Category Archives: Heezerbaarg

Pentiekening van de Keet 2.0 op de Heezebaarg

De favoriete bezigheid van kunstenaar Arie Goedhart was tekenen met pen en inkt, dat is arceren en werken met natuurlijke structuren, maar vooral het weergeven van de stilte en de rust van de natuur. En waar kan hij dat beter doen dan op de Heezebaarg an de Heezenesch bee Deever.
Op de hier afgebeelde pentekening van Arie Goedhart is tussen de bomen een stukje van de zijgevel van de Keet 2.0, dat wil zeggen de opvolger van de Keet 1.0, op de Heezebaarg te zien.
De Keet 1.0 is de directiekeet van professor doctor Albert Egges van Giffen, die hij in de dertiger jaren van de vorige eeuw gebruikte bij de opgraving van de terp van Ezinge in de provincie Groningen en die hij na beëindiging van die opgraving liet afbreken, naar Deever liet vervoeren en daar weer liet opbouwen op de Heezebaarg. De Keet 1.0 heeft op de Heezebaarg bijna zestig jaren dienst gedaan als zomerhuisje van de familie van Giffen.
De laatste eigenaren van de Keet 1.0, een kleindochter en een kleinschoonzoon van professor doctor Albert Eggen van Giffen hebben de Keet 1.0 in 1997 laten slopen en de Keet 2.0 laten bouwen.
De redactie van ut Deevers Archief heeft voor het tonen van deze fraaie pentekening in ut Deevers Archief toestemming van de maker Arie Goedhart. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.
De kleurenfoto is op 20 januari 2019 gemaakt door een fotograaf, waarvan de naam bekend is bij de redactie. De redactie heeft voor het tonen van deze fraaie kleurenfoto in ut Deevers Archief toestemming van deze fotograaf. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.


Posted in Albert Egges van Giffen, Heezerbaarg, Kuunst, Tiekening | Leave a comment

De lèèste fotos van de Keet op de Heezerbaarg

De eigenaren van ‘de Keet van Ezinge’ (de directiekeet van professor doctor Albert Egges van Giffen van de oudheidkundige opgraving van de terp van Ezinge in de provincie Groningen) op de Heezerbaarg waren zo bijzonder vriendelijk de redactie van ut Deevers Archief op de hoogte te stellen van hun beslissing dit zomerhuisje vanwege zijn slechte staat af te breken. De eigenaren waren een kleindochter en een kleinschoonzoon van de professor.
Zo kon het gebeuren dat in de avond vóór de afbraak van de Keet op de Heezerbaarg in de tweede helft van oktober 1997 de redactie van ut Deevers Archief en de eigenaren van de Keet bij wijze van afscheid van het knusse huisje nog lekker gezellig een poosje in het woonkamertje van de Keet hebben gezeten en daar een kopje thee hebben gedronken en een meelkoekje hebben gegeten.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto’s op de dag vóór de afbraak tegen het vallen van de avond met flitslicht gemaakt. Deze behoren tot de allerlaatste ooit gemaakte foto’s van dit huisje.
Op de tweede afbeelding is duidelijk te zien dat professor doctor Albert Van Giffen zijn directiekeet bij de opgraving van de terp van Ezinge op de Heezerbaarg heeft uitgebreid met een stuk met een plat dak, bedoeld voor een halletje en een keukentje.
Au’w in ut veurjoar op de platte doake van de anbau klöm’m, allennig as de pufesser ur niet was, dan könn’n wee mooi de nöst’n van de sproas onder de dakpann’n leeg hèèl’n.
De redactie verwijst voor meer gegevens naar het bericht de sloop van de keet op de Heezerbaarg.

  

Posted in Albert Egges van Giffen, Heezerbaarg | Leave a comment

Un mooi uutsigt over de mooie Heezeresch

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige variatie de kopafbeelding van ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (300 dpi).
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van de Heezeresch bee Deever met op de achtergrond de Heezebaarg gemaakt op 3 mei 2018. De smalle afbeelding is als kopafbeelding gepubliceerd op 21 juni 2018.

Posted in Heezerbaarg, Heezeresch, Kopplètie | Leave a comment

Ansichtkoate en foto van ‘de Keet’ op de Heezebaarg

De oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen (geboren op 14 maart 1884 te Noordhorn, overleden op 31 mei 1973 te Zwolle, begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever) staat op deze ansichtkaart in de voordeur van zijn geliefde buitenhuisje genaamd de Keet op zijn landgoed de Heezebaarg aan de rand van de Heezeresch bee Deever.
Professor doctor Albert Egges van Giffen stuurde deze fotokaart -gemaakt van een eigen foto- op 16 september 1956 naar de familie Zijp-Laan, Oostwoud 56 in Noord-Holland. De kaart is ondertekend door professor doctor Albert Egges van Giffen en zijn vrouw Guda Erica Gerharda Duijvis (ja, die van de pinda’s) (klik hier voor meer gegevens over Albert Egges van Giffen). De tekst op de kaart luidt: Diever, de ‘Heezeberg’, ons buitenhuisje. Veel dank voor uw kaart van de reis. Met vele groeten.
De Keet is inderdaad de keet die bij de grote oudheidkundige afgraving van de terp van Ezinge stond (klik hier voor meer gegevens over de afgraving van de terp van Ezinge). Deze keet werd na 1934 afgebroken en weer opgebouwd op de Heezebaarg (de baarg an de raand van de Heezeresch).
In 1997 was met name de houten onderkant van de Keet in een dusdanig slechte toestand (houtrot) dat de eigenaren, een kleindochter van professor doctor Albert Egges van Giffen en haar echtgenote, het houten huisje hebben laten afbreken, waarna direct daarna op dezelfde plaats een groter stenen vakantiehuis is gebouwd. De afbraak van het oude en de bouw van het nieuwe is uitgevoerd door bouwbedrijf Schipper uut Dwingel (eerder gevestigd in Leggel).
Kleindochter Tineke Zweers-van Giffen schreef op 8 december 1997 aan de redactie van ut Deevers Archief:
Het heeft ons beslist moeite gekost te besluiten de oude Heezeberg af te breken en te vervangen door een nieuwe woning. We zijn nu uiteindelijk toch wel blij, dat we de beslissing hebben genomen, want het huisje bleek hard aan vervanging tot. 

De avond voor de afbraak in de tweede helft van oktober 1997 hebben de redactie van ut Deevers Archief en de eigenaren van de Keet bij wijze van afscheid nog lekker gezellig een poosje in het woonkamertje van de Keet op de Heezebaarg gezeten en daar een kopje thee gedronken en een koekje gegeten.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto op de dag vóór de afbraak tegen het vallen van de avond met flitslicht gemaakt. Het zal één van de allerlaatste ooit gemaakte foto’s van dit huisje zijn geweest.

Reactie van J. Smit van 5 december 2017
Ik ben in de zestiger jaren van de vorige eeuw enkele keren met mijn vader Wolter Smit, die de exclusieve jachtrechten op de gronden rond de Heezeresch had verkregen van de familie Van Giffen, in aanwezigheid van Jan van Giffen (de zoon van professor doctor Albert Egges van Giffen) in het verblijf geweest. Het was inderdaad een eenvoudig zomerhuisje op een prachtige locatie in een fraaie omgeving !

Abracadabra-1253
Abracadabra-844Abracadabra-1254

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansigtkoate, Deever, Heezerbaarg, Heezeresch, Oudheidkunde, Topstuk | Leave a comment

Ut hüsie van pufesser Van Giffen op de Heezebaarg

De kunstenaar Harm Kamerlingh Onnes maakte in 1946 een waterverfschilderijtje van 26 x 19 cm waarop zijn te zien een deel van de bos van het landgoed Heezebaarg en het dak van het zomerhuisje met de naam de Keet van de hooggeleerde professor doctor Albert Egges van Giffen en zijn vrouw Guda Erica Gerharda Duijvis (ja, die van de pinda’s en de nootjes) op de Heezebaarg bee Deever. Hij gaf het kunstwerkje de naam ‘Het huisje van professor van Giffen te Deever’. Wellicht was de bekende familie Kamerlingh Onnes bevriend met de bekende familie Van Giffen en bracht Harm Kamerlingh Onnes in 1946 een schilderweekeinde door op de Heezebaarg.
Het dak van het zomerhuisje was inderdaad gedekt met rode dakpannen. In 1946 zullen de dakpannen nog rood zijn geweest, de dakpannen waren zeker niet rood meer op de dag voordat het zomerhuisje met de naam de Keet werd afgebroken.
Het geel geaquarelleerde land op de voorgrond moet het land met de oeroude veldnaam Bunst of Buunst zijn. De redactie van ut Deevers Archief weet niet of dit land in 1946 als bouwland of als groenland in gebruik was. De redactie weet ook niet wie toen de eigenaar was. Boer Klaas Fledderus van ut Kastiel  was aan het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw de eigenaar van dit land.
De afgebeelde kleurenfoto van het zomerhuisje de Keet met de rode dakpannen is aanwezig in de verzameling van mevrouw Tineke Zweers-van Giffen, een kleindochter van de hooggeleerde professor doctor Albert Egges van Giffen.

Posted in Albert Egges van Giffen, Deever, Heezerbaarg, Heezeresch, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

De sloop van De Keet op de Heezebaarg in 1997

De hooggeleerde en hooggeachte oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen (geboren op 14 maart 1884 te Noordhorn, overleden op 31 mei 1973 te Zwolle, begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever) en zijn vrouw Guda Erica Gerharda Duijvis (ja, die van de pinda’s, ook begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever) hadden een vakantiehuisje op de Heezebaarg aan de rand van de Heezeresch. Het huisje heette eerst ‘de Keet’, later ‘de Heezeberg’.
De Keet is inderdaad de directiekeet die bij de grote oudheidkundige afgraving van de wierde van Ezinge stond, Deze keet werd na 1934 afgebroken en weer opgebouwd op de Heezebaarg (de baarg an de raand van de Heezeresch).
In 1997 was met name de houten onderkant van ‘de Keet’ in een dusdanig slechte toestand (houtrot) dat de eigenaren, een kleindochter van de hooggeleerde en hooggeachte professor doctor Albert Egges van Giffen en haar echtgenoot, het houten huisje hebben laten afbreken, waarna direct daarna op dezelfde plaats een groter vakantiehuis is gebouwd. De afbraak van de oude en de bouw van de nieuwe vakantiewoning is uitgevoerd door bouwbedrijf Schipper uut Dwingel (eerder gevestigd in Leggel).
De avond voor de afbraak in de tweede helft van oktober 1997 hebben de redactie van ut Deevers Archief en de eigenaren van het huisje bij wijze van afscheid nog lekker gezellig een poosje in het woonkamertje van ‘de Keet’ op de Heezebaarg gezeten en daar een kopje thee gedronken en een koekje gegeten.
De kleindochter van de hooggeleerde en hooggeachte professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de kleurenfoto’s van het interieur van ‘de Keet’ een paar dagen vóór de afbraak van ‘de Keet’ gemaakt, Zij heeft ook de kleurenfoto van de afbraak gemaakt.
Let bij de foto’s van het interieur vooral op de originele elementen, zoals de gaslampen en de koperen pomp.
De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren van oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Diever of Van Goor’s Blattie) op bladzijde 7 van het nummer van 2 oktober 1997 bijgaand bericht van Burgemeester en Wethouders van de gemiente Deever over de verleende bouwvergunning voor het geheel vernieuwen van recreatiewoning ‘de Keet’ op het perceel Steenakkerweg 2 te Diever. Zie de bijgegevoegde afbeelding van dit bericht.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit foto van ut somerhuussie van pufesser Albert Egges van Giffen op de Heezebaarg ook ten zeerste bewonderen in bijgesneden vorm op bladzijde 31 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.
En als klap op de vuurpijl kan de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, de hier afgebeelde zwart-wit foto van ut somerhuussie van pufesser Albert Egges van Giffen op de Heezebaarg ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 7 van het in 1992 verschenen papieren boek ‘Geschiedenis van Diever’, dat is uitgegeven bij de Stichting Het Drentse Boek. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-1561Abracadabra-1555Abracadabra-1556Abracadabra-1557Abracadabra-1558Abracadabra-1560

Posted in Albert Egges van Giffen, Heezerbaarg, Verdwenen object | Leave a comment

Anne Mulder over Albert Egges van Giffen

De echte Deeverse wijlen Anne Mulder vertelde in een interview in 1991 in Assen enige persoonlijke herinneringen aan professor doctor Albert Egges van Giffen aan de redactie van ut Deevers Archief. Deze heeft de herinneringen van wijlen Anne Mulder op papier uitgewerkt en in maart 2000 gepubliceerd in het nummer 00/1 van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.

