woninggebrek volkomen onder de knie heeft. En het bouwvolume voor 1949 bestaat uit 9 woningen.
Het is ook prettig te vernemen, dat Diever niet heeft te kampen met een arbeidersoverschot, hoewel dit in de toekomst wel verwacht wordt. Er bestaat reeds een geregeld contact met de DETI, want het gemeentebestuur heeft er geen enkel bezwaar tegen indien in Diever enkele industrieën zouden worden gevestigd. In het uitbreidingsplan is daarvoor een complex ter grootte van vijf hectare gereserveerd te Dieverbrug, waar ook reeds een meubelfabriek is verrezen, waar een 30-tal arbeiders geregeld werk vindt. Overigens bezit de gemeente geen industrieën, uitgezonderd dan de beide zuivelfabrieken te Wapse en te Diever, die recpectievelijk in 1897 en 1899 tot stand kwamen als handkrachtfabriekjes. Het zijn inmiddels flinke bedrijven geworden (Diever bijvoorbeeld heeft 190 leden en verwerkte verleden jaar 3.300.000 kg. melk, Wapse heeft 220 leden en verwerkte 3.600.000 kg. melk), die evenwel veel hinder ondervinden van de slechte kwaliteit water, die men in Diever vindt.

Een groot probleem
Want de watergeschiedenis vormt een groot probleem voor de gehele gemeente, omdat het water van zeer slechte kwaliteit is. Het is namelijk bijzonder agressief ten opzichte van lood en er hebben zich in deze gemeente dan ook vrij veel gevallen van loodvergiftiging voorgedaan. De gehele gemeente Diever behoort tot het concessiegebied van de N.V. Waterleidingmaatschappij Overijssel en men weet reeds wat dit zeggen wil, omdat we de hierdoor ontstane toestand ook reeds elders hebben gehoord en beschreven. Toch moet hier van een onhoudbare toestand worden gesproken, want de aangrenzende gemeenten Vledder en Havelte (Wapserveen) zijn aangesloten op het net van de Waterleidingmaatschappij Overijssel terwijl Smilde binnen afzienbare tijd van goed leidingwater wordt voorzien door de Waterleiding Maatschappij Drenthe. Diever ligt er dan dus tussen als een soort enclave. Wij schijnen te moeten wachten op de watertoren, die te Ruinen zal verrijzen zo verzuchtte de burgemeester, niettegenstaande ook de bevolking er van overtuigd is, dat Diever goed leidingwater, zowel voor mens als voor dier, bitter nodig heeft. De beide zuivelfabrieken zijn uitstekend ingericht, maar zij hebben wat de kwaliteit van de producten betreft, toch wel heel erg te kampen met de slechte kwaliteit van het water. Opgemerkt zij nog, dat Diever rond 400 aansluitbare percelen heeft.

Vrijwilligers voor
De gemeente is trots op haar zwembad, niet alleen omdat dit in een grote behoefte voorziet, doch ook door de wijze waarop dit schitterend te midden der bossen gelegen bad tot stand is gekomen. Dat is geweest in het begin van de bezetting toen er elke avond een groot aantal vrijwilligers de schop opnam om ten behoeve van het aan te leggen zwembad graafwerk te verrichten. Als er honderd gravers waren dan waren er weinig, kwamen er tweehonderd op, dan zei men in Diever dat er een behoorlijke opkomst was. Des daags werkten de “beroepsarbeiders”, des avonds de “amateurs” en zodoende is het zwembad, dat in warme seizoenen een tienduizendtal bezoekers weet te trekken, dan ook in korte tijd tot stand gekomen.

Openluchttheater
Toen in de winter 1945-1946 zich in Diever de heer L. D. Broekema als arts vestigde, heeft men in die gemeente niet kunnen bevroeden dat als gevolg daarvan Diever nog eens bekendheid zou genieten door zijn openluchtspelen. En toch is dat het geval geweest.
Immers de toneelvereniging Diever lag ten gevolge van de bezetting zieltogend terneer, hetgeen dokter Broekema ter ore kwam. Hij had op amateurtoneelgebied zijn sporen verdiend en toen de dokter medewerking verleende, kon in datzelfde seizoen nog het toneelstuk van Jan Fabricius “De verdwenen ring” worden gespeeld.
Het gevolg daarvan is geweest dat men dit toneel-amateurisme niet weer wilde loslaten en het zijn mevrouw N. Meyboom-Velthuis en de heren Broekema en A. Andreae geweest, die de toneelvereniging nieuw leven hebben ingeblazen. De Oranjevereniging van Diever riep voor het koninginnefeest 1946 de hulp in van het driemanschap en toen heeft men gezegd: wij brengen een openluchtspel. Gebracht werd in dat seizoen “Midzomernachtsdroom” van Shakespeare en dat is eigenlijk een overrompelend succes geworden voor hen, die hiervoor al hun krachten gaven. Er was veel publiek, er werd goed gespeeld en het besluit was reeds genomen, namelijk we gaan er mee door.
In het zomerseizoen 1947 werd hetzelfde werk vier maal gebracht met steeds groter succes. Er kon dat seizoen een zeer behoorlijk saldo worden geboekt en daarvan is in 1948 een openluchttheater gebouwd dat zo schitterend te midden der bossen is gelegen. Momenteel is Peer Gynt in studie, waarvan vier voorstellingen in de maanden juni en juli op het programma staan.
Vast staat, aldus de burgemeester Meyboom, dat dit werk nu staat en valt met dokter Broekema. Wellicht dat dit over enige jaren anders zal zijn, maar nu nog niet. Dokter Broekema heeft een goede speelgroep gevormd, maar de vereniging telt maar dertig leden. Peer Gynt vraagt toch veel meer acteurs en actrices, burgemeester ? Ja, maar daarvoor doen we dan een beroep op de bevolking en we willen gaarne erkennen, dat we over medewerking niet te klagen hebben. Anders konden we trouwens dergelijke werken ook onmogelijk opvoeren.
Een grote moeilijkheid wordt nog gevormd door het vervoer van de personen, maar wellicht dat de momenteel gevoerde besprekingen daarvoor een oplossing brengen. U moet niet vergeten dat ons openluchttheater plaats biedt aan duizend personen, en om dit aantal aan en af te voeren valt werkelijk niet mee.

Gezocht oord
Ook overigens is Diever een gezocht oord, want er werden in het verleden steeds veel concoursen en dergelijke gehouden van muziek- en zangverenigingen. Ook dit jaar zal zulks weer het geval zijn ter gelegenheid van het zilveren jubileum der plaatselijke muziekvereniging. Het bestuur hiervan heeft het aangedurfd dit jubileum te vieren met een federatief concours, waarvoor zelfs verenigingen uit de vaandelafdeling hun medewerking hebben toegezegd.
Door de aanwezigheid van een zwembad staat de zwemsport natuurlijk ook in het brandpunt der belangstelling en zo zal op de tweede Pinksterdag de zwemclub uit Apeldoorn de strijd aanbinden met de Dieverse zwemmers en zwemsters, terwijl voorts demonstraties zullen worden gegeven.
Men ziet het, de zaak wordt in Diever goed aangepakt, doch dit is ook een gevolg van het levendige en gevarieerde verenigingsleven dat Diever kent. Verschillende verenigingen van sociaal belang hebben hun vleugels over de gehele gemeente uitgespreid, zodat alle dorpen en gehuchten worden bewerkt. Het culturele en sportleven trekt echter gescheiden op. Diever en Wapse, die bijvoorbeeld ook beide een zuivelfabriek hebben, bezitten beide ook bloeiende muziek-, zang-, toneel- en sportverenigingen. Beide dorpen zijn Drentse gemeenschappen in de beste zin van het woord; Diever, gelegen om de brink, Wapse, waar de woningboerderijen rond de es zijn verrezen. Er zijn al eens plannen geopperd tussen de beide zuivelfabrieken een fusie tot stand te brengen, doch dat voornemen is nimmer doorgevoerd kunnen worden.

Rijksdienst voor het Nationale Plan
In Uw buurgemeente Dwingeloo is men ernstig verontrust burgemeester over de plannen van de Rijksdienst voor het Nationale Plan. Hoe staat men daar in Diever tegenover? De plannen van deze Rijksdienst omvatten voor de gemeente Diever weinig cultuurgrond, aldus luidde het antwoord van burgemeester Meyboom. Het is natuurlijk abnormaal, dat de eigenaren der gronden niet kunnen meepraten, maar het is voor mij zeer de vraag, of zulks niet alsnog gebeurt. Ik neem eigenlijk aan, dat de eigenaren nog wel een stem in het kapittel krijgen of dat in ieder geval de landbouworganisaties worden ingeschakeld.
In Diever betreft het echter verreweg voor het grootste deel bos en gronden die niet voor ontginning in aanmerking komen. Kunnen we dit ter geruststelling van de ingezetenen van Diever mededelen, burgemeester ? Ja zeker. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen enkel stukje cultuurgrond onder valt, maar in het raam van het geheel is dat toch zeer miniem. Diever is een gemeente, die op verschillend gebied nog zeer veel mogelijkheden biedt, speciaal op het gebied der vreemdelingen-industrie. Er is een volijverige Vereniging voor Vreemdelingenverkeer, doch de pensionlijst die telkenjare wordt aangelegd, is lang niet voldoende om aan alle aanvragen te voldoen. Op agrarisch gebied bestaat er evenwel geen enkele rem en of hinderpaal en de Diever boeren weten de mogelijkheden die de bedrijven bieden, uitnemend uit te bulten. Volhouden op agrarisch gebied en nog iets meer medewerking voor het ontvangen van de vele gasten, en Diever kan de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.

Het wapen van Diever
Diever: hoofdplaats van het Dieverder dingspil, Méér dan de andere vijf dingspilhoofdplaatsen draagt het huidige dorp nog het kenmerk van zijn groot verleden door de aanwezigheid van het zo fraaie “schultehuis”.
Het wapen der familie Ketel: een blauwe dwarsbalk op een zilveren (wit) veld is in steen boven de deur aangebracht en ernstig is overwogen om dit blazoen in het gemeentewapen op te nemen, omdat van 1595 tot 1737 telkens een lid van dit geslacht schulte van Diever is geweest.
Tenslotte is hier echter van afgezien, omdat het Dieverder dingspil een lengtemaat, de roede heeft gekend, die 16 voeten telde, terwijl in alle andere dingspillen met een roede van slechts 14 voeten werd gerekend.
Deze specifiek Dieverse eigenaardigheid leende zich prachtig tot verwerking in het wapen en wel door er een verticale streep (een zogenaamde paal) in aan te brengen, die in zestien stukjes verdeeld is.
De verdere motieven van het Dieverder wapen zijn ontleend, zowel aan de alleroudste als aan de jongste geschiedenis. Aan de oudste geschiedenis is het potje ontleend dat in een bovenhoek van het wapen is geplaatst. Het is van een vorm die alleen de bouwers der hunebedden in Nederland hebben toegepast en in de wetenschap staat het bekend als kraaghals- of kranenflesje. Dit is gedaan, omdat de Dieverder hunebedden wetenschappelijk zeer belangrijke gegevens hebben opgeleverd, waardoor onder meer is komen vast te staan, dat het volk dat deze monumenten naliet, Drenthe langs de Hondsrug, vanuit het Zuiden is binnengekomen en later naar het zuidwesten in de richting der Veluwe weer heeft verlaten.
Het symbool uit de jongste geschiedenis herkent ieder, het is het esdoornblad, dat als maple-leaf in Nederland zo populair is geworden. Het is een herinnering aan de episode der bevrijding, waarbij 10 slachtoffers in Diever zelf vielen voor het executiepeloton der Duitsers en waarbijverder te Dieverbrug een glorierijke bladzijde in de Drentse geschiedenis werd geschreven, toen vrijwilligers onder leiding van de opzichter der Rijkswaterstaat R. Koers een brug over de Hoofdvaart bouwden, nagenoeg onder de ogen der Duitsers, waardoor de bevrijding van Zuid-WestDrenthe, Noord-Overijssel en geheel Friesland meer dan 3 volle dagen vervroegd kon worden.
Het wapen heeft, wat kleur betreft, een merkwaardigheid die geen enkel ander Nederlands gemeentewapen kan aanwijzen: het schild is namelijk bedekt met “bont” en wel “hermelijn”. Dit wordt in de wapenkunde voorgesteld met een witte kleur, op regelmatige wijze bedekt met kruisvormige zwarte figuurtjes, die de hermelijnstaartjes voorstellen. Het wapen ziet er nu aldus uit: een hermelijnen schild, in het midden bedekt met een wit-rood gekleurde “paal” met zestien vakjes, links boven staat naast die paal een rood kraaghalsflesje en rechts onder een rood esdoornblad. Op de gebruikelijke wijze is het schild ter versiering met een gouden kroon gedekt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie begrijpt niet waar burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond ome Kees of slimme Keer werd genoemd) het in de paragraaf ‘een groot probleem’ het met loodvergiftiging als gevolg van vervuild water over heeft.
Pas op 15 mei 1957 bereikte de waterleiding ut dörp Deever en kon voor het eerst leidingwater in Deever worden getapt. Voorheen stond in huizen een handpomp, waarmee water ‘uut de welle’  werd opgepompt.

Posted in Gemiente Deever, Peer Gynt | Leave a comment

Ut ende van de legere skoele an de Tusschendarp

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren van zijn papieren archief in een doos met op papier afgedrukte foto’s onlangs bijgaand afgebeelde serie kleurenfoto’s van de olde legere skoele an de Tusschendarp 1 in Deever. De redactie heeft die serie kleurenfoto’s van het te slopen schoolgebouw gemaakt op 25 september 1997. Toen het nog kon. Per slot van rekening heeft hij zijn lagere schooljaren in dit gebouw doorgebracht.
De redactie heeft helaas nog niet kunnen achterhalen wanneer precies de olde legere skoele an de Tusschendarp 1 in Deever is gesloopt, maar zijn inschatting is dat dit in de loop van 1998/1999 (?) zal zijn gebeurd.
Want in Deever waren ze in die jaren aardig op dreef met de uitvoering van het Basis Integraal Dorpsvernieuwingsplan (BID), zeg maar een soort van Diever Op Dreef 0.0.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet op welke datum is gestart met de sloop van de olde legere skoele an de Tusschendarp 1 in Deever ?

Afbeelding 1 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.
Afbeelding 2 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 3 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 4 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 5 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 6 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 7 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 8 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 9 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 10 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 11 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 12 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 13 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 14 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 15 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Posted in Legere skoele in Deever, Onderwies, Tusschendarp, Verdwenen object | Leave a comment

Boom’m plaant’n bee de skoele an de Tusschendarp

De Boomplantdag -vanaf 1980 Nationale Boomfeestdag– wordt sinds april 1957 gehouden op de derde dinsdag in maart. Het is de bedoeling leerlingen van de vierde klas van de lagere school het belang van bomen bij te brengen. Het is zeer zeker ook de bedoeling dat de leerlingen op die dag zelf bomen planten.

De redactie van ut Deeevers Archief schat in dat de hier afgebeelde zwart-wit foto (afbeelding 1) in het jaar 1963 tijdens de Boomplantdag is gemaakt naast de legere skoele an de Tusschendarp in Deever. Achter het kantoortje van de schoolmeesters met het grote raam is de in 1962 in gebruik genomen uitbreiding van de legere skoele te zien. In 1963 was ut Dingspilhuus nog niet gebouwd.

De maker van de hier afgebeelde zwart-wit foto stond op het muurtje bij de ingang van het schoolplein. De redactie wil bijzonder graag de maker van deze historisch waardevolle foto in dit bericht vermelden. De afgebeelde zwart-wit foto is toch maar weer een fraai fragmentje uit het schoolverleden in de gemiente Deever.

Het bomen planten werd die dag zo te zien niet uitgevoerd door de leerlingen. De jongens staan er maar wat met de handen in de zakken bij te koekeloeren.

De grote vraag is natuurlijk of de op die dag geplante bomen vóór de sloop van deze school respectvol en duurzaam zijn verhuist naar een andere standplaats, bijvoorbeeld bij de nieuwe lagere school met de singuliere naam Singelier op de Westeresch ? Een boom heeft het in elk geval niet gered, want op de hier afgebeelde kleurenfoto, die de redactie op 25 september 1997 heeft gemaakt, was alleen de boom in de buurt van het muurtje bij de ingang van het schoolplein nog aanwezig. De andere bomen zullen gesneuveld zijn tijdens het uitbreiden van de school met diverse aanbouwsel.

Van de vier mannen aan de linkerkant van de foto herkent de redactie aan de linkerkant Jan Boesjes, de bemoeizuchtige gemeentesecretaris van de gemiente Deever. Jan Boesjes wilde per definitie secretaris van alle verenigingen in Deever zijn. Naast hem staat burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees werd genoemd, die Slimme Kees werd genoemd door Deeversen die hem niet mochten noemden). De burgemeester staat er een beetje verveeld bij en is druk bezig een sigaret van het merk North State te roken. De burgemeester was in de zomer vaak drukker met het openluchtspel en het onbewoonbaar verklaren van Deevers aarfgood, dan met het besturen van de gemiente Deever. Naast de burgemeester staan ongetwijfeld de twee wethouders in hun mooiste zondagse klofje, want zo’n Boomplantdag levert toch wel een mooi persmomentje op. De man in het midden met lichte jas is Albertus Andree (of André of Andrea of Andreae ??) (die in de Deeverse volksmond altijd gewoon Bart Eulie werd genoemd). Hij is de bovenmeester van de legere skoele an de Tusschendarp 1 in Deever.

De redactie herkent enige jongens op de hier afgebeelde foto. De jongen aan de linkerkant met bril en houtje-touwtje winterjas en de handen in de zakken is Jan Bos, de zoon van U.L.O.-meester Hayo Bos (die door de U.L.O.-leerlingen vaak Bossie werd genoemd), uut de Kloosterstroate. De redactie meent dat de jongen met krulhaar en de handen in de zakken van zijn colbertjasje Jento Koers is, die woonde halverwege de weg hen de Deeverbrogge in een van de twee blauwververswoningen. De jongen met de uilebril aan de rechterkant van de hier afgebeelde zwart-wit foto lijkt Barteld de Ruiter uut Oll’ndeever te zijn. De redactie verneemt van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief graag de naam van andere leerlingen op deze foto.

De redactie heeft de bijgaand afgebeelde kleurenfoto (afbeelding 2) gemaakt op donderdag 25 september 1997.
De redactie heeft de bijgaand afgebeelde kleurenfoto (afbeelding 3) gemaakt op vrijdag 15 december 2023.

De heer Hendrik (Henk) Vondeling stuurde op 15 september 2023 de volgende door de redactie zeer gewaardeerde reactie.
De U.L.O.-meester heette niet Henk Bos, maar Haijo Bos. Door leerlingen werd hij vaak Bossie genoemd. Zijn collega uit dezelfde tijd was Henk van den Bos, die toen in de Brinkstraat woonde.

Reactie van de redactie van ut Deevers Archief op de zeer gewaardeerde reactie van Hendrik (Henk) Vondeling
In het bericht is de naam Henk Bos gewijzigd in Hayo Bos. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kent de bijnaam van andere U.L.O.-meesters ?


Afbeelding 2 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden

Afbeelding 3 – © Ut Deevers Archief – 15 december 2023 – Alle rechten voorbehouden

Posted in Alle Deeversen, Legere skoele in Deever, Onderwies, Verdwenen object | Leave a comment

Deveren op un olde laandkoate uut 1614

In de bibliotheek van de Universiteit Groningen is aanwezig een landkaart uit 1614. Zie afbeelding 2.
Boven deze kaart staat de Duitse tekst ‘Beschreibung des Occidentischen Frieszlandtz …’. Het betreft een ‘Carte von Friesland, Groningen, Drenthe und Overijssel’.
Sebastian Münster heeft de houtsnede voor deze kaart in 1614 gemaakt. De kaart is dus een afdruk van die houtsnede. Het formaat van de kaart is 19,5 x 16,5 cm. De schaal van de kaart is 1 : 823.000.
Waar het in dit bericht uiteraard om gaat is dat het dorp Deever gelukkig ook is ingetekend op deze Duitse landkaart. Het moet in die tijd al een tot ver in Duitsland bekend dorp zijn geweest. Zie afbeelding 2.
In 1614 was de naam van Deever nog Deveren. Die naam is in afbeelding 2 moeilijk te onderscheiden.
De redactie van ut Deevers Archief heeft daarom voor de zeer gewaardeerde – doch niet kippige – bezoekers van ut Deevers Archief een uitsnede van afbeelding 2 gemaakt, zie afbeelding 1.

Afbeelding 1 – © Bibliotheek Universiteit Groningen – Speciale collecties. Detail van afbeelding 2

Afbeelding 2 – © Bibliotheek Universiteit Groningen – Speciale collecties.

Posted in Deever, Laandkoate | Leave a comment

Ut pompstation bee ut riekswaarkkaamp Deever A

Op 16 november 2011 verscheen in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) het bericht ‘Westenveld gaat voor de hoofdprijs’. Zie afbeelding 3.
Op 17 november 2011 won de gemeente Westenveld inderdaad de uiterst begeerde en zeer prestigieuze prijs voor ‘de beste erfgoedgemeente van Nederland’, zeg maar een bescheiden soort van Nederlands Nobelprijsje voor de gemeente die het beste reclame weet te maken voor zijn culturele erfgoed en aan erfgoed gerelateerde activiteiten weet te organiseren en door het bevorderen van erfgoedtoerisme goed geld probeert te verdienen aan erfgoed.
Het bij de prijs behorende geldbedrag van € 25.000 is gestopt in de financiering van het eind november 2013 verschenen boek Cultuurhistorische rijkdom gemeente Westenveld – Het erfgoed van Zuidwest-Drente.
Zie ook het bericht Boek Cultuurhistorische rijkdom van de gemeente Westerveld gepresenteerd.
De redactie van ut Deevers Archief heeft pas onlangs echt de tijd genomen voor het lezen van de tekst van en het bekijken van de afbeeldingen in het hiervoor genoemde boek.
Aanbeland op bladzijde 101 van het onvolprezen boek, zie afbeelding 1, viel het oog van de redactie op die bladzijde op afbeelding 2 met als bijschrift ‘Benzinestation Dieverbrug’. Dat bijschrift klopt, het is zonder meer een prachtige foto, maar de foto past niet bij de tekst.
Want hier had top-auteur en erfgoed-genie Bernard Stikfort een foto van het pompstation bij rijkswerkkamp Diever A an de Woaterseweg in de Olde Willem moeten tonen. Dat is toch wel een blundertje van erfgoed-expert Bernard Stikfort. En in de tekst van top-auteur Bernard Stikfort op bladzijde 101 herkent de redactie van ut Deevers Archief nogal wat door hemzelf bedachte tekst. Een kwalijk gevalletje van klakkeloos kopiëren ? Een kwalijk gevalletje van plagiaat ?
De redactie stelt voor afbeelding 2 in een corrigendum/addendum/erratum van het boek ‘Cultuurhistorische rijkdom gemeente Westenveld – Het erfgoed van Zuidwest-Drente’ op te nemen.

Afbeelding 1 – Bladzijde 101 uit het boek ‘Cultuurhistorische rijkdom gemeente Westenveld – Het erfgoed van Zuidwest-Drente.
Afbeelding 2 – (© Coen Broekema, februari 2000, alle rechten voorbehouden)
Het pomphuisje bij rijkswerkkamp Diever A an de Woaterseweg in de Olde Willem werd in de vijftiger jaren van de vorige eeuw bewoond door Albert Stoker en Stina Haveman en hun kinderen Roelie, Lina en Jan. Dit huisje bevindt zich nu op het terrein van recreatiecentrum ‘Hoeve aan den Weg’.
Afbeelding 3 – Bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 16 november 2011.

Posted in Cultuurhistorie, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Ut saandstien’n beeltie De Oele in Singelier

Als je aan een groot aantal mensen, die vandaag de dag in Deever woont, de vraag zou stellen waar de Oele is gebleven en wat Singelier betekent, dan zal zeker bijna honderd procent van de ondervraagden deze vragen negatief beantwoorden, laat staan dat ze op de hoogte zijn van het bestaan van de Oele.

De Oele
De Oele is een zandstenen beeldhouwwerkje dat hoog in de voorgevel van de legere skoele an de Tusschendarp in Deever was ingemetseld. Dit is te zien op de hier afgebeelde foto van een gekleurde pentekening van deze school, die de redactie van ut Deevers Achief heeft gemaakt op op 23 oktober 2012. Zie afbeelding 1. Deze pentekening hangt in de openbare basisschool met de naam Singelier in Deever. De redactie van ut Deevers Archief heeft op donderdag 25 september 1997 een kleurenfoto van de voorgevel van de legere skoele an de Tusschendarp in Deever gemaakt; zie afbeelding 2.

Het beeld de Oele is bij de afbraak van de lagere school gelukkig niet gestolen, ook niet met het bouw- en sloopafval afgevoerd naar een puinbrekerij, ook niet voor veel geld aan een liefhebber verpatst, maar dankzij de inspanning van vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, in het bijzonder wijlen Bram Moesker, behouden gebleven. Het zandstenen beeldhouwwerkje is echter in een periode van meer dan een halve eeuw door weer en wind en zon en zure regen en ammoniak en stikstof en fijnstof en walm en rook uit de schoorsteen wel aangetast. De redactie heeft van het zandstenen beeldhouwwerkje op 25 september 1997 een kleurenfoto gemaakt. Zie afbeelding 3.

Wijlen Bram Moesker heeft het zandstenen beeldje na een grondige schoonmaakbeurt in de kerstvakantie van het jaar 2000 binnen de openbare lagere school met de bijzondere naam De Singelier in een muur ingemetseld. Het hangt bij de hoofdingang boven een grote groene met strooizout gevulde groenafvalcontainer. De redactie van ut Deevers Archief heeft op 23 oktober 2012 een kleurenfoto van het beeld de Oele gemaakt. Zie afbeelding 4.

Zie in afbeelding 5 het bericht ‘Stenen uil vindt warm nest in Singelier’ in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 29 december 2000.

De Oele wordt in veel culturen beschouwd als teken van wijsheid. Ook voor de oude Grieken was de uil het symbool van wijsheid. De Griekse godin van de wijsheid Pallas Athena benoemde de uil tot vogel van de wijsheid. Waar een mens in de duisternis rondtast, neemt de Oele met zijn scherpe gezichtsvermogen alles waar. Gelukkig zag de maker van dit beeldhouwwerkje daar de betrekkelijkheid wel van in, want al houwend beeldde hij de Oele met zijn tenen met grote scherpe grijpklauwen op de rand van een opengeslagen boek uit. Want ook een opengeslagen boek is als een teken van wijsheid te beschouwen. De grote vraag is natuurlijk: wie is de maker van het beeldhouwwerkje de Oele ?

Als je aan Deeversen, die jarenlang dagelijks langs de Oele aan de voorgevel van de lagere school an de Tusschendarp liepen of fietsten en soms ook wel naar de Oele zullen hebben gekeken, zou vragen of ze weten dat de Oele op het opengeslagen boek van de wijsheid zit, dan zullen de meesten die vraag met nee beantwoorden. Kijken, maar niet zien. Kijken, maar niet waarnemen.

Singelier
De Oele hangt in de openbare basisschool met de naam Singelier in Deever. Singelier is een woord in het Deeverse dialect, dat een verbastering, zeg maar vurdeeverdisering, is van het Nederlandse woord singulier, wat afwijkend, bijzonder of apart betekent. Het Deeverse dialect behoort tot de verzameling van Stellingswerfse dialecten. Het woord singelier is ook bij olde Deeversen in onbruik geraakt. De vraag is zelfs of de olde Deeversen dat woord wel ooit hebben gebruikt. De redactie kan zich niet herinneren dat zijn ouders of zijn ooms en tantes dat woord ooit hebben gebruikt. De redactie van ut Deevers Archief kan zich niet herinneren dat hij dit woord ooit zelf heeft gebruikt. Het Deeverse dialect kan exotische woorden, zoals singelier, missen als kiespijn.

Het openbare lagere onderwijs in Deever werd eerst gegeven op een plaats in de hervormde kerk, daarna op een andere plaats in de hervormde kerk, daarna in een tot school verbouwde oude boerderij aan de brink, daarna in een nieuw gebouwde school an de Heufdstroate, daarna in een nieuw gebouwde school an de Tusschendarp en nu in de nieuw gebouwde school op de Westeresch.

Voor zo lang het zal duren, want op termijn zullen de drie basisscholen in Deever en in Wapse worden samengevoegd tot één brede basisschool, die na de sluiting van het krimpende Westeresch-filiaaltje van scholenmoloch Stad en Esch uut Möppel, zal worden gevestigd in het dan vrijkomende schoolgebouw.

Afbeelding 1 – Foto van een tekening van de voorgevel van de legere skoele an de Tusschendarp 1 in Deever.

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief, 25 september 1997, alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 3 – (© Ut Deevers Archief, alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 4 – (© Ut Deevers Archief, 23 oktober 2012, alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 5 – Bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 29 december 2000. Aan de linkerkant staat wijlen Bram Moesker. Aan de rechterkant staat schoolmeester Frits Knol.  

Posted in Beeld, Kuunst, Legere skoele in Deever, Tiekening | Reacties uitgeschakeld voor Ut saandstien’n beeltie De Oele in Singelier

Ut lege model Simon van de Sphinx uut Maastrigt

De megalomane burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees werd genoemd, mensen die een hekel aan hem hadden noemden hem Slimme Kees) bemoeide zich in 1957 ten zeerste en tot het uiterste en tot in het pietluttigste met de peperdure inrichting van het nieuwe gemeentehuis van de armlastige gemiente Deever an de brink van Deever. En tot die inrichting behoorde volgens burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees werd genoemd, mensen die een hekel aan hem hadden noemden hem Slimme Kees) ook een chique galaservies met gemeentewapen van Petrus Regout en Compagnons uit Maastricht.

De redactie van ut Deevers Archief citeert uit het papieren blad Opraekelen 09/3 (september 2009) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, de eigen woorden van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees werd genoemd, mensen die een hekel aan hem hadden noemden hem Slimme Kees) over het gemeentelijke galaservies:
In de kasten staan kopjes, schoteltjes, koffiekannen, theepotten, suikerpotten, melkkannetjes, koekborden, en gebakschoteltjes opgeborgen. Wat, zo dacht ik, wat is nu gemakkelijker dan kopjes voor het gemeentehuis te kopen. Ja, dat had u gedacht.
Wat wilt u: een hoog of een laag model ? Het moet geschikt zijn zowel voor koffie als voor thee. Na veel keuren werd het model Simon laag van de Sphinx te Maastricht.
Wilt u het gemeentewapen op het kopje en op het schoteltje ? Neen, alleen op het kopje, want op het schoteltje ligt al een lepeltje met het gemeentewapen.
Moet er ook een haarlijntje op ? Hè, wat is dat ? Het dunne gekleurde randje om kopje of schoteltje. Ja, wel een haarlijntje. Accoord.
Welke kleur moet het aardewerk hebben ? En het haarlijntje ? Weer zoeken en keuren. Tenslotte wordt het crème met rood. Natuurlijk hadden we er veel te laat aan gedacht om dit servies te bestellen. Binnen de door ons gestelde levertijd was het crème met rood niet, maar het wit met rood wel te leveren. Weer overleg plegen ! Met wie ? Natuurlijk met mijn vrouw, terwijl ook de secretaris haastig zijn huis opbelt. Beslissing: crème met wit, want bij de opening van het gemeentehuis moet het spul toch in orde zijn ! Voelt u in hoeveel nesten je je als man kunt steken !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het komt de redactie voor dat uiteindelijk het servies niet crème met wit, maar wit met rood is geworden.
Het komt de redactie voor dat uiteindelijk het gemeentewapen ook op de schoteltjes is aangebracht.

Posted in Deeverse prullaria, Gemiente Deever | Leave a comment

Vief fotoos van de U.L.O. an de Tusschendarp 3

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren van zijn papieren archief in een doos met op papier afgedrukte foto’s onlangs bijgaand afgebeelde vijf kleurenfoto’s van de olde U.L.O.-skoele an de Tusschendarp 3 in Deever.

De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto’s (afbeeldingen 1, 2, 3 en 5) gemaakt op donderdag 25 september 1997. De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto (afbeelding 4) gemaakt op donderdag 6 november 1997. Dat is al meer dan 25 jaar geleden ! De redactie is wel de bescheiden mening toegedaan dat de vier afbeeldingen enige historische waarde hebben. De redactie heeft wel de bescheiden mening dat de vier afbeeldingen mooie fragmentjes uit het verleden van de gemiente Deever tonen.

Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bereid zijn historisch waardevolle foto’s van de olde U.L.O.-skoele an de Tusschendarp 3 in Deever in ut Deevers Archief te tonen ?

De redactie zat in klas 1 van de U.L.O. in een houten eenklassig noodgebouw an de Tusschendarp, zat in klas 2 van de U.L.O. in een ander groter tweeklassig houten noodgebouw an de Tusschendarp, zat in klas 3 van de U.L.O. in het hier afgebeelde stenen gebouw an de Tusschendarp 3 en zat in klas 4 van de U.L.O. in het nieuwe gebouw op de Westeresch.

De U.L.O.-skoele in Deever is vlak na de Tweede Wereldoorlog opgericht en ontwikkeld, met name door inspanningen van Pieter (Piet) Zijlstra, die immer en overal bolknaks rookte, die zelfs in de klas al pratend les gaf met een rokende bolknak tussen zijn lippen.

Op afbeelding 1 is op het bord boven de deur te lezen dat peuter speelzaal Porkieshoek in de olde U.LO.-skoele was gevestigd.. Het commerciële bedrijf Kinderopvang KaKa is tegenwoordig de uitbater van een peuteropvang met de naam Porkieshoek in de openbare basisschool De Singelier op de Westeresch.

Op een stukje van de topografische kaart van Nederland uit 1997 is de olde U.L.O.-skoele an de Tusschendarp. Zie de rode pijl met tekst in afbeelding 6. Op een stukje van de topografische kaart van Nederland uit 2002 zijn op de plaats van de olde U.L.O.-skoele de woningen aan de Valkenakker ingetekend. Zie afbeelding 7.

Afbeelding 1 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden)
Afbeelding 2 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 3 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 4 – © Ut Deevers Archief – 6 november 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 5 – © Ut Deevers Archief – 25 september 1997 – Alle rechten voorbehouden.

Afbeelding 6

Afbeelding 7

Posted in Onderwies, Tusschendarp, U.L.O.-skoele, Verdwenen object | Leave a comment

De Buitelbam was de ièste kleuterskoele in Deever

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 1 september 1955 het volgende artikel over de opening van de zo genoemde neutrale kleuterschool in het dorp Deever.

De Buitelbam, de eerste kleuterschool in Diever, is gisteren geopend en voor de ouders betekent dat meer vrijheid, zoals burgemeester J. C. Meyboom zei en voor de grootouders meer rust, omdat zij niet zo vaak meer hoeven op te passen en niet zoveel sprookjes meer hoeven te vertellen. Het nieuwe gebouw heeft een leslokaal en een speel-leslokaal. een hal en een kamer voor het hoofd.
In café Doorten kwamen de genodigden bijeen en al vrij spoedig daarna wandelde men naar de nieuwe school, waar dr J. Naarding de naam van de school, De Buitelbam, onthulde. Hans Bakker, een der kleuters overhandigde een enorme sleutel – een meter lang – in goudkleur met een blad, gesierd door het gemeentewapen. Men bezichtigde hierna het prachtige moderne gebouw en het mooie interieur.
In café Slagter sprak als eerste de heer P. Zijlstra, hoofd van de uloschool en voorzitter van de vereniging. Hij sprak er zijn vreugde over uit, dat het gelukt is ondanks alle moeilijkheden de school tot stand te brengen. Hij dankte alle medewerkers, onder wie ook de architecten Bakker en De Boer en de aannemers Moes en Zoer te Dieverbrug.
Burgemeester Meiboom zei in zijn toespraak, dat een kleuterschool geen leerinstituut is, doch een school waarin een kind zich kan uitleven. De burgemeester bood namens het gemeentebestuur een vlag aan.
“De naam is een van de beste dingen, die eens mens bezit”, zo zei dr J. Naarding, die de naam Buitelbam nader belichtte. Een “buitel” is een kleuter, een “bam” was een vrijplaats van vluchtelingen. Buitelbam is dus een veilige plaats voor kleuters.
Het woord werd achtereenvolgens nog gevoerd door mejuffrouw Hoekstra, vertegenwoordigster van de stichting Opbouw Drenthe te Assen, de heer Van Gerner, namens de afdeling Diever-Dwingeloo van de N.O.V., de heer A. Andreae namens de toneelvereniging, de heer R. Zondergeld te Wapse, mevrouw L. Andreae-Talen, als naaste naober van de school en de heer Keulen te Assen.

Tekst bij de afbeelding rechts boven:
Burgemeester J. C. Meiboom van Diever verrichtte de opening van de nieuwe kleuterschool; weliswaar met een kleinere sleutel dan die welke hij in zijn hand droeg…

Tekst bij de afbeelding van de kleuterschool:
De neutrale kleuterschool De Buitelbam te Diever, welke gisteren officieel werd geopend.

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Krant) verscheen op 28 december 1998 het bericht dat de in 1955 gebouwde en in 1976 uitgebreide kleuterschool De Buitelbam aan de Binnenes in Deever gesloopt ging worden.

Huizen op plek school
Diever – De voormalige kleuterschool De Buitelbam aan de Binnenes in Diever moet het veld ruimen voor woningbouw. Het plaatselijke aannemersbedrijf Ombou is afgelopen week begonnen met het kappen van bomen. Op de plaats van de kleuterschool bouwt Ombou vier woningen, die overigens al zijn verkocht.
Door de komst van de nieuwe basisschool De Singelier kwam het schoolgebouw aan de Binnenes leeg te staan. Het aannemersbedrijf kocht vervolgens de grond om er woningen te realiseren. Zoals het er nu naar uitziet, kan er in het voorjaar van 1999 worden begonnen met de bouw. In combinatie met de uitvoering van het BID-plan, die al enige tijd op zich laat wachten, zal het centrum van Diever een geheel ander aanzicht krijgen.
Het steekt een aantal inwoners van Diever dat woningen aan de Hoofdstraat met het oog op de uitvoering van het BID-plan, al meer dan een jaar leeg staan. Er wordt gesproken van ‘verloedering’. Ook de parkeerproblemen bij de plaatselijke supermarkt moeten na uitvoering van de plannen tot het verleden behoren.
De kleuterschool in Diever is in 1955 door enkele ingezetenen gesticht. Na een aantal jaren is de school overgenomen door de gemeente. In 1976 volgde een forse uitbreiding.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief bij het artikel ‘De Buitelbam te Diever geopend’
In de derde alinea is sprake van “café Slagter”. Dit moet gelezen worden als “café Doorten”.
De heer P. Zijlstra is Pieter (Piet) Zijlstra (die in de Deeverse volksmond altijd ome Piet werd genoemd). Hij was de bovenmeester van de school voor uitgebreid lager onderwijs an de Tusschendarp 3 in Deever.
Burgemeester Meiboom is Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond Ome Kees werd genoemd, hij werd Slimme Kees genoemd door mensen die een hekel aan hem hadden).
Dr. J. Naarding is schrijver Jan Naarding. De hoogdoorgepromoveerde doctor Jan Naarding, door zichzelf als dialectoloog beschouwd, was helemaal vanuit Sleen ingevlogen om de hooggenodigden tekst en uitleg te geven over de woorden ‘buitel’ en ‘bam’.
De heer A. Andreae (André ?, Andrea ?) is Albertus Andreae (André ?, Andrea ?) (die in de Deeverse volksmond Bart Eulie werd genoemd). Hij was de bovenmeester van de legere skoele an de Tusschendarp in Deever.
De heer R. Zondergeld was Reint Zondergeld uit Wapse.
Zoals gewoonlijk hield burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond Ome Kees werd genoemd, hij werd Slimme Kees genoemd door mensen die een hekel aan hem hadden) weer een niet bijster intelligente lulkoek-toespraak.
De kleuterschool was natuurlijk bij lange na niet neutraal genoeg, want in 1955 zat in de eerste groep kleuters geen enkel kind van griffemiède ouders.
De redactie vond bij het digitaliseren van zijn papieren archief in een doos met op papier afgedrukte foto’s onlangs bijgaand afgebeelde kleurenfoto van de kleuterskoele an de Binnenesch in Deever. De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 19 maart 1996. Blijkbaar is het oorspronkelijk wit geschilderde oorspronkelijk gebouw een keer gezandstraald of zo, want op 19 maart 1996 was van het oorspronkelijke gebouw het oorspronkelijke metselwerk te zien.

Afbeelding 1 – Artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van 1 september 1955.
Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief, alle rechten voorbehouden)

Posted in Binnenesch, Kleuterskoele 'de Buitelbam', Onderwies, Verdwenen object | Leave a comment

Un logtfoto van ut pièdespul Ut Ruterhuus

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag luchtfoto’s van objecten in de gemiente Deever, hoe meer luchtfoto’s hij kan tonen, hoe liever het hem is.
De redactie kreeg onlangs bijgaand afgebeelde scans van een luchtfoto op een ansichtkaart van ut Ruterhuus an de Grönnegerweg bee Deever toegestuurd van een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief. De redactie is deze zeer gewaardeerde bezoeker bijzonder erkentelijk voor deze geste. Dat zouden meer zeer gewaardeerde bezoekers mogen doen.
De hier afgebeelde ansichtkaart is op 25 juni 2002 verstuurd. Zie het poststempel op de postzegel (afbeelding 2).
In juni 2002 was ut Ruterhuus van de familie Dijkstra dus nog gevestigd in het voormalige Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever. Zie ook afbeelding 3, waarop ut Ruterhuus op een stukje van de topografische kaart van Nederland uit 2001 is te zien.
De familie Dijkstra had eerder un pièdespul an de Holteweg in Oll’ndeever, in de oudste boerderij in de gemiente Deever.
De grote vraag is wanneer de familie Dijkstra het hotel-conferentiecentrum ut Ruterhuus heeft verkocht ?

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Aar'mhuus, Ansigtkoate, Grönnegerweg, Toeristenindustrie | Leave a comment

Ut bedrief van Dinand Kloezen en Lummegie Kortwijk

De kruidenierswinkel en de bakkerij van het echtpaar Meinhardinand (Dinand) Egbert Kloezen en Lummigje Kortwijk stond an de Gowe. Meinhardinand (Dinand) Egbert Kloezen is geboren op 14 oktober 1901 in Tubbergen. Hij is overleden op 27 februari 1987. Lummigje Kortwijk is geboren op 12 april 1899 in Dwingel. Zij is overleden op 8 januari 1985. Beiden zijn begraven op de kaarkhof van Dwingel.

Meinhardinand (Dinand) Egbert Kloezen kocht op 9 januari 1928 het woon- en winkelhuis van de heer T. Boerhof an de Gowe. Zie afbeelding 1.
Meinhardinand (Dinand) Egbert Kloezen vroeg op 30 maart 1928 bij het gemeentebestuur van Deever vergunning aan voor het openen van een broodbakkerij an de Gowe. Zie afbeelding 2.
Meinhardinand (Dinand) Egbert Kloezen verkocht eind februari 1963 het door hem bewoonde winkelpand met woonhuis aan R. Grit. Zie afbeelding 3.

Op de hier afgebeelde foto uit omstreeks 1936 staan de twee dochters Lucretia (Lucie) Henrietta (links) en Aaltje (rechts) voor de winkel. Zie afbeelding 6.
Dochter Lucretia (Lucie) Henrietta trouwde met Jan Kannegieter. Zie afbeelding 10
Dochter Aaltje trouwde met Roelof Jannes Smit. Zie de afbeeldingen 11 en 12.
De redactie van ut Deevers Archief is in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van de dochters Lucie en Aaltje Kloezen.

Dinand Kloezen was broodbakker. Na het bakken ventte hij zelf zijn brood uit in de buurt, vaak over slecht begaanbare zandpaden. Zijn vrouw Lummigje Kortwijk verkocht naast brood onder meer ook kruidenierswaren, eieren, petroleum, lapjes stof en galanteriewaren. Ook naaide en verstelde ze kleding voor bewoners uit de buurt.
Voor de Tweede Wereldoorlog was het een arme tijd, er waren veel grote gezinnen en de lonen waren laag. Iedereen kon echter in de winkel terecht. Als een klant niet direct kon betalen, dan werd het in het boek opgeschreven. Betalen kwam later wel.
Ook veel schippers kochten hun boodschappen in de winkel van de familie Kloezen.
Door hard te werken en lange dagen te maken konden ze toch een goede boterham verdienen.

Afbeelding 1
Bericht in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 10 januari 1928.

Afbeelding 2
Bericht in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 3 april 1928.

Afbeelding 3
Bericht in de Friese Koerier (onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden) van 28 februari 1963.

Afbeelding 4
Bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 21 april 1978.

Afbeelding 5
Dorpsfotograaf en dorpsfiguur en boer Harm (Haarm) Hessels is de maker van de foto bij het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 21 april 1978.

Afbeelding 6
Let vooral op de mooie reclameborden van emaille: Van Nelle’s tabak, Van Nelle’s koffie en thee, Persil waspoeder, Henco was- en weeksoda. De winkel en bakkerij was ook bereikbaar via een paar balken over de bermsloot. De foto was aanwezig in de verzameling van wijlen mevrouw Aaltje Smit-Kloezen.

Afbeelding 7
In dit pand was de woning, de kruidenierswinkel en de bakkerij van het echtpaar Meinhardinand (Dinand) Egbert Kloezen en Lummigje Kortwijk an de Gowe gevestigd. Let vooral op de mooie reclameborden van emaille. In die tijd, het moet 1938 of 1939 zijn geweest, is het fietspad van tegels langs de rijksweg aangelegd. Daarom werd de sloot van de kant van het café van Willem Jonkers tot aan de woning van Douwe Russchen vervangen door een duiker. Vandaar al dat zand voor de deur van de winkel. Het werk werd uitgevoerd door aannemer Te Siepe. De foto is gemaakt door Cor Bakker, die de uitvoerder van het werk was. Hij was toen in de kost bij de familie Kloezen. De foto was aanwezig in de verzameling van wijlen mevrouw Aaltje Smit-Kloezen.

Afbeelding 8
De redactie heeft de hier afgebeelde zwart-wit foto gemaakt op 23 mei 2001. In het midden is de vroegere kruidenierswinkel en bakkerij van het echtpaar Meinhardinand (Dinand) Egbert Kloezen en Lummigje Kortwijk te zien.

Afbeelding 9
De redactie heeft de hier afgebeelde zwart-wit foto van de vroegere kruidenierswinkel en bakkerij gemaakt op 25 november 2003.

Afbeelding 10

Afbeelding 11


Afbeelding 12

Posted in de Gowe, Haarm Hessels, Neringdoende, Overlijdensbericht | Leave a comment

Ik gunne meesölf die koate toch ech wè

De redactie van ut Deevers Archief laat de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief bijzonder graag mooie afbeeldingen van objecten an de Deeverbrogge zien. In dit bericht betreft het een afbeelding van een op 23 december 1909 verstuurde ansichtkaart waarbij, behalve de naam van de afzendster, geen tekst is te lezen in de schrijfruimte. Op de afgebeelde ansichtkaart is een van de stoombootjes (de Assen I of de Assen II) van de Drentsche Stoomboot Maatschappij (D.S.M.) veur de löswal bee ut logement van de weduwe van Sjoert Benthem an de Deeverbrogge te zien. Rechts van het stoombootje is nog een snikke te zien.

Op het internet zijn zo nu en dan erg oude ansichtkaarten met beelden van de Deeverse brogge en de Deeverse sluus te koop. De hier afgebeelde ansichtkaart is een gelopen ansichtkaart, dus voorzien van een postzegel en een poststempel. Dat biedt de verzamelaar zekerheid, want bij een ongelopen exemplaar, dus niet voorzien van een postzegel en poststempel, weet je als verzamelaar maar nooit of het een echt exemplaar is of dat het een nagemaakt exemplaar is.

In ut Deevers Archief zijn enige afbeeldingen van ansichtkaarten uut de gemiente Deever aanwezig, waarop het stoombootje Assen I of Assen II van de Drentsche Stoomboot Maatschappij an de Deeverbrogge zijn te zien. Deze zijn te bewonderen in het bericht De stoomboot bee Sjoert Benthem an de Brogge. Op de drie in dat bericht getoonde ansichtkaarten is de vaarroute van het stoombootje van Assen naar Möppel.

Op de hier afgebeelde ansichtkaart is de vaarroute van het stoombootje van Möppel naar Assen. De zwarte pluim rook uit de schoorsteen van het stoombootje, de vele mensen en de vele goederen op het dek van het stoombootje laten zien dat het stoombootje op het punt staat te vertrekken naar Möppel. Met Veerkade Dieverbrug wordt bedoeld de löswal bee ut losement van de weduwe van Sjoert Benthem an de Deeverbrogge. De hier afgebeelde ansichtkaart is uitgegeven door fotograaf Jan Koops uut ’t Hoovene.

Op een advertentie-webstee, die aanbod en vraag samenbrengt, was begin oktober 2024 de hier afgebeelde ansichtkaart te koop. Deze kaart is bij opbod voor € 17,50 (exclusief verzendkosten) verkocht aan een in Deever woonachtig verzamelaartje van ansichtkaarten uut de gemiente Deever.

Dat verzamelaartje uut Deever kocht op de hiervoor genoemde advertentie-website in 2023 voor ongeveer € 53,00 (exclusief verzendkosten) een ongelopen exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart, om toch maar een exemplaar van die ansichtkaart te hebben. Hoe dom en krampachtig en buitenzinnig en ikzinnig wil je het hebben ? Dus voor een echt en een twijfelachtig exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart betaalde het ikzuchtige verzamelaartje uut Deever ongeveer € 72,00 !

Datzelfde ikzuchtige verzamelaartje uut Deever had inzake een ander gelopen exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart in juli 2022 een akkefietje met de redactie van ut Deevers Archief. De redactie verwijst daartoe naar het bericht Ik gunne oe die koate neet.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste -in nogal bijgesneden vorm- bewonderen op bladzijde 312 in het hoofdstuk Dieverbrug van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 199 van het boek An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate | Leave a comment

Ik gunne oe die koate toch echt neet ! 

De redactie van ut Deevers Archief laat de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief bijzonder graag mooie afbeeldingen van objecten an de Deeverbrogge zien. In dit bericht betreft het een afbeelding van een op 20 september 1918 verstuurde ansichtkaart met de navolgende tekst in de schrijfruimte. Op de afgebeelde ansichtkaart is een van de stoombootjes (de Assen I of de Assen II) van de Drentsche Stoomboot Maatschappij (D.S.M.) veur de löswal bee ut logement van de weduwe van Sjoert Benthem an de Deeverbrogge te zien.

Mejuffrouw S. Bruinenberg, Stationsdwarsstraat N° 1 te Assen
Harskamp, 20 september 1918
Beste vriendin,
Even een kaartje voor je alleen hoor !
Goed overgekomen en een voorspoedige reis gehad naar ’t kamp. Wel bedankt voor ’t kiekje ’t geen F. me gegeven heeft. ‘k Zal jullie gauw eens een van me sturen, maar eerst tractement beuren. Later iets meer.
Vooreerst de Hartelijke Groeten van je vriend,
H. Schoenmaker

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Op het internet zijn zo nu en dan erg oude ansichtkaarten met beelden van de Deeverse brogge en de Deeverse sluus te koop. De hier afgebeelde ansichtkaart is een echte, unieke, enige, dus zeldzame, originele, gelopen, ansichtkaart, dus voorzien van een poststempel. Dus origineler en echter kan je een exemplaar van deze ansichtkaart niet kopen. Want bij een ongelopen, dus niet van een poststempel voorzien, exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart, weet je als verzamelaar maar nooit of dat een echt exemplaar is of dat het een nagemaakt exemplaar is.

De hier afgebeelde ansichtkaart is een echt ‘must-have’ exemplaar. De redactie heeft deze ansichtkaart eerlijk en oprecht voor een fors bedrag bij opbod gekocht. De redactie moest daarbij opbieden tegen een verzamelaartje van ansichtkaarten uut de gemiente Deever. Dat verzamelaartje bleek deze ansichtkaart nog niet in zijn verzameling te hebben, gunde de redactie die zeldzame ansichtkaart niet en vond daarom dat de redactie maar moest stoppen met bieden om hem die ansichtkaart voor een laag gierig prijsje te gunnen.
Want ut
peepertie jaankte: Ie gunt mee die koate toch wè ?! Ie gunt mee die koate toch wè ?!
Toen dat niet gebeurde, toen de redactie die ansichtkaart niet met geschwinde spoed en in gestrekte draf en nederig met de pet in de hand aan hem had gegund, toen ontstak ut peepertie in woede, toen raakte hij volledig van de kook, toen raakte hij volledig overstuur, toen wilde hij de redactie nooit meer zien, toen kreeg de redactie een rottrap onder zijn kont, toen mocht de redactie nooit meer bij hem langs komen. Hoe grof en onbeschoft wil je het hebben ?

In ut Deevers Archief zijn in de bibliotheek met afbeeldingen uut de gemiente Deever enige afbeeldingen van ansichtkaarten aanwezig, waarop het stoombootje Assen I of Assen II van de Drentse Stoomboot Maatschappij an de Deeverbrogge is te zien. Deze zijn te vinden in het bericht  De stoomboot bee Sjoert Benthem an de Brogge. Op de drie in dat bericht getoonde ansichtkaarten is de vaarroute van het stoombootje van Assen naar Möppel.

Op de hier afgebeelde ansichtkaart is de vaarroute van het stoombootje van Möppel naar Assen. De zwarte pluim rook uit de schoorsteen van het stoombootje, de vele mensen en de vele goederen op het dek van het stoombootje laten zien dat het stoombootje op het punt staat te vertrekken naar Möppel. Met Veerkade Dieverbrug wordt bedoeld de löswal bee ut losement van de weduwe van Sjoert Benthem an de Deeverbrogge.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste -in nogal bijgesneden vorm- bewonderen op bladzijde 312 in het hoofdstuk Dieverbrug van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien. De redactie merkt wel op dat in het genoemde Magnum Opus heel veel afbeeldingen van foto’s, ansichtkaarten en zo voort nodeloos zijn bijgesneden. De lezer van dit boek wordt op die manier veel kijkplezier onthouden.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 199 van het boek An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien. 

Afbeelding 1
De hier afgebeelde werkelijk unieke ansichtkaart (een echt topstuk) is toch maar weer een mooi fragmentje uit het verre scheepvaartverleden an de Deeverbrogge. 

