Category Archives: Student’nwaarkkaamp

Un skiere foto van ut student’nlaandmeetwaark

Eén foto kan meer vertellen dan een top-amateur-historicus van de Historische Vereniging Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, in een zeer achtenswaardige lezing van meer dan 2000 woorden op een jaarvergadering kan vertellen. Let wel, mind you, nota bene: de Historische Vereniging Gemeente Diever bestaat 30 jaar in november 2024. Nog 20 jaar volhouden, dan kan bij koningin Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria het predikaat koninklijk worden aangevraagd. 

De bijgaand afgebeelde zwart-wit foto van zwoegende studenten, een landmeter en een baakhouder was in 1934 erg populair bij redacties van kranten. Het was in juli 1934 blijkbaar komkommertijd en de bladzijden moesten toch worden gevuld met ogenschijnlijk nieuws.
De hier afgebeelde foto stond in de volgende periodieken:
– De-Avondpost van 17 juli 1934;
– Haagsche Courant van 17 juli 1934;
– Rotterdamsch Nieuwsblad van 17 juli 1934;
– Bredasche Courant van 18 juli 1934;
– Delftsche Courant van 18 juli 1934;
– Provinciale Geldersche en Nijmeegsche-Courant van 18 juli 1934;
– En mogelijk aan de aandacht van de redactie van ut Deevers Archief ontsnapte periodieken.

De studenten, die in 1934, in de periode van 8 juli tot 28 juli of van 29 juli tot 18 augustus of van 19 augustus tot en met 8 september, deel namen aan het studentenwerkkamp, waren gehuisvest in de koeienstal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem. De studenten werkten in de Deeverse bos aan de aanleg van een 3 kilometer lange en 17 meter brede zandweg zeg maar van A naar B, zeg maar van nergens naar nergens.
In dwarsprofiel moest de weg, kijkend in de richting van de Pastoorszandweg an de Gowe, van rechts naar links gaan bestaan uit een berm, een berkensingel, een berm, een fietspad, een berm, een berkensingel, een berm, een sloot, een berm, een berkensingel, een berm, een zandweg, een berm, een berkensingel en een berm.
Elke simpel denkende aannemer van grondwerken had de organisatie van het studentenwerkkamp en de overheidsorganisatie Staatsboschbeheer kunnen vertellen dat het aanleggen van een 3 kilometer lange en 17 meter brede weg door geaccidenteerd terrein met zo weinig onervaren handkracht, slecht gereedschap, zonder machines, nooit in 9 weken aangelegd kon worden. En dat terwijl het graafwerk voor de sloot niet door studenten, maar door te werk gestelde werklozen uit de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woaterseweg in de Olde Willem moest worden gedaan.
De organisatie van het studentenwerkkamp had het project moeten faseren. De eerste en enige fase had dan bijvoorbeeld en uitsluitend kunnen bestaan uit het aanleggen van een berm, een berkensingel, een berm, een fietspad, een berm, een berkensingel en een berm. Want niemand in Deever of an de Gowe zat te wachten op die geplande kaarsrechte nieuwe drie kilometer lange (later de verharden ?) zandweg in de Deeverse bos.
Maar wie ging de berken in al die berkensingels planten ? De studenten ? Waren die berken op voorraad ? En wanneer moesten de berken worden geplant ? Het liefst staat een berk op een zonnige plaats. De berk kan ook halfschaduw verdragen. De beste periode voor het planten van een berk is tussen oktober en juni, maar dan zaten de studenten in de collegezalen.
En zelfs de uitvoering van die eerste en enige fase zou in die negen weken studentenwerkkamp voor die drie elkaar opvolgende ploegen onervaren aanstaande doktertjes, advokaatjes, econoompjes en ingenieurtjes, al een uiterst zware klus zijn geweest.

Het onderschrift bij de hier afgebeelde foto luidt als volgt.
Ten behoeve van het studentenwerkkamp te Diever wordt door de studenten dwars door een heuvelachtig, deels beboscht terrein een weg aangelegd, welke de verbinding zal vormen tusschen twee reeds bestaande wegen.

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Vivos voco, mortuos plango, fulmina frango

De organisatie van de studentenwerkkampen vonden in 1934 een geschikt geacht project in de Deeverse bos. De studenten werden gehuisvest in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
In allerlei kranten en tijdschriften verscheen de aankondiging van het derde studentenwerkkamp, ditmaal in de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief toont hier als voorbeeld de aankondiging die op 4 mei 1934 in nummer 15 van jaargang 11 van het Utrechts Studentenblad met de titel Vico Voco stond.

Nederlands studentenwerkkamp 1934
Het heeft de kampleiding mogen gelukken dit jaar een bijzonder geschikt object te verkrijgen, zoodat reeds thans de gelegenheid tot inschrijving als deelnemer kan worden geopend.
Het kamp zal gehouden worden in de nabijheid van Diever (Drente), alwaar dwars door een heuvelachtig, deels beboscht terrein een weg moet worden aangelegd, welke een verbinding zal vormen tusschen 2 bestaande wegen. Gedurende 9 weken zal hieraan kunnen worden gewerkt.
De deelneming staat slechts open voor hen, die aan een universiteit of hoogeschool studeeren. Voor meisjes-studenten is er een beperkt aantal plaatsen: zij zullen namelijk onder toezicht van een kampleidster zorgen voor het eten van de mannelijke deelnemers.
Evenals vorige jaren zullen ook eenige buitenlanders meewerken.
Het kamp wordt gehouden van 8 juli tot en met 8 september en zal bestaan uit 3 etappen van 3 weken elk, welke dus beginnen op 8 juli, 29 juli en 19 augustus. Men kan zich alleen opgeven voor den duur van één etappe. Het kampgeld zal voor de drie weken 15 gulden bedragen.
Voor aanmelding en inlichtingen kan men zich wenden tot den kampsecretaris: C. G. L. J. Kuster, Karei de Jardinstraat 57, Amsterdam-Zuid.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op kerkklokken stond/staat vaak ‘vivos voco, mortuos plango, fulmina frango’, dat wil zeggen ‘ik roep de levenden, ik beween de doden, ik breek de bliksem’. De grote toneelschrijver Hendrik Ibsen zou die woorden kunnen hebben bedacht.

Posted in de Deeverse bos, de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Un fotovuslag van ut student’nwaarkkaamp 1934

In het geïllustreerde familie-weekblad voor Groningen en Noord-Drenthe met de titel ‘Het Noorden in woord en beeld’ verscheen op 14 september 1934, in jaargang 10, in nummer 26, op de bladzijden 16 en 17, het volgende fotoverslag van het studentenwerkkamp, dat was gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.

Het studentenkamp
Het “Studenten-Werkkamp” heelt dit jaar wederom emplooi gevonden bij Diever. Het is een onderdeel van de internationale vereeniging voor studentenhulp, zes jaar geleden in het leven geroepen. Werken, die anders niet uitgevoerd zouden worden, zijn reeds door deze vereeniging verricht, bijvoorbeeld een rijwielpad tusschen Havelte en Wapserveen, terwijl men zich zeker ook de foto’s zal herinneren, die we gaven uit Bakkeveen.
Thans is men bezig een verbindingsweg aan te leggen tusschen Diever en de rijksweg langs het kanaal. Hij gaat dwars door hei, dennen, door hoog en laag. Men moet graven, nivelleeren, uitdiepen, hakken, ophoogen, alles zwaar en pittig werk, waarbij het Boschbeheer goede diensten bewijst. De wegbreedte wordt 17 meter, de lengte 3 kilometer. Het zal met berkenbeplanting, rijwielpad en rijweg een mooi geheel vormen, te oordeelen naar het 3e deel, dat al gereed is.
Niet alleen Nederlandse studenten arbeiden hier, maar ook buitenlandsche.


Afbeelding 1
Deze geeft een overzicht van het bereikte resultaat.

Afbeelding 2
De foto laat zien, hoe een aanstaande dokter later uit ervaring zal kunnen meepraten over het zandkruien !

Afbeelding 3
Op De Uilenhorst, een boerderij die naar Duitsch model is gebouwd, houdt men verblijf. Dat is de centrale plaats voor eten en slapen, voor conversatie en rust.

Afbeelding 4
Met het houweel er op los! Stronken en boomwortels moeten verwijderd worden en gemakkelijk gaat dat nu juist niet !

Afbeelding 5

De slaapzaal op De Uilenhorst. ’s Winters is dit de koestal, maar dat zal niemand hier thans merken ! Ruim, luchtig en zindelijk is alles.

Afbeelding 6

Hoogten worden afgegraven en met het verkregen materiaal laagten en kuilen volgeworpen.

Afbeelding 7
Tekst bij de in de cirkel afgebeelde foto:
Voorganger bij de arbeid, voorganger bij het eten ! In alles is de kampleider een goed voorbeeld !
Grage magen ! We hoorden, dat men wel driemaal zooveel verorberde als in gewone omstandigheden.
Om 8 uur brood en thee; om half drie warm eten; om 7 uur boterhammen.
Nog vóór vijven is ’t “opstaan” en de dagtaak duurt tot half twee !

Afbeelding 8
De kampmoeder met haar zeven helpsters hebben haar verblijf boven, maar we geven deze dames, ook allen student, hier druk bezig aan haar dagelijksch en verantwoordelijk werk. Er is veel te zorgen voor al de grage magen, wier bezitters echter nimmer ongeduldig mopperen, want de geest in de “huishouding” is perfect.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

De gedèènkplèète bee de Willemienebaarke

In het Algemeen Handelsblad van 8 september 1934 onder de rubriek Onderwijs verscheen het volgende artikel van de heer Jan Zuijderhoff over de studentenwerkkampen, die ondergebracht waren in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Staatschboschbeheer heeft de boerderij De Uilenhorst door de laatste jaren heen heel geleidelijk en stiekem aan gesloopt, nu staat ter plekke nog een tijdje een kleine ruïne. Het is de bedoeling van Staatschboschbeheer om op de cultuurgronden rond de langzaam verdwijnende boerderij cultuurnatureluur tot stand te brengen.
In het artikel beschrijft de verslaggever dat ter gelegenheid van de koninginnedag een eenzaam berkenboompje te wijden als Wilhelminaberk. Dus de grote vraag is of die Wilhelminaberk met gedenkplaat nog bestaat. 

Het Studenten-werkkamp
Hoe het er toegaat
Nut en genoegen van lichamelijken arbeid

De heer Jan Zuijderhoff schrijft ons:
Het Handelsblad is destijds zoo vriendelijk geweest de op schrift gestelde enthousiaste indrukken van mijn deelneming aan het Eerste Nederlandsche Studenten-Werkkamp (1931) op te nemen.
Werkzaamheden in de maatschappij verhinderden mij, deel te nemen aan een van de volgende kampen. Dit jaar kon ik mij gelukkig niet geheel onbetuigd laten en kon ik aan een zakenreis verbinden een dag en een nacht overblijven op het Studenten-Werkkamp.
Het kwam zoo uit dat ik niet eerder dan tegen het vallen van den avond den fietstocht van Assen naar Diever, onder welke gemeente ‘de Uylenhorst’ – de boerderij waarop het kampement van het Studenten-Werkkamp is gevestigd – kon aanvaarden. Ik had mij al voorbereid op een nacht onder den blooten hemel; het was trouwens een mooie nacht.
Toch was het een uitkomst, dat ik een tot binnengaan lokkend Amerikaansch uitziend  ‘restaurant’ aan den weg binnenging, omdat deze daad mij in aanraking bracht met den eigenaar, den heer Punter, die terstond zich bereid verklaarde den weg te wijzen.
Intusschen kwamen we toch, ondanks de hindernissen, nog eerder in het kamp dan ik dacht ! Hoe heerlijk vredig en fantastisch mooi in den maneschijn lag de eenzame boerderij van het Werkkamp midden in de hei !
Het was inmiddels bij elven geworden; zoodat de meeste kampers reeds ter stal waren gegaan in den letterlijken zin des woords. Maar daar mijn komst verwacht werd, was er in het woonlokaal – waartoe de dorschkamer was gepromoveerd, terwijl de zolder erboven als slaapruimte voor de meisjes was ingericht – toch nog eenig vertier te bekennen, oergezellig had men die woonruimte gemaakt.
De brandende groote kaarsen, die zoo maar in een waschblik geplant waren, gaven aan dit eenvoudige witgekalkte lokaal met simpele schragen en banken, een bijna heilige stemming. Wat dennegroen en de groote dubbele tochtdeur droegen intusschen zeker bij tot deze wondere stemming. Maar per slot was het werkkamp – waarvoor de deelnemers het pension tegen kostprijs betaalden, dus nog geld moesten toebetalen inplaats van loon te ontvangen – niet begonnen om ‘sfeer’, maar om kameraadschappelijken handenarbeid in de buitenlucht.
Om vijf uur werd reveille geblazen. En tegen half zes was het heele kampement buiten. Het was Koninginnedag, en zoo werd de dag begonnen met het plechtig hijschen van de driekleur in tegenwoordigheid van alle kampers en onder het zingen van het Wilhelmus. Na deze plechtigheid fietsten dé jongens naar het werk. De meisjes zorgden inmiddels voor het ontbijt, dat ze twee uur later op het werk zouden brengen om het daar gezamenlijk met de jongens te nuttigen.
Het werk bestond dan in het aanleggen van een weg door de hei. Een uiterst klein gedeelte van een groot werkverschaffings project van Staatsboschbeheer voerden de studenten uit. Men was bezig met behulp van kipkarren zand te verplaatsen om de goede niveauhoogte te verkrijgen.
Het werk werd na een poosje voor een half uur onderbroken voor het gemeenschappelijke ontbijt met de meisjes op het werk.
En omdat het nu juist Koninginnedag was, werd daarna de gelegenheid benut om een eenzaam berkenboompje op het nieuwe pad te wijden – een berkenboompje dat men bij het uitkappen van het dennenbosch, waardoorheen het pad gemaakt werd, met opzet had laten staan – als ‘Wilhelminaberk’. Mr. R. S. s’Jacob, de leider van de derde etappe van het kamp, sprak bij deze wijding eenige toepasselijke woorden.
De ‘kampma’, de studente Janna de Keijzer, onthulde de gedenkplaat. Daarop gingen de meisjes weer terug naar het kampement; de jongens werkten voort totdat de dagtaak van 7 uur volbracht was, sneller dan we dachten. Hoe kon het ook anders ? Men werkte kameraadschappelijk en zag langzaam maar zeker het werk vorderen. Ligt hierin niet een groote voldoening ?
Het werken was ook mij weer best bevallen. Het is wel geen geroutineerde vakarbeid, maar er schuilt een merkwaardige voldoening in dit soort handenarbeid in de buitenlucht, waarbij men bij het doorbreken van de zonnewarmte steeds meer kleeren uitdoet en ten slotte ten minste bij goed warm weer met ontbloot bovenlijf werkt. Men voelt op die oogenblikken, dat sport goed beschouwd een surrogaat is voor de natuurlijke behoefte aan lichamelijken arbeid in de buitenlucht.
Het speet mij dan ook echt, dat ik niet enkele dagen weer student onder de studenten kon zijn. Student op zijn best. Want in het Studenten Werkkamp kent men geen groote politiek en geen studentenpolitiek.
De studentenvereeniging ‘Studiosi Iuvare Delectamur’ en het Nederlandsch Comité van de International Student Service hebben het kamp op touw gezet.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De journalist fietste van Assen naar Deever en vandaar via de Bosweg – met een tussenstop in Paviljoen Berkenheuvel – en de Olde Willemsweg naar ‘de Uilenhorst’ . Wel een flinke omweg, want hij had ook bij de Hoogersmilde die andere Bosweg af kunnen fietsen en dan de Olde Willemsweg kunnen nemen.


Abracadabra-293

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Studiosi Iuvare Delectamur regelde de waarkkaamp’m

In het periodiek De Standaard verscheen op 17 augustus 1934 het volgende bericht over het studentenwerkkamp, dat was gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem. In het periodiek Christelijk Dagblad voor Nederland – De Amsterdammer verscheen op 18 augustus 1934 hetzelfde bericht.

Studenten maken een verkeersweg.
Werken om niet.
Het te weinig bekende Drentsche landschapsschoon.
Lichamelijke vermoeienis staalt bij geestelijke studie.
In het Nederlandse studentenwerkkamp bij Diever.

“Inden beginne was het woest en ledig op de heide. Des daags was de heerschappij aan den arend en ’s nachts aan de oehoe, beer en wolf waren koning over het land en heerschten over alle schepselen. Niemand, die hun de heerschappij betwistte, de paar armzalige zwervers, die van jagen en visschen leefden, waren al blij als zij ’t leven hadden en gingen dat gedierte graag uit den weg. Toen kwamen er op een avond andere menschen met blanke gezichten en gele haren. Paarden en wagens, kinderen, honden en kippen brachten zij mee. Elk zocht een plek op en bouwde daar een breed huis met een spits dak, dat met riet en plaggen werd gedekt.”

Aldus begint een der romans van Herman Löns, “De Weerwolf”; en telkens weer moet ik daaraan denken, wanneer een reis naar het verre Drente, het land van hei en struiken, op mijn programma staat.
Niet geheel Drente geeft denzelfden troostloozen aanblik, welken bovenstaand citaat suggereert, er zijn ook sappige gedeelten, daar waar het malsche groen beloften biedt. Vooral op dezen morgen, nu ik mij op weg begeef naar het Nederlandsche Studentenwerkkamp, op de hoeve „De Uilenhorst” tusschen Diever en Klein Wateren, is het aspect van het landschap van een gigantische en majesteitelijke bekoring.
In den vroegen morgen blonk de zon als een diamant en de nevel glom als vochtige parels. In zulke spaarzame dagen van witten nevel en amberkleurige zon komen er maar enkele zoo in het jaar is het Drentsche land een van de schoonste plekken op aarde. Zilverwit, vochtig als kinderoogjes, met glanzend groen beneden en luchtig blauw daarboven; een enkele boom kleurt nu reeds roestig en de lange vaarten zijn staalhard, met de koele glanzen van een mes.
Maar dan komen, plotseling, je weet eigenlijk niet vanwaar zoo eensklaps, de echt-Hollandsche wolkformaties zich opstapelen, groote bolle wolken, die zich al hooger torenen. Eerst zijn het statig zeilende blanke wolkenkolossen, dan verzwaren ze zich tot bundelende en tornende grauwe gevaarten in onweerszwangere luchten. En eensklaps stort het water in ondoorzichtbaren grijzen sluier met geweld naar omlaag.
Maar dan komt straks weer de avond met een breede baan van gloeiend oranje aan den horizon. Het wordt een betooverend spel van langzaam vervloeiende tinten boven een paarsende hei dan breekt het licht in kwijnend rood, en vallen violette schaduwen en aan den hemel is een ster verschenen, die voor den nacht haar plaats herneemt.
Elken dag opnieuw zijn de studenten, die voor eenige weken hun intrek in het werkkamp genomen hebben, getuige van dit natuurverschijnsel en elken dag opnieuw valt er midden onder hun drukke conversatie, onder hun werk, onder hun ontspanning en hun jolijt even een stilte, wanneer de Hollandsche luchtkoepel op z’n schoonst te prijken staat.
Wat deze studenten in het werkkamp doen ? Geen overbodige vraag, want, naar de leider ons mededeelde, blijkt hierover zelfs in de naaste omgeving van het kamp nog een groote mate van onkundigheid te bestaan.
Het Nederlands Studentenwerkkamp is georganiseerd door de Organisatie voor Studentenhulp “Studiosi iuvare delectamur”, de bekende vereeniging, die tijdens de Olympiade haar werk begon met als tolk en gids voor vreemdelingen op te treden in samenwerking met het Nederlands Comité van de Internationale Student Service.
Er zijn studenten geweest, die gezegd hebben: “eigenlijk zijn wij parasieten van de maatschappij; wij verkeeren in een bevoorrechte positie en hoe kunnen wij dit eenigszins goed maken ?” Anderen hebben hun dat nagezegd en zoo werd naar een gelegenheid gezocht om zijn krachten ten dienste te stellen van de samenleving. Men deed dit door hulpverleening bij liefdadigheidswerken enz., men doet dit sinds eenige jaren ook in werkkampen, waarvan er reeds te Havelte en Bakkeveen ingericht zijn geweest en zooals er thans één bij Diever geopend is.
De studenten verrichten hier handenarbeid. Het is werk, waarmede men de werkverschaffing niet dwars zit, omdat steeds naar objecten uitgezien wordt, die anders toch niet uitgevoerd zouden worden en waarvan het toch wel wenschelijk zou zijn, dat zij tot stand kwamen.
Zoo is men thans bezig met den aanleg van een breeden verkeersweg ter lengte van 3 kilometer, loodrecht staand op den weg van Diever naar Zorgvliet en loopende tot de Smildervaart; is deze eenmaal gereed, dan zullen de bewoners van deze streek niet meer genoodzaakt zijn een omweg van 7 kilometer rondom het Dieverderveld te maken. Het Staatsboschbeheer heeft het werk aangewezen en onder toezicht van deze instelling wordt het ook uitgevoerd.
Gedurende negen weken worden op de Drentsche heide door studenten de spaden in den grond gestoken. Op 8 Juli is het eerste kamp geopend, dat 3 weken duurde. En zoo zal het tot 8 September doorgaan; drie kampen, ieder van drie weken, zullen dan gehouden zijn. leder kamp bevat ongeveer 20 jongens en 8 meisjes. De jongens, die de schoppen en de kipkarren en de zagen hanteeren, de meisjes, die hun stroozakken opschudden, hun eten verzorgen en de boel schoon houden.
Durft ge beweren, dat een studeerend meisje geen verstand van huishouden heeft en geen oog kan houden op den inhoud van haar portemonnaie ? Ziet gij kans, lezeres, een man, die den geheelen dag in de vrije natuur is en zwaren handenarbeid verricht, voor 41 cent per dag den kost te verschaffen? Ans Prange, de kampmoeder, studente in de rechten te Leiden, zal het u leeren. En de kampdeelnemers hebben geen klacht over haar, noch over haar assistenten. Er zitten zelfs geen zwarte pitjes in de gekookte aardappelen en de messen en lepels zijn kraakzindelijk, zóó dat menige hospita er een voorbeeld aan nemen kan.
Garnalencroquettes of warme amandelbroodjes kent men hier natuurlijk niet, maar wel dikke boterhammen met hagelslag en jam en vergeet dat heerlijke roggebrood niet ! Vijf-en-twintig brooden gaan per dag schoon op.
Van den boer op De Uilenhorst hebben de studenten een stal en een loods gehuurd, welke op kostelijke wijze in een slaapgelegenheid en een conversatievertrek gemetamorphoseerd zijn. De jongens slapen op stroozakken ter plaatse waar ’s winters de koeien staan, de meisjes op den zolder bóven het conversatie- en eetlokaal. Geen spoor meer van het verblijf der wintersche gasten is er te ontdekken, het is er alles even netjes en frisch. Het fornuis buiten rookt wel eens, maar daar is men voor in een kamp en rappe handen hebben er gauw een schuttinkje voor en een dakje boven getimmerd, primitief, maar het helpt. En de regen stuurt wel eens een opzet in de war, maar „dat geeft water in de put en ten deele reeds gratis gewasschen emmers”, zegt de practische kampmoeder.
Als ’s morgens om tien minuten vóór vijven het fluitje van den kampleider klinkt, ten teeken dat het reveille is, springt ieder naar de waschgelegenheid. Veel tijd te verliezen is er niet, want reeds om kwart over vijven volgt de afmarsch naar het werk, per fiets langs smalle heidepaadjes. Om half zes wordt de eerste spade in den grond gestoken en met alle krachten werkt men door tot 8 uur. Dan komen de meisjes met het ontbijt, brood en thee met verbluffende techniek hebben zij de ketels en emmers langs de smalle sporen op haar fietsen vervoerd. En gezamenlijk ontbijten mannen en vrouwen in de openlucht. Een half uur slechts duurt de pauze, want tot elf uur klinkt er weer het lied van den arbeid dan wordt opnieuw een half uurtje gepauzeerd en het laatste overgebleven brood, door de meisjes achtergelaten, verorberd. Half twee is het: einde van het werk en terug naar de boerderij, waar de dames inmiddels haar krachten beproefd hebben op het middagmaal.
Alleen wanneer groote regenval het werk ’s morgens belemmerd heeft, wordt er ’s middags overgewerkt; anders zijnde middagen en avonden na een 7-urigen arbeidsdag vrij. En het loon ? Niemand ontvangt loon. De kampdeelnemers moeten zelfs nog ƒ 15 toe betalen om drie weken in deze werkgemeenschap opgenomen te worden. Immers, een deel van de boerderij moest worden gehuurd, er dient heel wat gecorrespondeerd te worden, enz. enz., de onkosten dienen toch goedgemaakt te worden?
En wordt er geluilakt ? Het is een lust de jonge menschen te zien werken. In gestadig tempo gaat het voort, niemand treuzelt er. Velen zien dit werk als idealistisch, ze willen ook eens ervaren wat het is lichamelijk moe te zijn, ze willen zelf aan den lijve constateeren wat ’n wegwerker voelt als hij ’s avonds thuis komt; anderen beschouwen het als een vacantie of als een welkome afleiding tusschen het verblijf temidden van muffe studieboeken. „’k Moet er niet aan denken”, aldus de kampleider, de student J. P. A. Jonker, „dat ik de volgende week over m’n boeken en dictaten zit. Het zijn m’n eenige vacantieweken, want ik zit vlak voor m’n doctoraal. En dan het afscheid van het kamp en van het Drentsche landschap valt ons allemaal zwaar. Juist als we een beetje gewend zijn, moeten we weer weg.”
Hoogstwaarschijnlijk zal het volgend jaar dit werk worden voortgezet, aangezien de studenten er slechts tot de helft mee gereed komen. Dan hebben zij tegelijk een nieuw werkobject en behoeven zij niet, zooals in 1933, tevergeefs naar nieuw werk om te zien. Dan komen vast de deelnemers allen terug, want zij willen ook af zien, wat zij begonnen zijn. De grammofoon ’s avonds in de conversatiezaal trekt hen, ook de gezamenlijke fietstochten in den namiddag en de uren van uitgelaten scherts in de slaapzaal of rondom het kampvuur, maar niet het minst het werk zelf, het voortduwen van de kipkarren, het plaggen steken, het boomen zagen en het hanteeren van de schop. En de onvergetelijke, te weinig bekende schoonheid van het Drentsche land ! Bruingebrand zullen ze ook het volgend jaar weer naar hun colleges terugkeeren. Ja, misschien komen zelfs de Polen en Amerikanen, die dit jaar bij Diever werkten, ook wel weer terug. Au revoir !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In 1931 werd het eerste studentenwerkkamp gehouden in Havelte.
In 1932 werd het tweede studentenwerkkamp gehouden in Bakkeveen.
In 1933 kon de organisatie geen geschikt werkobject vinden en werd het studentenwerkkamp niet gehouden.
In 1934 vond het derde studentenwerkkamp onderdak in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
De vereniging voor studentenhulp Studiosi Iuvare Delectamur (Wij helpen studenten graag) organiseerde van 8 juli tot 8 september 1934 drie studentenwerkkampen van elk drie weken, die waren gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
De vereniging Studiosi Iuvare Delectamur (Wij helpen studenten graag) ontstond in 1928, toen zij op de Olympische Spelen in Amsterdam optrad als tolk en gids voor vreemdelingen in samenwerking met het Nederlands comité van de Internationale Student Service.
De redactie kan volstrekt geen chocola bakken van de titel van het bericht: Lichamelijke vermoeienis staalt bij geestelijke studie. De redactie verwachtte eerder de titel: De geest staalt zich door lichamelijke vermoeienis en niet door studie.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Buut’nlaanders koomt ok hen ut student’nwaarkkaamp

In de krant Het Volk van 8 juni 1934 verscheen het volgende bericht over de organisatie van en de deelname aan het studentenwerkkamp van onder meer dertig buitenlandse studenten. De studenten worden ondergebracht in de koestal van de boerderij De Uilenhorst in de Oude Willem.

Dertig buitenlanders komen
Studentenwerkkamp al voor driekwart “volgeboekt”
Amsterdam, – Vrijdag. Men deelt ons mede, dat voor het werkkamp, dat van 8 tot 28 Juli, 29 Juli tot 18 Augustus en 19 Augustus tot 8 September gehouden zal worden in Diever (Drente), reeds meer dan 70 procent van de plaatsen bezet zijn.
Het werk, dat bestaan zal in den aanleg van een weg en een rijwielpad, moet geenszins opgevat worden als in concurrentie met de werkloozen.
Ook ditmaal zullen ongeveer dertig buitenlandsche studenten het internationale element in het kamp vormen.
Als propaganda voor de werkkamp-idee zullen ook eenige plaatsen beschikbaar gesteld worden voor hen, die nu eindexamen doen aan Gymnasium, H.B.S., Handelsschool of M.T.S.
Zij, die nog wenschen deel te nemen, gelieven zich zoo spoedig mogelijk op te geven bij den kampsecretaris, C. G. L. J. Küster, Karel du Jardinstraat 57, Amsterdam.

Posted in de Olde Willem, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Ut student’nwaarkkaamp in de Uilenhorst

In het periodiek De Nederlander verscheen op donderdag 25 februari 1937 het volgende korte bericht over het studentenwerkkamp dat ondergebracht was in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem. 

Studenten-werkkamp
Van 11 tot 21 Augustus worden te Diever (Dr.) een tweetal Studentenwerkkampen gehouden, evenals ten vorigen jare.
De deelneming aan het kamp staat slechts open voor studenten aan een universiteit of hoogeschool. Voor meisjesstudenten is er een beperkt aantal plaatsen. Onder toezicht van een kampleidster zorgen ze dan voor het eten van de mannelijke deelnemers.
Evenals vorige jaren werkten ook eenige buitenlandsche studenten mee.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de crisisjaren van de jaren dertig waren veel mensen werkloos en heerste er grote armoede. Desalniettemin achtte de vereniging Studiosi Iuvare Delectamur (Wij helpen studenten graag), de organisator van de studentenwerkkampen in de Olde Willem, het verantwoord in een streek waar werkloosheidsprojcten werden uitgevoerd weer een studentenwerkkamp te houden. Aan het studentenwerkkamp mochten alleen studenten van universiteiten of hogescholen meedoen, zeg maar studenten uit de hogere sociale klasse.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

De organisasie van ut daarde student’nwaarkkaamp

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 22 juni 1934 een artikel, waarin een en ander helder wordt uitgelegd over het ontstaan en het doel van de studentenwerkkampen in Nederland.
Het eerste kamp werd in 1931 in Havelte gehouden.
Het tweede studentenwerkkamp werd in 1932 in Bakkeveen gehouden.
In 1933 kon de organisatie geen geschikt project vinden.
In 1934 is het derde studentenwerkkamp in de gemiente Deever gehouden. De studenten werden ondergebracht in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem. De studenten moeten voor en onder leiding van Staatsboschbeheer een rijweg van 3 kilometer lengte met rijwielpaden er naast aanleggen.

Studentenwerkkamp
Voor de derde maal zullen de Nederlandsche studenten een werkkamp organiseeren, ditmaal bij Diever.
Langen tijd meende men, dat  “student” en “werken” begrippen waren, die niet bij elkaar pasten. Hoe het kwam, dat er jaarlijks weer eenige honderden hun examens meer of minder goed bestonden, begreep men niet. Geheel ongelijk had die “men” indertijd niet. Maar de tijden veranderen en met hen ook de studenten. Een ernstiger streven kenmerkt hen thans, dat zich niet alleen met theoretiseeren wil bezig houden, maar dat gericht is op het werkelijke leven !
Het doel van de studentenwerkkampen in ons land is een poging om, zij het voor korten tijd, te leven in een geheel andere sfeer dan er in de collegezalen heerscht en aldus de voor- en nadeelen van den handenarbeid te leeren kennen.
Het idee van de studentenwerkkampen is uit Duitschland en Zwitserland afkomstig. De Nederlandsche kampen zijn echter het best met de Zwitsersche te vergelijken.
In Duitschland namelijk zochten de studenten gelegenheid groote congressen te houden, zonder dat hun dit geld kostte. Voor het vele werk, dat zij deden, werd dan ook betaald. Bovendien waren de kampen gemengd, dat wil zeggen fabrieks- en landarbeiders namen er ook aan deel. Het werk was bijzaak, de besprekingen in den middag daarentegen hoofdzaak.
In Zwitserland is het geheel anders. Daar is de hoofdzaak het werk. Daar wil men helpen werken tot stand te brengen, die noodzakelijk zijn, maar voor de uitvoering waarvan de regeering geen geld kan vinden. Het eerste werk, dat de Zwitsers uitvoerden, was de restauratie van het historisch belangrijke kasteel Misox in het kanton Tessina.
Ook bij de Nederlandsche studenten is het werk nummero één. De deelnemers dragen zelf in de onkosten bij, die zeer gering zijn. De vrees, dat de studenten, juist doordat zij geheel onbetaald werk verrichten, den arbeiders concurrentie zouden aandoen, is niet geheel gerechtvaardigd. De kampleiding neemt slechts dan werk aan, wanneer zij er van overtuigd is, dat dit werk zonder haar zeker nooit of niet eerder dan over eenige tientallen jaren, zou uitgevoerd worden.
Het eerste kamp werd in 1931 in Havelte gehouden, waar een nieuw rijwielpad, totale lengte plusminus 1 kilometer, werd aangelegd. Het aantal deelnemers bedroeg 80, onder wie 16 buitenlandsche gasten waren.
In 1932 werd het tweede kamp te Bakkeveen gehouden. Hier was een geheel ander werkobject gekozen. Voor de Vereeniglng tot Stichting van Volkshoogescholen in Nederland werd een openluchttheater gebouwd; voorts een foyer voor het theater en zitbanken uit plaggen; voorbereidingen werden getroffen voor het nieuw te stichten gebouw der volkshoogeschool; een rijwielpad van ongeveer 4 kilometer lengte en 1.20 meter breedte. Het aantal deelnemers bedroeg 132, onder wie 28 buitenlandsche studenten; Tsjechen, Amerikanen, Zwitsers, Polen, Duitschers en Oostenrijkers.
Ook dit jaar verwacht men weer een groot internationaal gezelschap. Hiervoor zorgt de I.S.S., de “International Student Service” te Genève. In dezen tijd, met steeds sterker wordend nationalisme, dat helaas al te veel tot verblinding dreigt te leiden, is heb verheugend, dat de jongeren consequent de verbroedering nastreven. En inderdaad kan men elkander slechts waardeeren, wanneer men elkander kent.
Aangezien men in 1933 te laat een geschikt werkobject vond, werd toen geen kamp gehouden. Het kamp van dit jaar zal weer bij Diever worden opgeslagen. In drie étappes van 8-28 Juli, van 29 Juli-18 Augustus en van 19 Augustus-8 September wordt gewerkt aan het aanleggen van een rijweg van 3 kilometer lengte met rijwielpaden er naast. Hierdoor zal een kortere verbinding van 7 kilometer verkregen worden. Het werk is lang niet gemakkelijk: boomen moeten worden gekapt, een 1½ meter dikke veenlaag moet worden weggegraven; de weg moet verder opgehoogd en het terrein genivelleerd.
Het werk wordt voor het Staatsboschbeheer uitgevoerd en geschiedt onder deskundige leiding. Aan iedere étappe kunnen 50 man deelnemen: 30 Nederlandsche, 10 buitenlandsche studenten, 8 damesstudenten, kampleider en kampleidster. Zooals steeds zullen dit jaar de leerlingen van Gymnasia, H.B.S. en M.T.S., die eindexamen hebben gedaan, kunnen deelnemen.
De deelnemers zullen, zooals uit het te volbrengen werk blijkt, niet stilzitten. Des ochtends om 5 uur gaan de jonge mannen aan den slag en werken tot 8 uur door. Dan wordt in het kamp ontbeten, waarvoor de damesstudenten al een paar uur in touw geweest zijn: voor 50 hongerige magen valt heel wat te doen. Daarna wordt weer verder gewerkt tot 1 uur. De rest van den dag is men vrij te doen wat men wil. Om 10 uur wordt rust geblazen.
Ook ditmaal is de animo voor het kamp geweldig groot.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Ut student’nwaarkkaamp gunk in 1934 wè deur

In de krant Het Volk verscheen op 6 juli 1934 het volgende bericht over de voorbereiding van een studentenwerkkamp in Diever, dat wil zeggen dat de studenten ondergebracht zouden worden in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.

Het was de organisatie van het Nederlands Studenten Werkkamp in 1933 niet gelukt een geschikt project te vinden. Het bleek dat de projecten, die voor een studentenwerkkamp in aanmerking kwamen, door het grote aantal werklozen in werkverschaffing konden worden uitgevoerd. In 1933 werd daarom geen studentenwerkkamp gehouden. In 1934 werd wel een ‘geschikt’ project gevonden in de Deeverse bos.

Studentenwerkkamp bijna bezet
Over het Nederlandsche Studenten Werkkamp 1934 deelt men ons mede, dat de kampleiding in Diever is aangekomen ter voorbereiding van het werkkamp, dat aldaar gehouden zal worden van 8-28 Juli, 29 Juli-18 Augustus en 19 Augustus-8 September.
Het werk, dat bestaan zal in den aanleg van een weg en rijwielpad, is geenszins op te vatten als in concurrentie met de werkloozen.
Het meerendeel der plaatsen is reeds bezet. Als propaganda voor de werkkamp-idee zullen ook eenige plaatsen beschikbaar gesteld worden voor hen die nu eind-examen doen aan gymnasium, H.B.S., Handelsschool of M.T.S.
Opgaven kunnen geschieden bij den kampsecretaris C. G. L. J. Küster “Uilenhorst” Diever (Drente).

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Ut Student’npad is veur un diel ut Jeud’npad

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 14 juli 1934 het volgende artikel over het studentenwerkkamp in Diever, lees het studentenwerkkamp, waarvan de studenten waren gehuisvest in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem.
Het studentenwerkkamp in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem moet vooral niet worden verward met de christelijke studentenkampen bee ut Mastenveldje an de Woaterseweg in de Deeverse bos.

Studenten werken met hun handen. Het studentenwerkkamp Diever.
We reden door de prachtige bosschen bij Diever op weg naar het Studentenwerkkamp dat daar deze week is geopend.
Je rijdt maar recht door en dan zie je ze vanzelf, was het kort en bondige antwoord van een bewoner van het mooie Drentsche dorp op onze informatie. En dus reden we recht door, genietend van den mooien dag in dit aan natuurschoon zoo rijke deel van het Olde Landschap. Aan beide kanten van den straatweg strekken de bosschen zich uit …. vol beloften voor den wandelaar, den stillen genieter van een rustigen vacantie-dag. Daar zijn ze.
De vacantie-stemming is voorbij. De auto staat stil en we stappen uit op een punt, waar een dertig jonge menschen met schoppen en kruiwagens, bijlen en touwen manoeuvreeren. Ze werken in het zweet huns aanschijns. Ze hebben het niet gemakkelijk, want de overgang van het normale studentenleven naar de werkzaamheden, verbonden aan den aanleg van een fietspad dwars door de bosschen, is groot. Maar ze hebben het naar hun genoegen. De enkele dagen buiten hebben reeds een bronskleur aangebracht op de jonge koppen en de tengere maar meerendeels taaie bovenlijven.
Na de kennismaking met den heer C.G.L.J. Kusters, den kampsecretaris, hadden we de gelegenheid de werkzaamheden van deze vroolijke groep meer van nabij te bekijken.
Dit is nu het derde studentenkamp in ons land. In 1931 werd bij Havelte een rijwielpad gemaakt, dat zich in een druk gebruik mag verheugen. In 1932 waren de studiosi aan den arbeid te vinden op het terrein der Volkshoogeschool te Bakkeveen, waar ook geregeld de kampen voor jeugdige werkloozen worden gehouden. Verleden jaar had men reeds het oog laten vallen op het object, dat nu onder handen is genomen, maar de tijd was toen al te ver gevorderd om nog met kans van slagen een kamp te organiseeren. Deze tegenvaller had evenwel ten gevolge, dat men de voorbereidingen voor dit jaar met te meer zorg kon treffen.
Er wordt nu door de bosschen van Staatsboschbeheer een rijwielpad en brandsingels aangelegd, waarvan de eerste een nieuwe verbinding naar de Smildervaart (in aansluiting op een bestaanden en nog te verbeteren weg) zal geven. Gemakkelijk is het werk niet: er moeten boomen worden gekapt, oneffenheden in het terrein gedeeltelijk worden weggewerkt en dit alles in 9 weken met gemiddeld een kleine 40 enthousiaste, maar ongeoefende krachten.
De algemeene organisatie en oorsprong der studentenwerkkampen (oorspronkelijk in Zwitserland begonnen) kunnen we wel als bekend veronderstellen, zoodat wij ons bepalen tot enkele bijzonderheden over het nu georganiseerde kamp.
Gedurende negen weken zullen er drie groepen van studenten en aanstaande studenten bijeenkomen. Zij vinden een onderkomen in de ruime stal van de boerderij De Uilenhorst, waar zij – zooals wij onder leiding van mr. A.Th.E. Kastein konden constateeren – eenvoudig maar goed zijn gehuisvest. Hier wordt voor het huishouden gezorgd door een achttal dames, van wie mej. J.T. Hylkema het opperbewind voert. Een primitieve buitenkeuken is doelmatig ingericht en de voeding is een steeds weer werk brengende bezigheid, getuige de groeiende behoefte aan stevige maaltijden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De kampen werden gehouden van 8 juli/28 juli, van 29 juli/18 augustus en van 19 augustus/8 september 1934.
Het project werd tijdens de grote vooroorlogse crisis uitgevoerd. De kampleiding benadrukte echter dat het werk geenszins moest worden opgevat als concurrentie met ‘de werkeloozen’.
De besturen van de rechtse universitaire studentenverenigingen uit diverse steden van het land concurreerden niet alleen met ‘de werkeloozen’, maar ook met de kleine aannemers, kleine ondernemers, die dit soort zandwegen in concurrentie en in opdracht van Staatbosbeheer en met inzet van plaatselijke werklozen, ook hadden kunnen aanleggen.
Nu stuurde het rechtse ons-kent-ons netwerk een gemotoriseerde journalist van het Nieuwsblad van het Noorden op ‘het object’ af voor het schrijven van een snorkend propagandaverhaal, want wat was het toch o zo bijzonder dat studenten met hun handen werkten. Staatsboschbeheer gaf bovendien als dank voor hun inzet het fietspad de naam Studentenpad.
De studenten hebben echter niet de gehele zandweg met fietspad van de Bosweg tot aan de Pastoorszandweg aangelegd, het laatste en op bijgevoegde kaart zichtbare deel van het fietspad is in 1941 door de joden uit de rijkswerkkampen Diever A en Diever B aangelegd. De naam van dat deel van het pad moet daarom uit respect voor de joden in de rijkswerkkampen Diever A en Diever B met turbospoed en in turbodraf worden gewijzigd in Jeud’npad.

Afbeelding 1

Afbeelding 1 – Artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van 14 juli 1934.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

De grond was deurgreuit mit worg en bente

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 11 augustus 1936 verscheen het volgende bericht over de tweede fase van de aanleg van een zandweg door studenten op de grens van de bossen van de Nederlandse staat en de bossen van de N.V. Maatschappij Het Landgoed Berkenheuvel.

De studenten werken weer
Evenals het vorige jaar zijn ook nu weer een aantal studenten, dames en heeren, in het werkkamp van de staatsgronden bij het zogenaamde Hoekenbrink in de nabijheid van ons dorp, bezig met den aanleg van een weg. ’s Morgens al vroeg trekken de heeren – den nacht brengen zij door in de hoeve Uilenhorst, ook eigendom van den Staat – er op uit om hun dagtaak te vervullen, terwijl de dames zorgen voor de inwendige versterking en belast zijn met het eten koken, hetgeen op het werk wordt bezorgd.
Voorwerkers van het Staatsboschbeheer zetten den aan te leggen weg uit en geven verdere aanwijzingen. Het gedeelte, dat thans onder handen wordt genomen, is vooral voor studenten geen gemakkelijk werk. De weg leidt ter plaatse door een moerassig gedeelte van het veld en moet aldaar over een lengte van plusminus 100 meter met 1 tot 1.25 meter worden opgehoogd. Het benoodigde zand wordt met kipkarren aangevoerd.
We gelooven stellig dat dit werk den heeren studenten niet mee zal vallen. Ook toen we hun gereedschap zagen, werden we zeer in onze meening gesterkt. De schoppen waren zoo dik als ploegijzers en het zou voor iemand, die iederen dag grondwerk verricht, bijna onmogelijk zijn om daarmee den grond, die met zogenaamde worg en bente is doorgroeid, te verwerken.
Het wil ons dan ook voorkomen, dat de studenten, die van ’s morgens 5 uur tot ’s middags 2 uur bezig zijn, hun ledematen na afloop wel kunnen voelen. Stellig zal dit de ontwikkeling der spieren ten goede komen. De lijn, welke voor den aan te leggen weg wordt gevolgd, loopt over de grens tussen de Staatsgronden en de gronden van de N.V. ‘Mij. Het Landgoed Berkenheuvel’, alsmede van enkele particuliere aangelanden. Evenwel kan worden geconstateerd, dat de studenten, waarvan nu de tweede ploeg werkzaam is, nuttig werk verrichten.
De aanleg van zoo’n weg is niet alleen noodzakelijk voor de verdere exploitatie van de aangrenzende gronden, ook zal hij zeer zeker het natuurschoon bevorderen, daar de weg, evenals het gedeelte dat vorig jaar is klaargekomen, zal worden beplant.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De in de tekst voorkomende Deeverse woorden worg en bente betekenen respectievelijk wilgenopslag en pijpenstrootje.
De door de studenten aangelegde weg heeft later de naam Studentenweg gekregen. Op de wandelkaart van het Landgoed Berkenheuvel uit 1936 heeft de weg de naam Studentenpad. De redactie heeft het vermoeden dat mr. Albertus Christiaan van Daalen de bedenker van deze naam is.
Pas in 1961 is de weg met de naam Studentenweg (met rijwielpad) in een topografische kaart ingetekend; zie het bijgevoegde detail van die kaart. Op later topografische kaarten is de naam van de Studentenweg gewijzigd in Studentenpad.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van het lezen van oude krantenberichten op papier is, kan het hier weergegeven bericht ook lezen op de bladzijden 35 en 36  van het nummer 22/4 (december 2022) van het papieren blad Opraekelen, dat is samengesteld door de fine fleur van vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, zeg maar de nostalgieclub uut Deever. Maar ja, daarvoor moet je dat papieren blad wel in handen hebben. De redactie merkt op dat bij het bericht in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 11 augustus 1936 geen foto’s stonden.

Posted in de Olde Willem, Staatsbosbeheer, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment

Ut daarde student’nwaarkkaamp

In het ‘Leeuwarder Nieuwsblad: goedkoop advertentieblad’ verscheen op 23 augustus 1934 het volgende bericht over weer een studentenwerkkamp in de boerderij ‘de Uilenhorst’ in de Olde Willem. De studenten werkten aan een weg, die eerst de naam Studentenweg kreeg en later de naam Studentenpad kreeg. De boerderij ‘de Uilenhorst’ bestaat niet meer, wel zijn ter plekke nog enige resten van muren te vinden.
Nota bene werklozen uit de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woatersweg in de Olde Willem moesten de sloot tussen het fietspad en de rijweg graven. Zij hadden ook de hele weg kunnen aanleggen. En dan nog beweerde de organisator van de studentenwerkkampen dat de studenten niet concurreerden met de werklozen.

Studentenwerkkamp te Diever
Dit jaar wordt een weg van 17 m breedte aangelegd, die 3 km lang wordt
Op het oogenblik wordt er te Diever weer een studentenwerkkamp gehouden.
Onder toezicht van het Staatsboschbeheer (houtvesterij Assen) en onder leiding van een technicus uit Delft wordt er gegraven, gehakt en gespit, heuveltjes weggenomen en met het verkregen zand weer laagten opgehoogd, bij welk werk kipkarren, welwillend door het Boschbeheer verstrekt, goede diensten bewijzen.
Naast elkaar worden aangelegd een berkensingel, rijwielpad, berm, berkensingel, sloot, berm, rijweg, waarnaast weer een berm met berkensingel.
De gezamenlijke breedte is zeventien meter, zoodat het voor de hand ligt, dat enorm veel werk gedaan moet worden. Het geheel wordt begrensd door slooten, die door werkloozen worden gegraven, omdat dit werk veel vaardigheid vereischt. De verbinding zal drie kilometer lang worden, waarvan één kilometer gereed is gekomen. Het werk zal dit jaar niet voltooid kunnen worden, daar men denkt tot 10 September door te gaan.
Op 8 Juli zijn de werkzaamheden begonnen, die voor de menschen van de eerste étappe niet gemakkelijk waren, omdat veel boomen verwijderd moesten worden. In de tweede étappe, die thans bezig is, bevinden zich studenten uit Utrecht, Groningen, Amsterdam en Leiden, benevens twee uit Polen. De omgangstaal met deze laatsten is Fransch.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Student'nwaarkkaamp | Leave a comment