Eén van de taken van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, voorheen Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumenatie, is het bewaren en ontsluiten van archieven en collecties, in het bijzonder over de Tweede Wereldoorlog.
Zo bevinden zich in de archieven ook het archief van de Joodse Raad. In het archief van de Joodse Raad is ook aanwezig de Vijftiende Nota van den Heer Meijer de Vries van de Joodse Raad voor Amsterdam van 16 februari 1942 inzake de werkverruiming in de rijkswerkkampen Diever A en Diever B.
Joodsche Raad voor Amsterdam
Nieuwe Keizersgracht 58
Amsterdam/C
Telefoon: 55003, 55136, 54970
Afdeling: XV Speciale Opdrachten
dVr/R/HH0
Amsterdam, 16 februari 1942
WERKVERRUIMING
VIJFTIENDE NOTA van den Heer Meijer de Vries aan onderscheidene
De kamparts van de kampen Diever A en Diever B heeft een onderzoek ingesteld in verband met een zekeren vorm van vervuiling, welke in die kampen voorkomt. De hier bedoelde vervuiling kwam in kamp A voor bij 11 personen en in kamp B bij 3 personen.
Het Hoofd van de Inspectie van den Rijksdienst voor de Werkverruiming in Assen heeft thans de volgende maatregelen getroffen:
1e. Door de zorg van het Bureau voor Sociale Zaken te Amsterdam zal een gediplomeerd verpleger worden uitgezonden.
2e. Het baden onder toezicht van dezen verpleger zal verplicht worden gesteld.
3e. In kamp Diever B wordt een douche-cel door den plaatselijken timmerman aangebracht, terwijl de noodige waschteilen, emmers en borstel worden aangeschaft.
4e. Zij, die niet zelf hunne kleren kunnen of willen wasschen, kunnen deze naar de wasscherij zenden. Zij, die hun goed niet zelf wasschen en dit laten doen, moeten dit zelf betalen.
Het Gemeentelijk Bureau in Amsterdam heeft den vrouwen van de tewerkgestelden verzocht, schoon ondergoed te willen sturen, waardoor wisselen bij het wasschen gemakkelijker kan geschieden.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de brief werd wel de schone schijn van werkverruiming en tewerkgestelden opgehouden.
De eerste joodse dwangarbeiders kwamen op zaterdag 10 januari 1942 in de twee isolatie- en doorvoerkampen in de Olde Willem aan. De namen van de eerste joodse dwangarbeiders in werkkamp Diever A zijn bekend.
De mannen zullen met de trein van Amsterdam naar Meppel zijn gereisd. En met de bus van Meppel naar Diever zijn gereisd. En vandaar over de Woaterseweg naar de Olde Willem zijn gelopen.
Bij een noordoostenwind vroor het die dag 2 graden en ’s nachts 8 graden. Het bleef de hele maand januari in de Olde Willem vriezen. Op 22 januari 1942 werd bij prachtig winterweer de achtste Elfstedentocht verreden.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wordt ook verwezen naar het bericht De Woaterseweg in de snee in jannewoari 1942.
Dus de zeer koude weersomstandigheden en een bevroren waterleiding waren de oorzaak dat de joodse dwangarbeiders zich minder of misschien wel helemaal niet in het vrieskoude waslokaal met koud water gingen of konden wassen.
Dus al na een maand bleek dat de hygiënische omstandigheden in werkkamp Diever A en werkkamp Diever B slecht waren. Dus al na een maand moest worden geconstateerd dat ‘een zekeren vorm van vervuiling’ in de twee kampen voorkwam. Met andere en begrijpelijker woorden: flink wat kampbewoners zaten onder de luizen.
In plaats van de oorzaak van de hygiënische problemen op te lossen, dat was de Duitse bezetter vast niet van plan, werd een repressieve maatregel getroffen, te weten het baden in het koude waslokaal met koud water werd onder toezicht van de gediplomeerde verpleger verplicht gesteld.
De redactie weet niet of in de twee kampen daadwerkelijk een gediplomeerd verpleger aanwezig is geweest.
De redactie weet niet of de plaatselijken timmerman daadwerkelijk een douche-cel in werkkamp Diever B heeft aangebracht.