Mijn ambtelijke contacten met Van Giffen
In de negentwintig jaren die ik heb gewerkt op de secretarie van het gemeentehuis in Diever, heb ik met de professor op prettige wijze over verschillende zaken contact gehad.

Van Giffen, de bosbewoner
Hij had een tweede woning op de Heezeberg. Daar vertoefde hij regelmatig. Dat was de plaats waar hij het liefst verbleef. Op de Heezeberg was het bosonderhoud een geliefde bezigheid van hem. Hij had altijd een tang bij zich om takken af te kunnen knippen. Na zijn dood heeft zijn oudste zoon Jan daar gewoond.

Van Giffen, zijn contacten met het dorp
Voor zover mij bekend hebben Van Giffen en zijn vrouw nooit deelgenomen aan het gemeenschaps- en verenigingsleven in Diever. Op één uitzondering na. Hij was lid van de commissie van aanbeveling van een geldinzamelingsactie voor de restauratie van de Nederlands Hervormde kerk van Diever. Die actie heeft succes gehad, want de restauratiecommissie heeft de kerk in 1959 schuldenvrij overgedragen aan de kerkvoogdij.

Van Giffen, de altijd gedrevene
Hendrik Jan ter Mast fungeerde als toezichthouder op zijn bosgebied op de Heezeberg. Op een gegeven moment vertelde de professor aan Hendrik Jan over zijn grootse plannen voor de komende jaren inzake de beplanting en het onderhoud van het areaal bos. Hendrik Jan reageerde daarop met: “Mor dan moei’t oasemhael’n neet vergeet’n meneer”, waarop de professor antwoordde met: “Ik zal erom denken Ter Mast”.

Van Giffen, de grappenmaker
Het kwam wel eens voor dat hij bij het hunnebed mensen aantrof die uit het westen van het land kwamen. Hij maakte met zijn kleine gestalte en een pet op zijn hoofd dan niet bepaald een professorale indruk. Hij vertelde dan die mensen wel eens de gekste verhalen over de hunnebedden en de wijze waarop ze waren ontstaan. En met die verhalen togen ze dan huiswaarts.

Van Giffen, de onverbiddelijke
Mijn broer Egbert had een tijdlang het alleenrecht van jagen op zijn grondgebied. Totdat de Dieverse jagers, waaronder mijn broer, eens op de rand van dat gebied de jacht uitoefenden. De oude Hendrik Jubbega (Henduk Jubbegoa) uit Oldendiever was op een gegeven moment moe en ging even zitten. Op dat moment was ook professor Van Giffen ter plaatse en constateerde dat Hendrik Jubbega op het uiterste puntje van zijn bosgebied was gaan zitten. Meteen ontnam de professor Egbert definitief het alleenrecht op de jacht in zijn bosgebied. Maar daarmee was de professor niet van mijn broer af, want wie ligt naast hem en zijn vrouw begraven op de algemene begraafplaats in Diever ? Jawel, de jager Egbert Mulder ! Nu zijn en blijven ze nog buren ook.

Van Giffen, de opmerker
Bij een wandeling door het dorp ontdekte professor Van Giffen een pol huislook op het dak van onze boerderij, Achterstraat 10. Hij vroeg aan mijn moeder, die buiten stond, of hij een stuk huislook mocht hebben. “Eiglijk neet”, zei mijn moeder, “want ‘k vun oe vrogger in de skoele moar een kreng, want ie kneep’m mee altied in de wange”. Ze zaten immers bij elkaar in de klas toen de professor als jongen in Diever woonde. Zij werd geboren op 9 januari 1884 en hij op 14 maart 1884.
De professor wenste zich niet te herinneren wat mijn moeder zei. Het had ook niets met hunnebedden, grafheuvels en urnenvelden te maken. Desondanks heeft hij wel een stukje huislook meegekregen. Ik weet niet hoe die pol huislook op ons dak is gekomen. Misschien is die pol meegebracht door mijn vader, want die was rietdekker van beroep.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Professor doctor Albert Egges van Giffen was namens de Drentsche Praehistorische Vereniging lid van het bestuur van de Stichting ‘Oud-Drenthe’ te Assen, de stichting die in het voorjaar van 1935 meende in de eerste plaats zijn gehele aandacht te moeten concentreren op het behoud en herstel van het zo genoemde Schultehuis an de brink in Deever.
In het zo genoemde Schultehuis is nu gevestigd het zo genoemde Oermuseum, dat wel bijzonder schatplichtig is aan de niet in Deever geboren en ook niet in Deever getogen professor doctor Albert Egges van Giffen.
Lezers die Deeverse herinneringen hebben aan professor doctor Albert Egges van Giffen worden verzocht deze op papier te zetten en voor publicatie in ut Deevers Archief in te sturen.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de afgebeelde zwart-wit foto van het boerderijtje an de Aachterstroate in Deever, waar vroeger de familie Mulder woonde, op 10 februari 2000 gemaakt, da’s ook al weer meer dan zestien jaar geleden.

De heer Klaas Kleine reageerde op 19 augustus 2000 als volgt.
Wat betreft de huislook heb ik een paar opmerkingen. Ook op ons huis aan de Peperstraat staan twee pollen huislook op het dak. Die zijn goed tegen de pest, de tering, blikseminslag en ander ongerief. Het is niet zeker of het helpt. Deze pollen, een kleine en een hele dikke, zijn nakomelingen van de pollen huislook op het dak van de boerderij, Achterstraat 10. Ik kreeg een pol van Eppie Bas (Egbert Mulder).

Abracadabra-1248

Posted in Albert Egges van Giffen, Heezerbaarg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde | Leave a comment

Was de Heezebaarg een Germaanse offerplaats ?

In de krant Limburger Koerier verscheen op 2 augustus 1924 het navolgende artikel over de oorsprong van de ‘Hees’.