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Löswal, Topstuk, Verdwenen object | Leave a comment

De kiender van de Witteler skoele in de skoele

De leerlingen van de Witteler skoele zijn aan het einde van het schooljaar 1952-1953 in één van de twee klassen van de Witteler skoele gefotografeerd. De leerlingen Tiede Oosterhof, Liesje Bron, Aaltje Slagter, Jennie Soer, Grietje Wesseling en Jan Gritter staan helaas niet op de hier afgebeelde schoolfoto.
Let vooral op de grote landkaart achter meester Hendrik (Henk) Broer, waarop de spoorlijnen met dikke zwarte lijnen zijn aangegeven.
De redactie van ut Deevers Archief verzoekt de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief aanvullende gegevens van de leerlingen aan te reiken.

Afbeelding 1
De hier afgebeelde schoolfoto is gemaakt door B. Blesma uit Steenwijk. De scan van de hier afgebeelde fot is gemaakt van het exemplaar uit de verzameling van mevrouw Thalé Botje uit Groningen.

Afbeelding 2

Op de hier afgebeelde foto van de leerlingen van de Witteler skoele staan de volgende leerlingen.

01.  Jan Willem Echten
Hij is geboren op 24 augustus 1940 in Dwingel. Hij is overleden op 22 januari 2004 in Zwolle. Hij was getrouwd met Roelie Noorman. Hij woonde in Havelte.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

02.  Arend (Arie) Oosterhof
Hij is geboren op 4 september 1941.
Hij trouwde met Dinie de Vrieze.
Hij woont in Meppel.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

03.  Albertus (Bertus) Noorman
Hij is geboren op 3 april 1943 in Wittelte. Hij is overleden op 26 november 1996.
Hij was getrouwd met Lammie Posthumus.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

04.  Arend van Zomeren
Hij is geboren op 1 mei 1945 in Wittelte. Hij is overleden op 16 oktober 2014 in Enschede.
Hij trouwde met Hannie Annevelink.
Hij woonde in Westerbork.
Zie het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

05.  Geertinus (Tinus) van Zomeren
Hij is geboren op 25 september 1943.
Hij trouwde met Cobie Weurding.
Hij woont in Westerbork.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

06.  Willem Nijboer
Hij is geboren op 2 augustus 1945 in Oll’ndeever. Hij is overleden op 18 december 1967.
Zijn vriendin was Janke ….. Beiden zijn overleden tijdens een auto-ongeluk bij Tuk. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Willem Nijboer was keeper in het eerste voetbalelftal van V.V. Diever
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hen.

07.  Immigje (Immie) Siemens
Zij is geboren op 15 juli 1944. Zij trouwde met Lammert Klok.
Zij  woonde op de Bovensmilde, laatstelijk in Assen.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

08.  Roelie Rozeboom
Zij is geboren op 5 februari 1942. Zij woonde/woont in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

09.  Willemina (Mina, Wilmie) Oost
Zij is geboren op 14 februari 1941. Zij woont in  Den Haag.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

10.  Magaretha (Magreet) Oost
Zij is geboren op 16 mei 1943. Zij trouwde met Jantinus Winkel.
Zij woont in Maassluis.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

11.  Tina Westerveen
Zij is geboren op 22 februari 1946 in Wittelte.
Zij trouwde met Pieter Gunst.
Zij woont in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

12.  Lutina Oost
Zij is geboren op 26 april 1945.
Zij trouwde met Albert Zantingh.
Zij woont in Staphorst.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

13.  Jantje ten Buur
Zij is geboren op 20 april 1943. Zij trouwde met Willem Elting.
Zij woont/woonde in Wittelte.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

14.  Trijntje Oostra
Zij is geboren op 30 juni 1944. Zij trouwde met Willem Jansen.
Zij woont in Westerbork.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

15.  Christina (Stiena) Wilhelmina Klok
Zij is geboren op 16 februari 1940. Zij trouwde met Johannes van der Weij.
Zij woont in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

16.  Gerda Klok
Zij is geboren op 20 juni 1941. Zij trouwde met Dirk Buiter.
Zij woonde in Tuk, laatstelijk in Steenwijk.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

17.  Alie Pril
Zij is geboren op 12 juni 1943. Zij trouwde met Rob Pino.
Zij woont in Baarn.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

18.  Klazina (Klazien) Houwer
Zij is geboren op 5 maart 1945. Zij trouwde met Henk Echten.
Zij woont in Meppel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

19.  Lammichje (Lammie) Echten
Zij is geboren op 10 juni 1945. Zij trouwde met Jan Maat.
Zij woont in Giethoorn.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

20.  Thalé Botje (Juf Botje)
Zij is de schooljuffrouw.
Zij is geboren op 18 januari 1931 in Groningen. Zij is overleden op 31 mei 2021 op 90-jarige leeftijd in Haren.
Zij woonde in Eelde.
Zie het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

21.  Geert Soer
Hij is geboren op 30 april 1939. Hij is overleden op ….
Hij was getrouwd met Geesje Vrieling. Hij woonde in  Steenwijk.
Zie het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

22.  Jannes Siemens
Hij is geboren op 27 augustus 1939. Hij trouwde met Jantje Wolters.
Hij woonde op de Bovensmilde, laatstelijk in Assen.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

23.  Jan Barelds
Hij is geboren op 17 februari 1942. Hij trouwde met Jantje Prins.
Hij woont in Emmeloord.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

24.  Jacob (Japie) Oostra
Hij is geboren op 22 oktober 1939. Hij trouwde met Geesje Boerma.
Hij woont/woonde in Esbeek.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

25.  Roelof Jonker
Hij is geboren op 11 april 1939. Hij trouwde met Dinie Nijstad.
Hij woont/woonde in Eext.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

26.  Aaldert Soer
Hij is geboren op 16 juni 1941. Hij is overleden op …..
Hij trouwde met Roelie Stoker.
Hij woonde aan de Wapserveenseweg in Wittelte.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

27.  Egbert (Eppie) Oostra
Hij is geboren op 30 augustus 1943.
Hij woont/woonde in Möppel.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

28.  Meester Hendrik (Henk) Broer
Hij is geboren op 26 augustus 1914. Hij is overleden op .. februari 1996. Hij is begraven op de kaarkhof van Geeter’n. Hij was getrouwd met Geertje Wuite.
Geertje Wuite is geboren op 28 januari 1922 in Geeter’n. Zij is overleden op 25 maart 2020 in de stad Groningen. Ze was toen 98 jaar oud. Zij is begraven op de kaarkhof van Geeter’n.
Hendrik (Henk) Broer was de laatste hoofdmeester van de Witteler skoele. In Wittelte is de weg langs de plaats waar de school stond naar hem vernoemd: Meester Broerweg.
Hij woonde in de schoolmeesterswoning aan de nep-brink van Wittelte en hij woonde na zijn pensionering in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

29.  Reinder van Leeuwen
Hij is geboren op 13 juni 1941. Hij trouwde met Dinie Jansen.
Hij woont in Vledder.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

30.  Jacob (Japie) Snoeken (de Snuuke)
Hij is geboren op 4 maart 1944 in Havelte.  Hij overleden op 16 mei 2018 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie het overlijdensbericht.
Hij woonde in Wittelte in een boerderij aan de nepbrink, laatstelijk an de Kloosterstroate in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

31.  Jan Soer
Hij is geboren op 10 december 1943 in Wittelte. Hij is overleden op 19 juni 2021 in Hardenberg.
Hij trouwde met Gertie Inia. Hij was onderwijzer. Hij woonde lang in Arriërveld aan het Ommerkanaal, de laatste jaren in Ommen.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

32.  Jan Klok
Hij is geboren op 3 september 1942 in Wittelte. Hij is overleden op 12 november 1992. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Hij trouwde met Hennie Meulebelt.
Hij woonde in Wittelte bij de Wittelterbrug.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

33.  Wolter Jonkers 
Hij is geboren op 17 februari 1943. Hij trouwde met Ivonne Meijer.
Hij woont/woonde in Voorthuizen.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

De volgende leerlingen hadden ook op de hier afgebeelde schoolfoto moet staan, maar dat was helaas niet het geval.

Tiede Oosterhof
Hij is geboren op 17 april 1939. Hij is overleden op 1 juni 1955. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij woonde aan de Wapserveenseweg in Wittelte.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

Liesje Bron
Zij is geboren op 17 januari 1942. Zij trouwde met Marius Wijer.
Zij woont/woonde in Ochten in de Betuwe.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

Aaltje Slagter
Zij is geboren op 26 januari 1947. Zij trouwde met Jan Wiechers.
Zij woont/woonde in Leggel.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

Jennie Soer
Zij is geboren op 21 november 1946. Zij trouwde met Hendrik (Henk) Daleman.
Zij woont aan de Wapserveenseweg in Wittelte.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

Grietje Wesseling
Zij is geboren op 12 april 1945. Zij trouwde met Jacob Doze.
Zij woont/woonde in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van haar.

35 . Jan Gritter (Oostra)
Hij is geboren op 20 januari 1947. Hij trouwde met Wytske Landstra.
Hij woont/woonde in Möppel.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

Posted in Alle Wittelers, Onderwies, Witteler skoele | Leave a comment

Hef Klaas Kleine sien eig’n grafmonement esmeet ?

De Deeverse dorpsfiguur en alleskunner Klaas Kleine is geboren op 20 maart 1940 op Koldervene.
Hij is veel te jong gestorven op 24 oktober 2000 in Deever. Zie het hier afgebeelde overlijdensbericht, dat in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 25 oktober 2000 stond.
Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de bijgaand afgebeelde kleurenfoto van zijn grafmonument. De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op dinsdag 14 maart 2023.
Heeft alleskunner en smid Klaas Kleine zijn eigen grafmonument gesmeed ? Wellicht kan een van de vier dochters van Klaas Kleine daar duidelijkheid over verschaffen.
De redactie heeft in ut Deevers Archief in een groot aantal berichten aandacht aan hem besteed. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief klikke voor het selecteren van deze berichten in het rechter compartiment van het scherm in de lijst met onderwerpen op het onderwerp Klaas Kleine.


Posted in Alle Deeversen, Klaas Kleine, Overlijdensbericht | Leave a comment

Foto van de kiender van de Wapser skoele uut 1905

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag olde skoelfoto’s uut de gemiente Deever.
De redactie ontving bijgaande foto van leerlingen (groep I) van de Wapser skoele uut 1905 van Lambert (Bert) Dijkstra, zoon van Arnold Dijkstra, kleinzoon van bakker Lambert Dijkstra uut Wapse, achterkleinzoon van bakker Marinus Dijkstra uut Wapse. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor.
De foto is afkomstig uit de verzameling van het echtpaar Lambert Dijkstra en Jantina van Zomeren uut Wapse. Het is Jantina van Zomeren, die gelukkig zelf ook op deze foto staat, die de namen van de leerlingen en de schoolmeester achter op de foto heeft geschreven. .
Voor zover bij de redactie bekend is dit de oudste schoolfoto uut de gemiente Deever, waarvan dank zij Jantina van Zomeren alle namen van de leerlingen bekend zijn.
Uit de gegevens bij de leerlingen mag duidelijk blijken dat de Wapser gemeenschap in 1905 vooral een boerengemeenschap was.
De redactie is nog bezig met enig zoekwerk naar gegevens van de leerlingen op de foto. De redactie kan met name geen gegevens van de kinderen uit de familie Hogeveen vinden. Wie van de trouwe bezoekers kan de redactie helpen met het zoeken naar gegevens ?

De redactie van het Deevers Archief is de heer Sijsbert Jongebloed bijzonder erkentelijk voor zijn reactie op 28 juli 2019. Hij is een kleinzoon van Jan Hermanus Jongebloed, die een broer was van Hielktje Jongebloed en Gezina Jongebloed, die beiden op de foto van de Wapser Skoele staan. De reactie van de heer Sijsbert Jongebloed luidt als volgt.
Vanwege stamboomonderzoek naar mijn ouders en voorouders kwam ik ook terecht bij een schoolfoto uit 1905 van een klas van de school in Wapse. Daarop staan twee zussen van mijn opa. Het zijn nummer 6 Hielktje Jongebloed en nummer 14 Gezina Jongebloed. Daarbij staat nog wat andere informatie, maar ook een vraag. Waar heeft schoenmaker Jongebloed zijn winkel gehad ?
Hierbij mijn reactie.
Het gezin Jongebloed woonde en heeft altijd in Frederiksoord gewoond. Daar had mijn voorouder ook zijn schoenmakerij. Tevens was hij een tijdlang koster van de Hervormde Kerk. Het gezin heeft dus nooit in Wapse gewoond.
Tussen de twee zussen zat een zoon Willem. Als ze in Wapse hadden gewoond, dan had hij ook op die foto gestaan.
De reden waarom toch deze twee zussen in Wapse op school zijn gekomen kan de volgende zijn.
In het jaar 1905 op overleed op 10 april in het gezin een dochtertje Jacoba Johanna van 14 maanden oud. Moeder Janna Gezina Kroes werd kort daarna alweer zwanger van een dochter die op 12 februari 1906 zou worden geboren. Dat zou het laatste kind zijn, het tiende. Waarschijnlijk is het verlies van het dochterje Jacoba Johanna hard aangekomen in het gezin. Om weer een beetje rust in het gezin te brengen zijn waarschijnlijk de twee zussen tijdelijk bij vrienden of kennissen in Wapse ondergebracht en hebben toen daar ook onderwijs gevolgd.
Ik hoop dat ik met mijn reactie de vraag heb opgelost. Verder wens ik jullie veel succes met het Deevers Archief.

abracadabra-540

De kinderen op de eerste (bovenste) rij zijn:

1.  Harm Hogeveen
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens van hem aanleveren ?  

2.  Hendrik Trompetter
Hij is geboren op 24 maart 1892 in Wapse als zoon van boer Sikke Trompetter en Aaltje Trompetter. Hij is getrouwd op 7 mei 1927 in Deever met Trijntje Dijkstra. Hij was boer. Hij is overleden op 16 december 1985 in Wapse. Trijntje Dijkstra is geboren op 1 juni 1891 in Wapse. Zij is overleden op 17 oktober 1957 in Wapse. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?
Wie weet waar in Wapse de boerderij (het boerderijtje) van boer Sikke Trompetter en Aaltje Trompetter stond ?
Wie weet waar in Wapse de boerderij (het boerderijtje) van boer Hendrik Trompetter en Trijntje Dijkstra stond ?

3.  Willem van Es
Hij is geboren op 30 januari 1892 in Leggel als zoon van boer Abram van Es en Geesje Fledderus. Hij is getrouwd op 26 maart 1920 in Dwingel met Catrina Vlot uut Rune. Hij was boer. Hij is overleden op 1 juni 1948 in Dwingel.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?
Wie weet waar in Wapse de boerderij (het boerderijtje) van boer Abram van Es en Geesje Fledderus stond ?

4 .  Geert Haveman
Hij is geboren op 2 mei 1892 in Wapse als zoon van boer Jan Haveman en Aaltje Moes. Hij is getrouwd op 3 mei 1924 in Deever met Jantje Zantinge. Hij was boer. Hij is overleden op 15 mei 1972 in Wapse. Jantje Zantinge is geboren op 30 januari 1901 in Wittelte.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?
Wie weet waar in Wapse de boerderij (het boerderijtje) van boer Jan Haveman en Aaltje Moes stond ?

Wie weet waar in Wapse de boerderij (het boerderijtje) van boer Geert Haveman en Jantje Zantinge stond ?

5.  Jacob van der Veen
Hij is geboren op 12 april 1894 in Wapse als zoon van boer Hendrik van der Veen en Zwaantje Offerein. Hij is getrouwd op 9 mei 1925 in Deever met Stijna Haveman. Hij was boer. Hij is overleden op 30 augustus 1935 in Wapse. Stijna Haveman is geboren op 16 oktober 1898. Zij is overleden op 5 november 1993. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

Wie weet waar in Wapse de boerderij (het boerderijtje) van boer Hendrik van der Veen en Zwaantje Offerein stond ?
Wie weet waar in Wapse de boerderij (het boerderijtje) van boer Jacob van der Veen en Stijna Haveman stond ?

De kinderen en de meester op de tweede rij (rij onder de bovenste rij) zijn:

6.  Hielktje Jongebloed
Zij is geboren op 16 maart 1892 in Frederiksoord als dochter van schoenmaker Hendrik Jongebloed en Janna Gezina Kroes. Zij is getrouwd op 22 augustus 1914 in Vledder met de assistent-directeur van de zuivelfabriek Wiebe Koning. Zij is overleden op 14 februari 1954 in Zwolle.

Zie ook de hiervoor weergegeven reactie van de heer Sijsbert Jongebloed.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan andere aanvullende gegevens aanleveren ?

7.  <voornaam>  Hogeveen
Wie weet welk kind Hogeveen op deze foto staat ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

8.  Catharina (Catrien) Maria Aleida Kruizenga
Zij is geboren op 16 december 1895 in Lutjegast (gemeente Grootegast) in de provincie Groningen. Zij is een dochter van onderwijzer Jan Kruizenga en onderwijzeres Henderika Dolfsma. De onderwijzeres Catharina (Catrien) Maria Aleida Kruizenga is getrouwd op 7 augustus 1920 in Hardenberg met boekhouder Hendrik Wolters Plinsinga. Catharina (Catrien) Maria Aleida Kruizenga is overleden op 23 mei 1940 in Hoogezand.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

9.  Jantje Vos
Zij is geboren op 28 oktober 1895 in Oldendeever als dochter van arbeider Gelmer Vos en Willempje Punt, Zij is getrouwd op 17 januari 1920 in Deever met arbeider Sjouke Heskamp uit Vledder.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

10.  Annichje van Es
Zij is geboren op 24 maart 1896 in Leggel als dochter van boer Abram van Es en Geesje Fledderus. Zij is getrouwd op 29 april 1921 in Dwingel met boer Frens Luning uut Rune. Zij is overleden op 7 juni 1982 in Rune.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

11.  Antje Albers
Zij is geboren op 31 juli 1892 in Wapserveen als dochter van arbeider Albert Albers en Roelofje Winter. Zij is getrouwd op 16 oktober 1915 in Oavelte met timmerman Jan Vos.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

12.  Jan Kruizenga
De brildragende meester Jan Kruizenga is geboren op 5 april 1869 in Ulrum als zoon van bakkersknecht Roelf Kruizenga en Catharina Maria de Boer. Hij is getrouwd op 26 juli 1895 in Grootegast met Henderika Dolsma. Hij is overleden op … in … Hij is in 1904 tot hoofd der school in Wapse benoemd. Daarvoor was hij onderwijzer in Ruinen.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

De kinderen op de derde rij (rij onder de tweede rij) zijn:

13.  Jantje van Zomeren
Zij is geboren op 18 april 1895 in Wapse als dochter van landbouwer Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman. Zij is getrouwd op 2 november 1918 in Deever met landbouwer Lambert Vos. Zij is overleden op 5 januari 1940 in Assen. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

Wie weet waar in Wapse de boerderij van boer Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman stond ?
Wie weet waar de boerderij van Lambert Vos en Jantje van Zomeren stond ?
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

14.  Gezina Jongebloed
Zij is geboren op 8 mei 1897 in Frederiksoord als dochter van schoenmaker Hendrik Jongebloed en Janna Gezina Kroes.
Zij is getrouwd op 9 mei 1923 in Vledder met kellner Karel Ludovicus Nuijten. Zij scheiddden op 26 februari 1936 in Utrecht.
Later is ze hertrouwd met Frits W. Elbringh.
Zij is op 7 juni 1973 overleden, waarschijnlijk in Amsterdam.

Zie ook de hiervoor weergegeven reactie van de heer Sijsbert Jongebloed.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

15.  <voornaam> Hogeveen
Wie weet welk kind Hogeveen op deze foto staat ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

16.  Aaltje Punt
Zij is geboren op 28 juni 1893 in Oldendeever als dochter van Hilbert Punt en Grietje Schoemaker. Zij is getrouwd op 26 april 1919 in Deever met dienstknecht Arend Pit. Zij is overleden op 16 augustus 1965 in Deever. Arend Pit is geboren op 25 maart 1891. Hij is overleden op 7 november 1976. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

17.  Janna van Zomeren
Zij is geboren op 21 mei 1892 op Wapservene als dochter van boer Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman. Zij  trouwde op 10 april 1914 met boer Koene Dol uit Oldemarkt.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

18.  Antje Mathuizen
Zij is geboren op 26 maart 1893 in Wapse als dochter van smid Hielke Madhuizen en Geertje Piest. Zij is getrouwd op 27 april 1912 in Deever met dienstknecht Reinder Postema. Zij is overleden op 6 oktober 1974 in Deever.

Wie weet waar de smederij van Hielke Madhuizen stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

19.   Roelofje (Roelina) Klaster
Zij is geboren op 23 oktober 1891 in Wapse als dochter van arbeider Roelof Klaster en Wllempje Punt. Zij is getrouwd op 22 juni 1912 in Deever met timmermansknecht Jan Winters. Zij is overleden op 12 maart 1947 in Wapse.

Wie weet waar arbeider Roelof Klaster in Wapse woonde  ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

20.  Grietje Haveman
Zij is geboren op 18 oktober 1894 in Wapse als dochter van boer Gerard Haveman en Aaltje Krol. Zij trouwde op  1 mei 1920 mrt boer Hendrik van Engen uit Havelte.

Wie weet waar de boerderij van Gerard Haveman en Aaltje Krol stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

21.  Grietje Booij
Zij is geboren op 27 januari 1895 in Wapse als dochter van boer Roelof Booij en Janna Smit. Zij is getrouwd op 3 augustus 1918 in Rune met boer Albert Waninge.

Wie weet waar de boerderij van Roelof Booij en Janna Smit stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

22.  Jan Haveman
Hij is geboren op 12 oktober 1894 in Wapse als zoon van boer Jan Klazen Haveman en Aaltje Moes.

Wie weet waar de boerderij van Jan Klazen Haveman en Aaltje Moes ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

De kinderen op de vierde rij (rij onder de derde rij) zijn:

23.  Roelofje Punt
Zij is geboren op 25 augustus 1898 in Wapse als dochter van arbeider Hilbert Punt en Grietje Schoemaker. Zij is op 27 april 1922 in Dwingel getrouwd met arbeider Jan Bernier Hovingh van de Smilde. Zij is overleden op 26 december 1959. Beiden zijn begraven op de kaarkhof van Dwingel.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

24.  Jantina van Zomeren
Zij is geboren op 22 december 1896 in Wapse als dochter van boer Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman. Zij is getrouwd op 2 juni 1923 in Deever met bakker Lambert Dijkstra uit Wapse. Zij is overleden op 6 mei 1997. Lambert Dijkstra is geboren op 28 augustus 1898 in Wapse. Hij is overleden op 10 december 1975. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Wie weet waar de boerderij van Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

25.  Klaasje van Zomeren
Zij is op 21 mei 1897 geboren in Wapse als dochter van boer Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman. Zij is getrouwd op 29 november 1919 in Deever met boer Harm Boverhof uit Steenwijkerwold. Zij is overleden op 8 juli 1979 in Steenwijkerwold. Harm Boverhof is geboren op 10 december 1898. Hij is overleden op 17 mei 1985. Beiden zijn begraven op de kaarkhof van Stienwiek.

Wie weet waar de boerderij van Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

26.  Jantje Barelds
Zij is geboren op 15 oktober 1896 in Wapse. Zij is overleden op 26 mei 1944 in Wapse. Zij is een dochter van boer Harm Barelds en Alida van Zomeren.  Zij trouwde op 15 maart 1924 in Deever met Jannes Oostra. Hij is geboren op 24 oktober 1896 in Havelte. Hij is overleden op 16 mei 1980 in Wapse. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Wie weet waar de boerderij van Harm Barelds en Alida van Zomeren stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

27.  Janna Barelds
Zij is geboren op 17 november 1893 in Wapse. Zij is overleden op 9 februari 1929. Zij is een dochter van boer Harm Barelds en Alida van Zomeren. Zij trouwde op 27 april 1918 met boer Jan Schreuder. Jan Schreuder is geboren op 5 januari 1879 in Vledder. Hij is overleden op 13 maart 1955. Beiden zijn begraven op de kaarkhof van Wapservene.

Wie weet waar de boerderij van Harm Barelds en Alida van Zomeren stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

28.   Hilligje van Es
Zij is geboren op 15 augustus 1898 an de Beilervoart als dochter van boer Abram van Es en Geesje Fledderus. Zij is een tweelingzuster van Albertje van Es. Zij is getrouwd op 26 maart 1920 in Dwingel met notarisklerk Lambertus Schoemaker uut Deever (zoon van brievengaarder Jan Schoemaker en Jantien Trompetter). Zij is de moeder van Geesje Schoemaker, de vrouw die in de Tweede Wereldoorlog moedig koerierswerk deed voor ut Deeverse verzet. Zij is overleden op 18 februari 1978 in Deever. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Wie weet welke boerderij Abram van Es en Geesje Fledderus in Wapse bewoonden ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

29.  Albertje van Es
Zij is geboren op 15 augustus 1898 an de Beilervoart als dochter van boer Abram van Es en Geesje Fledderus. Zij is een tweelingzuster van Hilligje van Es. Zij is getrouwd op 29 april 1921 in Dwingel met boer Egbert Mulder, zoon van Jan Mulder en Klaasje van Noord.

Wie weet welke boerderij Abram van Es en Geesje Fledderus in Wapse bewoonden ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

30.   Jan van Es
Hij is geboren op 17 december 1893 in Leggel als zoon van boer Abram van Es en Geesje Fledderus. Hij is getrouwd op 29 april 1921 in Dwingel met Annigje Snijder uut Sudwolde.

Wie weet welke boerderij Abram van Es en Geesje Fledderus in Wapse bewoonden ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

31.  Egbert Brugging
Hij is geboren op 11 maart 1893 in Wapse als zoon van arbeider Marinus Brugging en Annigje Bos. Hij is op 2 mei 1924 in Oavelte getrouwd met Jentje Vrielink uut Oavelte. Hij was boer. Hij is overleden op 23 april 1951 in Wapse.

Wie weet welke woning Marinus Brugging en Annigje Bos in Wapse bewoonden ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

32.  Willem Punt
Hij is geboren op 16 december 1896 an de Beilervoart als zoon van arbeider Hendrik Punt en Aaltien Punt. Hij trouwde op 17 januari 1920 in Diever met Arendina Warnders.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

De kinderen op de vijfde rij (rij onder de vierde rij) zijn: 

33.  Jantje van der Veen
Zij is geboren op 20 juni 1898 in Wapse als dochter van arbeider Andries van der Veen en Evertien Warries.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

34.  Grietje Haveman
Zij is geboren op 18 maart 1897 in Wapse als dochter van boer Jan Klazen Haveman en Aaltje Moes. Zij is getrouwd op 1 mei 1926 in Deever met boer Albertus Zantinge uit Wittelte. Zij is overleden op 20 januari 1981 in Wittelte. Albertus Zantinge is geboren op 4 oktober 1902. Hij is overleden op 11 februari 1981. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Wie weet waar in Wapse de boerderij van Jan Klazen Haveman en Aaltje Moes stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

35.  Anna Brugging
Zij is geboren op 9 juni 1890 in Wapse. Zij is een dochter van Marinus Brugging en Annigje Bos. Zij trouwde op 30 april 1920 met Jan Mulder uit Havelte. Zij is overleden op 6 juli 1980 op Wapservene. Beiden zijn begraven op de kaarkhof op Wapservene.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

36.   Klaas Barelds
Hij is geboren op 16 december 1898 in Wapse als zoon van boer Harm Barelds en Janna van Zomeren. Hij is getrouwd op 28 april 1923 in Deever met Janna Bakker. Hij is overleden in 1982. Janna Bakker is geboren op 31 december 1896. Zij is overleden op 2 februari 1974. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Wie weet waar in Wapse de boerderij van Harm Barelds en Janna van Zomeren stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

37.  Jan Haveman
Hij is geboren op 11 mei 1899 in Wapse als zoon van boer Gerard Haveman en Aaltje Krol.

Wie weet waar in Wapse de boerderij van Gerard Haveman en Aaltje Krol stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

38.  Harm Booij
Hij is geboren op 2 december 1896 in Wapse. Hij is overleden op 17 april 1974 in Wapse. Hij is getrouwd op 28 november 1925 in Deever met Aaltje Kleene. Aaltje Kleene is geboren op 22 november 1906 in Wapse. Zij is overleden op 29 augustus 1986.  Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Wie weet waar in Wapse de boerderij van Harm Booij en Aaltje Kleene stond ?
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

39.  Machiel Jan Haveman
Hij is geboren op 14 december 1893 in Wapse. Hij is een zoon van molenaar Roelof Haveman en Jantje de Ruiter. Hij is overleden op 2 juli 1952 in Wapse. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

40.  Arent van Zomeren
Hij is geboren op 29 april 1892 in Wapse als zoon van boer Hendrik van Zomeren en Geesje Haveman. Hij is gehuwd op 15 mei 1920 in Deever met Roelofje Jonkers uut Dwingel. Hij is overleden op 24 juli 1966. Roelofje Jonkers is geboren op 8 februari 1892. Zij is overleden op 4 april 1982. Beiden zijn begraven op de kaarkhof van Kallenkote.

De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens aanleveren ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De geschreven gegevens op de afbeelding kloppen niet helemaal. De namen van alle kinderen op de vierde rij zijn wel bekend. De redactie heeft de juiste namen in de lijst vermeld.

Posted in Onderwies, Wapse, Wapser skoele | Leave a comment

Ik verwaagte nog hoog besuuk

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht. De redactie wil zo een bericht natuurlijk niet onthouden aan de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief. In het maandblad Oeze Volk, jaargang 15, nummer 3, maart 1971 staat op de bladzijden 37, 38 en 39 het in het Deevers geschreven artikel ‘Hoog bezeuk’ van wijlen Arend Mulder. Zie de bijgaande afbeelding.
De in Deever geboren, echter bij leven in Westervelde in de gemeente Norg wonende boer Arend Mulder is ook de schrijver van het boekje met de titel ‘De historie en prehistorie van Diever in woord en beeld’.

Hoog besuuk
Deur de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (afdeling Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde) in Amsterdam wordt ieder jaor hier en daor deur ’t hele laand meujte ‘edaene um het zuuvere streekdialect van verschillende plaotsen nao te gaon en vaast te leggen. Niet allent deur het verzenden van vraogenliesten an verschillende mitwaarkers, mor ook deur vraoggesprekken mit olde inwoners van partie dörpen op de bandrecorder op te nemen. Mit dat dool bezöchte dit zommer een mevrouw Drost uut Amsterdam olde Haarm Mulder (beter in ’t dörp bekend onder de naeme Haarm Bakker), een kleine boer van 85 jaor, die heel wat over ’t dörp wet te vertellen en dat ook graag döt.
Deurdat mevrouw Drost toevallig in ’t dörp logeerde, kwaamp ze op ’n goeie dag in de Peperstraote mit Haarm an de proot en toe vreug ze hum, of ze ies weer mug komen um een vraoggesprek mit hum op de bandrecorder op te nemen, want jammer genog har ze ’t ding now niet bij heur. Now, daor har Haarm niks op tegen en zo overlegden ze dan dat ze mit ’n veertien daogen, dat worde woensdag 8 augustus um twie uur weer zul komen.
‘Mag ik dan even uw adres, dan krijgt u altijd even een bericht van mij. D’r zou iets tussen kunnen komen, waardoor het tot een andere datum moet worden uitgesteld, zit u ?’ Miteen zöchte ze in heur tassien naor ’t notitieboekien en een potlood.
‘Geliek he’j mevrouw’, zee Haarm. ‘Schrief mor op. H. Mulder, Hoofdstraat, dan kom’t wel over.’
‘Goed, ’t is genoteerd. Dus dan tot 8 augustus meneer Mulder ??
‘Of”espreuken’, zee Haarm, tikte nog ee’m an de pette en strompelde weer op huus an.
Precies op ofgespreuken uur en dag stopte er een mooie auto veur de woning van Haarm Bakker. Een mevrouw stapte d’r uut mit ’n soort koffertien in de haand. Ze klöpte op de veurdeure, mor d’r kwaamp gien volk. Toen leup ze um de hook van ’t huus waor de baanderdeure lös stund, een teken dat er wel volk in huus was. Ze was niet zo driest um miteen de dele op te stappen en reup in de deure: ‘Is hier volk ??’ Ze heurde niks, mor kort daorop kwaamp Jaap (een ee’m jongere breur van Haarm) mit ’n maande vol eerappels veur de kneej’n andraeg’n.
‘Goedenmiddag meneer, ben ik hier bij de heer Mulder ?’
‘Ja, wie bedool ie mevrouw, mi’j of mien breur Haarm ?’
‘Nee, u bent het niet, dat zie ik zo wel, maar wacht eens.’ Ze frommelde wat in heur tassien, heul er een bookien uut, las en zee: ‘Ja, het is H. Mulder.’
‘Ja, dan zu’j Haarm wel bedool’n, mor dan tref ie ’t neet, want die is niet in huus.’
‘Niet thuis ? En we hadden afgesproken voor vandaag en bovendien heb ik hem nog een brief geschreven.’
‘Lig mij niks van bij dat Haarm een breef ‘ekregen hef van de post.’, schudkopte Jaap.
‘Ja, dat begrijp ik dan niet. Ik kom er heel uit Amsterdam voor over en…..’
‘O, now, da’s niet zo aarg,’ völ Jaap heur in de rede, ‘Haarm is hier vlakbij in de scheerwinkel, ik zal hum ee’m ophael’n. Mevrouw mag wel zolange ee’m in de keuken gaon zitten.’
‘Als ’t niet lang duurt, dan blijf ik hier buiten wel op hem wachten.’
‘Zoas mevrouw wil,’ zee Jaap en slofte de straote op naor de scheerwinkel. Ee’m laeter kwaamp hij mit Haarm weer.
Ze herkende hum direct en gaaf Haarm de haand. ‘Had u mij niet verwacht ? U hebt mijn brief toch wel gekregen?’
‘Neem mij niet kwaolijk mevrouw, mor ik was de ofspraok helemaol vergeten. Mor ’n breef zeg ie ? Nee, ik hebbe gien breef ‘ekregen, da’k wee.’
‘Nu daar begrijp ik niks van.’
‘Now ja, dat döt niks mevrouw. Ie treft het da’k nog al vlakbij huus was, dat, de veurstelling kan wat mij betreft wel deurgaon. Loop mor mit hen binnen.’ Zo volgde ze Haarm over de deele, deur’t bijkeukentien naor de kaemer.
‘Ik begrijp er niks van,’ zee mevrouw Drost, mit dat ze op de stool gunk zitten, die Haarm heur toescheuf , ‘het adres was toch wel juist ? H. Mulder, Hoofdstraat ?’
‘Joawel mevrouw,’ lachte Haarm, ‘dat is wel good, mor now begriep ik ’t wel. Kiek ies, d’r woont hier nog ’n H. Mulder in de Heufdstraote, mor die het Hendrik en ik heete Haarm en daor vergist de post hum nog wel ies mit. A’k mien naeme now mor voluut ‘ezegd har en ie haren Haarm Mulder op ’t kevot ‘ezet dan was ’t good ‘ekoom’n. Now denk ik dat Moessien de breef hef.’
‘Moessien,’ vreug mevrouw, ‘wie is dat ?’
‘Now ja, zo neumt ze hum daegelijks en ik heete in de volksmond ook gien Haarm Mulder, mor Haarm Bakker. Ja, die bijnaemen hier mevrouw, daor moe’j mit bekend wezen. D’r woont hier wel ’n stok of wat families Mulder, mor d’r is er mor ene die ze waarkelijk Mulder neumt, de rest hebt allemaole bijnaemen as Kuuper, Poep en gao mor deur.’ Mevrouw vundt ’t aorig interessant. Ondertussen har ze de bandrecorder al startklaor ‘emeuken en volgde er een niet minder interessant gesprek tussen heur beide ondertied dat de bandrecorder zachies snorde.
Mevrouw was nog niet mit de auto ’t dorp uut, of Haarm strompelde al naor Moessien, die in zien beste kleren en mit de witte boord umme in de kaemer zat te kraante lezen. Haarm klöpte an, wat hij aans nooit dee.
‘Binnen !’ reup Moessien. ‘Middag Hendrik,’ groette Haarm.
‘Dag Haarm. Gao zitten,’ neugde Hendrik niet al te staark. ‘Ee’m,’ zee Haarm. ’t Jonge wat zit ie jö in groot ponticaal en dat op worteldag of kree’j nog volk ?’
‘Ja,’ zee Moessien, ‘ik verwaachte nog hoog bezeuk.’
‘Hoog bezeuk zeg ie ? Borgemeister admit, of de Keuninginne ?’ lachte Haarm.
‘Nee, een mevrouw van de Keuninglijke Academie van Wetenschappen uut Amsterdam.’
‘O die,’ zee Haarm, ‘now ik zul zeggen, dan ku’j ’t aander pakkien wel weer antrekken, waant die is net bij mij ‘ewest.’
‘Bij oe ?’ steuf Moessien op, ‘en ik heb een breef ‘ekreeg’n dat ze ……’
‘Ja,’ suste Haarm, ‘dat begriep ik wel, mor dat zit zo.’ En toen dee Haarm hum precies uut de doken, hoe dat misverstaand ‘ekoom’n was.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In 2016 is na ruim zestig jaren helaas een einde gekomen aan het mooie Drentschtalige tijdschrift Oeze Volk. Het Drentschtalige tijdschrift Zinnig is met ingang van 1 januari 2017 de opvolger van Oeze Volk.
Het Huus van de Toal is de uitgever van het tijdschrift Zinnig. De redactie heeft toestemming van de redactie van het tijdschrift Zinnig het in Oeze Volk verschenen artikel van wijlen Arend Mulder in ut Deevers Archief op te nemen. De redactie is de redactie van Zinnig bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
De redactie heeft het artikel van wijlen Arend Mulder in zijn geheel en zonder een woord te veranderen overgenomen. Dat betekent niet dat de redactie het in zijn geheel eens met de wijze waarop Arend Mulder in het Deeverse dialect schreef. Anders gezegd de redactie is het voor een groot deel niet eens met deze wijze van Deevers schrijven.
Zo is de redactie het met de Deeverse dialectoloog wijlen Anne Mulder uut de Aachterstroate eens om woorden, zoals bijvoorbeeld ‘vraag’ en ‘daar’ niet te schrijven als ‘vraoge’ en ‘daor’, maar als ‘vroage’ en ‘doar’.
De redactie nodigt de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief uit zijn of haar kennis van het Deeverse dialect te tonen met het in het Nederlands vertalen van enige oude woorden uit het artikel: partie, kevot, moessie, admit. Wie het weet, die mag/moet het natuurlijk melden aan de redactie.
De redactie verneemt graag van zijn bezoekers of zij het op prijs stellen een Nederlands vertaling van het artikel van Arend Mulder in dit bericht opgenomen te hebben.
Het pand waarin drogisterij ‘de Gaper’ van Hendrik Mulder was gevestigd, stiet nog steeds an de Heufdstroate noast café Brinkzicht. Hendrik Mulder werd in de volksmond Henduk Moessie of Moessie Peep genoemd. Jan Mulder, de vader van Arend Mulder, werd in de volksmond Jan Boatie genoemd, omdat hij een baardje had. De redactie weet niet of Arend Mulder ook een bijnaam had. Harm (Haarm) en Jaap Mulder woonden in un boerderegie an de Heufdstroate in Deever tegenover de smederij van de gebroeders Kloeze. De gebroeders Mulder werden in de volksmond Gaarke Bakker’s Jongen genoemd.

Posted in Deevers, Dorpsfiguur | Leave a comment

Greinspoaltie 72 stiet an de weg deur de Olde Willem

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) (zie afbeelding 1) gemaakt op 21 november 2014. Op die datum stond greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) nog op zijn plek.
In google.nl/maps is een afbeelding te vinden van greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) (zie afbeelding 2), die gemaakt is in juni 2016. Op deze afbeelding 2 loopt de grens evenwijdig aan de sloot, die aan de linkerkant van afbeelding 2 is te zien, in de richting van de in 2016 nog bestaande Tilgröppe, die in de achtergrond langs de bosrand loopt. 
Greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII)
op de grens van de provincie Drente en de provincie Friesland en daarmee op de grens van de gemiente Deever stön op die doatum in de baarm van de weg deur de Olde Willem an de kaante van de Tilgröppe.
Dus op de foto ligt het zichtbare deel van de Olde Willemsweg in de provincie Fryslân.
Ook deze roestgevoelige gietijzeren greinspoal bevond zich op de datum dat de foto is gemaakt in een uitstekende staat van onderhoud. De greinspoal is helaas wel bereikbaar met een auto met een aanhangertje, waarop de grenspaal kan worden getild.
Op de greinspoal moet het wapen van de provincie Fryslân an de Freese kaante van de greinse zijn te zien en moet het wapen van de provincie Drente an de Drentse kaante van de greinse zijn te zien. Dat is bij greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXII) wel het geval.
De redactie zou bijzonder graag zien dat nadat de laatste menselijke bewoners uit dit aanstaande natuurcultureluurlandschap deur de Stoat bint wegeknoojd, dan deze asfaltweg wordt opgebroken en wordt veranderd in een soort van saandweg. De Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Asfalt Gelijk Van De Gemiente Deever hebben in het verleden te veel saandweeg’n opgeofferd aan het niet-duurzame snelle autoverkeer.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Aarfgood, de Olde Willem, Greinse, Greinspoal | Leave a comment

Ik steule bee disse aksie un sölver’n theelepeltie

De redactie van ut Deevers Archief publiceerde in 2002, in nummer 02/1 van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, het volgende artikel ‘Maurice Domingo was één van de parachutisten’ voor de Deeversen met belangstelling voor het verleden van de gemiente Deever.
In de nacht van 7 op 8 april 1945 om elf uur ’s avonds werd de eenheid waar Maurice Domingo deel van uitmaakte boven Drente gedropt. Ze moesten landen bij Appelscha, maar kwamen neer in de bossen bij het gesticht Armenwerkhuis, in de buurt van de Ossekoele an de Grönnegerweg bee Deever.
De geharde Franse parachutist is zich wel bewust geweest van de bijdrage van Geesje (die zichzelf Gees noemde) Schoemaker, de dochter van postkantoorhouder Lambert Schoemaker, aan de acties van de Franse parachutisten in en bee Deever.
Geesje van der Werf-Schoemaker is zondag 11 augustus 2013 op 92-jarige leeftijd in haar woonplaats Den Helder overleden. See is op donderdag 15 augustus 2013 vanuut de kaarke an de brink begreu’m op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Geesje Schoemaker was in de Tweede Wereldoorlog vooral actief als koerierster van het verzet.

Maurice Domingo was één van de parachutisten
In maart 1999 kwam op het postkantoor van Deever een pakje aan met als adres: Madame La Postière de Diever. Postière en 1945. Hollande. Het pakje bleek bestemd te zijn voor de in Den Helder wonende mevrouw Geesje van der Werf-Schoemaker, dochter van Lambert Schoemaker, die in de Tweede Wereldoorlog de postkantoorhouder van Deever was. Zij zat toen in het verzet in Diever. Het pakje bevatte een document, waarin Maurice Domingo herinneringen ophaalt aan de Tweede Wereldoorlog. Bij de geallieerde operatie ‘Amherst’ zat hij in de eenheid onder leiding van luitenant Edgard Thomé die bij Deever landde. Onderstaand artikel is een samenvatting van het door mevrouw Karin Broekema uit het Frans vertaalde document ‘Iedere ontvluchte van Frankrijk heeft zijn verhaal’.

Maurice Domingo werd geboren op 19 mei 1921 in Narbonne in Frankrijk. Hij was een zoon van Spaanse ouders, maar had de Franse nationaliteit. Hij vervulde zijn dienstplicht in het Franse leger. Maurice was pas vijftien jaar oud, als hij in 1936 ten tijde van de Spaanse burgeroorlog meehielp met het vervoer van voedsel en wapens naar de strijders tegen de fascist Franco. Een keer werd een vrachtwagen aangevallen door aanhangers van Franco. Hij en de chauffeur werden gedwongen om de geladen vrachtwagen achter te laten. In 1942 sloot hij zich in Narbonne aan bij de eerste vormen van verzet. Hij bracht dienstweigeraars van Narbonne via Perpignan naar de Spaanse grens, vanwaar ze verder trokken naar Engeland om te gaan vechten tegen de Duitsers. Op één van die tochten werd hij in 1943 gearresteerd. Maurice zat vier en een halve maande gevangen in Barcelona in Spanje. Ook werd hij door de Gestapo in Narbonne gearresteerd en in een treinwagon op transport gezet naar Duitsland, maar hij wist onderweg te ontsnappen.

De Engelse consul vroeg hem naar Engeland te komen om vandaar naar Afrika te vertrekken. Maurice vertrok via Spanje naar Engeland en nam dienst in het derde regiment van de Special Air Service (S.A.S.). In Engeland maakte hij zijn eerste oefensprong als parachutist uit een heteluchtballon. Op 1 januari 1944 liet Maurice Domingo in Londen op verzoek van een legeraalmoezenier zijn eerste testament opmaken. Het luidde: “Ik schenk mijn leven aan Frankrijk.”

In 1944 werd Maurice voor het eerst gedropt. Dat gebeurde boven Bretagne in Frankrijk. Hij kwam alleen neer in het dorpje Andivisiau. Hij voegde zich daar bij de verzetstrijders. Hij gaf deze raad en leerde hen hoe met Engelse wapens om te gaan. Maurice heeft daar ook een brug en een spoorweg opgeblazen. Toen de geallieerden in Bretagne arriveerden voegde hij zich weer bij het derde regiment van de SAS.

De volgende opdracht waaraan Maurice deelnam, was een dropping, zijn tweede, boven de Franse Jura. De parachutisten moesten eerst verzetstrijders in het fort Homon bevrijden. Vervolgens moesten zij het leger van generaal de Lattre helpen. Dit leger was in de Provence aan land gekomen. De officieren van generaal de Lattre hadden behoefte aan informatie over de plaats waar de zware pantservoertuigen van de vijand zich bevonden. De parachutisten staken enkele nachten achter elkaar de linies over om uit te zoeken waar deze wapens waren. Dat gebeurde tussen bombardementen door die om de drie minuten een paar minuten stopten. In Clerval in de Jura hebben de parachutisten een lange nacht zwaar gevochten met de Duitsers. Maurice Domingo was gedurende dat hele verschrikkelijke en bloedige gevecht aanwezig. Er vielen doden en gewonden en alles stond in brand, maar de parachutisten kwamen als overwinnaars uit de strijd. Zij hadden de route vrijgemaakt voor het leger van generaal de Lattre, dat in de ochtend arriveerde.

In de nacht van zeven op acht april 1945 om elf uur ’s avonds werd de eenheid waar Maurice deel van uitmaakte boven Drenthe gedropt. Ze moesten landen bij Appelscha, maar kwamen neer in de bossen bij Diever. Volgens Maurice hebben ze in Diever en omgeving vier opdrachten uitgevoerd, namelijk de burgemeester van Diever kidnappen, de belangrijkste route blokkeren, een vliegveld aanvallen en een uitkijktoren bezetten en in het kanaal schuiten aanvallen, die het front van explosieven voorzagen.
Het eerste wat de luchtcommando’s in Diever deden was de burgemeester gevangen nemen. Maurice schrijft hierover: “De burgemeester van Diever werd door mij gevangen genomen. Hij was net een kop koffie aan het drinken. Ik heb bij deze actie een zilveren theelepel gestolen. Deze lepel heb ik nog steeds in mijn bezit. Wij hebben de burgemeester aan de autoriteiten overgebracht.”

Maurice Domingo moest schuiten van de Duitsers in de Drentsche Hoofdvaart saboteren. Dat gebeurde bij slecht weer. Maurice schrijft: “We hebben de hele nacht in de regen gewacht op die rotschuiten !” Die schuiten zaten vol met explosieven. Door een explosie op een van de schuiten raakte Maurice gewond. Hij werd naar de eerste divisie van het Canadese leger gebracht. Hij verbleef daarna enige tijd in Schotland om te herstellen.

Terugdenkend aan zijn dropping in Drenthe schrijft Maurice: “Het slagen van onze opdracht in Drenthe is te danken aan de postbeambte van Diever, die ons naar verschillende locaties in Diever heeft gebracht.”

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De Franse Union Nationale de Parachutistes besteedde op 6 juni 2006 in haar blad aandacht aan Maurice Domingo:
Parachuté dans la nuit du 7/4/45 dans la région de Diever (Frisseland) a participé à toutes les attaques de la section et a notamment contribué par son sang froid à l’immobilisation puis à l’attaque et à la destruction d’un remorqueur chargé d’explosifs. Pour cette action la croix de guerre commémorative avec boucle “Krijg te land 1940-1945” lui sera décernée par la Reine Juliana le 2 janvier 1951. Maurice Domingo rejoindra la France le 23 avril 1945 et sera démobilisé le 10 septembre de la même année. Il est nommé sergent chef de réserve le 1° janvier 1946.

Met de postbeambte wordt Geesje Schoemaker bedoeld.
Mau
rice Domingo werd op 2 januari 1951 door koningin Juliana onderscheiden met het Oorlogsherinneringskruis met de gesp Krijg te land 1940-1945.

Posted in Aar'mhuus, Café Balsma, Fraanse parachutist, Geese Schoemaker, N.S.B.'er, Pier Obe Posthumus, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment

Roggemiet’n op de Heezenesch bee Deever

Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw zetten de boeren op de Heezenesch bee Deever de gemaaide rogge an de miete, liefst van zoveel mogelijk boeren dicht bij elkaar, waarna een loonbedrijf de rogge döste mit de döskaaste. De redactie van ut Deevers Archief is voortdurend op zoek naar foto’s van ut döss’n mit de döskaaste in de gemiente Deever. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wil een scan van dergelijke oude foto’s ter beschikking stellen ?
De Grönnegerweg bee Deever was toen tot aan het gesticht Armenwerkhuis (ut Aar’mhuus) gelukkig nog een zandweg. Naast de zandweg lag gescheiden door betonnen paaltjes het schelpenpad voor de fietsers en de wandelaars. Was dat nog maar zo !
Het voorstel aan de Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever is de bestaande verharding te verwijderen en de situatie, zoals te zien op de hier afgebeelde ansichtkaart, met geschwinde spoed en in gestrekte draf duurzaam te herstellen. De Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk In Het Gemeente Aan De Brink Van Deever waren onder het bewind van de Hoogste Heer Burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd Ome Kees werd genoemd, mensen die hem niet mochten noemden hem Slimme Kees) niet zo zuinig op hun zandwegen.
Op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is aan de linker kant de toegang tot de Belt (de vuilnisbelt) (lekker fikkie stook’n op de Belt, om dan vanwege de rook in de richting van haar huis weggejaagd te worden door Giene Bijker, die daarom de bijnaam Giene de Belthekse had) min of meer te zien.
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is tussen 1962 en 1964 verkocht door Roelof (Roef) van Goor’s Kantoorboekhandel an de Kruusstroate in Deever. Een echt topstuk. Echt een topstuk. Een topstuk. Ech wė.

Posted in Ansigtkoate, Boer'nlee'm, Grönnegerweg, Heezeresch, Miet'n, Saandweg, Topstuk | Leave a comment

Vreewilligers onderholt ut Onderduikershol

De leerlingen van groep 7 van die paar nog overgebleven basisscholen binnen de grenzen van de gemiente Deever legden in 2013 (net zoals in andere jaren) een krans bij het Onderduikershol op Berkenheuvel.
Vanwege deze aanstaande kranslegging en vanwege het begin van het nieuwe toeristenseizoen hebben enige Deeverse dorpskrachten de uit palen en planken bestaande afrastering langs het toegangspad naar het Onderduikershol en bij het Onderduikershol op 10 april 2013 helemaal vernieuwd.
Da’s mooi waark.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 11 april 2013.
Het toegangshekje dat moet voorkomen dat -niet meer in het gebied aanwezige- runderen het pad kunnen betreden, was op die dag nog niet aanwezig, maar is inmiddels wellicht wel geplaatst.

Posted in Dorpskracht, Landgoed Berkenheuvel, Onderduikershol, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De weg hen Deever an de Deeverbrogge in 1906

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassjus scannen en vervolgens die papperrassjus bij het oude papier doen), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht. 
In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 13 december 1978 is op bladzijde 5 het bericht ‘Dieverbrug’ van wijlen de alles-van-vrogger-in-Dwingel-weter en Lheeënaar Reinder Smit te lezen. De redactie wil dit belangwekkende bericht natuurlijk niet onthouden aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.

Dieverbrug
Gezicht op Dieverbrug kort na 1900. We staan hier onze rug naar Dwingelo en kijken uit op de weg naar Diever. Links het witgeschilderde café-logement van Sjoerd Bentum, dat als pleisterplaats diende voor de reizigers die met de snikke (trekschuit) reisden. De snikke voer tussen Meppel en Assen; voorts waren er nog de veerschepen, de marktschuiten en de pakschuiten, die een regelmatige dienst onderhielden tussen verschillende plaatsen. Nemen we daarbij nog de turfschepen en de vrachtschepen, dan zal duidelijk zijn, dat er sprake was van een druk scheepvaartverkeer op de Drentsche Hoofdvaart.
Later kwam de snellere tram, die een groot deel van het personenvervoer voor z’n rekening nam. De snikke was door deze vooruitgang gedoemd te verdwijnen.
Omstreeks de eeuwwisseling werden te Dieverbrug regelmatig maandmarkten gehouden, waar voornamelijk biggen werden verhandeld.
Midden op de voorgrond zien we de ijzeren draaibrug. Rechts achter (in de gemeente Diever) de woning van de destijds zo bekende veearts Boerhave. Midden achter ligt tussen het geboomte de weg naar Diever verscholen. Geheel rechts is nog juist een hoge, vierkante, rechtop geplaatste houten balk te zien, waarvan een zelfde exemplaar zich aan de Dwingeler zijde van de Drentsche Hoofdvaart bevond: de functie van deze palen is ons niet duidelijk.
Tegenover het café-logement van Bentum stond aan de Dwingeler zijde het café van Warries. Van de ‘oude’ Sjoerd Bentum en de ‘oude’ Warries’ is volgens overlevering bekend, dat beiden verzot waren op een borrel en dat ze ‘de kunst’ verstonden zich voor slechts één stuiver te bedrinken. Zo kon het gebeuren dat op een goede dag Warries de brug overstak om bij Bentum een borrel te komen drinken. Warries betaalde zijn ‘consumptie’ met een stuiver, en keerde weer huiswaarts. Niet lang na zijn thuiskomst verscheen Bentum in de gelagkamer van Warries en bestelde een borrel, die met dezelfde stuiver werd betaald. Zo reisde de stuiver menigmaal per dag over de brug heen en weer. De geldbuidel bleef op die manier gesloten, maar de fles met jenever minderde wel van inhoud.
Wanneer de vorst inzette verschenen vele jonge lieden aan de kant van de Drentsche Hoofdvaart om te proberen of het ijs al wilde houden. Menigmaal moest een overmoedige waaghals de eerste schreden op het nog dunne ijs bekopen met een nat pak. Wie echter zonder kleerscheuren als eerste de overkant bereikte werd bij Warries ‘op de balk geschreven’: zijn naam werd dan met krijt op één der balken in de gelagkamer geschreven.

Aantekeningen van de redactie van utt Deevers Archief
In de webstee het Geheugen van Drenthe zijn gegevens te vinden over wijlen de alles-van-vrogger-in-Dwingel-weter en Lheeënaar Reinder Smit.
De bij zijn bericht afgebeelde zwart-wit ansichtkaart – een topstuk – uit 1906 van de Deeverbrogge en de weg hen Deever is niet erg scherp, vandaar dat de redactie hier een scherpere afbeelding van deze ansichtkaart toont. De zwart-wit ansichtkaart is gedrukt bij H. ten Brink in Meppel en was te koop in het café-logement van Sjoert Benthem.
De zichtbare ijzeren draaibrug is in 1880 gebouwd, zie het hier afgebeelde bericht van de openbare aanbesteding van deze brug op dinsdag 6 april 1880
De redactie neemt het wijlen de alles-van-vrogger-in-Dwingel-weter en Lheeënaar Reinder Smit uiteraard niet kwalijk dat hij niet alles wist van de Deeverse kaante van de voat en het abusievelijk heeft over Sjoerd Bentum, dit moet zijn Sjoert Benthem. De achternaam Benthem (Bentheim ?) wordt in het Dwingels en Deevers uitgesproken als Bentum. De geïnteresseerde zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan het graf van Sjoert Benthem en zijn vrouw Griet Merk nog steeds (hoe lang nog ?) vinden op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
In het krantbericht van Reinder Smit is het aan de rechterkant van de afgebeelde zwart-wit ansichtkaart niet goed te zien, maar aan de rechterkant van de aparte afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is een deel van de met stoomkracht aangedreven wolspinnerij met schoorsteen van Jan Frederik Hilkemeijer (geboren op 13 december 1858 te Nijensleek, overleden op 23 juni 1935 te Groningen) te zien. Uit de schoorsteen komt een beetje rook. De ijzeren draaibrug, het café-logement van Sjoert Benthem en de woning van veearts Boerhave bestaan niet meer. Het pand van het café-logement brandde af, het pand waar de familie Boerhave
 woonde is afgebroken om verbetering van de kruising van de weg langs de voat en de weg van Deever hen Dwingel mogelijk te maken. De ijzeren draaibrug is vervangen door een basculebrug (wanneer ?).

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Café-Logement Sjoert Benthem, Verdwenen object | Leave a comment

Speulturrein in vucaansie-centrum Ellert en Brammert

In het gemoedelijke en betaalbare en daarom voor veel – vaak Friese – gezinnen uit de arbeiders- en de lagere middenklasse aantrekkelijke vacantie-centrum Ellert en Brammert mit de ingang bee ut huus ‘de Wildschut’ an de voat tussen de Deeverbrogge en de Gowe was vanzelfsprekend ook een ruim terrein eenvoudig ingericht om te spelen.
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart was voor het eerst te koop in februari 1959 in de kantine van het vacantie-centrum. In die tijd moest de toeristenindustrie in de gemiente Deever nog op gang komen.
Wie herkent personen op deze afbeelding ?
Er bestaat nog een ansichtkaart met een nagenoeg dezelfde afbeelding van dit speeelterrein.
De redactie van ut Deevers Archief nodigt vroegere genieters van dit vacantie-centrum uit een scherpe scan van mooie foto’s van dit speelterrein in te sturen voor publicatie in ut Deevers Archief.

Posted in Ansigtkoate, Ellert en Brammert | Leave a comment

Laandschop bee Deever in Drente ?

De kunstenaar Adrianus Johannes Zwart (geboren op 30 augustus 1903 in Rijswijk, overleden op 27 augustus 1981 in Laren) maakte het hier afgebeelde olieverfschilderij op doek in 1947. Het schilderij heeft als afmetingen 60 x 100 cm. Het schilderij is rechts onder gemerkt met: A J Zwart. Hij gaf het schilderij nota bene de titel ‘Landschap bij Diever in Drente’.
De redactie van ut Deevers Archief heeft al lang de grote vraag waar dit glooiende landschap toch in de gemiente Deever is te vinden ? Hoe getrouw aan de werkelijkheid is dit schilderij gemaakt ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het weet, die mag het melden bij de redactie !

Abracadabra-1282

Posted in Deever, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Lest we forget – Opdat wee ut neet vugeet

Op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever bevinden zich zeven oorlogsgraven van het Gemenebest. Hier liggen begraven de zeven bemanningsleden van een geallieerde bommenwerper- zes Canadezen en een Engelsman- die zijn gesneuveld op 22 november 1943, toen hun Halifax bommenwerper werd neergeschoten in de Olde Willem.
In een serie ansichtkaarten met als onderwerp ‘World War II Heroes – Lest we forget’ is van deze zeven oorlogsgraven bijgaand afgebeelde ansichtkaart uitgegeven, Het is jammer dat de tekst op de grafstenen niet leesbaar is.
De redactie van ut Deevers Archief verwijst gemakshalve naar de betreffende gegevens in de webstee Tracesofwar.com.
De Engelse term ‘lest we forget’ in de linker bovenhoek van de ansichtkaart betekent in ut Deevers ‘opdat wee ut neet vugeet’, in het Nederlands ‘opdat wij het niet vergeten’. Dat is een mooi thema voor de jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei.
Het is bij de redactie van ut Deevers Archief niet bekend wanneer en door wie de foto voor deze ansichtkaart is gemaakt. Wie van de zeer geachte bezoekers van ut Deevers Archief het wel weet, die mag het natuurlijk zeggen.

Bij de eerste naoorlogse dodenherdenking sprak Albert Wiglema, de plaatselijke commandant van de Nederlandsche Binnenlandse Strijdkrachten de volgende woorden.
Aanwezigen
Het is mij een eer als plaatselijk commandant van de binnenlandsche strijdkrachten enkele woorden te spreken bij het graf van hen die vielen voor hun vaderland, maar bovendien ook voor ons vaderland hun leven lieten.
Toen in 1940 de Duitsche overweldiger ons vaderland vertrapte, leek het voor ons Nederlanders een hopelooze toestand. Maar dank zij de hulp onzer geallieerde bondgenooten, die na 1940 dag en nacht arbeidden om het monster der verdrukking neer te slaan, zijn wij thans op deze dag vereenigd om de bevrijding van ons vaderland te herdenken.
Wij voelen ons dan ook verplicht aan de groeve van hen die thans op de begraafplaats van ons dorp hun laatste rustplaats vonden een eresaluut te brengen voor alles wat zij voor de goede zaak hebben geleden en gestreden.
Ver van familie, vrienden en bekenden rusten zij thans in vrede op dezelfde begraafplaats waar uit ons dorp velen als slachtoffer van de Duitsche terreur een zelfde rustplaats vonden.
Namens de Binnenlandsche Strijdkrachten:
Vrienden van overzee, uw nagedachtenis zal eeuwig bij ons in dankbare herinnering blijven.   

Abracadabra-1281

Posted in Ansigtkoate, Canadees’n, de Olde Willem, Kaarkhof an de Grönnegerweg, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

See hept ut gruun bee ut hunnebedde weg eheul’n

In 2011 werd een vuurtje gestookt bij ut hunnebedde D52 op de Stienakkers an de Grönnigerweg bee Deever, waardoor een groot stuk van een deksteen afbrak. In 2008 zijn drie stenen van ut hunnebedde blauw geverfd.
Vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, hebben op maandag 16 februari 2012 en de dagen daarna een groot deel van de begroeiing rond ut hunnebedde weggehaald.
De zo ontstane zichtbaarheid van ut hunnebedde zou moeten bijdragen aan het voorkomen van vernielingen aan ut hunnebedde en vervuiling rond ut hunnebedde.
Het kappen, hakken, zagen en snoeien van bomen, takken, struiken en bosschages is in overleg gegaan met Staatsbosbeheer, de door de Nederlandse Staat ingehuurde beheerder van het terrein rond ut hunnebedde.
RTV-Drenthe heeft tijdens de werkzaamheden bij ut hunnebedde filmopnamen voor de televisie gemaakt, waarbij de verslaggever de in hunnebedden en bosschages en struweel gespecialiseerde deskundige van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever ruim aan het woord liet.
Het uitgezonden filmpje was ook te zien op de website van RTV-Drenthe. In het filmpje heeft de hiervoor genoemde deskundige het ook over een foto van jaren terug, waarop ut hunnebedde zonder begroeiing is te zien. Wellicht doelde hij op de foto van ut hunnebedde D52 uit 1918, toen de oudheidkundige Albert Egges van Giffen bezig was met het inventariseren van de hunnebedden.
RTV-Drenthe heeft op 16 januari 2012 tijdens het weghalen van de begroeiing rond ut hunnebedde enige foto’s gemaakt.
Overigens was het in 1952, een paar jaar vóór de mislukte restauratie van ut hunnebedde, ook vrij kaal rond ut hunnebedde, zoals te zien is op deze prachtige zwart-wit ansichtkaart van ut hunnebedde met op de achtergond in schoven gezette rogge. Het ware beter geweest dat de weledelgestrenge heer professor doctor Albert Egges van Giffen ut hunnebedde van Deever met rust had gelaten.
Voor de volledigheid en ter illustratie van deze tekst is hier een afbeelding van een op 26 juli 2012, kort na de snoeioperatie, gemaakte kleurenfoto van ut hunnebedde getoond. Zie afbeelding 1.
Voor de volledigheid en ter illustratie van het feit dat het periodiek volledig kaal maken van het terrein om ut hunnebedde volstrekt geen overbodige luxe is, is hier een afbeelding van een op vrijdag 1 december 2023 gemaakte kleurenfoto van ut hunnebedde getoond.Zie afbeelding 2.

Afbeelding 1 – ( © Ut Deevers Archief – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 2 – ( © Ut Deevers Archief – Alle rechten voorbehouden)

Posted in Albert Egges van Giffen, Deever, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Stienakkers | Leave a comment

Ut berigt van inzet van ut laandgood Castra Vetera

In de Opregte Steenwijker Courant van 18 maart 1838, in het Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant), in het Nieuwsblad van het Noorden van 19 maart 1938, in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 19 maart 1938 en in De Tijd (godsdienstig-staatkundig dagblad) van 23 maart 1938 verscheen het volgende bericht van inzet van het Landgoed Castra Vetera op Zorgvlied.

Zorgvlied (Dr.)
Bericht van inzet.

Het Landgoed Castra Vetera, aangesloten aan en nabij den straatweg in het dorp Zorgvlied (Dr.) in de gemeenten Diever en Vledder, bij de Friese grens, bestaande uit groote villa (onder meer 10 grote kamers), afzonderlijke woning, tuin, plusminus 3 hectare groenland, plusminus 7 hectare bouwland en ruim 20 hectare mooie gemengde omrasterde bosschen, doorsneden met wegen en wandelpaden, groot plusminus 34.15.78 hectare, is in 26 percelen ingezet op slechts f. 13692,-.
Toeslag dinsdag 29 maart eerstkomende, des voormiddags 10 uur in de Harmonie te Zorgvlied.
Boekjes en kaart franco per post á 15 cent verkrijgbaar ten kantore van ondergetekende notaris (postrekening 36408) en bij den bewoner F.W. Ackermann, die dagelijks aanwijst. Rondgang 10 en 2 uur.
Het geheel is voor velerlei doeleinden geschikt, gedeeltelijk ook voor het stichten eener boerderij en verdere ontginning.
D.W. Heering, Notaris Dwingeloo (Dr.)

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie zou van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wel graag willen weten wie het in het bericht genoemde boekje en kaart heeft bewaard.

Posted in Castra Vetera, Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

Slimme Kees drok Deever de ‘cultuur’ deur de strotte

In de krant De Telegraaf verscheen op 14 november 1964 het navolgende in wij-vorm geschreven bericht over de culturele weerstand van de Deeverse bevolking tegen het culturele openluchtspel in het culturele openluchttheater an de Heezeresch bee Deever en de culturele cultuurzolder van burgemeester Ome Kees (vaak ook Slimme Kees genoemd) in het gemeentehuis aan de brink van Deever.

Caféhouder Doorten en velen met hem: Diever wil liever niet cultureel zijn
In het centrum van Diever stonden deze week twee paarden met elkaar te praten. Er liep maar een heel smal asfaltstraatje tussen hun weilanden, dus ze hoefden elkaar niet te beschreeuwen. Toen we er aan kwamen trokken ze hun hoofden even terug om ons te laten passeren, en daarna hervatten ze hun gesprek.
Je zag weinig mensen op straat. Af en toe passeerde een boerin in overall op de fiets met een kind achterop, en in de buurt van het nieuwe postkantoor stonden een stuk of wat schoolkinderen zich te vergapen aan twee landmeters die onbegrijpelijke dingen deden met een verrekijker op pootje.
Een kleine auto toeterde bij de benzinepomp van smid Kloeze, die zich aan het omscholen is tot garagehouder. Verderop, op de brink, stond één geparkeerde auto. Een vrouw veegde de herfstbladeren weg op de stoep van het gemeentemuseum en in het nieuwe raadhuis, daar recht tegenover, zaten burgemeester en wethouders te vergaderen. De klok in het café naast het raadhuis stond stil.
Eerste indruk van Diever: als je rust nodig hebt, dan moet je dáár heen gaan.

Een mens kan zich vergissen
Buiten de dorpskern zie je een handjevol kostbare bungalows en veel kleine, soms wat vervallen boerenhuisjes. Bossen en weilanden en akkers, waar hier en daar een boer bezig is zijn bietenoogst binnen te halen. De wegen zijn doodstil. Bij het plaatselijke hunebed staat een oude man. Hij knikt goeiemiddag, maar hij zegt geen woord.
Tweede indruk van Diever: als je rust nodig hebt, dan moet je dáár heen gaan.
Maar een mens kan zich vergissen. In het stille Drentse Shakespeare-dorp schuilen verhitte gemoederen. En die gemoederen hebben iets met Shakespeare te maken.
Sinds 1946 voeren toneel-amateurs in het dorp onder leiding van dokter Broekema elk jaar een stuk van Shakespeare op. Dat gebeurt in het plaatselijke openluchttheater, midden in het toeristenseizoen. En de belangstelling van vorstenhuis, autoriteiten en publiek voor deze merkwaardige jaarlijkse artistieke daad is groot. Diever heeft er naam mee gemaakt. En er zijn mensen in Diever, die daar erg gelukkig mee zijn: die de toekomst van het dorp koppelen aan de reputatie van Shakespeare, maar er zijn nog veel meer Dievenaren, die hun strijd om het dagelijks brood op de eerste plaats zetten. Neem het ze maar eens kwalijk. En wanneer Shakespeare postuum hun belangen schaadt, gaan ze zich verzetten.
We hebben gepraat met een willekeurig aantal van de 3000 inwoners van het dorp en uit die gesprekken hebben we onze derde indruk gepeurd: het is niet zo erg rustig in Diever, want een groot deel van de bevolking wil op de vuist met Shakespeare.

Boven de pet
“Kijk es, Shakespeare zal wel heel prachtig zijn, maar voor ons is dat toch allemaal veel te hoogdravend”, zei een boer, die met een vracht bietenloof onderweg was naar Dieverbrug. “Ze hebben een prachtig openluchttheater en het zal best wezen dat er een hoop mensen zijn, die zo’n hoogdravend stuk prachtig mooi vinden, maar ik ben er een keer geweest en het ging mij boven de pet. Waarom hebben ze nooit eens een ander stuk, waar je om kunt lachen, of een revue of zo iets ? Dat doen ze in andere plaatsen toch ook ? Maar nee: Shakespeare is ze hier naar de kop gestegen, want dat is cultureel. Nou ze hebben uitgeteld, dat tien procent van de bevolking de eerste voorstelling in 1946 heeft gezien. Toen waren ze nog nieuwsgierig. Maar het is elk jaar minder geworden en nu gaat alleen nog een handjevol vaders en moeders kijken, omdat hun kinderen meespelen.”
Hij zei wat tegen zijn paard en ze gingen verder.

Cultuurzolder
We kwamen terecht bij caféhouder Klaas Doorten. In zijn piepkleine gelagkamer zaten twee mensen een kopje koffie te drinken. Doorten kwam in zij  stofjas bij ons zitten en hij zei: “Er zijn hier vier cafés en dat zijn er eigenlijk drie te veel. We zijn hard op weg kapot te gaan. Dat komt door de cultuurzolder. Kijk: in 1957 is het nieuwe raadhuis klaargekomen, een mooi raadhuis hoor, en op de bovenste verdieping hebben ze toen die cultuurzolder ingericht. Een mooie ruimte voor 125 mensen en zeer geschikt voor vergaderingen, clubbijeenkomsten en recepties. De koffie kost er een dubbeltje.
En wat is er dus gebeurd ? Als er wat te vergaderen is, gaan ze naar de cultuurzolder. Vroeger hadden wij de vergaderingen. Neem de schaakclub. Die had ik vroeger hier. Dan stak ik in de grote zaal met parketvloer de kachel aan en ik zorgde voor de stukken en de borden. Voor verwarming en licht vroeg ik een rijksdaalder en de leden dronken een kopje koffie. Een kleine winst, maar het was winst. Maar de schaakclub zit nu op de cultuurzolder. We hebben geen recepties meer en geen vergaderingen en de biljarters houden we alleen nog maar, omdat de cultuurzolder geen biljarts heeft. Zo worden de cafés in het dorp kapotgemaakt door de gemeente.

Geen film
Vroeger draaide ik hier af en toe een film, maar ik krijg nou geen vergunning meer. Vroeger waren er hier dansavonden, maar de burgemeester geeft geen toestemming meer. Hij heeft gezegd dat hij wel toestemming wilde geven voor een cabaret of zo iets, als het maar cultureel is. Maar daar krijg ik toch geen mensen mee binnen ?
Ze willen ons dorp cultureel verheffen, maar we hebben wel wat anders aan ons hoofd. Gezelligheid en feest op onze eigen manier is er niet meer bij. Vroeger was het hier druk als er veemarkt was en op Pinkstermaandag was mijn café te klein. Maar al die dingen zijn afgeschaft.
Natuurlijk: Shakespeare trekt veel mensen naar het dorp, maar die komen om een uur of negen en ze gaan midden in de nacht weer naar huls. Die komen heus niet nog even bij ons in het café. Nee: aan die Shakespeare-stukken hebben we helemaal niks. En laatst heeft Slimme Kees – zo noemt iedereen hier de burgemeester – gezegd dat de caféhouders maar eens moesten afstappen van het idee dat ze een dorpskroeg beheren en dat ze zich veel meer -op het toerisme moeten instellen. Hoezo ? Hebben we dan zoveel toeristen hier ? Je krijgt een handjevol mensen in één maand van het jaar en daar heb je dan ons hele toeristenseizoen. Trouwens: onze zaken zien er netjes genoeg uit. Laat de toeristen maar komen.”
Doorten is kwaad. Kwaad op Shakespeare, op de burgemeester en de gemeenteraad, die hij overigens zelf mee heeft helpen kiezen. “Ach wat”, zegt hij over de gemeenteraad. “Allemaal ja-knikkers, die in Schoonebeek thuishoren. Ze moeten wel, want ze zijn niet zo ontwikkeld als de burgemeester. Die praat ze wel ondersteboven.”

Afgereageerd
We zeggen goeiemiddag en we stappen op. De straat in, langs de etalage van de plaatselijke loodgieter. Geen kraan, geen gasfornuis staat in zijn etalage. Wel een verzameling kunstvoorwerpen. Verderop een winkel in huishoudelijke artikelen. Er hangen op artistieke wijze twee” abstracte schildcrwerkjes in de etalage. Een boerin staat ernaar te kijken. Haar gezicht verraadt niets. Dokter Broekema, Shakespeare-regisscur en medisch monopolist van het dorp, rijdt voorbij op zijn blauw-witte scooter met aanhangwagentje. We komen aan de rand van het dorp, bij een stuk bebost terrein, dat doorsneden is door kronkelige asfaltweggetjes. Later moeten hier bungalows gebouwd worden. Oberonlaan staat op een bordje. Het is wat moeilijk te lezen, want het bordje is beschadigd. We lopen verder tot de Titanialaan, via de Helenalaan. De bordjes zijn allemaal kapot of beschadigd. Het bordje Pucklaan is nog heel, omdat het nogal verscholen staat, maar de Lysanderlaan en de Theseusweg zijn ternauwernood als zodanig te herkennen. De plastic bordjes zijn versplinterd en gebroken en de houten plankjes, waarop ze gespijkerd waren, hangen in splinters. Titania, Puck, Oberon. Figuren uit Shakespeare’s Midsummer Night’s Dream. Het is duidelijk: de Dievenaren hebben er iets tegen.

Geen artiesten !
Een eind buiten de kern van het dorp praten we met kalvermester Chris Herstein. Hij zegt: “Het openluchtspel betekent hier alles. Het wordt steeds duidelijker dat ze van Diever een soort kunstenaarsdorp willen maken, maar Bergen bestaat nu eenmaal al. En voor andere gemeentelijke zaken hebben ze gewoon te weinig aandacht.” Op de terugweg naar het dorp vragen we de weg aan een jongeman op een bromfiets. Hij zegt ten slotte: “In Diever is niks te beleven. Helemaal niks. Als we uit willen, gaan we op de brommer naar Oosterwolde of naar Assen, of naar Dwingeloo. Dit is een gat.” We zijn terug in het dorp. Het begint avond te worden. In de hal van het prachtige, splinternieuwe raadhuis wachten we op de burgemeester. Aan de muur hangt een “cultuurkaart van Diever” en een geschenk van een regionale culturele organisatie. Het is een stuk keramiek met allemaal wapentjes erop. In het trappenhuis hangt een geborduurd vaandel met een spreuk: “Hoor ieders mening, doch bewaar uw oordeel.”

Veertig punten
De  burgemeester komt uit de vergadering en gaat ons voor, zijn kamer in. Een groot bureau, gemakkelijke stoelen, een grote boekenkast met alleen maar boeken over Drente, een paar boeken die zijn vrouw geschreven heeft en een boek van Abe Brouwer, de bekende schrijver die in Diever stratemaker is. Hij zegt: “Dat was een vergadering met een agenda van veertig punten en niet een van die punten ging over Shakespeare. Ik wil maar zeggen: het is onjuist om over Diever te praten als het dorp waar ze elk jaar een stuk van Shakespeare opvoeren. Het: openluchtspel is natuurlijk niet weg te denken, maar Diever is ook een dorp met veel natuurschoon en een bevolking die agrarisch is: kleine en middelgrote gemengde bedrijven. Een goed slag mensen, met veel gemeenschapszin. Er doen veel mensen uit het dorp aan mee, niet alleen de spelers. De een zorgt voor de beplantingen, de ander schildert de banken. Het is een stuk gemeenschapswerk.”

Over zichzelf
“Ik ben hier nu 25 jaar en soms heb ik wel eens gesolliciteerd naar een andere gemeente. Maar ik solliciteerde altijd met de gedachte: het risico zit erin dat ik aangenomen word. Mijn voornaamste drijfveer om te proberen hier weg te komen, vormden mijn schoolgaande kinderen. Er is hier geen middelbare school. Ze moeten elke dag 18,3 kilometer ver, voor ze op school zijn. Op 17 november ben ik hier een kwart eeuw. Wat er die dag gaat gebeuren ? Ik weet het niet precies. Voor één keer weet ik het niet precies.”

Posted in Cultuur, Eup’mlogtspel, Shakespearitis | Leave a comment

Wie wet nog wie de Booimannegies bint ?

Het gezin van Hendrik Baaiman en Klaasje Velthuizen moest in het najaar van 1958 van hun huurwoning aan de Kleine Peperstroate in Deever verhuizen naar een alleenstaande huurwoning aan de Wapserveenseweg in Wittelte. Daarmee sloeg burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) twee vliegen in een klap. Hun huurwoning an de Kleine Peperstroate kon hij onder het mom van het opruimen van krotwoningen laten afbreken. En het toch al niet zo grote aantal leerlingen van de Witteler skoele nam van de ene dag op de andere met vijf leerlingen toe. Dankzij het kinderrijke gezin Baaiman was het gevaar voor sluiting van de Witteler skoele weer voor enige jaren geweken. Tot het vertrek van de kinderen Baaiman uit Wittelte naar diverse pleeggezinnen in het land.

De redactie van ut Deevers Archief wil graag reageren op een verzoek van Theo Baaiman en Albert (Appie) Baaiman (Keitje Kei) schoolfoto’s van leerlingen van de Witteler skoele, waarop Baaimannetjes zijn te zien, te tonen. Op de hier getoonde schoolfoto uit 1959 staan vijf kinderen van Hendrik Baaiman en Klaasje Velthuizen: Wolter, Theo, Klaasinus (Gesinus, Sinus) Jantinus, Albert (Appie) en Annie (An) Baaiman. De redactie hoopt ze daarmee een plezier te doen. De leerlingen zijn in de zomer van 1959 op het plein bij de school op de foto gezet.

Het nagaan in welk jaar een schoolfoto is genomen is altijd weer een kwestie van puzzelen. Dit keer was het niet zo moeilijk. Wolter Baaiman vertelde dat hij op 18 april 1947 is geboren en dat hij op zesjarige leeftijd in Deever naar de openbare lagere school is gegaan. Hij is daar nooit ‘blijven zitten’. Hij heeft in 1958 nog een paar maanden bij meester Albertus Andreae (die in de Deeverse volksmond altijd Bart Eulie werd genoemd) in de zesde klas gezeten. Dus moet de foto, gelet op de korte broeken van de jongens, aan het einde van het schooljaar in de zomer van 1959 zijn genomen. De andere zesde-klassers Cornelis Hunneman en Henk Oosterhof zijn ook in april van het jaar 1947 geboren.

De redactie van ut Deevers Archief is actief bezig met het verzamelen van alle klassefoto’s van alle scholen in de gemiente Deever, te weten de voormalige openbare lagere school van Deever, thans openbare basisschool Singelier, de gereformeerde school van Deever, thans de bijzondere basisschool ‘De Meester Roosjenschool, de openbare lagere school van Wapse, thans de Ten Darperschoele, de openbare lagere school van Zorgvlied-Wateren (opgeheven) en de openbare lagere school van Wittelte (opgeheven in 1967).

De redactie is zeer geïnteresseerd in het publiceren van verhalen over het schoolleven in Wittelte. De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief worden uitdrukkelijk uitgenodigd te reageren !

De bijgaand afgebeelde schoolfoto is ook ten zeerste te bewonderen in nummer 2002/2 (juni 2002) van het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat nummer of dat nummer bij iemand in kunnen zien.


In de bovenste rij staan van links naar rechts opgesteld:

1.  Engel (Engeltje) Anje Broer-Van Delden
Zij is de schooljuffrouw.
Zij is geboren op 12 mei 1923. Zij is overleden op 10 april 2014.
Zij was getrouwd met Luite (Lu) Wolter Broer.
Zij woonde an de Kloosterstroate in Deever.
Het echtpaar is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de grafsteen.

Zij is geboren op 12 mei 1923. Zij is overleden op ….. Zij trouwde met Luite (Lu) Wolter Broer. Zij woonde in Deever. Zij was schooljuffrouw van de Witteler skoele.

2.  Theo Baaiman
Hij is geboren op 15 augustus 1948 in Deever. Hij trouwde met Jannie Hazeleger. Hij woont in Amersfoort.
Hij is een zoon van Hendrik Baaiman en Klaasje Velthuizen.

3.  Cornelis (Knelis) Hunneman
Hij is geboren op 6 april 1947. Hij trouwde met Irma Jonkers. Hij woont in Deever.

4.  Jacob Westerveen
Hij is geboren op 21 maart 1948 in Wittelte. Hij trouwde met Geesje Otten uit Wapse. Hij woont in Meppel.

5.  Wolter Baaiman
Hij is geboren op 18 april 1947 in Deever. Hij trouwde met Luitje (Lutie) Dam. Hij woont in Meppel.
Hij is een zoon van Hendrik Baaiman en Klaasje Velthuizen.

6.  Hendrik Jacobus (Henk) Oosterhof
Hij is geboren op 19 april 1947. Hij trouwde met Femmy Schipper. Hij woont in Steenwijk.

7.  Hendrik (Henk) Wolter Broer
Hij is geboren op 18 februari 1950 in Wittelte. Hij trouwde met Trijntje Roggen. Hij woont in Groningen.
Hij is een zoon van Hendrik Broer en Geertje Wuite.

8.  Hendrik (Henk) Klok
Hij is geboren op 18 januari 1948 in Wittelte. Hij trouwde met Maria Schipper. Hij woont in Dwingel.

9.  Jan Boerhof
Hij is geboren op 7 augustus 1948 in Wittelte, Hij trouwde met Lies Gerdes. Hij woont in Deever.

10.  Hendrik (Henk) Broer
Hij is geboren op 26 augustus 1914. Hij is overleden op .. februari 1996. Hij is begraven op de kaarkhof van Geeter’n. Hij was getrouwd met Geertje Wuite.
Geertje Wuite is geboren op 28 januari 1922 in Geeter’n. Zij is overleden op 25 maart 2020 in de stad Groningen. Ze was toen 98 jaar oud. Zij is begraven op de kaarkhof van Geeter’n.
Hendrik (Henk) Broer was de laatste hoofdmeester van de Witteler skoele. In Wittelte is de weg langs de plaats waar de school stond naar hem vernoemd: Meester Broerweg.
Hij woonde in de schoolmeesterswoning aan de nep-brink van Wittelte en hij woonde na zijn pensionering in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

De rij meisjes bestaat van links naar rechts uit:

11.  Tietje (Thea) Hunneman
Zij is geboren op 26 februari 1953. Zij trouwde met Willem Willems. Ze woont in Uffelte.

12.  Bertha Berends
Zij is geboren op 31 juli 1952 in Wittelte. Zij trouwde met Egbert (Eppie) Warnders. Zij woont in Uffelte.

13.  Grietje van de Berg
Zij is geboren op 31 maart 1951 in Wittelte, Zij trouwde met Henk Bergman. Zij woont in Midwolda.

14.  Jennie Soer
Zij is geboren op 21 november 1946 in Wittelte. Zij trouwde met Hendrik (Henk) Daleman. Zij woont in Wittelte.

15.  Grietje Berends
Zij is geboren op 20 maart 1948 in Wittelte. Zij trouwde met Gabriël (Gabie) Verboom. Zij woont in Frederiksoord.

16.  Jennie Winters
Zij is geboren op 14 februari 1949 in Wittelte. Zij trouwde met Nico Hardeman. Zij woont in Decatur in Nebraska in de U.S.A.

17.  Alie Diever
Zij is geboren op 17 mei 1950. Zij is overleden op …. Zij was getrouwd met Meeuwis Tiemes. Zij woonde in Deever.

18.  Annie de Jong
Zij is geboren op 15 maart 1951. Zij trouwde met Henk Oort. Zij woont in Deever.

19.  Klaasje Oosterhof
Zij is geboren op 10 februari 1953. Zij trouwde met Dirk Westerhof. Zij woont in Dwingel.

20.  Annie (An) Baaiman
Zij is geboren op 3 augustus 1953 in Deever. Zij is overleden op 24 december 2022 in Lelystad.
Zij is een dochter van Hendrik Baaiman en Klaasje Velthuizen.
Zij was getrouwd met Pieter (Piet) Lafinus Schraal. Zij woonde in Lelystad.
Zie het overlijdensbericht.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

De rij jongens beneden de rij meisjes bestaat van links naar rechts uit:

21.  Klaasinus (Gesinus, Sinus) Jantinus Baaiman
Hij is geboren op 1 januari 1950 in Deever. Hij trouwde met Jannie van Sleen. Hij woont in Vledder.
Hij is een zoon van Hendrik Baaiman en Klaasje Velthuizen.

22.  Jacob ten Buur
Hij is geboren op 14 juni 1952 in Wittelte. Hij is overleden op 4 oktober 2023 in Espel.
Hij was getrouwd met Jannie Oostenbrink. Hij woonde laatstelijk in Espel.
Zie het bericht van zijn overlijden.
De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

23.  Albertus (Bert) Jan de Boer
Hij is geboren op 21 december 1949 in Wittelte. Hij trouwde met Cobie de Zeeuw. Hij woont in Wijk bij Duurstede.

24.  Roelof ten Buur
Hij is geboren op 1 mei 1950 in Wittelte. Hij trouwde met Grietje Westerbeek. Hij woont in De Wijk.

25  Albert (Appie) Baaiman
Hij is geboren op 8 januari 1952 in Deever. Hij trouwde met Josephine Catharine Smit. Hij woont in Steenwijk.
Hij is een zoonr van Hendrik Baaiman en Klaasje Velthuizen.

26.  Albert (Appie) Jongebloed
Hij is geboren op 10 januari 1952 in Wittelte. Hij trouwde met Annie Wobben. Hij woont in Meppel.

27.  Jans Tabak
Hij is geboren op 26 september 1953 in Wittelte. Hij trouwde met Tineke Koning. Hij woont in Beilen.

28.  Reinder de Weerd
Hij is geboren op 14 februari 1949. Hij trouwde met Grietje Scheper. Hij woont in Meppel.

De onderste rij jongens bestaat van links naar rechts uit:

29.  Frens (Freinsie) Winters
Hij is geboren op 11 juli 1947 in Wittelte. Hij is overleden op …… Hij trouwde met Hillie Millekamp. Hij woonde in Wittelte.

30.  Albert Jan Oosterhof
Hij is geboren op 27 juni 1949. Hij trouwde met Jannie Beugels. Hij woont in Assen.

31.  Gerard Klok
Hij is geboren op 20 september 1950 in Wittelte. Hij trouwde met Hendrikje de Leeuw. Hij woont in Varsseveld.

32.  Jacob Rozeboom
Hij is geboren op 24 juni 1953 in Oll’ndeever. Hij is overleden op 11 oktober 1969. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

33.  Arend Berends
Hij is geboren op 9 februari 1951 in Wittelte. Hij trouwde met Jennie Segers. Hij woont in Uffelte.

34.  Hendrik (Henk, Henkie) Wesseling
Hij is geboren op 14 juni 1951 in Wittelte. Hij trouwde met Trijntje Wever. Hij woont in De Wijk.

Posted in Alle Wittelers, Witteler skoele | Leave a comment

Un olde foto van de fumilie Pook an de Kruusstroate

De redactie van ut Deevers Archief kwam tijdens een argeloos rondje langs de historische velden tot zijn grote verrassing bijgaand afgebeelde fraaie sepiakleurige foto van het pand an de Kruusstroate in Deever, met in het voorhuis de kruidenierswinkel en het koffiehuis en met in het achterhuis het woonhuis van het echtpaar Hendrik (Henduk) Pook en Lammigje Wever. Hendrik (Henduk) Pook had zijn klompenmakerij in de schuur achter het huis.

Hendrik (Henduk) Pook is geboren op 6 november 1867 in Elp in de gemiente Westerbörk. Hij is een zoon van boer Jan Pook en Jantje Oost. Hij is overleden op 17 april 1922 op 54-jarige leeftijd in Deever. Zijn overlijdensakte vermeldt als beroep: klompenmaker.
Lammigje Wever is op 7 maart 1869 geboren op ut Kastiel in Deever. Zij is een dochter van Harm Wever, beroep kuiper en Margje Fledderus. Zij is overleden op 3 januari 1946 in haar huis an de Kruusstroate in Deever. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. De redactie weet niet of hun grafsteen nog aanwezig is.
Hendrik (Henduk) Pook en Lammigje Wever trouwden op 7 april 1891 in Deever. Hun huwelijksakte vermeldt dat Hendrik Pook klompenmaker is.

Het echtpaar kreeg zeven kinderen: Jantje, Margje, Jantina, Harm, Anna, Jan en Roelofje.
Jantje is geboren op 1 oktober 1891 in Oll’ndeever. Haar geboorteakte vermeldt dat Hendrik Pook arbeider is.
Margje is geboren op 3 december 1893 in Oll’ndeever. Haar geboorteakte vermeldt dat Hendrik Pook arbeider is.
Jantina is geboren op 24 mei 1897 in Deever. Haar geboorteakte vermeldt dat Hendrik Pook klompenmaker is.
Harm is geboren op 28 maart 1902 in Deever. Zijn geboorteakte vermeldt dat Hendrik Pook klompenmaker is.
Anna is geboren op 20 augustus 1906 in Deever. Haar geboorteakte vermeldt dat Hendrik Pook winkelier is.
Jan is geboren op 21 mei 1909 in Deever. Zijn geboorteakte vermeldt dat Hendrik Pook winkelier is.
Roelofje is geboren op 14 februari 1913 in Deever.

De redactie heeft nog niet uitgezocht op welk adres (in welke woning) het echtpaar in Oll’ndeever heeft gewoond. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft daar kennis van ?  De heer Arjan Meijer reageerde op 1 maart 2021 als volgt: Hendrik Pook en Lammigje Wever hebben eerst in Oldendiever gewoond (nu Oldendiever 12), waar Jantje Oost, de moeder van Hendrik Pook, de weduwe van Jan Pook, woonde.

Het echtpaar vestigde zich na de bouw van hun huis tussen 1902 en 1905 in de Kruisstraat.
In het licht boven de rechter deur staat ‘Winkelier H. Pook’. Het rechter deel van het voorhuis was in gebruik als kruidenierswinkel. Let daarbij boven de winkeldeur op de reclame van de twee zelfs nu nog bekend klinkende merken Zebra Kachelglans en Reckitts Blauw.
In het licht boven de linker deur staat ‘Verlof H. Pook’. Voor het linker gedeelte had Hendrik Pook een alcoholvrij verlof. Daar was zijn koffiehuis gevestigd. Op zondag werd de ruimte gebruikt door bezoekers van de Griffemièrde Kaarke an de Kruusstraote die tussen de twee diensten in Deever bleven, omdat ze te ver weg woonden. Zij konden daar na de morgendienst koffie drinken en hun meegebrachte brood opeten. Per keer werd voor verblijf en koffie een paar centen per persoon betaald, natuurlijk werden die centen niet op zondag betaald, maar door de week.
Mensen die met koets, brikke of boerenkar ter kerke gingen, konden in de schuur achter het achterhuis hun paard stallen.
In de schuur achter het achterhuis was de toen enige klompenmakerij van het dorp Deever gevestigd.

De redactie weet het absoluut niet zeker, maar heeft het vermoeden dat de foto omstreeks 1909 is gemaakt en dat naast Hendrik Pook zijn twee kinderen Harm en Anna staan. Dit vermoeden blijkt niet juist te zijn.
Volgens de heer Arjan Meijer zit het zo:
Op de foto staan zoon Jan en dochter Roelofje naast vader Hendrik Pook; ik denk dat de foto omstreeks 1917 is gemaakt.

Dit pand an de Kruusstroate in Deever is gepromoveerd tot een rijksmonumentje (voor zolang het duurt en voor wat het waard is, want je weet het met monumenten met zo’n onbetrouwbare rijksoverheid maar nooit) en is als volgt omschreven:
Dubbel verdiepingloos woonhuis, thans in gebruik als winkel. Twee negentiende eeuwse bouwlichamen, elk onder pannengedekt schilddak; schoorstenen, staafankers, spatlijst. De gevels onder meer voorzien van lichtgetoogde deuren met bovenlicht en levensboom en lichtgetoogde zesruitsschuifvensters en rechtgesloten vijftienruitsschuifvensters.

Na de bouw van het pand tussen 1902 en 1905 was het licht boven de twee voordeuren nog niet versierd met een levensboom. Latere bewoners van het pand hebben het licht boven de twee voordeuren in de zestiger of zeventiger jaren van de vorige eeuw opgepimpt met een levensboom. De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op 16 september 2004.

De heer Arjan Meijer reageerde op 1 maart 2021 als volgt.
De redactie ontving op 1 maart 2021 de volgende zeer gewaardeerde reactie van de heer Arjan Meijer:
Uit het huwelijk van Hendrik Pook en Lammigje Wever zijn zeven kinderen geboren.
In 1913 is nog dochter Roelofje Pook geboren (zie ook het bericht in het Deevers Archief).
Op de foto staan zoon Jan en dochter Roelofje naast vader Hendrik Pook; ik denk dat de foto omstreeks 1917 is gemaakt.

Hendrik Pook en Lammigje Wever hebben eerst in Oldendiever gewoond (nu Oldendiever 12), waar Hendrik’s moeder Jantje Oost woonde.
Omstreeks 1896 zijn ze verhuist naar het Moleneinde in Diever. In de geboorteakte van de kinderen: Diever 124. Dit huis is inmiddels afgebroken en stond in de tuin van het huidige pand met adres Moleneinde 5. In dit huis woonden indertijd Lammigje’s ouders Harm Wever en Margje Fledderus, die toen naar Het Kasteel zijn verhuist.
Vervolgens (tussen 1902 en 1905) laten ze de woning aan de Kruisstraat bouwen (in de geboorteakte van de kinderen: Diever 117).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is de heer Arjan Meijer bijzonder erkentelijk voor zijn waardevolle bijdrage aan het bericht.
De heer Arjan Meijer is getrouwd met een kleindochter van Roelofje Pook, die op de hier afgebeelde sepia-kleurige foto staat.
De redactie heeft naar aanleiding van deze reactie waar nodig de tekst van het bericht aangepast.

De redactie ontving op 5 oktober 2024 de volgende zeer gewaardeerde reactie van mevrouw Femia Versteeg-Logtenberg
Wat een vreselijk leuk verhaal over de familie Pook
Ik ben de kleindochter van Jantje Pook en Berend Logtenberg. Mijn opa Berend Logtenberg was in Diever in dienst bij Hendrik Pook om het klompenmakersvak te leren. Mijn grootouders zijn in 1919 getrouwd en zijn in Meppel gaan wonen.
M
ijn opa Berend Logtenberg was daar klompenmaker en mijn oma Jantje Pook had in hetzelfde pand een kruidenierszaak. Dus net zoals haar ouders aan de Kruisstraat in Diever.
Hun tweede zoon Jantinus Logtenberg heeft de klompenmakerij later van mijn opa overgenomen. Dus Hendrik Pook had een nazaat in het klompenmakersvak.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Zie de afbeelding van klompenmaker Hendrik Pook en Berend Logtenberg.
Zie het bericht Inzate en palmslag van ut huus van Henduk Pook.

Posted in Alle Deeversen, Kruusstroate | Leave a comment

Feest in en bee de Heilige Andreaskaarke

De redactie van ut Deevers Archief ontving op vrijdag 4 oktober 2024 van de heer pastoor Koos Tolboom de digitale versie van de uitnodiging voor het bijwonen van de feestelijkheden ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Heilige Andreaskaarke. De redactie is de heer pastoor Koos Tolboom bijzonder erkentelijk voor deze aimabele geste 

Uitnodiging

Hierbij nodigt de locatieraad van de rooms katholieke Heilige Andreaskerk te Zorgvlied u uit voor het bijwonen van de feestelijkheden rondom het 100-jarig bestaan van ons kerkgebouw op zondag 30 juni 2024.
We beginnen om 11.00 uur met een eucharistieviering onder leiding van Mgr. C.F.M. van den Hout en het pastoresteam K. Tolboom en S. Terwisscha van Scheltinga-Burri.
Daarna gaan we naar Villa Nova voor een gezellig samenzijn en een feestelijke lunch.
Als u deel wilt nemen aan de lunch, dan graag van te voren opgeven via de mail naar: clara.zorgvlied@outlook.com. Voor het bijwonen van de viering in de kerk hoeft u zich niet op te geven.
Graag tot ziens op 30 juni.

Aan de oorsprong van de katholieke gemeenschap van Zorgvlied en omstreken ligt de komst van de familie Verwer in 1880. Zij had het landgoed ‘Zorgvlied’ aangekocht en in het landhuis liet de familie een huiskapel inrichten. Daar konden de katholieken ’s zondags ter kerke gaan.
In september 1884 is de Sint Andreasparochie opgericht. De parochiekerk was een verbouwd gedeelte van het voormalig Landbouwinstituut van de Maatschappij van Weldadigheid. Het was een onaanzienlijk kerkje, waarin de geloofsgemeenschap bijna veertig jaar heeft gekerkt.
In 1923 werd begonnen met de bouw van de huidige kerk, die gebouwd werd op plek van de eerste kerk. Op 27 september 1923 is de eerste steen gelegd en op 15 juli 1924 is de kerk door deken Vaas uit Wolvega plechtig ingewijd. Sindsdien is de katholieke geloofsgemeenschap in deze kerk ontelbare keren samengekomen om God en elkaar te ontmoeten.


 

Posted in Kattelieke Kaarke, Zorgvliet | Leave a comment

De gebraandskilderde Lodewiek en Johanna

In de 100-jarige Sint Andreaskerk op Zorgvliet, an de aandere kaante van de Deeverse bos, bevinden zich in de achtergevel drie gebrandschilderde ramen. Zie afbeelding 5.
Onder in het linker raam is een medaillon met het portret van Lodewijk Guillaume Verwer aangebracht. Zie afbeelding 1.
Onder in het rechter raam is een medaillon met het portret van zijn vrouw Johanna Cornelia Ludovica van Wensen aangebracht. Zie afbeelding 2.
Het is voor de redactie meer dan duidelijk dat de maker van de gebrandschilderde ramen voor het brandschilderen van de twee genoemde medaillons zich in 1924 heeft laten inspireren door de portretfoto’s die fotograaf en kunstschilder Hans Kuiper vóór 1910 van het echtpaar heeft gemaakt. Zie de afbeeldingen 3 en 4.
De redactie verwijst voor meer gegevens naar het bericht Lodewiek en Johanna kiekt oe moar mooi an.
De redactie verwijst voor meer gegevens naar het bericht Op de knee’jn veur Lodewiek en Johanna.
De redactie verwijst voor meer gegevens over Hans Kuiper naar het bericht Aagterkleinseune skref over Hans Kuper.
En het kerkgebouw moet vooral niet worden verward met de parochie, want de Sint Andreasparochie bestond in 1984 al honderd jaar en dus op 1 oktober 2024 al honderd en veertig jaar. Zie het bericht De Sint Andreasparochie bestiet honderd joar.

De redactie ontving op 1 oktober 2024 de volgende bijzonder gewaardeerde reactie van de heer pastoor Koos Tolboom.
Wat betreft de drie gebrandschilderde ramen boven het oude hoogaltaar met daarin de medaillons van de heer Lodewijk Guillaume Verwer en zijn vrouw Johanna Cornelia Ludovika Verwer-Van Wensen:
Wat ik er van weet, is dat de ramen een geschenk zijn van nabestaanden van dit echtpaar, beiden waren toen overigens al overleden, hij in 1910 en zij in 1917. Dit geschenk moest natuurlijk de belangrijke rol die de familie Verwer heeft gespeeld bij de totstandkoming van de rooms-katholieke parochie Wateren/Zorgvlied benadrukken.
Volgens mij was het een wens van de familie om de medaillons in de ramen op te nemen. Het komt niet vaak voor dat in gebrandschilderde ramen medaillons zijn te zien. Vaak zijn de gezichten van de schenkers verwerkt in de afbeeldingen. Hier zijn ze als een soort pasfoto opgenomen.
Deze manier heeft nog wel wat wenkbrauwen doen fronsen op het aartsdiocesaan bureau te Utrecht. Er is met de aartsbisschop gecorrespondeerd over de vraag of het zo wel mocht. Het antwoord: de manier van afbeelden van de heer en mevrouw Verwer is onwenselijk, maar kerkrechtelijk is er niets tegen in te brengen. De sfeer van deze correspondentie is wel dat het aartsbisdom deze manier van afbeelden graag had tegengehouden. Gelukkig is dat niet gelukt !
Overigens is de voormalige parochie Zorgvlied/Wateren met ingang van 1 januari 2016 gefuseerd met de voormalige parochies van Drachten, Gorredijk en Oosterwolde. De nieuwe fusieparochie heeft als patroonheilige de Heilige Clara van Assisi.

Afbeelding 1                                                                      Afbeelding 2

Afbeelding 3 – (Collectie Ton van der Meulen)                 Afbeelding 4 – (Collectie Ton van der Meulen)

Afbeelding 5 – (© Kerkfotografie)

Posted in Hans Kuiper, Kattelieke Kaarke, Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment

Kiender van de Witteler skoele in memoriam


Tiede Oosterhof is geboren op 17 april 1939. Hij is overleden op 1 juni 1955.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op maandag 19 april 2021

Geert Soer is geboren op 30 april 1939 in Wittelte. Hij is overleden op 3 augustus 2022 in Stienwiek.

Arend van Zomeren is geboren op 1 mei 1942 in Wittelte. Hij is overleden op 16 oktober 2014 in Enschede.

Jacob (Japie) Snoeken is geboren op 4 maart 1944 in Havelte. Hij is overleden op 18 mei 2018 in Deever.

Jacob ten Buur is geboren op 14 juni 1942 in Wittelte. Hij is overleden op 4 oktober 2023 in Espel.

Annie (An) Baaiman is geboren op 3 augustus 1953 in Deever. Zij is overleden op 24 december 2022 in Lelystad.

Juffrouw Thalé Botje is geboren op 18 januari 1931 in Grönning’n. Zij is overleden op 31 mei 2021.

Posted in Alle Wittelers | Leave a comment

Veur un koe mus 10 cent maarktgeld wöd’n betèèlt

In de regionale krant Overijssel van uitgever J. Zeehuizen uit Genemuiden verscheen op 6 mei 1846 het volgende bericht (zie afbeelding 1) over de aanvoer van dieren op de jaarmarkt van 1 mei 1846.

Op de jaarmarkt den 1 jl. te Diever, waren aangebragt 370 paarden, 360 runderen en 50 varkens; de handel was in alles niet bijzonder levendig; voor hetgeen evenwel verkocht is, werden nog al goede prijzen besteed.
Paarden golden van f. 300 tot f. 325; runderen van f. 80 tot f. 120 en varkens van f. 20 tot f. 28.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie weet niet in welk jaar de gemeentelijke marktmeester van de jaarmarkt in Deever het hier afgebeelde ontvangstbewijsje voor betaald marktgeld van f. 0,10 voor 1 rund heeft afgegeven. 
De redactie heeft het vermoeden dat dat zeker niet het jaar 1846 is geweest, want gelet op het kaartje ligt het meer voor de hand dat het ná 1900 is afgegeven. De grote vraag is: in welk jaar ?

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Deevermarkt | Leave a comment

Oaltie Oost’nbrink stuurde un koatie hen lieve Milly

Aaltje Oostenbrink stuurde op 5 november 1921 de hier afgebeelde ansichtkaart naar haar vriendin Milly Ziemann, Ullmannstrasse 55 in Wenen in Oostenrijk. De grote vraag is natuurlijk: wie was Milly Ziemann ?
Aaltje Oostenbrink is geboren op 30 oktober 1857 in Vledder. Zij is overleden op 15 mei 1928 in Deever. Zij was niet getrouwd. Zij is een dochter van Roelof Oostenbrink en Wijntje Haveman. Zij was een zuster van Jantien Oostenbrink, die met boer Jacob van Goor trouwde en in Wapse woonde. Boekhandelaar en drukker Roelof (Roef) van Goor uut de Kruusstroate in Deever was een zoon van Jacob van Goor en Jantien Oostenbrink. Aaltje Oostenbrink was dus een tante van Roelof (Roef) van Goor uut de Kruusstroate in Deever.

Aaltje Oostenbrink schreef in een prachtig handschrift op de achterkant van de ansichtkaart de volgende tekst:
Lieve Milly,
Ik heb uw kaart in gezondheid ontvangen.
Daarvoor mijn hartelijke dank.
’t Is hier alles nog wel.
Wees gegroet van uw vriendin,
Aaltje Oostenbrink

De foto voor de beeldzijde van de hier afgebeelde ansichtkaart is gemaakt door C. van de Zijl. De reizende fotograaf C. v. d. Zijl uit Amsterdam maakte in heel Nederland foto’s van onder meer dorpsgezichten, die als ansichtkaart zijn uitgegeven. De hier afgebeelde kaart is in 1919 uitgegeven en was te koop in de winkel van Hendrik Pook an de Kruusstroate in Deever. De redactie van ut Deevers Archief is tot nu toe slechts bekend met één uitgave van deze ansichtkaart.

De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor enige aanvullende gegevens bij de hier afgebeelde ansichtkaart naar het bericht Bee ut winkeltie van Jan ter Heide an de Heufdstroate.

De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto (afbeelding 3) gemaakt op donderdag 22 november 2019, ten tijde van de uitvoering van het enorme overbodige belastinggeldverslindende herbestratingsproject van de straten in het oude Deever met de projectnaam Deever op Dreef van de Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Keiharde Gebakken Klinkertjes Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Ansigtkoate, Heufdstroate | Leave a comment

Foto’s en vuhèl’n van ut boer’nlee’m usögt

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag afbeeldingen van het boerenwerk en het boerenleven van vrogger in de gemiente Deever. De redactie van ut Deevers Archief publiceert bijzonder graag verhalen over het boerenwerk en het boerenleven van vrogger in de gemiente Deever.
Zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief die in het bezit zijn van foto’s van het boerenwerk en het boerenleven -ploegen, maaien, zaaien, hooien, melken, dorsen, melkbussen borstelen, koestal schoonmaken, hond voor de melkkar, de eerste tractor, opoe met het oorijzer, in huis genomen foto’s, enzovoort, enzovoort- worden vriendelijk verzocht deze te scannen of te laten scannen en deze met verhalen naar ut Deevers Archief te sturen.
De redactie is de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief bij voorbaat zeer erkentelijk en zal deze foto’s zeker tonen in ut Deevers Archief.

Abracadabra-1275

Posted in Ansigtkoate, Boer'nlee'm, Boerdereeje, Landbouw | Leave a comment

Radio Wereld saat in de boerdereeje van Sime Smidt

Het niet meer bestaande museum Radio-Wereld had een webstee (www.radio-wereld.nl) over de geschiedenis van dradio, televisie en elektriciteit. Het was een zeer informatieve webstee over de historie, de feiten en de reparatietips van met name de oude radio !
Radio-Wereld was ondergebracht in Deever in een museum in de boerderij van Sime Smidt, Achterstraat 9, bij de Eendenvijver. Zie de bijgevoegde afbeelding van een kleurenfoto, die de redactie van ut Deevers Archief heeft gemaakt op maandag 2 januari 2017.
In oktober 1999 is het museum opgeheven. De eigenaren Sjoukje en Wim Stuiver zijn verhuisd naar Havelte en zijn verder gegaan met een kleine collectie historische radio’s, curiosa en met een bibliotheek met vele gegevens over de oude radio.
Radio-Wereld was op internet een tijdlang een virtueel museum met foto’s, uitleg en interessante onderwerpen betreffende de oude radio. Het was een webstee die de moeite van het bekijken waard was.
In de tijd dat het museum in de boerderij van Sime Smidt was gevestigd, gaven de eigenaren van het museum ook ansichtkaarten uit. Bijgaand is een afbeelding van één van die ansichtkaarten van een bij elkaar horende serie van vier te zien. Je zal als verzamelaar van ansichtkaarten uut de gemiente Deever die vierling maar in jouw mooie dure album in jouw mooie dure verzamelkast op jouw mooie dure zolder hebben !
Het museum mocht dat wel de naam van Radio-Wereld hebben, toch hadden de eigenaren ook belangstelling voor de eerste Philips televisie in Nederland, gebouwd in 1951. Deze televisie had de bijnaam Hondehok.
De radio-ontvanger is de eerste Philips radio, gebouwd in 1927, deze had als bijnaam Roggebroodje. Dat kan, omdat in die tijd de mensen, met name de armere, veel roggebrood aten en dat werd verkocht in grote hompen. Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw verkocht de Coöperatie (de Koeperasie) an de Heufdstroate in Deever grote stukken ongesneden roggebrood. Het oude en vaak hard geworden niet verkochte roggebrood werd opgevoerd aan het paard van de broodventer.
Let vooral ook op het aandoenlijke echte plantje van moeder de vrouw des museums aan de rechterkant van de foto.

Via de link https://web.archive.org/web/20240000000000*/www.radio-wereld.nl is nog wel een indruk van de webstee www.radio-wereld.nl van Museum Radio-Wereld te krijgen.


Posted in Aagterstroate, Ansigtkoate, Boerdereeje, Cultuur, Museum | Leave a comment

De kaarke an de brink van Diverde

Cornelis van Noorde (1731-1795) heeft deze tekening van de Kerk te Diverde gemaakt in 1756. Zie afbeelding 1. De afmetingen van de tekening zijn 13,0 x 19,4 cm. De originele tekening bevindt zich in de prentencollectie van de Universiteitsbibliotheek van Leiden.
De redactie van ut Deevers Archief verwijst voor meer gegevens volledigheidshalve naar het bericht De kaarke an de brink van Deever in 1756.
De hier afgebeelde tekening van de Kerk te Diverde is als voorbeeld gebruikt voor het maken van enige kitschwerken.
In afbeelding 2 is een gebrandschilderd ruitje in één van de glas in lood ramen in de voorgevel van het zo genoemde schultehuis aan de brink van Deever te zien. Tijdens de zo genoemde ‘restauratie’ in de dertiger jaren van de vorige eeuw vonden de ‘restaurateurs’ het wel leuk de ramen in de voorgevel van het zo genoemde schultehuis op te pimpen met glas in lood ramen met nep gebrandschilderde ruitjes.
In afbeelding 3 is een gebrandschilderd (?) glas in een glas in lood raampje te zien. Het is kennelijk de bedoeling dit voorwerp als raamversiering te gebruiken. De grote vraag is natuurlijk of dit een uniek exemplaar is of dat van dit voorwerp meer dan één exemplaar is gemaakt ? De redactie heeft het vermoeden dat dit een industrieel geproduceerd kitschwerk is. De andere grote vragen zijn natuurlijk welke neringdoende in Deever deze raamversiering verkocht en in welke periode ?

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Deeverse prullaria, Kaarke an de brink, Kitsch in de gemiente Deever | Leave a comment

Ansichtkoate van pension Villa Nova op Zorgvliet

Van het pension Villa Nova van de familie Jan Krans op Zorgvlied zijn na de Tweede Wereldoorlog in het tijdperk van de zwart-wit foto enige ansichtkaarten uitgegeven, waaronder de hier afgebeelde. In de communistische krant ‘de Waarheid’ verscheen op 26 april 1947 het navolgende bericht.

IWilt u een prettige vacantie bij bos, hei en openluchtzwembad ?
Pension f. 4 per dag per persoon.
J. Krans, Zorgvlied, gemeente Diever, Drente.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Met openluchtzwembad wordt bedoeld het openluchtzwembad Dieverzand an de aandere kaante van de Deeverse bos.
Jan Krans is geboren op 1 januari 1917 en is overleden op 18 april 1994.
Hij ligt begraven op Zorgvlied op de hof van de kapel van Obadja. 

Posted in Ansigtkoate, De aandere kaante van de Deeverse bos, Villa Nova, Zorgvliet | Leave a comment

Slimme Kees roskamt de leed’n van de gemienteroad

In de Friese Koerier (onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden) verscheen op 10 mei 1957 het volgende bericht over een vergadering van de raad van de gemiente Deever.

Burgemeester van Diever kapittelt raadsleden 
Diever.
In de vergadering van de gemeenteraad uitte de voorzitter, burgemeester Meiboom, zijn teleurstelling over het feit dat bij een gehouden speciale bijeenkomst over het onderwerp ‘Overheid en cultuur’, waar als sprekers optraden de burgemeester van Hilvarenbeek, de heer Meuwese, en dokter Broekema te Diever, van de 11 raadsleden slechts 5 aanwezig waren en van de echtgenotes der raadsleden slechts. Ook al had dit onderwerp -dat toch zeer belangrijk is- niet de belangstelling van de leden persoonlijk, dan toch had spreker verwacht dat ze in het algemeen belang aanwezig waren geweest.

In verband met de bouw van het nieuwe gemeentehuis en de daardoor nodig geworden ombouw van de Brink was het eveneens dat de openbare verlichting wijziging ondergaat. Het gevraagde crediet van f. 9000,- voor dit doel werd zonder discussie aanvaard.

Aan de Jeugdraad Diever werd een subsidie van f. 500 in uitzicht gesteld, zijnde de helft der totale kosten, voor het houden van een zogenaamd ‘vacantiespel’ voor de schooljeugd. Het is de bedoeling van de jeugdraad gedurende de week van 22-27 juli aanstaande de kinderen van de vierde, vijfde en zesde klas van alle lagere scholen in de gemeente onder deskundige leiding een verantwoorde ontspanning te bieden.

Besloten werd tot de bouw van 5 dubbele woningen en wel 2 te Wittelte en 3 aan de Kloosterstraat te Diever. Eveneens werd besloten deze woningen van een warmwatervoorziening te voorzien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw -toen de Deeversen nog gezagsgetrouw waren- meende burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de volksmond altijd Ome Kees werd genoemd, mensen die een hekel aan hem hadden noemden hem Slimme Kees) het zich blijkbaar te kunnen veroorloven in een nota bene openbare vergadering van de raad van de gemiente Deever eens even flink de roskam te halen over de leden van de raad.
Overheid en cultuur ? Gemeentelijke overheid en cultuur ? Gemiente Deever en cultuur ? Ome Kees en cultuur ? Slimme Kees en cultuur. Ome Kees en openluchtspel-cultuur ? Slimme Kees en openluchtspel-cultuur ? Ome Kees en cultuurzolder-cultuur ? Slimme Kees en cultuurzolder-cultuur ? Waarschijnlijk beviel het Ome Kees/Slimme Kees niet dat bij het afwerken van punten van zijn eigen agenda naar zijn zin te weinig ja-knikkers in de zaal zaten.
In het krantenbericht wordt over de grote vernieling van de brink van Deever in 1956/1957 na de bouw van het nieuwe gemeentehuis verzachtenderwijs geschreven over de ‘nodig geworden ombouw van de brink’. Het nieuwe gemeentehuis was niet aangepast aan de oeroude brink, nee de oeroude brink moest na de bouw van het nieuwe gemeentehuis worden aangepast aan het megalomanistische slimmekeesiaanse bouwwerk. Maar blijkbaar stond het onderwerp ‘Overheid en behoud van cultureel erfgoed’ niet op de agenda van Ome Kees alias Slimme Kees.
Wie heeft herinneringen aan het zogenaamde ‘vacantiespel’ ?
De vijf (niet drie) dubbele woningen an de Kloosterstroate in Deever zijn in 2014 afgebroken. De warmwatervoorziening in de vijf dubbele woningen zal een geiser zijn geweest ? Wie het weet mag, die mag het uiteraard zeggen.

Reactie van de heer Wobke Vermaat, versie van 2016-10-13
Ik ben opgegroeid (familie Vermaat) in één van de dubbele woningen in de Kloosterstraat.
De warmwatervoorziening in de dubbele woningen was inderdaad een geiser.
(redactie: Wobke Vermaat’s vader was leraar aan deze ULO-school; de familie Vermaat woonde op nummer 18 in de Kloosterstraat).

Abracadabra-1283

Posted in Cultuur, Gemientebestuur, Gemientehuus, Jan Cornelis Meiboom, Kloosterstroate | Leave a comment

De toestaand van de Baarg van Wittelte in 1847

De volgende tekst is overgenomen uit het boek ‘Drentsche Oudheden’ van Leonardus Jan Frederik Jansen, Lit. Doct. Conservator bij het Museum van Oudheden te Leyden, uitgegeven in 1848 bij Kemink en Zoon in Utrecht. Het is een verslag van een ooggetuige van de toestand van de Witteler Baarg in 1847.

Waterburgten
Met dezen naam bestempelen wij die geizoleerde aardhoogten, die omgeven zijn van eene of meerdere grachten, waarin zich water bevindt, en soms daarenvoven ook van een of meer wallen. Van deze soort zijn er mij in de Provincie Drenthe slechts twee bekend geworden.
De ééne ligt te Wittelte, in den kom van het gehucht. Het is een heuvel van p.m. 6 ellen hoogte en van eene middellijn van 30 ellen, omringd van eene thans gedempte gracht van 20 ellen breedte. Door veelvuldig afgraven der landlieden, om aarde en vooral zand te erlangen, is hij aan de west- en zuidzijde zeer geschonden, en ofschoon de opgegeven grootte nagenoeg de oorspronkelijke zal zijn, is het toch mogelijk, dat hij nog iets hooger geweest is. Of hij oorspronkelijk een’ op- of toegang gehad had, was niet meer na te gaan. Van twee landlieden, die deel hadden in zijn eigendom, meen ik verstaan te hebben, dat de gracht vroeger den geheelen heuvel zóó omringd had, dat er geen toegang geweest was. Hiertoe zal dus oorspronkelijk eene brug gediend hebben. Rondom deeze hoogte en gracht ligt groenland, en de met struikgewas begroeide heuvel komt daardoor zeer treffend uit. Op zijn’ kruin heeft men een niet gewoon vergezigt.
Toen ik de afgegraven zijden onderzocht bleek mij duidelijk, dat de heuvel door menschenhanden was opgeworpen, waarschijnlijk uit de hem thans omringende gracht. De grond was nu eens zand, dan klei, en ik vond daarin op onderscheiden plaatsen potscherven. Deze werden bijvoorbeeld in den versch afgegraven buik des heuvels, omstreeks 1 el hoog van den grond, aangetroffen, en leverde dus het bewijs, dat zij er bij het ophoogen des heuvels ingekomen waren. Zij waren van vier onderscheiden potten, donkerbruin, roodachtig, lichtrood en geel van kleur, hard gebakken en fiks bewerkt; een was van tamelijk fijne, de overigen waren van grover aarde. Daar van dit aardewerk geheel hetzelfde geldt als wat boven, bladzijde 125, omtrent het aardewerk uit de bevloering tusschen de wildgraven te Odoorn is opgemerkt, zou ik, zonder evenwel iets te willen beslissen, vermeenen, dat deze waterburgt mede tot de Karlowingischen tijd behoorde.
Eene opgraving zou waarschijnlijk gronden voor een bepaald oordeel aan het licht brengen. Tot zulk eene opgraving zouden de tegenwoordige eigenaren, naar het mij uit gesprekken met twee hunner toescheen, de vergunning niet weigeren. Deze eigenaren zijn vier in getal; F. Smid en B. Barels te Dwingelo bezitten de noordelijke, en H. Hessels en de wed. B. Roelofs, te Wittelte, de zuidelijke helft.

Posted in de Witteler Baarg, Oudheid, Wittelte | Leave a comment

An de proat mit burgemeister Hendrik Gerard van Os

In het Nieuwsblad van het Noorden van woensdag 2 november 1932 verscheen in de serie ‘Burgemeesters over hun gemeenten’ een lang interview met burgemeester Hendrik Gerard van Os.

De gemeente Diever
Waar groote bosschen zich uitstrekken en nieuwe aanplantingen in voorbereiding zijn

Bij kampeerders en rondtrekkende touristen, die zich den tijd gunnen, is de gemeente Diever bekend om haar rijk en af- wisselend natuurschoon. Groote loof- en naaldbosschen strekken zich binnen haar uit en dagen, ja weken lang kan men er ronddwalen om telkens weer wat nieuws te zien en telkens weer getroffen te worden door verrassende vergezichten.
De gemeente Diever is 7409 H.A  groot en daarvan is 772 H.A. in cultuur als bouw- en 2011 als grasland. Niet minder dan 1231 bunder is bedekt door bosch en dan is er nog 3167 H.A. heide en zandverstuivingen. Die heide zal nu ook wel grootendeels in bosch veranderen, want 2 jaar geleden kocht de Staat een groot deel van het Dieverscheveld voor bebossching aan, nadat een jaar daarvoor dr. L. Janssen, de zoon van den bekenden philantroop aan den Staat het Waterscheveld ten geschenke aanbood met gelijk doel.
Dat beteekent, zei de heer H.G. van Os, de Burgemeester dezer schoone gemeente die ons met veel ingenomenheid van deze plannen vertelde, dat hier op den duur een reusachtig complex aaneengesloten bosch van 4500 H.A. groot zal komen, waarvan het landgoed Berkenheuvel van plm. 1300 H.A. de kern zal vormen. De bebosschingen in Smilde en Ooststellingwerf sluiten zich bij die in Diever aan.
Dat zal het vreemdelingenverkeer zeker sterk doen toenemen , veronderstellen wij.
Dat is al vrij groot, Berkenheuvel is door het geheele land bekend. De Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond en de Groningse C.J.O. hebben er hun vaste kampen en verder komen er iederen zomer tal van groepen kampeeren. Een mooie wandelweg van den A.N.W.B., dit jaar door onze gemeente tot stand gekomen, bevordert dit touristenverkeer.
Het gemeentebestuur stelt het kampeertourisme ook vooral daarom zoo op prijs, omdat de omgeving er niet door verandert, wat zoo gemakkelijk gebeurt, wanneer er overal optrekjes verrijzen.

Historische notitie
Het bleek ons al spoedig, dat het Hoofd dezer gemeente niet alleen een minnaar is natuurschoon, maar zich ook sterk in- teresseert voor de geschiedenis van Diever waarvan helaas door het afbranden van het gemeente-archief voor plm. 70 jaar, niet zoo heel veel bewaard is gebleven.
De naam Diever komt, als Dever, het eerst voor in een oorkonde van 1181. Van Oldendiever lezen we voor ’t eerst in 1298, van Kalteren (Kalthorne) in 1269, van Wit telte in 1040 en van Wapse in 1384.
Diever is heel vroeger veel grooter geweest. In 1633 werd een gedeelte -Hoogersmilde- geformeerd tot een heerlijkheid door den bekenden Adr. Pouw van Wieldrecht (de kerkelijke afscheiding volgde in 1845) en in 1811 (kerkelijk in 1823) volgde de afscheiding van de welvarendste gedeelten, n.l. Leggelo en Eemster, die bij Dwingelo werden gevoegd.
We noemden hier boven enkele jaartallen, die spreken van een 1000 jaar geleden. Maar reeds veel en veel eerder, was de streek, die nu de gemeente Diever is, bewoond. Daarvan getuigen de tallooze vondsten van urnen, steenen werktuigen, pijlspitsen e.d.
Aan den ouden Groningerweg – zoo bracht de Burgemeester in herinnering – ligt een tamelijk vervallen hunebed. In de nabijheid daarvan heeft dr. Van Giffen een open steengraf blootgelegd en bovendien vond hij verleden jaar op het landgoed Berkenheuvel nog de standsporen van een hunebed, waarvan de steenen in 1735 met toestemming van de Staten van Drenthe door de Wapster boeren zijn weggevoerd. Ook heeft dr. Van Giffen het vorige jaar tusschen Diever en Wapse een kringgrepurnenveld ontdekt, waar zeer fraaie urnen zijn gevonden.
Uit jongeren tijd – maar toch van respectabelen ouderdom, n.l. ongeveer 10 eeuwen – is de gedeeltelijk afgegraven heuvel bij de school te Wittelte. Dit is een overblijfsel van een zoogenaamden Frankischen burcht, waarop vermoedelijk betrekking heeft de giftbrief van Keizer Hendrik 111 van 21 Mei 1040, waarbij hij de goederen van zekeren Ulffo en zijn broeders, gelegen te Uffelte, Wittelte en Peeio, verbeurd verklaarde en aan de kerk van Utrecht schonk als allodiale bezitting. De proostdij van St. Pieter te Utrecht trok nog vele eeuwen inkomsten uit deze omgeving; de z.g. St. Peters roggepachten. De burcht te Wittelte zou door een van de genoemde broeders zijn bewoond. Soortgelijke burchten zijn die te Leiden en de Klinkersberg bij Gees.
Tot voor eenige jaren trof men in het Wittelterveld nog een ouden schans aan, verbonden met een eigenaardig gevormden heuvel. Het middengedeelte van dezen heuvel was omringd door een droge sloot, deze weder door een ringwal, deze weder door een sloot, terwijl een laag walletje het geheel omgaf. De Schans heeft waarschijnlijk in 1591 gediend als legerplaats voor de verbonden legers van Prins Maurits en Willem Lodewijk, die, na de inneming van verschillende schansen en forten in de Ommelanden, door Drenthe trokken en zich „tot Dieveren” legerden. De ronde heuvel is blijkbaar een oude openlucht-vergaderplaats, waar de hagespraken in Dieverder-dingspil werden, gehouden. Immers, op de hagespraak van 5 December 1617 werd besloten, dat deze vergaderingen zouden worden uitgeschreven als volgt: bij wintertijd, n.l. van St. Maarten tot Paschen, te Uffelte.bij zomertijd te Wittelter Weere. Als gevolg-van de ontginning is dit monument der oudheid verdwenen.
De kerk te Diever behoort tot de oudste kerken van Drenthe, ze was een van de weinige kerken uit de omgeving, die niet schatplichtig was aan die te Steenwijk en dus vermoedelijk even oud. Het tegenwoordige gebouw is natuurlijk niet het oorspronkelijke; het is uit tufsteen, overigens uit baksteen en heeft een driebeukig schip. Het koor had oorspronkelijk een lager steenen gewelf dan de middenbeuk en is gesloten met drie zijden van een achthoek. De Noordelijke beuk, rechthoekig gesloten, had oorspronkelijk geen steenen gewelf, maar heeft thans een steenen kruisgewelf met ribben. de Zuidelijke beuk, gesloten met drie zijden van een achthoek, had oorspronkelijk een gewelf van dezelfde hoogte als dat van den middenbeuk en zal dus een afzonderlijk dak hebben gehad. De toren heeft een koepelgewelf in het onderste gedeelte en dateert uit de 12de eeuw; bij het bouwen van de tegenwoordige kerk werd de toren verhoogd. Op 27 Aug. 1759 werd de toren door den bliksem getroffen en brandden de spits en het dak van de kerk af.
Aan den Brink ziet men het typische oude Schultehuis, in 1604 gebouwd door den Schulte Berend Ketel, wiens wapen boven de deur in steen is gehouwen. Van deze familie, afkomstig uit Hackfort, hebben een zestal leden het Schuitambt van Diever bekleed.
De Burgemeester had ons reeds enkele malen in zijn historische uiteenzetting vertelt van branden, die Diever geteisterd hebben. Deze branden zijn waarschijnlijk ook de oorzaak, dat het dorp Diever een afwijkend, meer stedelijk, karakter heeft bij andere oude Drentsche dorpen. Bij het opbouwen kwam men tot een meer aaneengesloten bebouwing en zoo heeft Diever geen Brink.
Den 9 Februari 1581 is nagenoeg het heele dorp door krijgslieden plat gebrand. In den nacht van 10-11 Maart 1862 brak een brand uit, die 18 huizen in asch legde, en twee jaar later kraaide opnieuw de roode haan in het dorp, waarbij ook de gemeentekamer in het logement (en daarmee het reeds genoemde gemeentearchief) verloren gingen.

Het Diever van thans
Na deze uitvoerige uitweiding over het verleden kwam de heer Van Os op het heden. Wij vinden daaromtrent in onze notities de volgende, bijzonderheden.
De 2724 inwoners zijn over de voornaamste dorpen en hun directe omgeving als volgt verdeeld: Diever (met Kalteren, Oldendiever en Vaart) 1285, Wittelte 370, Wapse 655 en Zorgvlied-Wateren 414. Er zijn 1995 inwoners, dit tot de Hervormde kerk behooren, 536 Gereformeerden en 72 Roomsch-Kath.
Landbouw en veeteelt zijn de hoofdmiddelen van bestaan, veelal is het bedrijf gemengd. Boterfabrieken vindt men te Diever en Wapse en bovendien is de gemeente nog een cement-industrie en een kalkbranderij rijk.
Het onderwijs wordt verzorgd door 4 openbare en 1 bijzondere school, de laatste te Diever.
Terwijl er geen aanleiding was om woningen met overheidssteun te stichten, is er ook niet zoo heel veel gedaan aan de uitvoering der landarbeiderswet.
Slechts viermaal werd een aanvrage toegestaan. De oorzaak hiervan is, aldus de Burgemeester, gelegen in het feit van de afwezigheid van woningnood, die elders veelal tot de stichting van landarbeidersplaatsjes meewerkte, en door de gelegenheid, welke de Boerenleenbank vroeger op vrij gemakkelijke voorwaarden bood om geld op te nemen voor het stichten van woningen voor landarbeiders.

Moeilijke oeconomische omstandigheden, maar waarschijnlijk nog geen saneering
En hoe staat uw gemeente er financieelvoor? vroegen wij.
Er heeft hier altijd een bescheiden welvaart geheerscht, leidde de Burgemeester zijn antwoord in. Diever heeft geen rijke ingezetenen, maar ook geen groote armoede. De gemeentelijke financiën zijn daarvan een getrouwe afspiegeling. De schulden beloopen rond f 125.000. Daarvan komt f 36.000 ten laste van de electrificatie, die waar mogelijk is doorgevoerd. Ons net sluit op Groningen aan behalve dat van Zorgvlied, dat op het Friesehe net is aangesloten. Wateren valt hier nog buiten.
De financiëele toestand was tot dusver vrij gunstig ,maar dit jaar ziet het er wel wat anders uit. Dat komt doordat de werkloosheid zich aanmerkelijk heeft uitgebreid. Onze zorgen ter bestrijding daarvan behoefden tot voor kort niet zoo groot te zijn. ’s Winters waren er een 15 à 20 menschen zonder werk, maar die konden we wel bij de wegen te werk stellen en zoo was er van eigenlijke werkverschaffing geen sprake.
Hierin is nu helaas verandering gekomen. We kunnen rekenen op een 50 à 60 werkloozen en zelfs den geheelen zomer zijn er nog een 30 naar de werkverschaffing gegaan. Bovendien is de opbrengst der gemeentefondsbelasting een klassificatieverschil (ruim f 6000) gedaald. We kunnen het vermoedelijk nog zonder saneering bolwerken dit jaar, maar daartoe moeten we overgaan tot 200 opcenten op de personeele en 80 op de fondsbelasting.
De wegen vragen uiteraard ook nog al wat aan onderhoud. Behalve 8.7 K.M. Rijksweg langs de Smildervaart liggen er in de gemeente 35.6 K.M. verharde wegen, waarvoor de gemeente heeft te zorgen. De laatste jaren zijn we in de gehuchten bezig met het verharden der modderwegen met paardenklinkers. In Wapse en Kalteren is dit al gebeurd en nu geschiedt het in Wittelte. Dit wordt uit de gewone middelen betaald.

Vereenigingsleven en watervoorziening
Deze beide onderwerpen zijn natuurlijk tijdens dit onderhoud ook besproken.
De Burgemeester gaf ons de volgende opsomming van instellingen en vereenigingen. In Diever is een bloeiende boerenleenbank. Landbouwcoöperaties zijn gevestigd te Diever en Wapse; landbouwvereenigingen te Diever, Wapse en Zorgvlied-Wateren. Het Groene Kruis strekt zich uit over de geheele gemeente, het heeft een eigen wijkverpleegster en een consultatiebureau voor gezonde zuigelingen. Naast een afdeeling der Vereniging tot het uitzenden van Kinderen naar Vacantiekolonies en een Vereniging van Ziekenhuisverpleging kunnen nog genoemd worden tal van andere meer plaatselijke vereenigingen als voet- en korfbalverenigingen, muziekkorpsen en tooneelvereenigingen.
Diever is geïnteresseerd bij het waterleidingplan voor West-Drenthe. Vermoedelijk zullen alleen Dieverbrug en Diever -althans voorloopig- kunnen worden aangesloten. Dieverbrug heeft slecht drinkwater en in Diever is dat zeer afwisselend door bodemvervuiling van stallen. Ter bestrijding van branden is waterleiding natuurlijk ook van groote beteekenis. De reeds tientallen jaren werkende verordening, waarbij nieuwbouw met rieten daken verboden werd heeft het brandgevaar aanzienlijk verminderd.

Posted in Deever, Gemiente Deever, Gemientebestuur | Leave a comment

De hoefstal van de fumilie Kloeze an de Wittelerweg

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande vier kleurenfoto’s van de zwart geteerde hoefstal met het zwarte werkpaard van kunststof bij smederij Kloeze an de Wittelerweg in Wittelte, op maandag 3 september 2018 gemaakt. De redactie is mevrouw Geke Hage-Kloeze, bewoonster van het oude tolhuis bij de oude smederij, dochter van smid Harm (Haarm) Kloeze en kleindochter van smid Jan Kloeze (geboren op 24 mei 1906, overleden op 27 januari 1983), bijzonder erkentelijk voor het mogen betreden van haar terrein, het mogen maken van de vier kleurenfoto’s en het mogen tonen van deze vier kleurenfoto’s in ut Deevers Archief.
Een hoefstal is van oorsprong een houten constructie, waarin een paard werd vastgezet om te worden bekapt en beslagen door de hoefsmid. Het paard werd vastgezet in deze constructie, waarbij hij aan de voor-, zij- en achterkant werd begrensd door houten balken. Eenmaal vastgezet in de hoefstal kon het paard er vrijwel niet meer uit. Door middel van ijzeren kettingen (soms werden touwen gebruikt) kon de hoefsmid de hoeven eenvoudiger optillen. De kettingen of touwen gingen eenmaal om het been en werden dan op de houten balk getild om dan de ketting nogmaals om het been en de houten balk te draaien. De hoefsmid kon zo de hoef bekappen of beslaan zonder het risico te lopen om een trap te krijgen of het volle gewicht van het paard op zich te krijgen.
De hoefstal die bij de Wittelter smederij stond, en nog steeds op die plek staat, was zo te zien de Wittelter variant van de hoefstal, en voldeed zeker niet aan de hiervoor gegeven beschrijving van een arbeidsveilige hoefstal. Sterker nog, smid Harm (Haarm) Kloeze en zijn vader smid Jan Kloeze maakten eigenlijk het liefst helemaal geen gebruik van hun hoefstal. Zij deden het bekappen en beslaan van de hoeven van een paard – net zoals bijna alle andere Drentse smeden – bij voorkeur gewoon uit de hand. Met alle risico’s van dien. Maar vader Jan en zoon Harm (Haarm) Kloeze kenden door de jaren heen natuurlijk hun paarden en zij zullen hun erg wispelturige klanten ongetwijfeld wél eens in de Wittelter hoefstal hebben vastgezet.
De redactie heeft bijgaande zwart-wit foto overgenomen van de webstee drentsesmeden.nl. Op deze foto uit 2002 is Harm Kloeze bezig met het uit de hand beslaan van een paard van een vakantiegast onder het toeziend oog van drie toeristen. Achter Harm (Haarm) Kloeze is de hoefstal te zien.
Meer gegevens over de smederij van Wittelte zijn te vinden in de webstee monumenten.nl.

Posted in Ambacht, Boer'nlee'm, Wittelte | Leave a comment

Deever, London, Paris, New York, Mexico, Caïro …

De redactie van ut Deevers Archief komt bij het ofstruun’n van het internet regelmatig bijgaande afbeelding tegen. Is het een plakaat ? Is het een poster ? Is het een kunstwerk ? Is het een reclamestunt ? Is het een uitsnede van een veel grotere afbeelding ? Toch maar voor alle zekerheid bijgaande afbeelding in het Deevers Archief bewaard.

Wat zou toch het verband kunnen zijn tussen het betrekkelijk kleine dorp Deever en de wel erg grote wereldsteden London (Londen), Paris (Parijs), New York (Nieuw Amsterdam), Caïro, Mexico City (Mexico-Stad) en Hong Kong.
De redactie heeft lang moeten piekeren en peinzen – hij kon soms van al dat gepieker en gepeins slecht in slaap komen – om uiteindelijk tot de voor hem enige gevolgtrekking te komen dat geld verdienen aan het onregistreerbare handelsmerk Shakespeare (Sjakie uut Spier) de verbindende schakel is tussen de kleine muis en de grote olifanten.
Want overal op de wereld zijn handige uitbaters er achter gekomen dat met het onregistreerbare handelsmerk Shakespeare goed geld is te verdienen.
In London (Londen) staat al lang een Shakespeare’s Globe Theatre, bestaat de Shakespeare Tour al lang, staat al lang een Shakespeare Hotel, wordt al lang het verblijf van Shakespeare in London (Londen) uitgebaat, enzovoort, enzovoort.
In Paris (Parijs) is in het Quartier Latin (Latijnse Wijk) natuurlijk de wereldberoemde boekhandel Shakespeare and Company gevestigd en in 2015 opende het Shakespeare and Company Café haar deuren en dan is er ook het theater de Verdure du Jardin Shakespeare, enzovoort, enzovoort.
New York (Nieuw Amsterdam) heeft The Shakespeare Exchange, heeft het gratis Shakespeare in the Park (doar begunt see in Deever neet an, dan löp de gemiente te veule geld mis), heeft het Theatre For A New Audience, is er een restaurant The Shakespeare, enzovoort, enzovoort.
In Caïro in Egypte -je zou het niet verwachten- is een café restaurant Shakespeare and Co., en is Shakespeare de speciale gast op het Caïro International Film Festival, enzovoort, enzovoort.
In Mexico City bestaat het Foro Shakespeare, enzovoort, enzovoort
In Hong Kong bestaat het bedrijf Shakespeare4All Company Limited, het bedrijf The Law Society of Hong Kong besteed aandacht aan Shakespeare, enzovoort, enzovoort.
Ook neringdoenden en ondernemers in de toeristenindustrie in de betrekkelijk kleine gemiente Deever willen grof geld verdienen aan het onregistreerbare handelsmerk Shakespeare. En de schatkist van de Hoge Dametjes En Heertjes In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever moet wel de hele zomer van al het binnenstromende vermakelijkheidsbelastinggeld blijven rinkelen, want het uitbaten van het onregistreerbare handelsmerk Shakespeare is een profijtelijke zaak en moet een veel profijtelijker zaak worden en mag onder geen beding worden veronachtzaamd.
Het uitbaten van het onregistreerbare handelsmerk Shakespeare is in het door de Hoge Dametjes En Heertjes In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever bedachte peperdure belastinggeldverslindende Brinkenplan 2018 een waar speerpunt van het gemeentelijke verdienmodel geworden. Dat is in vergelijking met de commerciële Shakespeare activiteiten in de erg grote wereldsteden wel rijkelijk laat te noemen.
Het zal de redactie van ut Deevers Archief dan ook niet verbazen als de weg vanaf de Eendenvijverbrink langs de Kerkhofbrink door het Grünedal tot aan de Shakespearebrink voor het Openluchtspel (de open ruimte voor het Openluchtspel was vroeger een Bolderbrink, de plek waar de echte Deeversen bolderden) zal worden gewijzigd in Shakespeare Avenue. Maar dan heb je ook wel wat. Echt wel. Maar niet heus. Onderweg lekker even uitrusten op het Bert-Haanstra-Zitbankje aan de Shakespeare Avenue. En aan de aanstaande Shakespeare Avenue is ruimte voor meer gesponsorde zitbankjes, bijvoorbeeld het Jantina-Figeland-Zitbankje en het Kappertie-de-Boer-Zitbankje, twee Deeverse toneelspelers, die hebben meegeplaveid aan de weg naar het succes van het openluchtspel.
De grote vraag is natuurlijk: wie is de bedenker van bijgaande afbeelding ? Wie het weet, die mag het bij de redactie melden.

Posted in Deever, Kitsch in de gemiente Deever, Shakespearitis | Leave a comment

Ome Kees hef Deever opeskeept mit un cultuurzolder

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van vrijdag 30 oktober 1964 verscheen het volgende artikel over de problematische concurrentievervalsende cultuurzolder van ome Kees in het gemeentehuis aan de brink van Deever.

Rumoer rond Dieverder cultuurzolder

Café- en zaalhouders zijn boos op gemeentebestuur
“Het is broodroof, meneer. En anders niet. Mensen die eerst bij ons kwamen, zitten nu op de Cultuurzolder. Vraagt u het maar aan de andere caféhouders. Wij worden gedupeerd door oneerlijke concurrentie”. De caféhouders, tevens zaalhouders, in Diever zijn kwaad op burgemeester J.C. Meyboom. Ze zeggen dat die zich tegenover hen schuldig maakt aan broodroof. Het is een groot woord, maar de drie caféhouders die wij over deze zaak spraken verklaarden onafhankelijk van elkaar hetzelfde.

De ernstigste klachten kwamen wel van de caféhouders L. Benthem en K. Doorten. “Als het op deze manier doorgaat zullen wij over enkele jaren de verliezen niet meer kunnen dragen”, was de mening van de heer Doorten. “Ons bedrijf wordt opgeofferd aan plannen en fantasieën van mensen die hun hoofd vol hebben met zaken over het toerisme en recreatie. Maar toeristen zijn hier maar één maand in het jaar, daar kunnen we lang niet genoeg aan verdienen”.
De heer C. Vierhoven, eigenaar van een pension, is het met zijn collega’s eens. “Ik heb er zelf niet zo veel last van. Bij mij is het voornamelijk seizoenswerk. Ik moet het voor een zeer groot deel hebben van toeristen. Maar ik vind het niet eerlijk wat er gedaan wordt tegenover mijn collega’s. Hun klanten worden bij hen weggehaald met mooiklinkende praatjes en daar zijn de café- en zaalhouders de dupe van. Er wordt broodroof op hen gepleegd. Daar ben ik van overtuigd”, zo zei hij. “Heel het dorp weet ervan” zeggen de drie ondervraagden. De heer Vierhoven zegt hierover: “Als u iemand uit het dorp ophaalt die het met de burgemeester eens is, krijgt u van mij honderd gulden.”

De oorzaak van de heftige uitvallen is de inrichting van de Cultuurzolder na de bouw van het gemeentehuis in 1957. Deze zolder is een zeer smaakvol ingerichte ruimte die veel mogelijkheden biedt. Maar, vinden de café-eigenaren, het moet niet té ver gaan. “Als er op de cultuurzolder gebeurtenissen plaats vinden waar de gemeente mee te maken, dan kunnen wij moeilijk bezwaar maken. Maar zoals het nu gaat…. Al direct na de ingebruikneming begon het. Niet alleen werd de ruimte gebruikt voor bijeenkomsten van de brandweer en de gemeenteraad, maar er werden ook recepties gehouden van mensen die in gemeentedienst waren, terwijl er dikwijls een groot aantal genodigden koffie komen drinken. Voor ons zijn dat stroppen”, zeggen de caféhouders. “De tijden zijn voor ons toch al niet zo best. Alle gebeurtenissen die onze neus voorbij gaan zijn stroppen. Dat vinden wij broodroof. Om een voorbeeld te noemen: De schaakclub, die jaren bij Doorten heeft gespeeld, werd door burgemeester Meijboom naar de Cultuurzolder gehaald. Soms komen er bussen met mensen op de Brink. Vroeger kwamen de mensen dan bij ons om in ieder geval koffie te drinken, maar het gebeurt vaak genoeg dat ze naar de Cultuurzolder gaan. De koffie kost daar maar een paar dubbeltjes. Daar kunnen wij nooit tegen concurreren. Het gaat allemaal om mooie ideeën. Diever is een gemeente met veel recreatieterrein. Er moet een hotel komen dat op toeristen is ingesteld en dus moeten wij maar omschakelen. Als wij dat niet doen dan worden we op allerlei manieren dwarsgezeten. Alleen als het gaat om reclame voor de gemeente dan zijn we goed genoeg. Een paar jaar geleden werden we opgebeld door de gemeentesecretaris de heer J. Boesjes (tevens secretaris van de VVV). Hij vroeg ons of we een gratis koffiemaaltijd wilden aanbieden aan een aantal functionarissen van de provinciale VVV uit Assen. Dat was zo goed voor de reclame van de gemeente. We hebben het alle drie geweigerd. Ons geld voor de neus weghalen en dan nog vragen of we maar iets voor ze willen doen dat ons geld kost. Dat gaat toch te ver”. Dit is de mening van de heren Benthem, Doorten en Vierhoven.

Caféhouder Benthem: “Wij moeten toch verdienen ?”
De heer L. Benthem, eigenaar van hotel ‘Brinkzicht’, wond er geen doekjes om. “Mensen die vroeger hier kwamen, gaan nu naar de cultuurzolder. Alles wat zij dáár verteren wordt ons door de neus geboord. Het is toch niet eerlijk dat gemeentefunctionarissen klanten bij ons weghalen ?”.
Zijn vrouw die zeer heftig tegen de huidige gang van zaken gekant is, valt hem bij. “Ik heb de burgemeester gevraagd: Waarom doet u dit toch ?”, zegt ze. Hij zei: “Het is uniek”. Ik heb toen geantwoord: “Is dat het enige ?” “Ja”, zei hij.
“Maar wij kunnen toch niet voortdurend schade lijden, omdat de burgemeester die cultuurzolder nu toevallig uniek vindt ? Wij moeten ons brood verdienen. Niet door de toeristen, want die zijn hier op zijn hoogst twee maanden. Wij moeten het hebben van feestavonden, recepties, verenigingen en vaste klanten. Wij kunnen het billijken als er op de cultuurzolder evenementen plaatsvinden die betrekking hebben op gemeentezaken. Ik ben lid van de brandweer en ik ga voor bijeenkomsten ook naar de cultuurzolder. Maar wat van ons is moet van ons blijven.”, vervolgt de heer Benthem. “En dan moet de gemeentesecretaris ook niet aankomen met de vraag of we een gratis koffiemaaltijd kunnen aanbieden aan VVV-mensen. Want reclame of niet, wij moeten geld verdienen. Ik heb toen geweigerd en gezegd dat ze nu ook maar naar de cultuurzolder moeten gaan. En dat hebben ze gedaan.”

Pensionhouder Vierhoven: “Collega’s hebben gelijk”
“Iedere caféhouder heeft een strop door de cultuurzolder. Ik vind het schandalig dat de burgemeester en de secretaris deze café- en zaalhouders ten achter stellen door grote gezelschappen op de cultuurzolder te ontvangen. Ik persoonlijk heb van deze ‘acties’ weinig last, omdat mijn bedrijf al sterk op het toerisme is ingesteld.” Dit vertelde een bewogen heer Vierhoven, die wegens ziekte het bed moest houden. “Ik heb geweigerd de VVV-functionarissen te ontvangen, omdat ik begrip heb voor het standpunt van mijn collega’s en me solidair met hen verklaar. Dat de heer Boesjes, die mij destijds over deze koffietafel opbelde mij na mijn weigering de woorden toeriep: “Daar zul je goed scha van hebben”, vind ik ronduit een belediging.”, aldus de heer Vierhoven.

Caféhouder Doorten: “Op deze manier ga ik kapot”
Zijn collega de heer K. Doorten zei in hetzelfde schuitje te zitten. “Ook ik heb last van de voorkeur van de burgemeester voor de cultuurzolder, al zit ik dan niet vlak bij het gemeentehuis. Het wordt ons hoe langer hoe moeilijker gemaakt. De schaakclub ben ik kwijt. Die mensen drinken nu voor een paar dubbeltjes koffie op de cultuurzolder, terwijl ze bij mij toch ook maar weinig hoeven te betalen. Recepties en andere bijeenkomsten die daar worden gehouden ben ik ook kwijt. Dat telt aardig op. Temeer daar ik ook op andere manieren nogal wat geld derf. De markt is verdwenen. Het waren er zes per jaar, nu is er niets meer. De gemeente heeft het langzaam afgeknepen. Het dansen wordt hier de laatste tijd tegengegaan. Vroeger had ik nooit last, maar tegenwoordig regelmatig. De burgemeester en de gemeentesecretaris willen het niet meer. Het mag nog wel, maar dan moet er cabaret bij zijn, zei de burgemeester een keer tegen mij. Het wordt voor mij steeds moeilijker een vergunning te krijgen. Ik zal u een voorbeeld geven. Een paar jaar geleden vroeg ik een vergunning voor dansen op zondag. Dat moet aangevraagd worden bij de burgemeester zelf. Deze zei dat er vrijdagavond een bijeenkomst was van Staatspensioen en dat we elkaar in de weg zouden zitten. Maar hij zou het bestuur van Staatspensioen vragen hoe het erover dacht. Later zei hij dat het ertegen was. Bij navraag bleek dat hij nooit bij bestuursleden is geweest. “Ik heb mensen van de straat om hun mening gevraagd”, zei hij later. “Voor mij was het in ieder geval al veel te laat om nog voor muziek en advertenties te zorgen. Op deze manier ga ik kapot.”, aldus de heer Doorten.

Gemeentesecretaris Boesjes: “Pure fantasie”
“Alles wat de heer Doorten zegt over het moedwillig laten verdwijnen van de markt in Diever berust op pure fantasie”, zegt de heer Boesjes, gemeentesecretaris en secretaris van de plaatselijke VVV. “We hebben voor duizenden gulden geadverteerd om de markt in stand te houden. Het bleek echter vergeefs. Er bestond geen animo voor.”
“De mededeling van de heer Vierhoven dat het gemeentebestuur vijftig mille heeft klaarliggen als subsidie voor een groot hotel is een leugen”, zo verteld een verontwaardigde heer Boesjes. “We willen wel een groot hotel met moderne accommodatie, wat in Diever ten enenmale ontbreekt, maar van subsidie heb ik nog nooit gehoord. De VVV-lunch is afgeketst bij de verschillende horeca-bedrijven, terwijl ik het zuiver zag als een reclame.”, aldus de heer Boesjes.

Burgemeester Meyboom: “Overschakelen op recreatie”
“De horecabedrijven in Diever zullen in hun eigen belang moeten overschakelen op een meer toeristische basis. Alleen dan hebben zij bestaanszekerheid. De idee van dorpskroeg moeten de verschillende eigenaren laten varen.”. Dit zei burgemeester J.C. Meyboom van Diever in zijn smaakvolle burgemeesterskamer in het fraaie raadhuis. “Ik ben van mening”, zo ging hij verder, “dat niet alle hotelhouders in Diever voor hun taak berekend zijn. Als ze zeggen dat het gemeentebestuur de klanten voor hen weghaalt, dan kan ik hen daarin niet helemaal ongelijk geven. Ze moeten echter bedenken, dat we in een overgangstijd leven, waarin vooral het toerisme een uitermate grote plaats inneemt. Wat het bezoek aan de cultuurzolder betreft, primair stellen wij, het gemeentebestuur van Diever, dat de verenigingen en gezelschappen een cultureel doel voor ogen moeten hebben. Ik geloof wel dat de schaakclub, die hier wekelijks wedstrijden houdt, een grensgeval is, maar in Diever is nergens een rustige plaats te vinden die voor het beoefenen van de schaaksport nu eenmaal noodzakelijk is. Aan de achttien personen die lid zijn zullen de zaaleigenaren overigens nog geen droog brood kunnen verdienen. Het is geenszins mijn bedoeling om de toeristen allemaal naar de cultuurzolder te halen en zodoende uit de cafés te weren. Maar wanneer ik belangrijke personen ontvang en hen de zolder met de expositieruimte laat zien, dan weet ik dat dat meer indruk maakt, dan wanneer ik de mensen naar een plaatselijk horecabedrijf breng. De bezoekers moeten gaan denken: Diever…. o ja, dat prachtige dorp met die unieke cultuurzolder”. “Die zolder doet het hem, snapt u ?”, zo vertelde hij ons.
Ook wij hadden het genoegen door de burgemeester rondgeleid te worden door het prachtige gemeentehuis dan in juni 1957 tot stand kwam. De cultuurzolder biedt plaats aan 125 personen. De koffie wordt tegen buurthuisprijs verkocht. Hiermee worden de onvermijdelijke onkosten bestreden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief.
Burgemeester J.C. Meyboom is burgemeester Jan Cornelis Meiboom. Hij is geboren op 9 april 1910 in Oldemarkt. Hij is overleden op 11 februari 1982 in Bilthoven. Hij werd in de Deeverse volksmond altijd ome Kees genoemd.
J. Boesjes is gemeentesecretaris Jan Boesjes. Die gedroeg zich niet als een dienende gemeenteambtenaar, maar meende zich als slippedrager van ome Kees ook met de dorpse cultuurzolderproblemen te kunnen bemoeien. Waar haalde hij die hondsbrutaliteit vandaan ?
L. Benthem is Lambertus (Bart) Benthem. Hij en zijn vrouw Jantje (Jannie) Strampel waren in 1964 de uitbaters van café Brinkzicht an de brink van Deever. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
K. Doorten is Klaas Doorten. Hij is geboren op 7 september 1912. Hij is overleden op 23 augustus 1983. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij en zijn vrouw Alberdina Slagter waren in 1964 de uitbaters van Café Centrum an de Kruusstroate in Deever.
C. Vierhoven is Kornelis Vierhoven. Hij is geboren op 11 februari 1915. Hij is overleden op 10 februari 1972. Hij en zijn vrouw Grietje Enting waren in 1964 de uitbaters van pension Vierhoven (paviljoen Berkenheuvel) an de Bosweg bee Deever. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Het opnemen in het ontwerp van een door ome Kees zo gewilde en zo genoemde cultuurzolder in het in 1957 in gebruik genomen gemeentehuis aan de brink van Deever was natuurlijk een politieke blunderbeslissing van de eerste orde. Het was de megalomane burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) gelukt bij de raad van de gemiente Deever zijn programma van eisen voor een niet Dievers aandoend gemeentehuis door de strot te duwen.
Zonder deze door ome Kees zo gewilde en zo genoemde cultuurzolder, een volstrekt overbodige gemeentelijke concurrent van de private Deeverse horeca-ondernemers was een tweede verdieping op het gemeentehuis niet nodig geweest. Dan had de architect van het gemeentehuis een wél bij de brink van Deever passend ontwerp kunnen maken.

Afbeelding 1
Gemeentehuis aan de brink van Deever. Met op de tweede verdieping de cultuurzolder van ome Kees.

Afbeelding 2
Lambertus (Bart) Benthem en Jantje (Jannie) Strampel voor hun hotel Brinkzicht.

Afbeelding 3
Burgemeester Jan Cornelis Meiboom (ome Kees)

Afbeelding 4
Klaas Doorten

Posted in Café Brinkzicht, Café Centrum, Gemiente Deever, Paviljoen Berkenheuvel, Toeristenindustrie | Leave a comment

Ut daarde student’nwaarkkaamp

In het ‘Leeuwarder Nieuwsblad: goedkoop advertentieblad’ verscheen op 23 augustus 1934 het volgende bericht over weer een studentenwerkkamp in de boerderij ‘de Uilenhorst’ in de Olde Willem. De studenten werkten aan een weg, die eerst de naam Studentenweg kreeg en later de naam Studentenpad kreeg. De boerderij ‘de Uilenhorst’ bestaat niet meer, wel zijn ter plekke nog enige resten van muren te vinden.
Nota bene werklozen uit de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woatersweg in de Olde Willem moesten de sloot tussen het fietspad en de rijweg graven. Zij hadden ook de hele weg kunnen aanleggen. En dan nog beweerde de organisator van de studentenwerkkampen dat de studenten niet concurreerden met de werklozen.

Studentenwerkkamp te Diever
Dit jaar wordt een weg van 17 m breedte aangelegd, die 3 km lang wordt
Op het oogenblik wordt er te Diever weer een studentenwerkkamp gehouden.
Onder toezicht van het Staatsboschbeheer (houtvesterij Assen) en onder leiding van een technicus uit Delft wordt er gegraven, gehakt en gespit, heuveltjes weggenomen en met het verkregen zand weer laagten opgehoogd, bij welk werk kipkarren, welwillend door het Boschbeheer verstrekt, goede diensten bewijzen.
Naast elkaar worden aangelegd een berkensingel, rijwielpad, berm, berkensingel, sloot, berm, rijweg, waarnaast weer een berm met berkensingel.
De gezamenlijke breedte is zeventien meter, zoodat het voor de hand ligt, dat enorm veel werk gedaan moet worden. Het geheel wordt begrensd door slooten, die door werkloozen worden gegraven, omdat dit werk veel vaardigheid vereischt. De verbinding zal drie kilometer lang worden, waarvan één kilometer gereed is gekomen. Het werk zal dit jaar niet voltooid kunnen worden, daar men denkt tot 10 September door te gaan.
Op 8 Juli zijn de werkzaamheden begonnen, die voor de menschen van de eerste étappe niet gemakkelijk waren, omdat veel boomen verwijderd moesten worden. In de tweede étappe, die thans bezig is, bevinden zich studenten uit Utrecht, Groningen, Amsterdam en Leiden, benevens twee uit Polen. De omgangstaal met deze laatsten is Fransch.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Un ansichtkoate van de firma Klaas Hielkema

De firma K. Hielkema, Dorpsstraat 26, Zorgvlied verkocht de hier afgebeelde kleuren ansichtkaart. Het is een zogenaamde vijfluiks ansichtkaart. Op zo’n ansichtkaart is niet één foto te zien, maar wel vijf. Van Leer’s Fotodrukindustrie in Amsterdam gaf deze kaart in juni 1986 uit. Het pand waarin de firma K. Hielkema was gevestigd, is op de foto links onder op de ansichtkaart te zien. Vanaf links gezien gaat het om het derde pand. Dit pand is ook te zien op afbeelding 3.
Gerrit Hielkema is geboren op 25 april 1928 en is overleden op 22 november 1987. Wemke Wilhelmina (Willy) Maria Bos is geboren op 9 maart 1930 op Zorgvlied en is overleden op 11 december 2019 in Deever. Gerrit Hielkema trouwde in 1949 met Willy Bos. Hun enige zoon Klaas Hielkema is geboren op 22 juni 1949 en is overleden op 14 januari 1987.
De naam firma K. Hielkema op de achterkant van de ansichtkaart uit 1986 doet vermoeden dat zoon Klaas Hielkema de beoogde opvolger was in het ‘bedrijf’ van zijn ouders Gerrit Hielkema en Willy Bos. Het heeft niet zo mogen zijn.

Mevrouw Janneke Hielkema stuurde op 18 september 2024 de volgende zeer gewaardeerde reactie naar ut Deevers Archief.
Mijn broer Klaas Hielkema heeft vanaf 1979 met zijn vrouw Margje het huis aan de Dorpsstraat 26 overgenomen van onze ouders. Margje runde de winkel. Ook verhuurden ze toen de twee zomerhuisjes die op het erf stonden. Mijn vader Gerrit bleef het postkantoor doen, dat ook in het huis zat.
Toen mijn broer overleden was heeft mijn schoonzus nog een tijd de winkel voortgezet. Uiteindelijk is ze naar Dwingeloo verhuist. Ik kan me niet herinneren in welk jaar dat was. Dat zou ik aan mijn zussen kunnen vragen, of in oude agenda’s terug zoeken. Wie er nu in de winkel woont weet ik ook niet. Vorig jaar stond het een tijd te koop.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3
Bericht in het periodiek Da’s Mooi van 25 november 2014

Posted in Dorpsstroate, Neringdoende, Zorgvliet | Leave a comment

Un snikke bee ut café-losement van Sjoert Bemthem

Onderwijzers C. van Welzen uut Deever stuurde bijgaand afgebeelde ansichtkaart op 12 augustus 1905 naar mejuffrouw D. Ofeigssen, Wagenaarstraat 72 in Amsterdam.
Boekhandel Hendrik ten Brink in Meppel was de uitgever van deze ansichtkaart. De kaart was te koop in het café-logement van Sjoert Benthem an de Deeverbrogge.
De redactie van ut Deevers Archief is tot nu toe bekend met twee uitgaven van deze kaart.
Op een uitgave staat op de beeldkant van de kaart linksonder de tekst ‘DIEVERBRUG, Café Benthem’.
Op een andere uitgave staat op de beeldkant van de kaart de tekst ‘Dieverbrug’ linksonder en de tekst ‘Café Benthem’ rechtsonder. En linksonder staat in kleine letters de tekst ‘Uitg. H. ten Brink, Meppel (4241) (Nadruk verboden)’. Zie de bijgaand afgebeelde ansichtkaart.
Als een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief bekend is met nog een andere uitgave van de hier afgebeelde ansichtkaart, dan verneemt de redactie dat bijzonder graag.
De redactie is de bezitter van bijgaand afgebeelde ansichtkaart, gelukkig een gelopen exemplaar, dus voorzien van postzegel en poststempel. Want je zal maar de trotse bezitter van een ongelopen exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart zijn en niet weten of het een originele kaart uit een plotseling na 100 jaar opgedoken voorraadje is of een nagemaakt nepexemplaar is.
De redactie weet uit eigen waarneming en ervaring dat de hier afgebeelde ansichtkaart ook aanwezig was in de verzameling van wijlen Klaas Vording en in de verzameling van wijlen Jans Roelof Tabak. De grote vraag is natuurlijk waar deze kaarten zijn gebleven ?

Op de hier afgebeelde ansichtkaart is de situatie bij café-logement Sjoert Benthem an de Deeverbrogge in 1905 te zien. Bij de schuur staat een kar op de loswal. Voor de loswal ligt een snikke. Een zeilend vrachtschip passeert de draaibrug. De maker van de foto voor de ansichtkaart stond aan de Dwingeler kant van de vaart.


Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Snikke | Leave a comment