In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 8 juni 1918 verscheen nota bene op de voorpagina het volgende korte bericht over de bouw van de studentenkaamp bee ut Mast’nveltie an de Bosweg
Diever. Het studentenkamp bij ons dorp begint vaste vormen aan te nemen: voor twee gebouwen zijn reeds de fondamenten gereed gekomen. Het eene dient tot keuken, het andere tot bergplaats. De noodige steen is grotendeels aanwezig. Het houtwerk wordt in gereedheid gebracht in Lochem en per tram aangevoerd. Er komen logeergasten in Juli, Augustus en September, die een onderkomen in tenten zullen vinden. Het kamp ligt ongeveer een kwartier buiten ons dorp, aan den straatweg naar Wateren en Zorgvlied.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het bestuur van de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond (V.C.S.B.) had het terrein voor de kaamp in erfpacht van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel.
Het is wel uiterst merkwaardig te noemen dat het houtwerk van de genoemde gebouwen als een soort van bouwpakket in Lochem werd gemaakt. Bij de werkplaats werd het houtwerk op wagens geladen en vervoerd naar het treinstation in Lochem. Daar werd het houtwerk afgeladen en op een treinwagon geladen. Vervolgens werd het houtwerk van Lochem met de trein vervoerd naar Meppel. Vervolgens werd het houtwerk van de treinwagon geladen en naar het eindpunt van de tram gebracht. Vervolgens werd het houtwerk op een goederenwagon geladen. Vervolgens werd het houtwerk met de tram van het eindpunt van de tram in Meppel naar het rangeerspoortje bij de tramhalte an de Deeverbrogge vervoerd. Vervolgens werd het houtwerk van de goederenwagon gehaald en op boerenwagens geladen. Vervolgens werden de met houtwerk geladen boerenwagens door paarden van de Deeverbrogge naar de studentenkamp aan de Bosweg getrokken om daar afgeladen te worden. Wat een gesjouw. Als de Hoge Heren Van Het Bestuur Van De Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond eerst even slim een rekensommetje op de achterkant van hun sigarendoos hadden gemaakt, dan hadden ze het houtwerk zeker in Deever laten maken door plaatselijke aanneemmannen en timmermannen, dan waren ze zeker een stuk goedkoper uit geweest. Dan was goed geweest voor de plaatselijke werkgelegenheid.
Uit de begintijd van de kaamp van de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond (V.C.S.B.) bij het Mastenveldje aan de Bosweg in Deever zijn enige kostelijke ansichtkaarten in nostalgisch aandoende sepiakleuren bewaard gebleven. Jij kunt deze voortreffelijke kaarten maar beter wel in jouw Deever-vusaemeling hebben, anders hoor jij niet bij de club. Echt neet.
De redactie toont als voorbeeld een nostalgisch aandoende sepiakleurige ansichtkaart uit 1920 van de keuken, die in 1918 is gebouwd. Da’s al meer dan een een eeuw geleden !
De door de studenten verzamelde zwerfstenen, die op de voorgrond van de afbeelding zijn waar te nemen, zijn heden ten dage nog steeds terug te vinden in het voormalige studentenkampterrein. De redactie zal te gelegener tijd, dus niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf, een kleurenfoto van deze stenen bij dit bericht plaatsen.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen als afbeelding 64 van het in 1981 uitgegeven papieren boekwerkje Diever in oude ansichten, dat is samengesteld door de gepensioneerde schoolmeester Albertus Andree (Andrea ?, Andreae ?) (Bart Eulie) uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien. Bij afbeelding 64 in het boekwerkje ‘Diever in oude ansichten’ staat de volgende tekst (citaat): Aan de bosweg naar Wateren bevond zich lang geleden een kamp. Het was van de Vrijzinnig Christelijke Studentenbond. het zogenaamde V.C.S.B.-kamp of kortweg studentenkamp. Er stonden indertijd twee vaste gebouwen, maar verder huisde men in tenten. Gedurende de hele zomer was het druk bezet. Dagelijks zagen we de studenten op de fiets naar Dieverbrug gaan, om daar te gaan zwemmen in de Drentse Hoofdvaart. Alles is nu opgeruimd, alleen de dikke zwerfstenen, die u nog op de foto aantreft, liggen er heden ten dage nog.