De Hees in Limburg en elders
Een lezer van de Limburgse Koerier maakt ons aangaande onze rubriek over historie en streekbeschrijving van Limburg, erop attent, dat er zoveel buurten en plekken in ons gewest liggen, waarin de naam Hees betrokken is. Tegelijk stelt hij de vraag, waarvan die naam zoo’n algemeen geografische beteekenis heeft gekregen.
Wij menen dezen geachten lezer er op te moeten wijzen dat, voorzoover wij kunnen nagaan, de benaming Hees niet zóó algemeen in onze provincie voorkomt. Wij kennen een ‘de Hees’ in de buurt van Sevenum, dat wil zeggen een ‘Voorste Hees’ en een ‘Achterste Hees’, een ‘de Hees’ voorbij ’t dorp Neeritter, maar op Belgisch-Kempensch grondgebied en een ‘Heesberg’, ook in de omgeving van Sevenum. Nu is ’t mogelijk, dat er hier of daar nog perceelen akkergrond liggen, die gezamenlijk ‘de Hees’ heeten.
We zullen er onze meening over zeggen.
Het is niet onmogelijk, dat Hees en Heesberg (oudtijds toch Hesenberg, die ook in de buurt van Nijmegen voorkomt) hun naam ontleenen aan de Hessen, een van de eerste volkeren onzer streken. Maar aangezien in Groningen een dorp Nuis gelegen is, waarbij voorheen een groot bos lag, dat ook een Hessenberg had, zouden we hier ook kunnen denken aan ‘Essenberg’, omdat er een zoo groote massa esch-boomen in dit oerwoud en op die heuvels gevonden werden.
Ook te verdedigen is ’t, dat de Heselpoort en de Heselstraat te Nijmegen, die in de oude historie Heselerpoort enzovoort heetten, dus poort en straat van Hees, kunnen doen denken aan de afgod ‘Hees’, welke de Franschen en Duitschers in den tijd der heidenen met groot ontzag en diepen eerbied vereerden. Zelf brachten deze volkeren in die tijd offers op ’t Heesaltaar, dat gelegen was in hunne geheiligde afgoden-wand, toen deze ongelukkige en onchristelijke menschen hunne goden nog niet in kerken, maar in de bosschen aanbaden.
Althans in de oudste boeken (uit de eerste eeuw na Christus) vindt men Lucan lib 1.:
Et quibus immitis placatur sanguine diro Theutates, horrensque feris altaribus Haesus.
En ook in de boeken van Lactantius staat geschreven:
Galli Haesum atque Theutatem humano cruore placabant.
Zeker, er zijn onder de benamingen met ‘Hees’ zeer oude plaatsen. Denken we maar eens aan deze buurtnaam in Utrecht, die reeds in de 8e eeuw wordt vermeld, terwijl ook de dorpen, gehuchten en buurten: Hees bij Eersel, Hees bij Didam, Hees bij Raalte, Hees bij Nijmegen, zeer oud zijn.
Heeselt in Gelderland van Hesola komt reeds in oorkonden van ’t jaar 850 voor.
Verder doen aan een der voornoemde afleidingen nog denken de plaatsen: Heesakker, Heesbeen (id.); Heesboom; Heesch, Heesche Boven, Heesche weg, Heeseind, Heeze, Heezebosch, Heezerhut, alle in Noord Brabant en Heeskamp, Heezeberg, Heesenberg in Gelderland, Hesselte, Hesselingen, Hessen, Hessum, Hessevoort in Overijssel, evenals nog de buurten Hezelaar in Noord-Brabant.
Ten slotte geven wij nog de meening van de geleerde Förstemann, die ons leert, dat ‘hees’ is ontstaan uit hais, van ’t ma, lat ‘heisa’ met de beteekenis van boschwoud en moerassig bos, wat dus in nauw verband staat met de eerstgenoemde gegeven.
Wij vertrouwen den vriendelijken lezer van de Limburger Koerier, den Heer Gr., hiermede voldoende te hebben ingelicht. Nog meer uitleg zou te veel plaatsruimte innemen.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
In het boek ‘Pharsalia’ van de Romeinse schrijver Marcus Annaeus Lucanus (geboren op 3 november 39 AD – overleden op 30 april 65 AD) komt de volgende zin voor: ‘Et quibus immitis placatur sanguine diro Theutates, horrensque feris altaribus Haesus.’ Wat ongeveer zoveel betekent als: ‘En die meedogenloos mensenbloed offeren aan Toetatis, waar het afschuwelijke altaar van Hees staat.
In het eerste deel van het boek ‘Opera omnio’ van de Romeinse schrijver Lucius Caecilius Firmianus Lactantius (geboren in ongeveer het jaar 250 – overleden in ongeveer het jaar 320) komt de volgende zin voor: ‘Galli Haesum atque Theutatem humano cruore placabant’. Wat ongeveer zoveel betekent als: ‘Galliërs offeren menselijk bloed aan Hees en Toetatis.’
Zou het zo kunnen zijn geweest dat de Heezebaarg bij de Heezenesch in Deever een offerplaats van een Germaanse stam is geweest ? En dat deze offerplaats met inbegrip van een afgoden-wand hopelijk ergens onder een verstoven zandduin bewaard is gebleven ? Dan zou het best eens zo kunnen zijn dat de weledelgestrenge heer professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen onder zijn door hem zo geliefde zomerhuisje ‘de Keet’ op de Heezebaarg een schat aan mooie oudheden had kunnen vinden.
Maar niets hoeft de oudheidkundig onderlegde spitterties van de heemkundige vereniging uut Deever en het zo genoemde Oermuseum in het Schultehuus an de Brink van Deever en mogelijk andere spitkrachten uut Deever in de weg te staan om in groten getale de schop in de hand te nemen en systematisch wat zandduinen bij de Heezebaarg volgens de Van-Giffen-Methode af te graven en hopelijk zo die mooie schat aan oudheden te vinden. En niet vergeten in het zandduin onder het nieuwe vakantiehuis (de vervanger van ‘de Keet’) op de Heezebaarg gangen te graven.
De zwart-wit ansichtkaart van de Heezeweg bij de Heezebaarg is gemaakt in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Abracadabra-842

Abracadabra-1289

 

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansigtkoate, Heezerbaarg, Heezeresch, Oudheidkunde | Leave a comment