De grond was deurgreuit mit worg en bente

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 11 augustus 1936 verscheen het volgende bericht over de tweede fase van de aanleg van een zandweg door studenten op de grens van de bossen van de Nederlandse staat en de bossen van de N.V. Maatschappij Het Landgoed Berkenheuvel.

De studenten werken weer
Evenals het vorige jaar zijn ook nu weer een aantal studenten, dames en heeren, in het werkkamp van de staatsgronden bij het zogenaamde Hoekenbrink in de nabijheid van ons dorp, bezig met den aanleg van een weg. ’s Morgens al vroeg trekken de heeren – den nacht brengen zij door in de hoeve Uilenhorst, ook eigendom van den Staat – er op uit om hun dagtaak te vervullen, terwijl de dames zorgen voor de inwendige versterking en belast zijn met het eten koken, hetgeen op het werk wordt bezorgd.
Voorwerkers van het Staatsboschbeheer zetten den aan te leggen weg uit en geven verdere aanwijzingen. Het gedeelte, dat thans onder handen wordt genomen, is vooral voor studenten geen gemakkelijk werk. De weg leidt ter plaatse door een moerassig gedeelte van het veld en moet aldaar over een lengte van plusminus 100 meter met 1 tot 1.25 meter worden opgehoogd. Het benoodigde zand wordt met kipkarren aangevoerd.
We gelooven stellig dat dit werk den heeren studenten niet mee zal vallen. Ook toen we hun gereedschap zagen, werden we zeer in onze meening gesterkt. De schoppen waren zoo dik als ploegijzers en het zou voor iemand, die iederen dag grondwerk verricht, bijna onmogelijk zijn om daarmee den grond, die met zogenaamde worg en bente is doorgroeid, te verwerken.
Het wil ons dan ook voorkomen, dat de studenten, die van ’s morgens 5 uur tot ’s middags 2 uur bezig zijn, hun ledematen na afloop wel kunnen voelen. Stellig zal dit de ontwikkeling der spieren ten goede komen. De lijn, welke voor den aan te leggen weg wordt gevolgd, loopt over de grens tussen de Staatsgronden en de gronden van de N.V. ‘Mij. Het Landgoed Berkenheuvel’, alsmede van enkele particuliere aangelanden. Evenwel kan worden geconstateerd, dat de studenten, waarvan nu de tweede ploeg werkzaam is, nuttig werk verrichten.
De aanleg van zoo’n weg is niet alleen noodzakelijk voor de verdere exploitatie van de aangrenzende gronden, ook zal hij zeer zeker het natuurschoon bevorderen, daar de weg, evenals het gedeelte dat vorig jaar is klaargekomen, zal worden beplant.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De in de tekst voorkomende Deeverse woorden worg en bente betekenen respectievelijk wilgenopslag en pijpenstrootje.
De door de studenten aangelegde weg heeft later de naam Studentenweg gekregen. Op de wandelkaart van het Landgoed Berkenheuvel uit 1936 heeft de weg de naam Studentenpad. De redactie heeft het vermoeden dat mr. Albertus Christiaan van Daalen de bedenker van deze naam is.
Pas in 1961 is de weg met de naam Studentenweg (met rijwielpad) in een topografische kaart ingetekend; zie het bijgevoegde detail van die kaart. Op later topografische kaarten is de naam van de Studentenweg gewijzigd in Studentenpad.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van het lezen van oude krantenberichten op papier is, kan het hier weergegeven bericht ook lezen op de bladzijden 35 en 36  van het nummer 22/4 (december 2022) van het papieren blad Opraekelen, dat is samengesteld door de fine fleur van vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, zeg maar de nostalgieclub uut Deever. Maar ja, daarvoor moet je dat papieren blad wel in handen hebben. De redactie merkt op dat bij het bericht in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 11 augustus 1936 geen foto’s stonden.

This entry was posted in de Olde Willem, Staatsbosbeheer, Student'nwaarkkaamp. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *