De eendeviever in Deever was un braandkoele

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 64 het verhaal ‘de Doolhof’ te lezen. Zie afbeelding 2. De tekst van dit verhaal luidt als volgt.

De doolhof
Aan de noordelijke rand van Diever, vlak aan het marktterrein, ligt een eendenvijver, ‘de Doolhof’ geheten. Deze naam heeft echter niets gemeen met de betekenis die men er aan zou willen geven.
Hoe komt men dan aan deze bijzondere naam ‘de Doolhof” ?
D’r is een tijd geweest, dat er in Diever slechts enkele huizen om de kerk stonden. Op de plaats waar nu de eendenvijver ligt, was het toen een volslagen wildernis, aan de rand van zand en heide. De Dieverders kwamen er zelden. De es en het groenland lagen immers aan de andere kant van het dorp. Zodoende was het daar een ideale plaats voor het wilde gedierte.
In deze wildernis heeft destijds waarschijnlijk een ‘loze’ Dieverse een grote kuil gegraven en er struiken omheen geplant, zodat er een ware eendenkooi of ‘dool’ ontstond. Wellicht van de Friezen afgekeken, omdat daar zo’n vanginrichting nog een ‘dool’ heet. Wie weet hoeveel ‘enten’ daar de nek zijn omgedraaid.
Toen Diever zich in deze richting ging uitbreiden, moest de dool verdwijnen en deed hij dienst als brandkuil. De eerste hof of boerderij bij de dool werd ‘de Doolhof’ genoemd. Zeer waarschijnlijk de boerderij van Sieme Smidt, die er de eenden en ganzen in liet zwemmen. De naam is later van de boerderij overgegaan op de brandkuil ‘de Doolhof’.
Het is dus voor de Dieversen een levensteken uit de grijze oudheid, die waard is behouden te blijven voor het nageslacht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Het verhaal van Arend Mulder lijkt meer op een verzinsel, het is in elk geval geen met bronvermeldingen onderbouwd verhaal.
Zijn de bewoners van Deever nu Deeverders of Deeversen ? De redactie denkt dat het Deeversen zijn.
Aan de noordelijke rand van Deever lagen al eeuwenlang en liggen nog steeds de Noorderesch en de Heezenesch, daarom was het aan de noordelijke rand van Deever bepaald geen eenzame wildernis. Bovendien werden de grote veemarkten op het grote aaneengesloten marktterrein ten noorden van de Saandhook (nu Aagterstroate) gehouden. Het grote aaneengesloten marktterrein is later helaas doorsneden door de Betonweg (nu Ten Darperweg).

Aantoonbaar is dat op verschillende plaatsen in Deever en dicht in de buurt van meerdere boerderijen een braandkoele was gegraven voor de snelle en nabije beschikbaarheid van bluswater in geval van brand, bijvoorbeeld de braandkoele op de brink, de braandkoele op ut Kastiel, de braandkoele an de Peperstroate, de braandkoele an ’t Swatte Pattie en de braandkoele aagter ut kleine brinkie. Was de koele van Van Wester in Oll’ndeever ook een braandkoele ?

Arend Mulder beweert dat een doolhof een eendenkooi is, dat valt gelet op de betekenis van doolhof te betwijfelen.
Arend Mulder beweert dat de dool moest verdwijnen om dienst te gaan doen als brandkuil. Het omgekeerde zal eerder het geval zijn geweest. De braandkoel’n raakten in onbruik, toen de gemotoriseerde brandspuit zijn intrede had gedaan in de gemeente Deever. Alle braandkoel’n werden gedempt, behalve blijkbaar de braandkoele op het marktterrein, daar werd een eendenvijver van gemaakt, nota bene voorzien van een omheining, waarvoor vervolgens de verkeerde naam ‘de Doolhof’ werd bedacht.

Het levensteken uit de grijze oudheid zal naar schatting niet meer dan zo’n 200 jaar oud zijn. Als het waard is dergelijke dode dingen te behouden voor het nageslacht, dan hebben de verschillende vrijwilligersploegen in Deever er een mooi en waardevol tijdverdrijf bij, namelijk het ontgraven en onderhouden van alle gedempte braandkoel’n in de gemiente Deever.

Belangstellende zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kunnen in de webstee encyclopediedrenthe.nl terecht voor gegevens over de schrijversloopbaan van Arend Mulder. In het boek ´Geschiedenis van de Drentse literatuur 1816/1956´ van Henk Nijkeuter wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan de schrijver Arend Mulder.

Het verhaal ‘de Doolhof’ is zonder enige heemkundige kanttekeningen ook gepubliceerd op de bladzijden 24 en 25 van nummer 09/4 (december 2009) van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.

Afbeelding 1
Jos-Pé fotodrukindustrie in Arnhem was de uitgever van de hier getoonde ansichtkaart. De kaart was te koop bij boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever. De kaart is uitgegeven in januari 1963, de kaart is heruitgegeven in november 1963, oktober 1967 en maart 1970. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bekend met andere heruitgaven ?

Afbeelding 2

This entry was posted in Ansigtkoate, Eendeviever. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *