Wie is toch die jonge bee Hendukkie Oosterveen ?

Op 24 mei 1930 trouwde Hendrik Nijboer (geboren op 30 april 1905 op ’t Noave; leeftijd: 25 jaar; beroep: landarbeider, zoon van Willem Nijboer, beroep: landbouwer en Arentje Kleene, beroep: zonder) in Deever met Hendrikje Oosterveen (geboren 24 januari 1909 in Wapse; leeftijd: 21; beroep: zonder, dochter van Lambert Oosterveen, beroep: landbouwer en Jacobje Daalman).

Op 31 maart 2022 stuurde de heer Hendrik (Henk) Nijboer, zoon van Hendrik Nijboer en Hendrikje Oosterveen, het volgende e-mail bericht naar de redactie van ut Deevers Archief:
Ik heb hier een foto van mijn moeder met een voor ons onbekend jongetje. Ik denk dat deze foto is genomen vóórdat mijn moeder Hendrikje Oosterveen in 1930 is getrouwd. Mijn zuster Arentje is geboren in november 1931, mijn broer Lambert in april 1935, mijn zuster Jacobje in april 1937, mijn broer Willem in augustus 1945 en ik in augustus 1948. Gelet op zijn mooie kleding en schoenen is het jochie niet Lambert en ook niet Willem. Mijn moeder heeft in haar jonge jaren bij de familie Boesjes gewerkt, maar ik weet niet van wanneer tot wanneer. Zou het een zoon van het gezin Boesjes kunnen zijn ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jan Boesjes was de secretaris van de gemiente Deever. Jan Boesjes was niet alleen secretaris van de gemiente Deever, hij was ook secretaris van heel veel verenigingen in de gemiente Deever.
De zoon van Jan Boesjes heette ook Jan Boesjes.

De heer Hendrik (Henk) Nijboer wil graag van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weten wie het jongetje op de foto is.
De redactie van ut Deevers Archief wil graag van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weten waar deze foto is gemaakt. Bij het marktterrein aan het begin van de Bosweg in Deever ?

Posted in Alle Deeversen | Leave a comment

Boolgood op Groot Woater’n op 27 maart 1928

eIn het Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant van 20 maart 1923 verscheen het volgende bericht over een belangrijk boelgoed ten huize van boer Pieter Jongsma op Groot Wateren an de aandere kaante van de bos.

Belangrijk boelgoed Groot Wateren (gemeente Diever)
Notaris Bolk te Dwingelo zal op Dinsdag 27 maart 1928 des voormiddags 9½ uur, ten huize van den heer P. Jongsma te Groot Wateren gemeente Diever, publiek à contant verkoopen:
levende have als: 2 paarden (6- en 8-jarig, zwart, merries, mak en bereden), 8 beste melk- en halve koeien, 3 hokkelingen, 2 volle motten, 80 kippen;
voorts boerenmelk- en deelgereedschappen, waaronder boerenwagen, 2-paards Cormick maaimachine met dunne vingerbalk (zoo goed als nieuw), machineslijpsteen, dorschmachine met molen en ketting, korenwinde met zeef, hakselmachine, 2 ploegen, ijzeren dubbele spoorstokken, halsjuk met stroppen, dubbele lijsten, koperen waschketel en hetgeen meer te voorschijn zal worden gebracht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Pieter Jongsma werd geboren op 20 mei 1868 te Jubbega Schurega. Hij trouwde op 12 mei 1893 met Fokje Wijnstra. Hij is op 8 mei 1942 op 73-jarige leeftijd overleden in Noordwolde.
De door Pieter Jongsma te koop aangeboden landbouwgereedschappen geven wel enig inzicht in de mate van mechanisatie in de landbouw op Groot Wateren in 1923.
Met name de uit de Verenigde Staten van Amerika geïmporteerde Mc Cormick 2-paards maaimachine laat zien dat zelfs een gewone boer niet meer enkel met de zeis hoefde te maaien.
Is de in de advertentie genoemde dorsmachine met molen en ketting een rosmolen ?

Abracadabra-1442

Posted in Boer'nlee'm, Landbouw, Woater’n | Leave a comment

Bee Garke Bakker’s jongen in de Heufdstroate

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is opgenomen als afbeelding 52 een ansichtkaart uit 1929 van de Hoofdstraat in de buurt van het toen nog nieuwe boerderijtje van Garke Bakker’s jongen en de smederij van de Kloeze. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is enige aandacht besteed aan de bewoners van de panden aan de linkerkant van de ansichtkaart. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

52 – Diever – Hoofdstraat bij Garke Bakker’s jongen – 1929
De boerderij van Gerke Harms Mulder (Garke Bakker) brandde in 1914 af. Op de vrijgekomen ruimte werd het linker huis gebouwd. Later woonden Harm, Hendrik en Jakob Mulder (Garke Bakker’s jongen) hier. Harm trouwde wel, maar de op het dorp alom bekende Hendrik en Jakob (Jaap) zijn vrijgezel gebleven.
Een wandelaar, die in die jaren bij de halte aan de Dieverbrug uit de stoomtram stapte, schreef in zijn reisverslag:
Twintig minuten verder in de rimboe ligt het dorp Diever. Men bereikt het langs een landweg met een tol. Het dorp heeft electrische verlichting. Wat kinderen kijken verbaasd naar de wandelaar die door hun dorp stapt. Het vrouwtje dat prentbriefkaarten verkoopt in het winkeltje kan niet nalaten eens te informeren: Waor kooj weg en waor gaoj hen?
De wandelaar kocht zijn prentbriefkaarten in het winkeltje van Jacoba (Coba) Hessels, de weduwe van Johannes Vos. Het winkeltje staat naast de woning van Garke Bakker’s jongen. Coba Vos verkocht manufacturen.
Griet Brugging-Oost herinnert zich van haar het volgende.
Coba heeft eerst gewoond bij Koendert List in een kamer. Daar is ze een winkeltje begonnen. Later heeft ze dit huisje neergezet. Je kon er van alles kopen. Daegs spul, boezeroens, gien jurk’n, maor wel veule stof an de meter en gaor’n.
Maar zo te lezen ook prentbriefkaarten. En dat klopt, want met een aantal andere klassiekers is ook de mooie hier afgebeelde kaart door haar verkocht. Verzamelaars zijn haar zeer dankbaar.
Griet Brugging-Oost herinnert zich nog het een en ander van de boerderij naast Coba Vos:
Jan Bennen woonde daar. Hij was dunkt mij timmerman. Hij had ook een paar koetjes. De vrouw van Jan was al vroeg overleden. Die heb ik niet gekend. Och hoe hedde zéj ok aweer? De dochter van Jan Bennen was getrouwd met Marinus Bakker. Ze zijn bij hem in gaan wonen, maar ze woonden wel apart…….

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de tekst bij foto 52 was te weinig ruimte aandacht te besteden aan de panden aan de rechterkant van de ansichtkaart.
Aan de rechterkant van de ansichtkaart is de baander van het pand waarin het café van Willem Huiskes gevestigd is geweest. Daarnaast is de voorgevel van het woonhuis bij de smederij van de gebroeders Kloeze te zien. Daarnaast staat een boerderijtje dat vóór de Tweede Wereldoorlog werd gekocht door postkantoorhouder Lambertus Schoemaker, die het daarna liet afbreken. Achter dit boerderij is nog net een beetje van de voorgevel van het postkantoor te zien.
De redactie zal te gelegener tijd en zeker niet met turbospoed en ook niet in turbodraf een kleurenfoto van de huidige situatie ter plekke toevoegen.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Heufdstroate | Leave a comment

De buss’n van de D.A.B.O. hept un holtgasgenerator

In de Tweede Wereldoorlog verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden van 28 mei 1941 het navolgende verslag van de algemene vergadering van aandeelhouders van de N.V. Drentse Autobus Onderneming (D.A.B.O.). De gemiente Deever was ook aandeelhouder van deze vervoersmaatschappij, daarom zal de toen nog in functie zijnde burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) van deze gemeente ook wel aanwezig zijn geweest, hij mocht gratis met de bussen van de D.A.B.O. reizen. 

De Abracadabra-1460D.A.B.O. 
Jaarvergadering te Meppel
In de alhier gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Drentsche Autobus Onderneming (D.A.B.O.), onder presidium van den heer G. Wijsman, burgemeester der gemeente Meppel, werd door den directeur, den heer L. Lamberts Jzn. het jaarverslag uitgebracht, waaraan wij ontleenen, dat na de overwonnen moeilijkheden door een buitengewone sneeuwperiode, tengevolge van de oorlogsdagen het bedrijf moest worden stilgelegd, waarna weder een beperkte dienstregeling kon worden ingevoerd.
Door de steeds kleiner wordende toewijzing van benzine en gasolie moesten gasgeneratoren worden aangeschaft.
Het passagiersvervoer nam toe van 365.000 personen in 1939 tot 399.577 in 1940, dus met rond 40.000.
Het aandeelenkapitaal, dat geplaatst is, steeg tot f. 55.000. Op de leeningen werd f. 5000 afgelost. Voor den bouw van het station Eursinge werd een hypotheek opgenomen van f. 11.500.
Het bruto-overschot van de bedrijfsrekening bedroeg f. 56.539,24. Na diverse afschrijvingen, waarvan o.m. f. 26.188,12 op het wagenpark, blijft er een nettowinst over van f. 23.285,11, waarvan f. 7.334,77 voor winstbelasting moet worden gereserveerd. In het pensioenfonds voor het personeel werd f. 2.000 gestort.
In 1940 kwam de consessie voor een dienst Steenwijk-Frederiksoord-Vledder-Diever in bezit, maar eerst na voldoende gasgeneratoren zal deze dienst in exploitatie genomen kunnen worden.
De dagelijksche diensten Hoogeveen-Ommen vice versa, die over Wijster en de marktdiensten zijn geheel stopgezet evenals de exploitatie van het toerwagenbedrijf. Wel worden nog geregeld arbeiders naar de werkverruimingskampen in Drenthe vervoerd.
Gedurende de oorlogsdagen was personeel en materiaal gerequireerd voor evacuatie der bevolking. Een chauffeur werd gewond. De chauffeur R. Lubbers sneuvelde.
De nieuwe bedrijfsgebouwen te Meppel werden 27 juli 1940 in gebruik genomen, het autobusstation te Eursinge werd in November jongst leden voor het publiek opengesteld.
Dank werd gebracht aan den heer D. Baron Mackaay, den voormaligen president-commissaris, die in September naar Zutphen vertrok, voor alles wat hij in het belang der Vennootschap heeft gedaan.
Besloten werd 5 procent dividend uit te keeren en het resterend bedrag van de winst toe te voegen aan de reserves, die daarmede stijgen tot f. 26.287.70.
Tot commissaris werd herbenoemd de heer E.B. van Veen, burgemeester der gemeente Nijeveen, terwijl in de vacature ontstaan door het vertrek van den heer mr. J. de Blieck, tot commissaris werd benoemd de heer J. ter Haar Jzn., wethouder der gemeente De Wijk.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De hier afgebeelde foto van een Opel Hainje autobus uit 1939 uitgerust met een houtgas-generator is gemaakt op 7 april 1941 bij het treinstation in Assen. Achter op de houtgasgenerator staat D.A.B.O.
Op de drukke lijn Möppel-Deeverbrogge-Deever-Dwingel-Deeverbrogge-Assen vice versa zal vanaf 1941 vanwege de schaarste aan benzine en gasolie zonder twijfel met autobussen met houtgasgenerator zijn gereden.
De redactie verwijst voor gegevens over de N.V. Drentse Autobus Onderneming (D.A.B.O.) gemakshalve naar de betreffende pagina in de webstee Wikipedia. Voor wat deze gegevens waard zijn.
De gemiente Deever ontving in het betreffende boekjaar een dividend van 5 procent van de waarde van haar aandeel in de naamloze vennootschap, die streekvervoer per autobus in voornamelijk het westelijk deel van Drente exploiteerde.

Abracadabra-1461

Posted in Openbaar vervoer, Topstuk, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De Oele in de gevel van de legere skoele

Als je aan mensen, die nu in Deever wonen, de vraag zou stellen waar de Oele van de openbare lagere school an de Tusschendarp in Deever is gebleven, dan zal bijna iedereen deze vragen met nee beantwoorden, laat staan dat ze op de hoogte zijn van het bestaan van de Oele.

De Oele is een zandstenen beeldhouwwerkje dat hoog in de voorgevel van de openbare lagere school aan de Tusschendarp in Deever was ingemetseld. Dit is te zien op de bijgevoegde foto van de vervuilde voorgevel van deze school. De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto in mei 2000 gemaakt, kort voor de afbraak van deze school.
De Oele is bij de afbraak van de school gelukkig niet gestolen, gelukkig ook niet met het bouw- en sloopafval afgevoerd naar een puinbrekerij, gelukkig ook niet verkocht aan een handelaar en gelukkig ook niet voor veel geld aan een liefhebber verpatst, maar dankzij de inspanning van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever behouden gebleven voor Deever. Daarvoor driewerf hulde : hulde, hulde, hulde
Is het een object met cultuurhistorische waarde ?
Is het een object met nostalgische waarde ?
Is het een object met opvoedkundige waarde ?
Is het een erfgoedobject ?
Het in een periode van meer dan een halve eeuw door weer en wind en zure regen en fijn stof aangetaste zandstenen beeldhouwwerkje is na een grondige schoonmaakbeurt in de herfstvakantie van het jaar 2000 door wijlen Bram Moesker binnen in de Openbare Lagere School de Singelier ingemetseld.
Als je aan Deeversen, oud-leerlingen van deze school of mensen die jarenlang dagelijks langs de Oele aan de voorgevel van de school aan de Tusschendarp kwamen en vaak naar de Oele kunnen hebben gekeken, zou vragen of ze weten dat de Oele op het opengeslagen boek van de wijsheid zit, dan zal bijna iedereen die vraag met nee beantwoorden. Kijken, maar niet zien.

Posted in Beeld, Legere skoele in Deever, Tusschendarp | Leave a comment

Aardkundugge monement’n in de gemiente Deever

In het periodiek Da’s Mooi van 10 november 2015 verscheen het navolgende bijzonder belangwekkende korte bericht over aardkundige waarden en aardkundige monumenten in de provincie Drente.

2000 Pingoruïnes
Drenthe heeft meer dan 2.000 pingoruïnes, uniek in de wereld. Pingoruïnes zijn restanten van ijsheuvels uit de laatste ijstijd. Ze zijn vaak als een rond meer, ven of kuil herkenbaar.
Zo ook het Mekelermeer in de boswachterij Gees, dat zo’n 10.000 jaar geleden ontstond. Het is één van de grootste pingoruïnes in het Drentsche landschap en sinds kort het zesde Aardkundig Monument in Drenthe.
www.drenthe.nl/aardkundige waarden
www.provincie.drenthe,nl/onderwerpen/natuur-milieu/bodem/aardkundige-waarden

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op de webstee van de gemeente Westenveld (waar in hemelsnaam ligt toch die toeristische verwesterde gemeente Westenveld ?) is van alles te vinden over oude spullen: rijksmonumenten, provinciale monumenten, vrijwillig aangemelde monumenten (zogenaamde gemeentelijke monumenten), archeologische rijksmonumenten (zijn er ook provinciale en gemeentelijke archeologische monumenten ?), cultuurhistorische waardenkaart, cultuurhistorisch erfgoed, immaterieel erfgoed, gemeentelijke erfgoedverordening, enzovoort, enzovoort, enzovoort. Het is zo gek niet te bedenken of de Dametjes En Heertjes Van Het Onvermurmbare Monumentengelijk Van De Gemeente Westenveld hebben er wel wat voor dichtgeregeld.
Of is alles toch niet helemaal dichtgeregeld ? Want wat te denken van de aardkundige monumenten ? Zijn die aan de aandacht van de Dametjes En Heertjes Van Het  Onaantastbare Gelijk Van De Gemeente Westenveld ontsnapt ? Aardkundige rijksmonumenten, provinciale aardkundige monumenten, gemeentelijke aardkundige monumenten ?
Hier liggen grote kansen om objecten te promoveren tot ten minste gemeentelijk aardkundig monument: de pingoruïnes onder de vele vennen in de bos, de in een zogenaamd oorspronkelijk geologische staat gebrachte nepbovenloop van de Vledder Aa en de Tillegröppe, de vele stuifzandheuvels op Berkenheuvel, de dikke zwerfsteen voor het oude gemeentehuis op de Brink, enzovoort, enzovoort. Zelfs het hunnebed an de Grönnegerweg bee Deever is een aardkundig monument ! Bedenk een georoute of een geopad of een geopark. Zet gratis oerdorpskrachten of dorpsoerkrachten aan het werk ! Doe wat ! Welke oerdorpskracht of dorpsoerkracht wordt de eerste onbezoldigde geogids ? 

Abracadabra-1446

Posted in Aardkundig monument, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Ur is un flink vuloop van nièringdoond’n in Deever

In ut Deeverse Blattie van 24 september 1998 verscheen de bijgevoegde advertentie van de Landelijke Rijvereniging en Ponyclub Diever en omstreken betreffende het niet doorgaan van hun jaarlijkse concours. In de lijst van sponsors/adverteerders worden weliswaar niet alle maar toch heel wat neringdoenden in Diever genoemd. Een flink aantal van deze neringdoenden bestaat niet meer.

1.  Rabobank an de Peperstroate in Deever
Dit bedrijf heeft geen vestiging meer in Deever.
Dit filiaal van de Rabobank is in 2021 opgeruimd (Rabo = Ruimt alle bankfilialen op).

2.  ACM Meppel
ACM is opgegaan in Agrifirm. Agrifirm heeft geen filiaal in Deever.

3.  Eetcafé De Lanteern an de Aachterstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.

4.  Loonbedrijf Vink in Oll’ndeever
Dit bedrijf bestaat.

5.  Drogisterij Koopman an de Peperstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.
In het pand is nu het bedrijf ‘In den Uylenbal’ gevestigd.

6.  Shell Tankstation Blok an de Deeverbrogge
Dit bedrijf bestaat.

7.  Bloemenhandel Van de Walle
Dit is geen bedrijf in de gemiente Deever.

8.  Golff Supermarkt an de Heufdstroate 82 in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.
In het pand is nu een Coop Zelfbedieningszaak gevestigd.

9.  Decoratie’s In de Lindentuin an de Heufdstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.
In het pand is nu een advocatenkantoor gevestigd

10.  Drogisterij Etos an de Heufdstroate 51 in Deever
Dit bedrijf bestaat.

11.  Ruitersportcentrum Ini Slot an de Ruterweg aachter op ’t Noord
Dit bedrijf bestaat. Dit bedrijf heet nu V.O.F. Ruitersportcentrum Van Daalen-Slot.

12.  Warme bakker Gerard Krol an de Peperstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer. Bakker Gerard is met pensioen.
In het pand is nu V.O.F. Echte Bakker August van Vilsteren gevestigd.

13.  Zelfslachtende slager Bennie Doorten an ut Meul’nende in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer. Bennie is met pensioen.
De redactie weet niet welk bedrijf nu in dit pand is gevestigd.

14.  Café Snackbar ’t Keernpunt an de Heufdstroate 48 in Deever
Dit bedrijf bestaat.

15.  Drukkerij Van Goor an de Kruusstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat. Het is een van de oudste bedrijven in Deever.

16.  Autobedrijf Boer an ut Meul’nende in Deever
Dit bedrijf bestaat.

17.  Hoefsmid Kloeze
Dit bedrijf bestaat niet meer.

18.  Autobedrijf Brouwer an de Heufdstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat.

19.  Ruitersportartikelen Boer & Peerd an ut Meul’nende in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.

20.  Café Restaurant De Lange an de Kruusstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat.
Het is na 1998 van eigenaar gewisseld.

21.  Mesthandel Kuiper
Dit bedrijf bestaat.

22.  Trailers de Boer
Dit bedrijf is niet in Deever gevestigd.

23.  Concordia Bouwmaterialen an de Deeverbrogge
Dit bedrijf bestaat. Het bedrijf heet nu Bouwcenter Concordia.

24. Makelaardij De Smelthe
Dit bedrijf heeft geen vestiging meer in Deever.

25.  Restaurant The Shakespeare an de Aachterstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.
In het pand is nu het bedrijf Landhuis Noordes gevestigd.

26.  Loonbedrijf Bruinenberg an de Ten Darperweg in Wapse
Dit bedrijf bestaat.

27.  Marskramer Huishoudelijke Artikelen an de Kruusstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.

28.  Manege Dwingeloo
Dit bedrijf is niet in Deever gevestigd.

29.  Moes Huifkarrenverhuur in Wapse
Dit bedrijf bestaat.
Het bedrijf heet nu Camping Het Noordenveld.

30.  Warnders Rijwielen an de Heufdstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer. Jan Warnders is met pensioen.

31.  Chinees Indisch Restauranr Mao Hui an de Deeverbrogge
Dit bedrijf bestaat.

32.  Hotel Restaurant De Boerij an de Grönnegerweg bee Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.
In ut Aar’mhuus is nu Landhotel Diever gevestigd.

33.  Paardenhandel Hein Peeters an de Kastanjelaène in Oll’ndeever
Dit bedrijf bestaat niet meer.
In het pand is nu Stal Albert Luuks gevestigd.

34.  Veevoeders Van Dijk
Dit bedrijf is niet in Deever gevestigd.

35.  Antiek en Design
De redactie heeft geen gegevens van dit bedrijf kunnen vinden.

36.  Café Brinkzicht an de brink in Deever
Dit bedrijf bestaat. Het is na 1998 verschillende keren van eigenaar gewisseld.

37.  Wolting Antiek an de Deeverbrogge
Dit bedrijf bestaat niet meer.

38.  Handels- en Verhuurbedrijf Pot an de Wapserveenseweg in Wittelte
Het bedrijf is in 2012 failliet verklaard.
In het pand is nu Westerend Beheer b.v. gevestigd.

39.  Groepsaccomodatie Het Kasteel op ut Kastiel in Deever
Dit bedrijf bestaat.

40.  Studio Physique an de Deeverbrogge
Dit bedrijf bestaat.

41.  Veldhuijzen Radio en Televisie
De redactie heeft geen gegevens van dit bedrijf kunnen vinden.

42.  Dievas Beheer en Bemiddeling
De redactie heeft geen gegevens van dit bedrijf kunnen vinden.

43.  Univé West Drenthe
Dit bedrijf bestaat, echter heeft geen vestiging meer in Deever.

44.  Dekstation Klok an de Kastanjelaène in Deever
Dit bedrijf bestaat niet meer.

45.  Hoefsmid Peet Meeuwissen
De redactie heeft geen gegevens van dit bedrijf kunnen vinden.

46.  Café Restaurant Centrum an de Kruusstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat. Het is na 1998 verschillende keren van eigenaar gewisseld.

47.  Kaasbus Vaartjes
Dit ambulante bedrijf heeft geen vestiging in Deever.

48.  Bloemenhuis Hofman an de Heufdstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat.

49.  Kledingwinkel ’t Winkeltje an de Heufdstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat.
Hier was vroeger de manufacturenwinkel van Geertje Vos gevestigd.

50.  Installatiebedrijf Sjabbens an de Heufdstroate in Deever 
Dit bedrijf bestaat.

51.  Pension De Olde Horst an de Heufdstroate in Deever
Het bedrijf bestaat.
De naam is nu Aangenaam Olde Horst.

52.  Schildersbedrijf Santing an ut Meul’nende in Deever
Het bedrijf bestaat.
Het is nu gevestigd an de Deeverbrogge.

53.  Smeekes Woninginrichting in Oll’ndeever
Het bedrijf bestaat niet meer. Gijs Smeekes is met pensioen gegaan.

54.  ’t Dingspilhuus an de Heufdstroate in Deever
Het bedrijf bestaat niet meer Jan Vos is met pensioen gegaan.
Het pand is afgebroken.

55.  Jissink Snackpoint op ut maarkturrein an ut begun van de Bosweg
Dit bedrijf bestaat niet meer.
De gemeente Westenveld heet dit  ambulante bedrijf weggepest uut Deever.

56.  Bartol Doeland an de Heufdstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat.
Het opereert nu onder de naam Klus & Bouwmarkt Dieverbrug an de Deeverbrogge.

57.  ERO Bouwbedrijf
De redactie heeft geen gegevens van dit bedrijf kunnen vinden.

58.  Kerssies Handelsonderneming an de Kastanjelaène in Oll’ndeever
Dit bedrijf bestaat niet meer.
In het pand is nu Vbl Kerver Dierenwinkel gevestigd.

59.  Klok Installatiebedrijf an de Kastanjelaène in Oll’ndeever
Dit bedrijf bestaat.
Het is nu gevestigd an ut Meul’nende in Deever.

60.  De Weijdegang Recreatie
De redactie heeft geen gegevens van dit bedrijf kunnen vinden.

61.  Schoenenhuis Mulder an de Heufdstroate in Deever
Dit bedrijf bestaat.

62.  Bouwbedrijf Van Kampen an de Ten Darperweg in Wapse
Dit bedrijf bestaat.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Van 49 in de gemiente Deever gevestigde bedrijven in 1998, bestonden in 2022 nog maar 30.

Posted in Neringdoende | Leave a comment

De botterfubriek wödde op 1 april 1899 anbesteed

In maart 1899 was het zo ver dat het bestuur van de Coöperatieve Vereeniging te Deever de bouw van de roomboterfabriek publiekelijk kon gaan aanbesteden. Op 26 maart 1899 verscheen in de Leeuwarder Courant de volgende advertentie.

Aanbesteding. Roomboterfabriek.
Het bestuur van de Coöperatieve Vereeniging te Diever zal op Zaterdag 1 april 1899, ’s namiddags 2 uur, ten huize van den Logementshouder R. Seinen te Diever, aanbesteden het bouwen van een roomboterfabriek te Diever, met bijlevering van materialen.
Bestek en teekening liggen van af heden ter inzage bij genoemden Seinen.
Aanwijzing zal plaats hebben op den dag der aanbesteding, ’s morgens 11 uur.
Diever, 25 maart 1899.
Het bestuur

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Een coöperatie is een groep -in dit geval een vereniging- van producenten -in dit geval melkproducerende boeren- die samenwerken om marktaandeel en economische macht te veroveren en te vergroten.
De bouw van de roomboterfabriek aan het Katteneinde in Deever was een reactie van de boeren in Deever, De
everbrogge, Oldendeever, Kalteren, ’t Noord, Wittelte en ’t Moer op de particuliere melkfabriek an de Deeverbrogge van de Nijensleekse ondernemer Jan Frederik Hilkemeijer (geboren op 13 december 1858 te Nijensleek, overleden op 23 juni 1935 te Groningen). Blijkbaar bood deze ondernemer (veel) te weinig voor de melk van de boeren uit de omgeving.
De aanbesteding vond plaats in de gelagkamer van het café-logement van Roelof Seinen an de Heufdstroate in Deever.
De redactie zal trachten een passende foto bij dit bericht te plaatsen.

Posted in Deever, Landbouw, Süvelfubriek Deever | Leave a comment

Johanna Cornelia Ludovica van Wensen is 70 ewöd’n

In de krant ‘De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad’ van 27 maart 1917 verscheen het bericht van overlijden van Johanna Cornelia Ludovica van Wensen, weduwe van mr. Lodewijk Guillaume Verwer.

Heden overleed tot onze diepe droefheid na voorzien te zijn van de H.H. Sacramenten der Stervenden, onze lieve Moeder, Behuwd- en Grootmoeder
Johanna Cornelia Ludovica van Wensen,
Weduwe van den Weledel Gestrenge Heer Mr. L.G. Verwer,
in den ouderdom van ruim 70 jaren.
Leiden:
L.Y.M. Verwer.
Oegstgeest:
C.J. Meddens-Verwer.
Mr. J.L.J. Meddens.
en kind.
Zwolle:
J.Joh. Verwer.
E.M. Verwer-Becker.
en kinderen.
Oegstgeest:
I.J.M. van Sonsbeeck-Verwer.
Th. van Sonsbeeck.
Leiden, 25 maart 1917.
Geen Bloemen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Johanna Cornelia Ludovica van Wensen
Zij is geboren op 17 juli 1846 in Leiden. Zij trouwde op 11 augustus 1869 met Lodewijk Guillaume Verwer. Zij is overleden op 25 maart 1917 in Leiden. Johanna Cornelia Ludovica van Wensen is niet begraven bij mr. Lodewijk Guillaume Verwer op de rooms-katholieke begraafplaats.
L.Y.M. Verwer is Louisa IJsbranda Maria Verwer.
Zij is een dochter van Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovica van Wensen. Zij is geboren op 27 juni 1870 in Leeuwarden. Zij trouwde op 3 juli 1924 in Zoeterwoude met Petrus Carolus Aloysius Wap. Zij is overleden op 28 juli 1944 in Zoeterwoude. Petrus Carolus Aloysius Maria Wap is burgemeester van Nibbixwoud geweest.
C.J. Meddens-Verwer is Cecilia Johanna Verwer.
Zij is een dochter van Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovica van Wensen. Zij is geboren op 10 september 1872 in Leeuwarden. Zij trouwde op 3 augustus 1904 in Deever met Jacobus Livinus Joannes Meddens. Zij is overleden op 7 juni 1923 in Soest.
J.L.J. Meddens is Jacobus Livinus Joannes Meddens.
Hij is geboren op 2 oktober 1878 in Groningen. Mr. dr. Jacobus Livinus Joannes Meddens was als kassier werkzaam in de levensverzekeringenbranche.
I.Joh. Verwer is Idse Johannes Verwer.
Hij is een zoon van Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovica van Wensen.
Hij is geboren op 27 augustus 1874 in Leeuwarden. Hij trouwde op 22 juli 1902 in Amsterdam met Elisabeth Maria Becker. Hij is overleden op 19 januari 1926 in Nijmegen. Hij was directeur van de Noordelijke Hypotheekbank.
E.M. Verwer-Becker is Elisabeth Maria Becker.
Zij is geboren op 2 februari 1878 in Amsterdam, Damrak 91. Zij is overleden op 15 juli 1948 in Amsterdam.
J.J.M. van Sonsbeeck-Verwer is Johanna Josephina Maria Verwer.
Zij is een dochter van Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovica van Wensen. Zij is geboren op 29 september 1879 in Leeuwarden. Zij trouwde op 15 juli 1908 in Deever met Theodorus van Sonsbeeck. Zij is overleden op 11 februari 1942 in Overveen.
Th. van Sonsbeeck is Theodorus van Sonsbeeck.
Hij is geboren op 30 april 1871 in Zwolle. Hij is overleden op 13 augustus 1955 in Heemstede

Posted in Lodewijk Guillaume Verwer, Overlijdensbericht, Zorgvliet | Leave a comment

De neeje kattelieke kaarke en parochie op Zorgvliet

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is opgenomen als afbeelding 51 een ansichtkaart van de pastorie, de nieuwe rooms-katholieke kerk en de huisjes van de Stichting Sint Anthonij Gasthuis op Zorgvliet. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is aandacht besteed aan de totstandkoming van de nieuwe rooms-katholieke kerk en parochie op Zorgvliet. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

51 – Zorgvlied – Katholieke Kerk en Witte Huis – 1928
Op 30 mei 1880 kreeg de familie Verwer toestemming om in de kapel van de villa Castra Vetera de gewone mis te laten opdragen aan gelovigen, die dienstbaar waren aan de familie. Op 3 september 1884 besloot aartsbisschop Snickers van Utrecht vanwege het groeiende aantal rooms katholieken te Wateren een nieuwe parochie op te richten onder de bescherming van de Heilige Andreas. Op 18 september van dat jaar werd het eerste kerkje ingezegend en werd de eerste pastoor geïnstalleerd.
In juli 1887 kocht het parochiebestuur de grond waarop het eerste kerkje en het op de foto zichtbare Witte Huis stonden en een
stuk grond in de buurt voor 500 gulden van de familie Verwer. Deze stelde daarbij als voorwaarde dat de grond bestemd was voor een kerk, een pastorie en een kerkhof, waarvan een deel bestemd werd voor een familiegraf. Alleen de op 8 november 1910 overleden mr. Lodewijk Guillaume Verwer ligt daarin begraven. In 1919 schonk de familie Verwer hun Witte Huis aan de parochie. Tot in 1966 is het huis in gebruik geweest als pastorie.
Op 7 oktober 1923 verzocht het parochiebestuur aan aartsbisschop Van de Wetering van Utrecht een nieuwe kerk te mogen bouwen voor 20.000 gulden en het oude kerkje voor 250 gulden te kopen van Idse Johannes Verwer te Zwolle. De aartsbisschop gaf twee dagen later al toestemming onder bepaling dat van den bouw der kerk afzonderlijk rekening en verantwoording aan ons moeten worden overlegd. De parochie kreeg toestemming om het geld voor de bouw in te zamelen.
De aartsbisschop gaf met een schenking van 7000 gulden het goede voorbeeld aan mogelijke schenkers. Het inzamelen van geld verliep voorspoedig, zodat al op 27 november 1923 de eerste steen kon worden gelegd. Ook de bouw verliep zonder problemen. Op 15 juli 1924 werd de kerk op plechtige wijze ingewijd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De nieuwe rooms-katholieke kerk op Zorgvliet bestaat op 15 juli 2025 honderd jaar. De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor de volledigheid naar het bericht Sint Andreas kaarke stiet bijna 100 joar op Zorgvliet.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 188 ook een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart opgenomen.

Posted in Kattelieke Kaarke, Sint Anthonij Gasthuis, Witte Huis, Zorgvliet | Leave a comment

Veiling van eene boerenplaats van Pieter de Vroome

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 4 november 1906 de volgende advertentie over de veiling van een boerenplaats -vroeger gediend hebbende als logement- van Pieter de Vroome an de Deeverbrogge.

Notaris Stuart te Dwingelo zal op zaterdag 10 november aanstaande des voormiddags elf uur, in het logement Seinen te Diever, voor Pieter de Vroome, publiek bij inzate veilen:
Eene boerenplaats bestaande uit:
Eene flinke Behuizinge, vroeger gediend hebbende tot Logement en thans nog van zeer ruime Stallingen voorzien, staande aan den Rijksstraatweg in de nabijheid van Dieverbrug, tegenover de opslagplaats en ten gevolge daarvan gunstig gelegen voor de uitoefening van een Bier- en Koffiehuis, benevens daarbij staande Arbeiderswoning, uitmuntend Wei- en Hooiland, Bouwland, Veld- en Zandgronden, samen ter grootte van 12 hectaren, 21 aren en 16 centiaren.

Aantekeningen van het redactie van ut Deevers Archief
In de advertentie wordt Dwingelo gelukkig nog geschreven, zoals het moet worden geschreven. De meeste van de zelfstandige naamwoorden in de advertentie worden nog -op zijn Duits- met hoofdletters geschreven.
De boerenplaats, het voormalige logement an de Deeverbrogge bee de löswal an de Voat, was in het bezit van de ongehuwde Pieter de Vroome. Hij werd op 28 juni 1846 an de Deeverbrogge geboren als zoon van Roelof de Vroome en Ebeldina Pieter ten Wolde. Hij overleed op 30 november 1910 an de Deeverbrogge. Sjoert Benthem moet het voormalige logement hebben gekocht.

Posted in An de Deeverbrogge, Café-Logement | Leave a comment

Stako-stool’n an de riegel en op de bulte

De redactie van ut Deevers Archief heeft in een aantal berichten aandacht besteed aan N.V. Meubelfabriek ‘de Toekomst’ an de Deeverbrogge. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief klikke voor het lezen van deze berichten op het onderwerp ‘Meubelfabriek de Toekomst’.
Meer dan twintig jaar (vanaf 1942 ?) was N.V. Meubelfabriek ‘de Toekomst’ gevestigd an de Deeverbrogge, In het najaar van 1966 ging deze maakindustrie helaas failliet, verloren 18 medewerkers hun baan en werd de inventaris geveild.

Een bekend product van deze fabriek was de stapelbare en koppelbare stoel, die onder het merk STAKO (STApelbaar en KOppelbaar) op de markt werd gebracht. Het kan voorkomen dat STAKO-stoelen heden ten dage nog via internet te koop worden aangeboden of worden geveild. Wees er dan snel bij. Want het zijn degelijke tijdloze stoelen. Want STAKO-stoelen zijn Deevers industrieel aarfgood. De op de foto’s in bijgaande afbeelding zichtbare stoelen waren zo te zien STApelbaar én KOppelbaar.
In het tijdschrift ‘Katholieke gezondheidszorg’, het orgaan van de Nationale Federatie ‘Het Wit-Gele Kruis’ en het rooms katholieke Limburgse Groene Kruis, jaargang 18, nummer 11, 1949, stond de hier getoonde advertentie voor de ideale stapelbare en koppelbare stoel. 

Stako
De ideale stapel- en koppelbare stoel voor alle zalen, patronaten, internaten, pensionaten, enzovoort, enzovoort.
Voldoet aan alle eisen van brandweervoorschriften.
Gemakkelijk op te bergen (30 stoelen op 1 m²).
Vraagt vrijblijvend alle gewenste voorlichting.
Meubelfabriek ‘de Toekomst’, Dieverbrug (Dr.), telefoon 15 (doorverbinding).

Posted in Aarfgood, An de Deeverbrogge, Meubelfabriek 'de Toekomst', STAKO-meubel | Leave a comment

Ansichtkoate van veer oorlogsmonement’n

Elk jaar op 4 mei worden ’s avonds de oorlogsslachtoffers uit en in de gemiente Deever herdacht bij het oorlogsmonument op ut maarktturrein an de Bosweg in Deever. Bijgaand afgebeelde ansichtkaart in kleuren toont vier oorlogsmonumenten in de gemiente Deever. Voor zover bekend bij de redactie van ut Deevers Archief is dit de enige ansichtkaart uit de gemiente Deever waarop een combinatie van vier oorlogsmonumenten is te zien. De redactie weet niet precies in welk jaar deze ansichtkaart is uitgegeven, maar heeft het vermoeden dat dit omstreeks 2010 is geweest.
Op de ansichtkaart zijn te zien het oorlogsmonument aan het begin van de Bosweg in Deever (links boven), het onderduikershol op Berkenheuvel (links midden), het oorlogsmonument aan de Hunterweg in de Olde Willem (links onder) en het oorlogsmonument bij Hoeve aan den Weg in de Olde Willem (rechts). De redactie heeft in heel wat berichten in ut Deevers Archief aandacht besteed aan deze oorlogsmonumenten.
De webstee Traces of War besteedt ook aandacht aan deze vier oorlogsmonumenten in de gemiente Deever, te weten het oorlogsmonument aan het begin van de Bosweg in Deever, het onderduikershol op Berkenheuvel, het oorlogsmonument aan de Hunterweg in de Olde Willem en het oorlogsmonument bij Hoeve aan den Weg in de Olde Willem.

Posted in Onderduikershol, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ut valse reclamebröt veur de Deeverse bos

De redactie van ut Deevers Archief kwam tijdens het surfen over de golven van oneindig veel informatie op het internet bijgaande afbeelding van de Deeverse bos tegen. De redactie was helemaal flabbergasted  van deze afbeelding.
De idyllisch-ogende archaïsch-utopische desinformerende afbeelding met een zandverstuiving en dennebossen en een vliegden met een edelhert, een buizerd en een specht en een eenzame wandelaar op de wegen der vrijheid is volstrekt niet meer van deze tijd.
Want in de Deeverse bos zijn geen edelherten en binnenkort heeft het roedeltje wolven de reeën volledig uitgeroeid of weggejaagd. En die kostelijke dennebossen worden door de op geld beluste arrogante beheerders van de Deevers bos in rap tempo en met veel wroem-wroem lawaai te gelde gemaakt. En in de Deeverse bos zijn gelukkig geen nep-Noordeuropese-zandwoestijnen.
En dat van die ‘de lanen op de paden in’ wandelaar met rugzak klopt al helemaal niet meer. Bezoekers zijn ongewenste personen geworden, zijn persona non grata geworden. Want de arrogante beheerders van de Deeverse bos zijn in rap tempo bezig met het onbegaanbaar maken en het uitwissen van de vroeger aanwezige paden en wegen. Dus in plaats van een wandelaar met een rugzak en wandelstok af te beelden, had een padvinder met een grote scherpe machete moeten zijn afgebeeld.
En de beheerders van de Deeverse bos willen de schapenmoordenaar genaamd exotische wolf alle ruimte geven om zich aan de randen van de Deeverse bos zo dicht mogelijk in de buurt van schapen te vestigen en dat betekent dat bezoekers nog veel meer ongewenste personen zijn geworden, persona absoluta non grata zijn geworden.
De conclusie is dat bijgaand desinformerend indoctrinatie-bord met geschwinde spoed en in gestrekte draf moet verdwijnen en vooral niet moeten worden vervangen door een ander idyllisch-ogend archaïsch-utopisch desinformerende indoctrinatie-bord.

Posted in de Deeverse bos | Leave a comment

Vandaège goa’j van gister hen mörn

De redactie van ut Deevers Archief heeft in een aantal berichten in ut Deevers Archief aandacht besteed aan de Friese schrijver en straatmaker Abe Brouwer, die van 1 maart 1957 tot 1 oktober 1966 gemeente-straatmaker was in de gemiente Deever.
In Deever schreef hij weinig, hij schreef alleen de roman Springtij, delen I, II en III.
Na zijn pensionering als gemeente-straatmaker van de gemiente Deever op 1 oktober 1966 verhuisden Abe Brouwer en zijn vrouw van de Kloosterstroate in Deever hen Sneek.
Abe Brouwer pakte in Sneek de pen weer op en ging verder met het schrijven van proza. Zo verscheen in 1974 zijn verhalenbundel ‘Fan juster nei hjoed’ met veel autobiografische feiten.
De redactie noemt dit boek, omdat – vanwege al die autobiografische feiten – op de voorkant van het boek een herkenbare tekening van het hoofd van Abe Brouwer is te zien. Zie de bijgevoegde afbeelding.

Posted in Abe Brouwer, Tiekening | Leave a comment

Bestuursleed’n van ut veefonds kriegt un wièrglas

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 25 februari 1981 verscheen het volgende korte berichtje over de jaarvergadering van de afdeling Diever van het veefonds.

Bestuursleden Diever veefonds in het zonnetje
Diever. De jaarlijkse ledenvergadering van het veefonds, afdeling Diever werd maandagavond gehouden bij hotel Brinkzicht. De bijeenkomst werd bijgewoond door 14 leden. Het fonds heeft in totaal 56 leden.
Uit het verslag van penningmeester J. Soer bleek dat het financieel resultaat van het afgelopen jaar gunstiger dan het vorige jaar was. Er werden in totaal 126 koeien en vaarzen, 2 stieren, 11 pinken en 70 kalveren afgekeurd en uitbetaald.
De heer R. Schuring werd door de waarnemend voorzitter de heer F. Fledderus in het zonnetje gezet, omdat hij 25 jaar bestuurslid was. Van de heer L. Mulder werd afscheid genomen, hij was 16 jaar bestuurslid. Beiden kregen van de heer Fledderus een barometer aangeboden. In de vacature door het vertrek van de heer L. Mulder werd nog niet voorzien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De Deeverse correspondent van de Olde Möppeler stuurde bij zijn bericht ook een foto naar de redactie van de Olde Möppeler, maar die publiceerde om onduidelijke redenen deze foto niet bij het berichtje. Maar daarom niet getreurd. De redactie van ut Deevers Archief toont die foto uiteraard graag wel bij het berichtje. Deze foto is gemaakt door dorpsfotograaf en dorpsfiguur Harm (Haarm) Hessels.
Op de foto zijn van links naar rechts te zien:
Lambert (Lammert) Mulder (geboren op 19 november 1907, overleden op 26 februari 1996 ;
Wolter Barelds;
Roelof Schuring (geboren op 19 februari 1929, overleden op 30 mei 1989);
Johannes (Hans) van Nijen (geboren op 23 september 1939, overleden op 22 oktober 1993) ;
Fokke Fledderus;
Jan Soer (geboren op 23 december 1905, overleden op 11 april 1981).
Het mag duidelijk zijn dat de leden niet allemaal uut Deever kwamen, maar zo eerlijk mogelijk verdeeld uit de verschillende dorpen en gehuchten in de gemiente Deever kwamen.
Dat de afdeling Deever van het veefonds in 1981 nog maar 56 leden had, geeft aan dat ‘de boerensanering’ in de gemiente Deever bezig was ‘een daverend succes’ te worden.
Bijgaande afbeelding is eveneens opgenomen op bladzijde 148 van het papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in Alle Deeversen, Boer'nlee'm, Haarm Hessels | Leave a comment

Henkie hef sien glaès’n knikkes mitekreeg’n

De redactie van ut Deevers Archief was op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever nog nooit langs de groeve van Hendrik (Henkie) Jan Wesseling gelopen. Bij een rondgang op 22 april 2021 viel zijn oog wel op het graf van Hendrik (Henkie) Jan Wesseling en dat kwam met name door de naam Henk, die op het platte deksteen van de groeve is vormgegeven met behulp van glazen knikkers.
Hendrik (Henkie) Jan Wesseling is geboren op 4 december 1943 in Deever. Hij is in zijn vierenzeventigste levensjaar overleden op 10 september 2018 in Möppel. Wellicht is hij overleden in de Reesthoeve van de Stichting Vanboeijen aan de Hoogeveenseweg in Möppel. De redactie heeft zijn overlijdensbericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van woensdag 12 september 2018 hier opgenomen.
Hendrik (Henkie) Jan Wesseling is een zoon van Gerrit Jan (Gait Jan) Wesseling en Hendrikje Oostra. Gerrit Jan (Gait Jan) Wesseling is geboren op 8 juni 1900 in Deever. Hij is overleden op 22 oktober 1983 in Deever. Hendrikje Oostra is geboren op 6 mei 1897. Zij is overleden op 13 september 1974. Beide zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
In het overlijdensbericht is Cor (Corrie) Wesseling genoemd. Dit is de zuster van Hendrik (Henkie) Jan Wesseling. Ten tijde van het overlijden van Hendrik (Henkie) Jan Wesseling leefde zij blijkbaar nog.
Hendrik (Henkie) Jan Wesseling was geestelijk gehandicapt. In Deever werd hij in de volksmond altijd gekke Henkie genoemd. Zelfs ontstond een gezegde: Ik bin gekke Henkie neet. Je denkt toch niet dat ik gek ben ?
De redactie weet niet wanneer Henkie Wesseling opgenomen is geworden in een inrichting voor geestelijk gehandicapten. In de vijftiger jaren en wellicht ook nog in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw was Henkie Wesseling nog thuis bij zijn ouders op de boerderij an de Achterstroate in Deever.
Het gebeurde regelmatig dat de goedmoedige Henkie ‘ontsnapte’ en dan ging hij steevast op zoek naar knikkes. Ook in de Kloosterstroate ging hij in zijn blauwe overall bij diverse huizen langs. Onder het lopen rammelden in de zakken van zijn overall glazen knikkers. Dan was steevast zijn vraag: Hei’j nog knikkes ? En onderwijl het vragen rammelde hij met een paar glazen knikkers in zijn hand. Hei’j nog knikkes ? Vaak gaven de mensen hem geen knikkers, maar soms wel een paar. Het moesten dan wel glazen knikkers zijn, want kalken knikkers rammelden niet in zijn hand en ook niet in zijn broekzak. Wellicht heeft Henkie dat rammelen met glazen knikkers zijn leven lang volgehouden. Dat weet Jan Hessel (Hessie) Mulder ongetwijfeld.
De redactie waardeert het bijzonder dan Jan Hessel (Hessie) Mulder, neef van Hendrik (Henkie) Jan Wesseling, zonder twijfel uit respect voor Henkie, zijn naam met glazen knikkers op het graf heeft laten plaatsen. Treffender kan het niet. Hei’j nog knikkes ? 
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s gemaakt op donderdag 22 april 2021.

In De Westervelder van 16 maart 2022 verscheen het bericht van overlijden van Cornelia (Cor, Corrie) Wesseling, de zuster van Henkie Wesseling. Zie de bijgaande bericht van overlijden. De redactie heeft de kleurenfoto van het graf van Corrie Wesseling gemaakt op dinsdag 19 april 2022.


Posted in Aagterstroate, Overlijdensbericht | Leave a comment

Bee de waèterpompe van de legere skoele

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is opgenomen als afbeelding 50 een foto van kinderen bij de waterpomp op het schoolplein van de openbare lagere school an de Heufdstroate in Deever. In de tekst bij de afgebeelde foto is enige aandacht aan de woning van de gemeenteveldwachter en de gemeenteveldwachter. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

50 – Diever – Bij de pomp van de Openbare Lagere School – 1927
Deze foto is genomen bij de pomp voor de openbare lagere school aan de Hoofdstraat.
In die tijd waren er nog niet veel automobielen. Als de kinderen een auto uit de richting van het gemeentehuis hoorden komen, dan gingen ze allemaal bij het hek staan. En wat werd het dan jammer gevonden als de auto in de richting van Wateren ging.
In de links zichtbare gemeentewoning, Diever 143, woonden in 1927 Johannes Gerardus Ekkelboom, zijn vrouw Maike Holtrop en hun kinderen Antje en Siert. Johannes Ekkelboom werd met ingang van 1 maart 1902 in Diever aangesteld als gemeenteveldwachter, tevens onbezoldigd rijksveldwachter.
Dat er toen nog geen collectieve arbeidsovereenkomst voor gemeenteveldwachters was, blijkt wel uit de brief die Johannes Ekkelboom op 22 januari 1905 aan de gemeenteraad stuurde. Daarin verzocht hij zijn traktement een weinig te verhogen, omdat hij naar hij vermeende steeds met ijver en nauwgezetheid zijn plicht had volbracht en omdat de veldwachter van andere gemeenten overal meer traktement dan hij genoot en deze vooral de laatste tijd was verhoogd.
Dat niet iedereen overtuigd was van de plichtbetrachting van de veldwachter is op te maken uit een roddelbrief die in 1918 aan de burgemeester werd verstuurd. De schrijver van het epistel vond dat de veldwachter te veel in de kroeg van Griet Merk zat en te weinig in bos en op veld en akker kwam en dat daardoor werd gestroopt en gestolen en ook illegaal varkens werden geslacht.
De fraaie gemeentewoning is tot 1 juni 1997 bewoond geweest. Helaas zal dit pand worden gesloopt. Aan wijlen Hendrik Berends, de laatste bewoner van het pand, werd het hier zichtbare typische ronde raam toegezegd.
Bij deze foto uit het familieblad Het Noorden in Woord en Beeld, stond het volgende rijmpje:
Zoo’n dag in het dorp op het plein, is waarlijk toch wel fijn, en het water is zoo nat, zij nemen ’t bij hun pompje, in hunne hand of klompje, en drinken zich er zat, ja graag zou elk der guiten, den ander frisch bespuiten, maar ….. meester is op het pad.
In 1927 was Gerrit de Nes de hoofdmeester van deze school.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In Deever waren twee lagere scholen. Tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw werd de Openbare Lagere School gewoon de ‘legere skoele’ genoemd en werd de Gereformeerde Lagere School de ‘griffemièrde skoele’ genoemd.
De hier afgebeelde zwart-wit foto is gemaakt bij de openbare lagere school an de Heufdstroate in Deever. De kinderen staan ongeveer op de plek waar de openbare bibliotheek bij het Dingspilhuus an de Heufdstroate in Deever heeft gestaan. De redactie verwijst daartoe naar de twee bijgevoegde kleurenfoto’s van deze bibliotheek. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers weet wie deze foto’s heeft gemaakt en wanneer deze foto’s zijn gemaakt. De redactie wil deze gegevens uiteraard graag bij de twee kleurenfoto’s vermelden.
De tekst bij de zwart-wit foto is niet juist. Johannes Gerardus Ekkelboom is Johannes Ekkelboom. Maike Holtrop overleed op 20 januari 1926 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Johannes Ekkelboom hertrouwde op 26 februari 1927 met Anna Cornelia Vierkant. Hij scheidde van haar op 11 oktober 1927. Hij hertrouwde op 60-jarige leeftijd op 23 juni 1928 in Diever met de 18-jarige Catharina Oosterhof. Johannes Ekkelboom is geboren op 13 april 1868 in Oldemarkt en is overleden op 19 december 1939 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Sjoert Benthem nam het café-logement an de Deeverbrogge in 1906 over van zijn vader. Sjoert Benthem overleed in 1915. Zijn vrouw Griet Merk heeft het café tot 1 mei 1921 voortgezet. Toen werd haar vergunning ingetrokken wegens het niet betalen van het vergunningsrecht.
Bijgaande afbeelding is voor het eerst gepubliceerd in het geïllustreerde weekblad ‘Het Noorden in woord en beeld’, jaargang 3, 1927-1928, nummer 31, 28 oktober 1927.
Bijgaande afbeelding is in nogal bijgeknipte vorm opgenomen op bladzijde 463 van het papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Legere skoele in Deever | Leave a comment

Plesierboaties bee de löswal an de Brogge

Bijgaand afgebeelde kleurenansichtkaart is in 1996 uitgegeven door het bedrijf Rekker b.v. De redactie heeft nog niet uitgevogeld bij welke neringdoende in Deever deze ansichtkaart te koop was.
Op de foto boven aan de linkerkant van de ansichtkaart is te zien het keuterboerderijtje op ut Kastiel in Deever waar vroeger Teunis Mulder (Teunis Kuper) woonde. In 1996 woonde daar Teunis Rozeboom, een kleinzoon van Teunis Mulder.
Op de foto boven aan de rechterkant van de ansichtkaart is een deel van de Kruusstroate in Deever te zien.
An de Deeverbrogge zijn helaas geen neringdoenden, restaurantuitbaters of benzinestationuitbaters meer die ansichtkaarten van de Deeverbrogge en omgeving verkopen. Daarom is de onderste foto van de Deeverbrogge met aan weerszijden van de Voat voor de wal liggende plezierboten toch wel een mooi kleurenfragmentje uit de toeristische geschiedenis an de Deeverbrogge. Want die vele gezellig en schilderachtig afgemeerde bootjes waren een doorn in het oog van de regelhebzuchtige Gemeentelijke en Provinciale Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Grote Gelijk Van Het Grote Toeristisch Industriële Uitbaten en zijn daarom weggeregeld, weggesaneerd, weggeorganiseerd, aangeharkt en verbannen naar een dure en overgeorganiseerde voorbijvaardershaven bij de Dieversluis ver van die gezellige löswal bee de Brogge.
Zo’n mooi kleurenfragmentje uit de toeristische geschiedenis an de Deeverbrogge is zeker de moeite waard enige tijd te tonen als kopafbeelding van ut Deevers Archief.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Kopplètie | Leave a comment

De twee kalkoom’s an de Deeverbrogge

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige variatie de kopafbeelding van ut Deevers Archief. Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (300 dpi).
Als jij vind dat de hier getoonde kopafbeelding te lelijk is als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Als jij de hier afgebeelde reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
De redactie heeft de hier getoonde kleurenfoto van de twee kalkoom’s an de Deeverbrogge gemaakt op vrijdag 21 november 2014.
De uitsnede van de kleurenfoto is voor het eerst als kopafbeelding getoond op 21 juni 2018.


Posted in An de Deeverbrogge, de Kalkoo’ms, Kopplètie | Leave a comment

Braand in ut gemientehuus van Deever

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 30 juli 1864 verscheen het navolgende bericht over de brand van 27 juli 1864 in het gemeentehuis van Deever.

Heden nacht, omstreeks één uur is alhier brand ontstaan in het gemeentehuis, toebehorende en bewoond door J. Seinen, met dat ongelukkig gevolg, dat in een uur tijds drie huizen, bewoond door vier huisgezinnen, benevens 2 paarden, 50 schapen, één oud varken en 8 of 9 biggen, alsmede het grootste gedeelte der inboedels, een prooi der vlammen zijn geworden.
Huizen en inboedels waren tegen brandschade verwaarborgd, behalve de inboedel van Van der Kamp, die alleen het huis maar had verzekerd.
Naar men verneemt zijn de gemeentelijke archieven meest behouden gebleven, doch die der Kerkvoogdij zijn mede eene prooi der vlammen geworden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In die tijd was het gemeentehuis in Deever gevestigd in één van de twee voorkamers van het café-logement van Jan Seinen aan de Hoofdstraat.

Posted in Deever, Gemientehuus | Leave a comment

Ut stroatnaèmbröttie veur vaè en seune Koster

De doodlopende Kosterstraat is te vinden op de Westeresch van Deever.
Zie ook de bijgaande twee kleurenfoto’s, die de redactie van ut Deevers Archief op donderdag 4 november 2017 heeft gemaakt tijdens een halfjaarlijks koekeloerrondje door de gemiente Deever.
Eigenlijk is de Kosterstraat meer een soort van karig en goedkoop doorgaand Kosterpaadje, maar wel met van die vervelende gemeentelijke betuttelpaaltjes aan het begin van het paadje. Stel je toch eens voor dat vanaf de Brinkstraat auto’s de smalle Kosterstraat in zouden worden gereden of omgekeerd. Dat moet echt niet mogelijk zijn.
Het straatnaambordje aan de kant van de Dingspilstraat oogde op 4 november 2017 verloederd, versmeerd en verweerd. De tekst onder de naam van de straat was zelfs niet meer te lezen. Dit bordje staat in schril contrast met de keurig opgepoetste bordjes aan het begin van de oprijlaan met de naam Gemeentehuislaan.
De Kosterstraat is vernoemd naar de Deeverse verzetsstrijder Geert Gerhardus Koster (geboren op 24 mei 1925 in Deever, overleden op 24 maart 1945 te Paigerhorst). Verzetsstrijder Geert Gerhardus Koster is de zoon van de Deeverse verzetsleider Geert Koster (geboren op 5 januari 1900 in Nieuw Buinen,, overleden op 26 maart 1996 in Deever).
Vader Geert Koster onthulde het straatnaambord op 9 mei 1988; zie het bijgevoegde artikel, dat op 9 mei 1988 is gepubliceerd in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante).
Erg opmerkelijk is dat de Dametjes En Heertjes Van Het Hardgrondige Gelijk In Het Gemeentehuis Aan De Brink In Deever in 1988 de straat alleen naar zoon Geert Gerhardus Koster hebben vernoemd en niet naar vader en zoon Koster, maar wel schaamteloos de oude vader Geert Koster het bord lieten onthullen.
Nog erger opmerkelijker is dat de Dametjes en Heertjes Van Het Ondoorgrondelijke Gelijk In Het Gouden Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan de tekst onder de naam van de straat na het overlijden van vader Geert Koster niet direct respectvol heeft aangepast door ook vader Geert Koster te vernoemen.
Bijvoorbeeld, wat te denken van de volgende voor de hand liggende tekst:
Geert Koster, 1900-1996; Geert Gerhardus Koster, 1925-1945; Vader en zoon, verzetsstrijders.
De redactie van ut Deevers Archief heeft zijn burgerlijke vrijheid en verantwoordelijkheid genomen en bedacht voor de Dametjes En Heertjes Van Het Niet Bestrijdbare Straatnamengelijk In Het Diamanten Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever alvast van het straatnaambordje gratis bijgaand voorlopig concept van het voorlopige overleg- en herkauwontwerp. Want het nederige conceptje moet vast nog wel in allerlei vergader- en overleg- en consultatiegroepjes worden gegooid. Want niets is zo moeilijk als het bedenken en ontwerpen van een straatnaambord.
Maar het zal de Dametje En Heertje Van Het Bovenmenselijke Straatnaambordengelijk In Het Comfortabele Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever – toch wel enige ambtelijke goede wil en moeite gaan kosten om meer dan twintig jaren na het overlijden van verzetsleider vader Geert Koster aan de verantwoordelijke politieke bazen voor te stellen het onderschrift op het straatnaambord alsnog te wijzigen, opdat ook verzetsleider vader Geert Koster op gepaste wijze wordt geëerd. Een dorp dat zijn oorlogsverleden willens en wetens vergeet, heeft geen recht op een toekomst.
Maar het echte doorslaggevende en financiële aapje komt nu uit het mouwtje
Want de Dametje En Heertjes Van Het Grote Gelijk In De Behandeling Van Tweede Wereldoorlog Zaken en De Dametjes En Heertjes Van Het Roestvaststalen Straatnaambordengelijk In Het Aangename Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever kunnen met een gerust hart de wijziging aan hun respectievelijke politieke baas voorstellen, want de redactie van ut Deevers Archief tornt niet aan de naam Kosterstraat, dus de Voorkant Van Het Gemeentelijke Gelijk hoeft niet het hoofd te bieden aan administratieve kosten ten gevolge van een straatnaamwijziging.
Wellicht zullen de verantwoordelijke politieke bazen van de gemeente Westenveld over de voorgestelde wijziging van het onderschrift van het straatnaambord langdurig en diepgaand willen overleggen met de voorzitter en de straatnaamdeskundologen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.
Duurzame eerlijke-handel straatnaamborden met hun bevestigingsmaterialen zijn tegenwoordig gemakkelijk bij diverse bedrijven via internet te bestellen (vandaag besteld, morgen in het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan). De redactie raamt de maak- en verzendkosten voor dit bord met bevestigingsmateriaal op ongeveer 100 euro, dus voor het vervangen van het bord aan beide kanten van het paadje bedragen de materiaalkosten ongeveer 200 euro.
De gemeente Westenveld zou deze onvoorziene en zeer zeker ongewenste kosten kunnen betalen uit de begrotingspost zitbanken in de openbare ruimte, want op deze post kan winst worden gemaakt, omdat voor een nieuwe zitbank in de openbare ruimte tegenwoordig gemakkelijk een sponsor is te vinden.
En de om werk zeer verlegen zittende dorpskrachten van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever zijn vast wel bereid de twee aanwezige straatnaamborden te verwijderen en de twee nieuwe straatnaamborden aan de paal te schroeven en zijn vast wel bereid het aanwezige verkeersbord RVV L08 te reinigen van de carbidrookaanslag.
En de dochter, een kleinkind of een achterkleinkind van verzetsleider Geert Koster zou de twee vernieuwde straatnaambordjes wellicht willen onthullen.
Zo’n heronthullinkje is wel weer een sappig persmomentje voor de betreffende politieke baas van de gemeente Westenveld. Denk aan die herverkiezing; elk persmomentje en elk fotootje op het internet, in een krant of in een flodderblaadje is toch maar mooi weer meegenomen. Zo’n heronthullinkje betekent ook gerinkel in de kassa van de plaatselijke krantencorrespondent.


Posted in Alle Deeversen, Deever, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment

De meule in Oll’ndeever veur 1942

De hier afgebeelde zwart-wit foto uit het archief van de voormalige gemiente Deever behoort tot de buitencategorie foto’s uut de gemiente Deever. Een topstuk !
Op deze foto is de stelling van korenmolen ‘de Vlijt’ nog aanwezig. De foto moet derhalve vóór 24 december 1942 zijn gemaakt, op die dag stortte de stelling in.
De foto toont op prachtige wijze hoe het onverharde en met gras begroeide loop- en menpad tussen het zandpad met de naam ‘t Bultie (tegenwoordig helaas de Kloosterstroate) en de Brinkstroate er in of vóór de Tweede Wereldoorlog bijlag.
Na de oorlog werd ter plekke de Veentiesweg aangelegd. Deze straat werd eerst aangelegd tot aan de Tusschendarp, daarna tot aan de Kastanjelaan.
Elektriciteit werd in die jaren nog via bovengrondse draden getransporteerd.
Rechts is de hof van het echtpaar Jacobus Kruid en Roelofje van Goor te zien. Er moet klein vee in de hof gelopen hebben, want langs de vele vreenpoal’n is flink wat prikkeldraad gespannen.
Het land aan de linkerkant was bouwland.
De molen en het molenaarshuis staan in Oll’ndeever aan de rand van de Westeresch.
In die tijd was Jan Albert (Ab) Jansen nog de molenaar.
Via het internet zijn in de webstee korenmolendevlijt.nl wetenswaardige gegevens over korenmolen ‘de Vlijt’ te vinden.
Wie heeft gegevens over de molenaar Jan Albert (Ab) Jansen ?
Wie van de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief durft foto’s van korenmolen ‘de Vlijt’ in het Deevers Archief te publiceren ?
De redactie heeft de kleurenfoto op 4 november 2017 gemaakt.


Posted in Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever, Topstuk, Veentiesweg | Leave a comment

Bert Doorman mög ut laèk’n wegtrekk’n

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ zijn opgenomen als afbeeldingen 45 en 46 twee zwart-wit foto’s, die gemaakt zijn ter gelegenheid van de onthulling van het monument op het landgoed Berkenheuvel op 5 september 1925. De twee zwart-wit foto’s zijn aanwezig in een fotoboek van de N.V. Berkenheuvel, dat aanwezig is in het landhuis van de N.V. Berkenheuvel an de Noorderesch bee Deever. In de tekst bij de twee afgebeelde zwart-wit foto’s is aandacht besteed aan de onthulling van het monument. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

45 en 46 – Berkenheuvel – Onthulling van het monument – 5 september 1925
De ontginning van de woeste gronden ten noorden van Diever is rond 1850 begonnen. In 1890 kocht mr. Albertus Christiaan van Daalen het 950 ha grote landgoed Berkenheuvel. Door aankopen breidde hij dit uit tot 1350 ha. In 1925 bestond het landgoed uit 1050 ha bosgrond, 230 ha heideveld, 20 ha zandgrond, 40 ha bouw- en weiland, alsmede 60 wegen en waterleidingen, een kwekerij en 10 woningen.
Mr. A.C. had op zaterdag 5 september 1925 ter gelegenheid van de voltooiing van de ontginning van Berkenheuvel een heel gezelschap uitgenodigd.
De gasten waren mr. J.T. Linthorst Homan, commissaris der koningin in Drenthe, E.D. van Dissel, inspecteur van het Staatsbosbeheer, J.P. van Lonkhuyzen, directeur van de Nederlandse Heidemaatschappij, mr. P. van Tienhoven, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, L.C. Steffelaar, secretaris-penningmeester van de Algemene Nederlandsche Wielrijders Bond, leden van Gedeputeerde Staten, het bestuur van de Gemeente Diever en een deputatie uit het bestuur van de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond, die op Berkenheuvel zijn zomerkampen hield.
Nadat dit illustere gezelschap zich in Diever had verzameld, begaf het zich naar de plaats waar ter ere van het heuglijke feit een monument zou worden onthuld. Mr. A.C. hield daar na een woord van welkom een lange toespraak over het moeizame maar succesvolle verloop van de ontginning. Het monument werd daarna in de regen onthuld door Albertus (Bert) Christiaan Doorman, de eerste kleinzoon van mr. A.C., die naar hem werd vernoemd.
De genodigden maakten na de onthulling van het monument op boerenkarren een rondrit door het ontgonnen gebied.
In de voorste boerenkar is de derde man, van rechts af gezien, mr. A.C. van Daalen, de man waar het hedendaagse toeristisch georiënteerde Diever zoveel aan te danken heeft.
Midden op de rechter foto staat de kleine Bert bij zijn vader Paul Carel Louis Doorman.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in ut Deevers Archief in verschillende berichten aandacht besteed aan de onthulling van het monument op Berkenheuvel.
Gegevens over mr. Albertus Christiaan van D
aalen zijn onder meer te vinden in het bericht Van Daalen in Bennekom en Deever.
Gegevens over mr. Jan Tijmens Linthorst Homan zijn te vinden op een Wikipedia pagina.
Gegevens over Etienne Daniël van Dissel zijn te vinden op een Wikipedia pagina.
Gegevens van mr. Pieter van Tienhoven zijn te vinden op een Wikipedia pagina.
Enige gegevens van Paul Carel Louis Doorman zijn te vinden in de webstee www.genealogieonline.nl en in de webstee www.oorlogsgravenstichting.nl.
Enige gegevens van Albertus (Bert) Christiaan Doorman zijn te vinden in de webstee www.genealogieonline.nl.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

De vieftien Fraanse parachutist’n van stick 49

Stick 49 van het derde regiment van het derde bataljon van de Special Air Service (S.A.S.), die in de nacht van 7 op 8 april 1945 bij vergissing in de buurt van het gesticht Armenwerkhuis (ut Aar’mhuus) in de bos bee de Ossekoele an de Grönnegerweg bee Deever landde, bestond uit de volgende vijftien Franse luchtcommando’s.

1. Edgard Alphonse Thupët (Edgard Thomé),
Hij is geboren op 19 april 1920 in Bourg-la-Reine in het departement Hauts-de-Seine in Frankrijk.
Hij is overleden op 9 september 2020 op 100-jarige leeftijd in Parijs.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van luitenant (lieutenant).
Hij was de commandant van stick 49.
Van hem is een Franstalige pagina in Wikipedia te vinden.
Edgard Thomé heeft zijn herinneringen aan onder meer de luchtlanding bee Deever opgetekend in zijn boek ‘Spécial Air Service, 1940-1945: L’épopée d’un parachutiste en France occupée’. De Nederlandse vertaling van de betreffende Deeverse hoofdstukken is te lezen in het bericht Laan’n in de bos bee ut aar’mhuus: un bos te vrog.

2. Gilles Gaston Anspach
Hij is geboren op 5 maart 1920 in Nice in Frankrijk.
Hij is overleden op 22 maart 2002 op 82-jarige leeftijd in Fécamp in het departement Seine-Maritime in Frankrijk.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van sergeant-luitenant (sous-lieutenant).
Hij was de ondercommandant van stick 49.
Lees in het artikel De ontsnapping van Gilles Anspach hoe hij tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Frankrijk in Engeland terecht kwam.

3. Gustave Arthur Puydupin
Hij is geboren op 19 februari 1915 in Marseille in Frankrijk.
Hij is overleden op 16 januari 2006 op 90-jarige leeftijd in de stad Antibes in het departement Alpes-Maritimes in Frankrijk.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van onder-luitenant (sous-lieutenant).

4. André Xavier Pantalacci
Hij is geboren op 19 augustus 1919 in Clermont Ferrand in het departement Puy-de-Dôme in Frankrijk.
Hij is overleden op … in … (nog uit te zoeken).
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van sergeant (sergent).

5. Marcel le Nabour
Hij is geboren op 9 september 1924 in Perros-Guirec in het departement Côtes-d’Armor in de regio Bretagnein Frankrijk.
Hij is overleden op 26 oktober 1956 in Casablanca in Marokko.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van sergeant (sergent).

6. Maurice Domingo
Hij is geboren op 19 mei 1921 in Narbonne in Frankrijk
Hij is overleden op 12 november 2004 op 83-jarige leeftijd in Narbonne.
Hij is begraven in Narbonne.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van sergeant (sergent).
Lees ook een eerbetoon aan Maurice Domingo.
Lees ook het bericht Maurice Domingo hef sien oorlogsherinneringskruus.
Zijn herinneringen aan de luchtlanding bee Deever zijn te lezen in het bericht Ik heb bee disse aksie un sölver’n theelepeltie esteul’n. Volgens koerierster Geesje Schoemaker was de bikkelharde Maurice Domingo zelfs voor de duivel niet bang.

7. Philippe Lucien Louis Dubosc
Hij is geboren op 30 juli 1925 in Saint-Evroult Notre Dame du Bois in het departement Orne in Frankrijk.
Hij is overleden op 28 januari 1983 als gevolg van zijn oorlogswonden
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van sergeant (sergent).

8. René Gaston Giguelay
Hij is geboren op 14 augustus 1924 in Oran in Algerije.
Op 27 november 2020 verscheen in de Franse kranten L’Union en L’Ardennais het bericht van zijn overlijden.
Hij is op 96-jarige leeftijd overleden in het dorp Signy-l’Abbaye in de Franse Ardennen.
De redactie moet de precieze datum van zijn overlijden nog uitzoeken.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van korporaal (caporal).
René Gaston Giguelay heeft zijn herinneringen aan de luchtlanding bee Deever opgetekend in het bericht Saut en Hollande : Mission Amherst.

9. René Pier Jean Mendiondo
Hij is geboren op 14 augustus 1922 in Etsaut in het departement Pyrénées-Atlantiques in Frankrijk.
Hij is overleden in mei 2019 op 96-jarige leeftijd in Etsaut.
De redactie moet de precieze datum van zijn overlijden nog uitzoeken.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van korporaal (caporal).

10. José Maria Uranga
Hij is geboren op 22 maart 1922 in San Sebastian in Spanje.
Hij is overleden op 3 maart 2008 op 85-jarige leeftijd in het dorpje Sare in het departement Pyrénées-Atlantique in Frankrijk.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had hij de rang van kwartiermeester (quartier-maître fourrier).

11. Jacques Bertrand
Hij is geboren op … in … (nog uit te zoeken).
Hij is overleden op … in … (nog uit te zoeken).

12. Lucien Klein
Hij is geboren op 13 december 1917 in het dorpje Vry in het departement Moselle in Frankrijk.
Hij is overleden op …….. in ….. (nog uit te zoeken).

13. André Pralon
Hij is geboren op 25 april 1914 in de stad Saint-Etienne in het departement Loire in Frankrijk.
Hij is overleden op 9 mei 1999 op 85-jarige leeftijd in het stadje Collioure in het departement Pyrénéés-Orientales in Frankrijk

14. André Coppi
Hij is geboren op … in … (nog uit te zoeken).
Hij is overleden op … in … (nog uit te zoeken).

15. Divo Jean Morandi
Hij is geboren op 30 augustus 1925 in Kalaa-Djerda in Tunesië.
Hij is overleden op 4 december 2020 op 95-jarige leeftijd in Nice in Frankrijk.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is permanent op zoek naar de ontbrekende gegevens van de vijftien parachutisten van stick 49. Wie kan de redactie aan deze gegevens helpen ? De redactie heeft van bijna alle parachutisten van stick 49 de geboortedatum en de datum van overlijden kunnen achterhalen en heeft daardoor het sterke vermoeden dat geen van de parachutisten van stick 49 nog leeft. Edgard Alphonse Thupët (Edgard Thomé), de commandant van stick 49, is 100 jaar geworden.

Posted in Fraanse parachutist, Operatie Amherst, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Seu’m Fraanse para’s noa viètug joar wièr in Deever

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 6 mei 1985 stond op bladzijde 6 bijgaand afgebeeld bericht over de herdenking van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog en de viering van veertig jaar bevrijding van de Duitse bezetter in de provincie Drente. De redactie heeft alleen het gedeelte wat betrekking heeft op de gemiente Deever overgetypt.

We zullen altijd dankbaar blijven
Franse para’s geëerd in Drenthe
Diever – De viering van de bevrijding en de herdenking van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog stonden in de provincie Drenthe voor een belangrijk deel in het teken van de Franse parachutisten, die zeer nadrukkelijk bij de bevrijding van Drenthe betrokken zijn geweest en wiens licht vele jaren onder de korenmaat heeft gestaan. Het is bekend dat de Canadese troepen een zeer groot deel van Drenthe hebben bevrijd, maar dat in de nacht van 7 op 8 april 1945, in het kader van de operatie Amherst, een groep van ongeveer 700 parachutisten boven dit gebied werden gedropt om de Canadezen bij hun opmars te ondersteunen, is veel minder bekend.
Ze maakten deel uit van het tweede en derde regiment van de Special Air Service en leverden strijd in de gemeenten Anloo, Assen, Avereest, Beilen, Borger, Diever, Dwingeloo, Gasselte, Gieten, Hoogeveen, Norg, Ooststellingwerf, Rolde, Ruinen, Smilde, Vries, Westerbork, Zuidlaren en Staphorst.
De para’s waren aanwezig bij de onthulling van het monument in Assen (zie voorpagina) en waaierden vervolgens uit over de hele provincie, waar ze door de diverse gemeentebesturen in het zonnetje werden gezet.

Diever
In Diever werd een groep, onder aanvoering van de heer Adgar Thomé, die destijds als jonge luitenant het commando had, ontvangen op het gemeentehuis. Dat gebeurde ’s zaterdagavond omstreeks half tien, nadat de Franse gasten eerst een stille tocht naar de begraafplaats – waar een krans en bloemen werden neergelegd op de graven van de oorlogsslachtoffers – en een speciale kerkdienst in de Nederlands Hervormde kerk hadden bijgewoond.
Tijdens deze bijeenkomst zei burgemeester H.G. Overweg buitengewoon verheugd te zijn hen te mogen ontvangen in het gemeentehuis ‘de zetel van het democratisch en in vrijheid gekozen bestuur van onze gemeente.’ Een speciaal woord van welkom had hij voor de heer Thomé, die samen met z’n echtgenote voor de tweede keer na de bevrijding in Diever op bezoek was. Ook verwelkomde hij enkele oud-inwoners van de gemeente, die daadwerkelijk steun aan de bevrijders hebben verleend. Het waren de dames Van der Werff, Klaasjes, Madhuizen en Van Gijssel.
‘Beste vrienden’, aldus de heer Overweg tegen de Franse gasten, ‘de meesten van u hebben veertig jaar lang niets van ons gehoord. Maar weest u ervan overtuigd dat wij u altijd dankbaar zullen blijven voor het feit dat u uw leven in de waagschaal stelde om ons te bevrijden van de ergste gesel, die ons ooit heeft getroffen. Ik hoop dat uw verblijf in ons land de gevoelens van vriendschap zal versterken.
Dominee Glazenburg wees ook nog eens op het feit dat de Franse para’s erg veel voor ons land en voor Drenthe in het bijzonder hebben gedaan. ‘We leven nu in een vrij en democratisch land en u heeft aan de totstandkoming daarvan een belangrijke steen bijgedragen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie vindt zo nu en dan wat ontbrekende gegevens over de vijftien Franse parachutisten, die in de nacht van 7 op 8 april 1945 onbedoeld bij het Armenwerkhuis an de Grönnegerweg bee Deever landen. Zie het bericht De vieftien Fraanse parachutist’n van stick 49. Van de uit 15 parachutisten bestaande stick 49 staan vier commando’s op de hier afgebeelde foto.
Aan de linkerkant is te zien René Gaston Giguelay. Rechts achter hem staat René Pier Jean Mendiondo. Naast René Gaston Giguelay staat Edgard Alphonse Thupët (Edgard Thomé), de commandant van stick 49. De redactie heeft de naam van de vierde parachutist met baret helaas nog niet kunnen achterhalen. Tussen Edgard Alphonse Thupët en de nog niet herkende parachutist staat de Deeverse verzetsheldin Geesje Jantina Schoemaker (getrouwd met Jan van der Werf). Rechts van de nog niet herkende parachutist staat Roelof Pot. De man met die merkwaardige ketting om zijn nek is burgemeester Gerrit Hermen Overweg van de gemiente Deever. De vrouw aan de rechterkant is Jantje Elizabeth Schoemaker (getrouwd met Arend Haasjes), zuster van Geesje Jantina Schoemaker. De dames Madhuizen en Van Gijssel staan helaas niet op de foto.
De zwart-wit foto is door dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels gemaakt op de zo nodig zo genoemde cultuurzolder van het gemeentehuis aan de brink van Deever.

Posted in Fraanse parachutist, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment

Un foto van kiender van de Wapser skoele in 1925

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 43 een zwart-wit foto uit 1925 van kinderen bij de Wapser skoele opgenomen. In de tekst bij de afgebeelde schoolfoto zijn alle kinderen genoemd. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

43 – Wapse – Openbare Lagere School – Zomer 1925
Het was toch niet zo moeilijk om onder de Wapsers nog een foto te vinden, die niet is opgenomen in het boekje Reünie Openbare Basisschool Ten Darperschoele – 22-08-1992. Deze uitgave met veel mooie foto’s is gemaakt ter gelegenheid van 200 jaar openbaar lager onderwijs in Wapse. Op deze wat beschadigde foto staan de twee meesters en een deel (groep 1) van de leerlingen uit het schooljaar 1924-1925 op het plein voor de school:
Harm Veenstra Ezn. (Grote Haarm) (1), Antje Veldhuizen (2), Grietje Noorman (3), Lambertus Nijland (4), Lammigje Heiblom (5), Harm Veenstra Azn. (Kleine Haarm) (6), Egbert Veenstra Ezn. (7), Albert Koopman (8), Teunis Roelofs (9), Jan Boers (10), Bertus Boers (11), Thomina (Thomientie) Heiblom (12), hoofdmeester Sjoerd van Stralen (13), meester Hendrik Onstee (14), Zwaantje Koopman (15), Albertje Veenstra Adr. (16), Roelofje Kleene (17), Wicherdina Kleene Hdr. (18), Hendrika Boelens (19), Roelof Dijkstra Azn. (20), Remmelt Kamer (21), Meine Kamer (22), Geertje Koopman (23), Albertje Veenstra (24), Willempje Jonkers (25), Jantje Veenstra (26), Roelof Kleene (27), Hendrikje Roelofs (28), Aaltje (Aoltie) Vos (29), Margje (Ma) Brals (30), de jong gestorven Sikke Noorman (31), Thomas Heiblom (32), Roelofje Boers (33), Kaatje (Ka) Boers (34), Albert Kamer (35), Arend Jan Kamer (36), Eise Winters (37), Gelmer Winters (38), Willempje Winters (39), Wicherdina Aaltina Kleene Gdr. (40), Hendrik Kleene (41), Lambert Beugeling (42), Egbert Beugeling (43), Egbert Schoenmaker (44) en Lukas Schoenmaker (45).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De hier afgebeelde zwart-wit foto was aanwezig in de verzameling van wijlen Aaltje Thijen-Vos. Zij staat zelf ook op deze foto. Zij wist zich ook de namen van alle kinderen op de foto te herinneren. De redactie heeft voor het vinden van gegevens van de kinderen op deze foto nog heel wat uiitzoekwerk te verrichten.

1.  Harm Veenstra Ezn. (Grote Haarm)

2.  Antje Veldhuizen

3.  Grietje Noorman

4.  Lambertus Nijland
Hij is geboren op 16 mei 1916 in Ruinen. Hij is overleden op 15 maart 1989. Hij trouwde met Elvira Valerie Emile (Milie) Hoogland. Hij was boer op Doldersum. De boerderij stond an de Deeverse kaante van de Vledder Oa.

5.  Lammigje Heiblom
Zij is geboren op 29 augustus 1913 in Wapse. Zij is overleden op 14 december 1939 in Wapse. Zij is een dochter van arbeider Remmelt Heiblom en Jantien Soer. Zij trouwde met Koop Koopman van het Westende in Dwingel. Zij zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

6.  Harm (Kleine Haarm) Veenstra Azn. 

7.  Egbert (Ep) Veenstra Ezn.
Hij is geboren op 24 augustus 1915 in Wapse. Hij is overleden op 24 april 1996. Hij trouwde met Aaltje Klein Lendering uit Vierakker.

8.  Albert Koopman
Hij trouwde met Annigje Mulder uit Wapserveen.

9.  Teunis Roelofs
Hij is geboren op 25 augustus 1915 op het adres Wapse …, later Soerte 15, nu Soerte 5 in Wapse. Hij is overleden op 20 januari 1978. Hij trouwde met Egberdina van der Laan.

10.  Jan Boers
Hij is geboren op 7 januari 1915 in Wapse. Hij is overleden op 15 maart 1986 in Wapse. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de bijgaand afgebeelde kleurenfoto van de grafsteen. Hij trouwde met Wicherdina Aaltina Kleene Gdr. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zij staat ook op deze foto. Hij is een broer van Bertus Boers, Kaatje Boers en Roelofje Boers. Hij en zijn broer Bertus woonden na het overlijden van zijn vrouw Wicherdina Aaltina Kleene in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw samen met hun moeder aan de Ten Darperweg in Wapse.

11.  Bertus Boers
Hij is geboren op 25 november 1912 in Wapse. Hij is overleden op 7 april 2000. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Bertus Boers is niet getrouwd geweest. Hij is een broer van Jan Boers, Kaatje Boers en Roelofje Boers. Hij en zijn broer Jan woonden na het overlijden van Wicherdina Aaltina Kleene in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw samen met hun moeder aan de Ten Darperweg in Wapse.

12.  Thomina (Thomientie) Heiblom
Zij is geboren op 6 maart 1916 in Wapse. Zij is overleden op 23 oktober 1975 in Oosterwolde. Zij is een dochter van arbeider Remmelt Heiblom en Jantien Soer. Zij was getrouwd met Leffert Hofman. Hij is geboren op 4 maart 1915. Hij is overleden op 27 september 1987 in Oosterwolde. Beiden zijn begraven op de kaarkhof van Oosterwolde.

13.  Sjoerd van Stralen
Hij was in 1925 de hoofdmeester van de Wapser skoele. Hij is geboren op 5 januari 1895 in Leeuwarden. Hij vestigde zich op 27 november 1922 in de gemiente Deever op het adres Wapse 89. Hij was getrouwd met Grietje de Jong. Hij vertrok op 16 maart 1929 naar Zuid- en Noordscharwoude in de provincie Noord-Holland.

14.  Hendrik (Henk) Onstee
Hij was in 1925 meester an de Wapser skoele.

15.  Zwaantje Koopman

16.  Albertje Veenstra Adr.

17.  Roelofje Kleene

18.  Wicherdina Kleene Hdr.
Zij is geboren op 2 november 1915 in Wapse. Zij is overleden op 20 augustus 1993. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zij is getrouwd geweest met Hendrik Roelofs

19.  Hendrika Boelens

20.  Roelof Dijkstra Azn.
Hij is geboren op 31 januari 1918 in Wapse. Hij is overleden op 25 maart 1995 in Meppel. Hij trouwde met Hendrika (Rika) Oosterkamp.

21.  Remmelt Kamer

22.  Meine Kamer

23.  Geertje Koopman
Zij is geboren op 14 november 1916 in Wapse. Zij is overleden op 23 januari 1993. Zij trouwde met Willem de Vries uit Ruinen. Zij was een dochter van Abel Koopman en Evertje Wanningen.

24.  Albertje Veenstra
Zij is geboren op 22 september 1918. Zij trouwde met Gerrit Hut. Zij is een dochter van Egbert (Ep) Veenstra. Ze werd daarom Aubuttie van Ep genoemd.

25.  Willempje Jonkers
Zij is geboren op 6 januari 1911. Zij is overleden op 20 april 1998 in Deever. Zij trouwde met Dirk (Dörkie) Kuiper. Zij zijn beiden begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

26.  Jantje Veenstra Adr.
Zij is geboren op 12 juni 1919 in een van de woningen van de voormalige sigarenfabriek op Zorgvlied. Zij trouwde met Wilbertus (Bertus) Veldhuis. Ze was een dochter van Albert Veenstra. Het was een lange meid. Ze heeft ook op ’t tolhekke van Vledder gewoond.

27.  Roelof Kleene
Hij is geboren op 4 maart 1919 in Wapse. Hij is overleden op 26 november 1992. Hij is een zoon van boer Hilbert Kleene en Maria Ekkels. Hij trouwde met Zijntje (Sientie) Noorman (Sientie van Haarm). Zij is geboren op 7 juli 1919. Zij is overleden op 1 juni 1980.

28.  Hendrikje Roelofs
Zij is geboren op 18 februari 1918 op het adres Wapse …, later Soerte 15, nu Soerte 5 in Wapse. Zij trouwde op 11 november 1939 met Arend Harm Buiter.

29.  Aaltje (Aoltie) Vos

30.  Margje (Ma) Brals

31.  Sikke Noorman
Hij is geboren op 22 augustus 1911 in Wapse. Hij is overleden op 15 juli 1939 op 27-jarige leeftijd in Hoogeveen. Sikke Noorman was timmerman. Hij is een zoon van chauffeur Harm Noorman en Hilligje Klaster. Hij was getrouwd met Wicherdina Kleene.

32.  Thomas Heiblom
Hij is geboren op 17 oktober 1918 in Veldhuizen in Wapse. Hij woonde later in Veenhuizen bij café Land. Hij is overleden op 2 september 1993 in de Rollestraat in Wapse. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij is een zoon van arbeider Remmelt Heiblom en Jantien Soer. Hij trouwde met Hilligje Liezen uit Weerwille bij Koekange. Thomas Heiblom was in zijn jonge jaren boer. Later is hij aardappelselecteur geworden.

33.  Roelofje Boers
Zij is geboren op 6 februari 1921 in Wapse. Zij is overleden op 10 februari 1932 in Wapse. Roelofje werd onderweg naar school ziek. Ze ging langs de weg liggen, omdat ze het benauwd had en moe was. See was stoep’md möj. Ze werd opgehaald en naar huis gebracht, maar overleed een paar dagen later. Zij is een zuster van Jan Boers, Bertus Boers en Kaatje Boers.

34.  Kaatje (Ka) Boers
Zij is geboren op 8 februari 1917 in Deever. Zij is overleden op 27 mei 1982 in Nijensleek. Zij trouwde met Gerrit Hoekman. Hij is geboren op 2 juli 1912 op Ruinerwold. Hij is overleden op 26 augustus 1996 in Nijensleek. Zij is een zuster van Jan Boers, Bertus Boers en Roelofje Boers.

35.  Albert Kamer

36.  Arend Jan Kamer

37.  Eise Winters

38.  Gelmer Winters

39.  Willempje Winters
Zij is geboren op 20 januari 1916 in Wapse. Zij is overleden op 15 februari 1934 op 18-jarige leeftijd in Groningen. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

40.  Wicherdina Aaltina Kleene Gdr.
Zij is geboren op 20 december 1918 in Wapse. Zij is overleden op 13 november 1953 op 34-jarige leeftijd in Wapse. Zij trouwde met Jan Boers. Jan Boers staat ook op deze foto. Zij is een dochter van Geert Kleene en Elisabeth van der Veen. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de bijgaand afgebeelde kleurenfoto van de grafsteen.

41.  Hendrik Kleene
Hij is geboren op 28 februari 1916 in Wapse. Hij is overleden op 3 februari 1991. Hij is een zoon van Geert Kleene en Elisabeth van der Veen. Hij trouwde in 1943 met Jantien Strik. Zij is op 20 oktober 1917 geboren. 

42.  Lambert Beugeling
Hij is geboren op 23 juli 1918 in Lhee. Hij is overleden op 9 november 1978 in Zuidwolde. Hij is een zoon van Egbert Beugeling en Jantje Elting. In Wapse woonde de familie Egbert Beugeling op het adres Wapse 1. Hij trouwde met Helena (Lena) Brouwer. Zij is geboren op 15 juli 1911 in Middelveen (Zuidwolde). Zij is overleden op 29 december 2001 in Zuidwolde. Beiden zijn begraven op de kaarkhof van Südwolde.

43.  Albertus (Bertus) Beugeling
Hij is geboren op 30 juni 1914 in Lhee. Hij is overleden op 5 oktober 1980 in Dwingel.
Hij is een zoon van Egbert Beugeling en Jantje Elting. In Wapse woonde de familie Egbert Beugeling op het adres Wapse 1.

44.  Egbert Schoenmaker
Hij is geboren op 29 september 1912 in Veldhuizen in Wapse op het adres Wapse 81. Hij is een zoon van bakker Remmelt Schoenmaker en Anna Schoemaker.

45.  Lukas Schoenmaker
Hij is geboren op 4 juni 1914 in Veldhuizen in Wapse op het adres Wapse 81. Hij is een zoon van bakker Remmelt Schoenmaker en Anna Schoemaker. 

Posted in Alle Wapsers, Diever, ie bint 't wel ..., Wapse, Wapser skoele | Leave a comment

Un duur rittie in un olde T-Ford over de Bosweg

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 40 een zwart-wit foto van drie Deeverse jongemannen op de achterbank van een T-Ford bij het marktterrein in Deever opgenomen. De zwart-wit foto voor deze ansichtkaart was aanwezig in de verzameling van wijlen Johannes Nijboer. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer enige aandacht aan de drie jongemannen in het automobiel. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

40 – Diever – Bij café Slagter en café Seinen – 24 oktober 1922
In het begin van de jaren twintig werd in Diever nog elke maand een markt gehouden. Jaarmarkten waren er op de tweede dinsdag in april, de eerste vrijdag in mei, de eerste woensdag in juli, de eerste zaterdag in augustus en de vierde dinsdag van oktober. In de andere maanden werd op de tweede dinsdag een beestenmarkt gehouden.
In die jaren was een automobiel nog geen gewoon verschijnsel. In de gemeente Diever zijn van 1911 tot 1923 zeventien houders van nummerbewijzen van motorvoertuigen geregistreerd, waaronder vier of vijf automobielbezitters. Zo kon het gebeuren dat een eigenaar uit Assen met zijn Ford Model T naar de toen nog druk bezochte grote oktobermarkt kwam om daar zijn voertuig als kermisattractie te verhuren aan marktbezoekers. De chauffeur maakte voor een kwartje per persoon een ritje van de Kruisstraat over de Bosweg tot aan de Grensweg en weer terug.
Zittend op de achterbank laten, gezien van links naar rechts, Jan Boelen, Johannes Nijboer en Arend Mulder hun voor die tijd dure ritje vereeuwigen door een misschien wel met de chauffeur meegereisde fotograaf. Johannes Nijboer was van begin jaren twintig tot eind jaren vijftig botermaker van de Dieverse zuivelfabriek. Arend Mulder werd geboren in Diever en was boer in Westervelde en is de maker van het boekje De historie en prehistorie van Diever in woord en beeld. Jan Boelen was eerst botermaker op de Dieverse zuivelfabriek, later werd hij de chef van de coöperatieve bakkerij, kruidenierswinkel en kolenhandel tegenover de zuivelfabriek op Ruinerwold.
Links is een deel van het café van Berend Slagter (Berend Pik) te zien. Deze mocht per 1 mei 1916 sterke drank verkopen in de woonkamer en de achterkamer. Na een verbouwing gold per 11 augustus 1920 de vergunning voor de woonkamer, de kleine gelagkamer en de grote gelagkamer. Rechts achter het automobiel is het boerencafé van Pieter Seinen zichtbaar. Helemaal rechts is nog een deel van de voormalige schaapskooi bij de braandkoele te zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Een deel van de tekst bij de hier afgebeelde foto is opgetekend uit de mond van botermaker Johannes Nijboer.
Johannes Nijboer is geboren op 1 juli 1903 in Deever. Hij is overleden op 10 december 1997 in Dwingel. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Harmke Grit. Hij heeft altijd in Oll’ndeever an de Kastanjelaan in zijn eigen huis naast de ijsbaan gewoond.
Arend Mulder is geboren op 25 april 1906 in een boerderij an de Heufdstroate in Deever. Hij is een zoon van boer Jan Mulder en Roelofje Tissingh. Hij was boer in Westervelde bij Norg. Hij is overleden op 16 december 1991 in Norg. Hij is gecremeerd. Zie het bijgaande bericht van overlijden van Arend Mulder, dat op 18 december 1991 in het Nieuwsblad van het Noorden is gepubliceerd..
In de tekst bij de foto staat abusievelijk Jan Boelen, dit moet Jan Boelens zijn. In het Deevers werd en wordt de s van deze achternaam niet uitgesproken. Jan Boelens is geboren op 13 november 1905 in Deever. In zijn werkzame leven was hij bedrijfsleider bij de Coöperatie Samenwerking in Ruinerwold. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft aanvullende gegevens van Jan Boelens ?
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op 3 oktober 2012. De automobiel stond ongeveer daar waar op de kleurenfoto het terras van de twee horeca-bedrijven is te zien    

Posted in Alle Deeversen, Diever, ie bint 't wel ..., Kruusstroate, Overlijdensbericht | Leave a comment

Un baarg old gerak op de solder in ut gemientehuus

De redactie van ut Deevers Archief is in 2021 ten tijde van de steeds maar voortdurende coronapandemie druk bezig geweest met het digitaliseren (scannen) van enkele honderden nummers van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Diever, Van Goor’s Blattie). De redactie kwam bij het scannen van de jaargang 1999 van ut Deeverse Blattie op bladzijde 3 van ut blattie van 10 december 1998 de hier afgebeelde ‘Kleine krabbel’ van dorpsfiguur en alleskunner Klaas Kleine tegen. De redactie wil deze klokkeluiderskrabbel niet onthouden aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.

Kleine Krabbel
Mijn krabbel van vorige week had een licht nostalgisch tintje. Dat overkomt niet alleen mij, maar ook anderen in deze harde en mesjogge wereld. ‘Textielbaron’ Henk ten Hoor heeft samen met de directeur van het Drents Museum, Gerrit Horstmann, een opzetje gemaakt om textielklanten met korting in het museum te krijgen, waar ‘vroeger’ bij wijze van spreken voor het oprapen ligt.
Peter en Roelie Kuiper blazen, als het moet hoog van de toren, op hun midwinterhoorns, althans ze staan samen in de krant afgebeeld met hun enorme instrumenten. Roelie, met bolle wangen als toonbeeld van Hollands welvaren, prent ons in dat er meer bestaat dan internet en de euro. Een vleugje ‘vroeger’, want het is tijdelijk en niet algemeen.
Die hang naar het bewaren van oude dingen of het vragen om aandacht daarvoor, is niet iets van de laatste jaren. Het huisje van Geert Dekker, de klokkeluider van Diever, sprak ruim dertig jaar geleden tot de verbeelding van velen. Er werden plannen gesmeed om er een oudheidskamer in te richten. Geert vermaakte bij testament zijn spulletjes aan de gemeente, maar na zijn dood leden die mooie plannen jammerlijk schipbreuk. Bij alle roep over ‘cultureel’ Diever een klunzige manoeuvre. Wel waren enthousiaste dorpelingen al tijden actief met het verzamelen en schenken van oude spulletjes voor die oudheidkamer. Wat moest daarmee gebeuren ?
Samen met een vriend en de toenmalige gemeentearchitect nam ik een kijkje op de zolder boven de raadszaal in het gemeentehuis. Ik was stomverbaasd over de verzameling, geschonken door Dievernaren, die hier was opgeslagen. Een grote hoeveelheid plattelandsgerief. Turfstekersgereedschap, kuipersgereedschap, klompenmakersgereedschap, imkersbenodigdheden, kerkstoven, knijpertjesijzers, spaden en nog wat voor mij onbekend gebruiksgoed, lagen daar te wachten. Waarop ?  Er zijn inmiddels dertig jaren voorbijgegaan. De gemeenten zijn heringedeeld en het gemeentehuis werd ontruimd. De plaatselijke historische vereniging mocht wat rondneuzen op die zolder of er iets van hun gading bij was. Groot was mijn ontnuchtering toen bleek dat er van die oude spullen niets (!) meer over was. Hoe is dat verdwenen ? Vanzelf ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op 25 november 1999 verscheen van de Deeverse dorpsfiguur en alleskunner Klaas Kleine het boek 99 Krabbels – de laatste van het millennium. Drukkerij Japie van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek uitgegeven. Dat kon ook niet anders, want de krabbels waren in de periode 1998-1999 te lezen in ut Deeverse Blattie van Japie van Goor uut de Kruusstroate in Deever. Bijgaand weergegeven krabbel heeft in het boek ’99 Krabbels – de laatste van het millennium’  op bladzijde 52 het nummer 98-50.
Van het spoorloos verdwenen turfstekersgereedschap, kuipersgereedschap, klompenmakersgereedschap, imkersbenodigdheden, kerkstoven, knijpertjesijzers, spaden en ander gebruiksgoed van de zolder boven de zaal van de vroede vaderen in het gemeentehuis aan de brink van Deever is nooit meer wat gezien, is nooit meer wat teruggevonden, is nooit meer wat ingeleverd, is nooit meer wat opgespoord. Dorpsfiguur en alleskunner Klaas Kleine heeft over deze mysterieuze zolderopruiming en zolderontruiming, zeg maar zolderleegroof, lang de noodklok geluid, maar tevergeefs. In welke huizen zou dit olde gerak nu aan muren hangen, in vitrinekasten liggen, in de vensterbank staan, verstopt op zolder liggen ? En welk old gerak is op rommelmarkten verkocht, enzovoort ?

Afbeelding 1
Krabbel van Klaas Kleine gepubliceerd in ut Deeverse Blattie van 10 december 1998.
Afbeelding 2
Advertentie in ut Deeverse Blattie van 16 december 1999.

Posted in Dorpsfiguur, Klaas Kleine | Leave a comment

De Peperstroate laag oarug dikke onder de snee

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 37 een zwart-wit ansichtkaart van de Peperstroate opgenomen. De zwart-wit foto voor deze ansichtkaart is in 1925 gemaakt door Willem Egbert Mulder. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer  enige aandacht aan de zichtbare huizen en hun bewoners. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

37 – Diever – Peperstraat – 1920
Op dit sfeervolle winterse dorpsbeeld is de Peperstraat te zien.
Een bezitter van deze zeldzaam mooie prentbriefkaart vond hem zelfs zó mooi dat hij afdrukken van deze kaart als kerst- en nieuwjaarskaart heeft gebruikt.
Het eigenaardige van deze straat is dat aan de linkerkant nooit huizen hebben gestaan die met de voorgevel naar deze straat waren gericht. Vanuit de huizen aan de rechterkant wordt uitgekeken op de achterkant van huizen aan de Hoofdstraat. Dit doet vermoeden dat de smalle strook grond tussen de Hoofdstraat en de Peperstraat pas werd bebouwd, nadat de noordkant van de Peperstraat en de zuidkant van de Hoofdstraat waren bebouwd.
Links is nog net de schuur van de smederij van de uit Zuidwolde afkomstige gebroeders Albert en Jan Kloeze te zien. In deze schuur stond later hun dorsmachine.
Op de hoek van de Peperstraat en de Kerkstraat staat een oud boerderijtje dat eigendom was van bakker Albert Kuiper. Dit pand was één van de zo genoemde reddingsboten van het dorp. Mensen konden hier vaak terecht voor tijdelijke woonruimte, omdat het voorhuis van het boerderijtje in twee gedeelten werd verhuurd. In die tijd werd het pand bewoond door Jan en Frederik Haveman (Diever 62) en Jan en Jan Roelof Drost (Diever 62a). Het pand is in 1956 afgebroken.
Het huis aan de rechterkant (Diever 63) werd bewoond door Hendrik Punt, zijn vrouw Aaltje en hun kinderen Willem, Martinus en Roelofje.
In de boerderij daarnaast (Diever 66) woonden Harm Hummelen, Anna List, hun kinderen Pieter en Reinder en Gerard en Hendrik Meijerink.
In het huis daarachter (Diever 67) woonden Koop Reinders, zijn vrouw en hun kinderen Albert en Mina. Dit pand werd in de zestiger jaren afgebroken. Albert Reinders werkte als knecht bij bakker Aaldert Slot in Wittelte.
De bakkerij (Diever 63) van Albert Kuiper is door het huis van Koop Reinders helaas niet te zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Willem Egbert Mulder heeft de foto van de olde Peperstroate in Deever in de winter is gemaakt. Willem Egbert Mulder is geboren in Deever op 30 maart 1904 in de boerderij an de Heufdstroate, tegenover bejaardencentrum de Weier, waar eerder ‘de Koetsenman’ woonde, waar daarvoor de familie Roelof Fransen woonde, waar daarvoor de familie Jan Mulder woonde. Willem Egbert Mulder is boer geworden in Geetern en is daar overleden op 30 december 1965.
De zwart-wit ansichtkaart is in juli 1925 uitgegeven. De redactie weet helaas nog niet welke neringdoende in Deever deze ansichtkaart heeft verkocht. Het bij de redactie bekende oudste verzonden en gestempelde exemplaar van deze ansichtkaart dateert uit 1926.
In ut Deevers Archief is een afbeelding van de döskaaste van de gebroeders Kloeze opgenomen.
In ut Deevers Archief staat Albert Reinders op een afbeelding van de bakkerij van Aaldert Slot in Wittelte. Albert Reinders is de man die aan de linkerkant tegen het hek leunt.
In ut Deevers Archief is een afbeelding van het erfgoedboerderijtje van de familie Koop Reinders aanwezig. Het is het pand naast de bakkerij van de gebroeders Krol.
De redactie heeft de kleurenfoto in de Peperstroate gemaakt op maandag 2 januari 2017.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Peperstroate, Winter | Leave a comment

Ut gebouw op ut pièdemaarktturrein steet te koop

De redactie van ut Deevers Archief stuitte op 1 maart 2022 op de webstee www.alderikvos.nl op een merkwaardige advertentie van de verkoop van het toeristisch informatiecentrum an de Bosweg in Deever. De verkoopadvertentie bevat ook een uitnodiging om in te schrijven voor de daghoreca-voorziening te vestigen in het toeristisch informatiecentrum an de Bosweg in Deever.

Inleiding
De Stichting Toeristische Promotie Westerveld (STPW) is eigenaar van het pand Bosweg 2a in Diever en heeft daar het toeristisch informatiecentrum voor Diever en omstreken ondergebracht.
De informatieverstrekking op papier is in de afgelopen jaren dermate sterk gereduceerd, dat het informatiecentrum veel minder ruimte vereist dan voorheen.
Het bestuur van STPW heeft in de afgelopen tijd gezocht naar een passende bestemming om de vrijgevallen ruimte op te vullen en de aantrekkingskracht voor de bezoekers aan het centrum te vergroten.
Het bestuur heeft besloten aan het informatiecentrum een horecagelegenheid toe te voegen die, naast het verzorgen van een dag-horeca, werkgelegenheid biedt voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.

Het pand (bouwjaar 2001) staat in zijn geheel te koop
In deze aankondiging roepen wij personen of bedrijven op een voorstel (en offerte) in te dienen voor het exploiteren van de dag-horecagelegenheid in en de koop van ons pand. De persoon of het bedrijf wordt aangeduid als ‘exploitant’.
Het pand behoudt te allen tijde zijn functie als informatiecentrum, zoals dat notarieel is vastgelegd.
De verdeling qua ruimte voor informatiecentrum en dag-horeca is nader vast te stellen, maar het informatiecentrum behoeft ten minste 40 m² en maakt een geïntegreerd onderdeel van de daghorecagelegenheid.
Het pand heeft 5 ruimtes op de begane grond: een publieke ruimte van ongeveer, een kleine personeelsruimte inclusief toilet van ongeveer 10 m², een opslagruimte van ongeveer 20 m², een publieke toiletvoorziening en een technische ruimte. Op de verdieping is een, vanuit de centrale hal bereikbare, vergaderruimte van ongeveer 20 m².
De wanden van het pand zijn aan drie zijden opgetrokken in Drentse veldkeien. De aangebouwde ruimte (opslag- en technische ruimte) is opgetrokken in dubbelwandig houtskelet. De puien zijn uitgevoerd in houten kozijnen met isolerende beglazing.
De begane grondvloer is uitgevoerd in beton. De verdiepingsvloer is uitgevoerd in hout. De dakconstructie bestaat uit in verlijmde houten spanten met een geïsoleerd lessenaardak met stalen golfplaten. Verwarming door middel van CV met warmtewisselaar voor aardwarmte (installaties 2001).
De ondergrond van het pand is in erfpacht uitgegeven en in eigendom van de gemeente Westerveld. De grond rondom het pand is eigendom van de gemeente. Voor beide onderdelen zal de gemeente een marktconforme erfpacht met de exploitant overeenkomen.
Het pand wordt door de exploitant in zijn geheel in eigendom overgenomen, waarbij Alderik Vos Makelaardij in Diever namens STPW optreedt en met de koper een marktconforme verkoopprijs overeenkomt.
Zo ook stelt de makelaar/taxateur de huurprijs vast voor het gedeelte van het pand, dat STPW voor zijn informatiefunctie behoeft.
De beoogde exploitant dient in dit licht zijn kredietwaardigheid te bevestigen.
De exploitant moet zelf een vergunning verkrijgen van de gemeente voor het exploiteren van de dag-horeca in het pand. De gemeente staat positief ten opzichte van dag-horeca.
De exploitant moet zelf een overeenkomst sluiten met de gemeente Westerveld voor de omvang en het inrichten plus gebruik van het terras aan de voorzijde van het pand.

Personele bezetting
De dag-horeca biedt ook werkgelegenheid voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe komt de exploitant tot een overeenkomst met een erkende zorginstelling, die deze werknemers begeleidt. De inzet van deze werknemers is blijvend onlosmakelijk verbonden met de exploitatie van de dag-horeca.
De openingstijden van de dag-horeca zijn 7 dagen per week van 9.00 tot 18.00 uur. In overleg met het bestuur van STPW kan per seizoen of in bijzondere gevallen en gelegenheden de openingstijden worden verkort of vergroot.
De medewerkers van de dag-horeca fungeren als gastvrouw/-heer van het informatiecentrum op tijdstippen, dat geen vrijwilliger van STPW aanwezig is.
De vrijwilligers van het informatiecentrum zijn van april tot november aanwezig van 10.00 tot 16.00 uur, in het winterseizoen korter, bijvoorbeeld van 10.30 tot 15.30 uur.

Overige voorwaarden
De exploitant draagt zelf en voor eigen rekening zorg voor de inrichting van het dag-horeca deel, zowel binnen als buiten, en de bijbehorende keuken en opslagruimte.
De exploitant draagt zelf voor de investering in een adequaat luchtbehandelingssysteem en verwarmingsvoorziening. De inrichting van de klimaatbehandeling in de meest uitgebreide zin des woord zal voldoen aan de eisen en richtlijnen die door de overheid hieraan worden gesteld, hetgeen nu niet het geval is. Opgemerkt wordt, dat de huidige installatie verouderd is.
De exploitant neemt de totale bijkomende huisvestingslasten voor zijn rekening, waaronder ten minste begrepen zijn energiekosten voor gas, water en elektra, vuilafvoer, WOB-belasting, communicatievoorzieningen, rioolwaterzuivering, containerregeling voor de afvoer van vuil, enzovoort.
STPW en de exploitant komen tot een redelijke verdeling van de kosten.
De exploitant draagt zorg voor afdoende verzekering voor diverse aspecten verbonden aan het pand, zoals brand en inboedel, inbraak, WA-verzekering, bedrijfsschade, enzovoort.

Slotopmerking
Het pand behoudt te allen tijde de functie van informatiecentrum. Mocht STPW ophouden te bestaan, dan komt de eigenaar/exploitant met de gemeente Westerveld overeen op welke wijze deze informatiefunctie zal worden ingevuld.

Voorstel
Personen of bedrijven die interesse hebben om de horecagelegenheid te exploiteren met in acht name van bovengenoemde, worden uitgenodigd hun voorstel te richten aan het bestuur van Stichting Toeristische Promotie Westerveld.
Het voorstel dient vóór 15 maart 2022 in bezit te zijn van Alderik Vos Makelaardij. Het indienen kan per post, gericht aan Alderik Vos Makelaardij, Kruisstraat 10a, 7981 AR Diever of via info@alderikvos.nl.

Procedure
Een commissie bestaande uit bestuursleden van STPW en medewerker(s) van de gemeente Westerveld beoordelen, in samenspraak met de makelaar,  de voorstellen en nemen binnen 14 dagen een beslissing.  STPW behoudt zich het recht voor van gunning. In verband met (privacy-) wetgeving zullen geen mededelingen worden gedaan met betrekking tot het geaccepteerde voorstel.

Inlichtingen
Inlichtingen kan men krijgen door vragen te stellen via info@alderikvos.nl.
Een bezichtiging van het pand is mogelijk: daarvoor kan men contact opnemen via bovenvermeld e-mailadres.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wat is de feitelijke reden van de verkoop van het in 2001 geopende pand aan de Bosweg in Deever ?
Heeft het bestuur van de stichting toeristische promotie Westerveld exploitatie-problemen ?
Heeft het bestuur van de stichting toeristische promotie Westerveld exploitatie-tekorten ?
Levert het bestuur van de stichting toeristische promotie Westerveld te weinig voor de niet misselijke subsidies van de gemeente Westenveld ?
Zijn die niet misselijke subsidies van de gemeente Westenveld niet om te rekenen naar een significante groei van de toeristenindustrie in de gemeente Westenveld ?
Is het bestuur van de stichting toeristische promotie Westerveld ingehaald door de ontwikkelingen op het internet ?
Is het bestuur van de stichting toeristische promotie Westerveld de Stichting verzandt in bureaucratisch plannen maken en vergaderen en rapporteren ?
De vraagprijs van het pand is € 195.000,-, kosten koper. Desalniettemin hebben de klunzige opstellers van de advertentie in de advertentie opgenomen dat de makelaar met de koper een marktconforme verkoopprijs overeenkomt. Dus die vraagprijs van € 195.000,- kosten koper is geen marktconforme verkoopprijs ? Zeker niet. Die prijs is gelet op de vele in de advertentie te ontwaren risico’s en valkuilen in elk geval veel te hoog, dus niet marktconform. 

Posted in Maarktturrein | Leave a comment

Sint Andreas kaarke stiet bijna 100 joar op Zorgvliet

Op 21 juli 1924 verscheen in de krant Het Centrum het volgende bericht over de inzegening van de nieuwe rooms katholieke kerk op Zorgvliet.

Plaatselijke berichten 
Zorgvlied (Dr.), 15 juli
Dinsdag 15 juli was een feestdag voor de kleine parochie Wateren. Het nieuwe kerkje, gebouwd door den heer A.A. v.d. Liefvoort uit Arnhem, werd dien dag plechtig ingezegend door den hoogeerwaarden deken G.J. Vaas van Wolvega. Van de huizen van alle katholieken wapperde de driekleur en het feestelijke gebrom der klok kondigde het begin der plechtigheid aan.
Tegen 10 uur verzamelde de kleine, maar trouwe kudde zich op het kerkplein. Geassisteerd door twee oud-pastoors, pastoor Bruggen en pastoor Boekhorst, verrichtte de deken, die vroeger ook pastoor was van deze parochie, de liturgische plechtigheden.
Onder de plechtige hoogmis hield kapelaan D. van Wijk, van Bemmel, een schoone rede, waarin hij, na pastoors Eppings, den bouwmeester en alle parochianen geluk gewenscht te hebben met hun mooie kerkje, hen wees op het nut van onze katholieke kerken. Daar worden wij niet alleen meer dan elders opgewekt tot God te bidden, en onze harten naar den hemel te verheffen, maar daar vinden we ook troost en opbeuring in moeilijkheden, sterkte en kracht in den strijd des levens, en worden wij overladen met Gods zegeningen en genaden.
Na de heilige mis klonk een hartgrondig Te Deum, door alle parochianen gezamenlijk gezongen, waarin ze uiting gaven aan hun dankbaarheid en blijde stemming.
Op het priesterkoor waren aanwezig een zestiental geestelijken uit de omgeving die mede met de parochianen en den herder dankbaar gedachten onder het heilig misoffer de edele weldoeners, door wier gaven het mogelijk was geworden in het arme Zorgvlied zulk een waardig kerkje te bouwen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op 9 oktober 1923 kreeg het bestuur van de Sint Andreas parochie op Zorgvlied van de aartsbisschop van Utrecht toestemming voor het bouwen van een nieuw kerkgebouw voor de rooms katholieke geloofsgemeente. Het inzamelen van het benodigde geld voor de nieuwbouw verliep voorspoedig, zodat al op 27 november 1923 de eerste steen kon worden gelegd. Op 15 juli 1924 werd de kerk op plechtige wijze ingewijd.
In het weekblad ‘De Katholieke Illustratie, de zondagslectuur voor het katholieke Nederlandsche volk’, jaargang 58, 1923-1924, nummer 49, 27 augustus 1924, was op bladzijde 607 bijgaande sepiakleurige afbeelding te zien van de buiten- en de binnenkant van de nieuwe rooms katholieke kerk van de Sint Andreas parochie an de Dorpsstroate op Zorgvliet.
Toch weer een mooi fragmentje uit het verleden in het dorp Zorgvliet. En noteer 15 juli 2024 alvast maar in de agenda, want dan zal de Sint Andreas parochie het eeuwfeest van de Sint Andreas kerk vieren.
De redactie verwijst uiteraard ook naar de webstee van de Heilig Clara van Assisi parochie
De redactie heeft de kleurenfoto van de Sint Andreas kerk gemaakt op vrijdag 19 november 2021.
Een afbeelding van een ansichtkaart van het interieur van deze kerk is opgenomen in ut Deevers Archief.

De redactie ontving op 21 juli 2022 de volgende zeer gewaardeerde reactie van pastoor Koos Tolboom
In uw ‘Dievers Archief’ is een foto te vinden van het interieur van de kerk van Zorgvlied, toen hij net was opgeleverd. U ziet dat de ramen in het priesterkoor toen kleiner waren dan de huidige ramen en ook lager aangebracht, bovendien alle drie op dezelfde hoogte. Met een hoogaltaar daarvoor dat van buitenaf opwaarts naar het midden oploopt, dat was geen kijk.
Ik vermoed dat men toen al vrij gauw is begonnen tot een aanpassing van de ramen in het priesterkoor. De aanpassing is zeer fraai gedaan. De foto van het interieur waarin het oorspronkelijke nog is vastgelegd, doet me denken dat de ramen alleen glas-in-lood waren en niet gebrandschilderd. De verfraaiing van latere datum betreft dan: grotere ramen, aangebracht als omlijsting van het hoogaltaar, daarbinnen gebrandschilderde ramen, die in de oorspronkelijke setting nog niet waren aangebracht.
Onlangs heb ik alles bekeken met een deskundige. De gebrandschilderde ramen -waarschijnlijk dus van 1925 of later- zijn zuiver neogotisch, terwijl de neogotiek toen al voorbij was.
Ook heeft hij het hoogaltaar bekeken. Ik ben er altijd van uitgegaan dat het een neogotisch tweedehandsje was. Mijn vader zei wel eens dat hij gehoord had dat het uit Hilversum kwam. Maar hoe langer onze deskundige er naar keek, hoe meer hij er van overtuigd raakte dat dit hoogaltaar toch voor deze kerk is gemaakt in de jaren twintig van de vorige eeuw. Het lijkt neogotisch, maar hij wees elementen aan die typisch zijn voor de twintiger jaren van de vorige eeuw. Al met al een beetje een verhaal met mysteries omgeven. Ik herinner mij niet dat ik, toen ik in 1984 mijn boekje ‘Heilige Andreasparochie – 1884-1984’ schreef, over dit hoogaltaar documentatie ingezien heb.
Wat de deskundige vreemd vond, dat was de afbeelding van het zalig afsterven van de Heilige Jozef onder de mensa van het hoogaltaar. Dit heb ik op een hoogaltaar één keer eerder gezien, namelijk ergens in de Gelderse Achterhoek. Was het een kerk in de buurt van Wehl ? Of een kerk in de Liemers ? Hier hoop ik binnenkort achter te komen.

Posted in Kattelieke Kaarke, Zorgvliet | Leave a comment

Un rond holt’n bröttie mit ut woap’m van Deever

De redactie van ut Deevers Archief is een fervent liefhebber van Deeverse prullaria. En daartoe behoort zeer zeker ook het bijgaand afgebeelde houten bordje mit ut woap’m van de gemiente Deever met daarop aangebracht de ijzersterke reclamespreuk ‘Kom liever naar Diever’ uit de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Kom liever naar Diever. Ga je een eindje vedder, dan kom je in Vledder. Ga je een eindje terug, dan kom je in Dieverbrug. En je bent ook zo over de Stroom in Dwingelo. En zeg geen nee tegen Lhee.
Het is een al wat ouder bordje, maar waarschijnlijk nooit gebruikt. Het bordje komt uit een ambachtelijke houtsnijderij, die gestopt is vanwege het overlijden van de houtsnijder.
Het heeft toch wel iets zo’n rond plankje mit ut woap’m van de gemiente Deever. Je kunt het gebruiken als plankje voor het snijden van de stukjes kaas voor bij de borrel. Maar je kunt het nog beter gebruiken als plankje voor het in grote stukken snijden van die lekkere vette keiharde Dreinse wost’n. Gien wost’n mièr uut de wiemel, moar ut de supermaarkt.

Posted in Deeverse prullaria, Woap'm van Deever | Leave a comment

Esloopte paan’n an de brink van Deever

Op deze afbeelding van een vooroorlogse zwart-wit foto van vóór 1928 laat een fraai winters beeld van de brink van Deever zien. Links is de oude pastorie van de Nederlands Hervormde Kerk (een pastorie hoort aan de brink te staan) te zien met daarnaast het oude gemeentehuis (een gemeentehuis hoort aan de brink te staan), dat eerder de lagere school en nog eerder een boerderij was. Rechts is het oude boerencafé Brinkzicht van Jan Barelds te zien.
Wolter Smit, de bepaald niet onbemiddeld geworden boschbaas van Berkenheuvel, in dienst van mr. Albertus Christiaan van Daalen, kocht in 1928 het oude boerencafé Brinkzicht an de brink van Deever, liet het afbreken en liet ter plekke het nieuwe café Brinkzicht bouwen voor zijn dochter Gezina (Siene) Catharina, die getrouwd was met de in de Tweede Wereldoorlog in Deever en omstreken zo berucht geworden N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma.
De pastorie en het oude gemeentehuis moesten in 1956 helaas het veld ruimen voor de bouw van een nieuw gemeentehuis van de gemiente Deever.
Dit gemeentehuis en café Brinkzicht zijn te zien op de afgebeelde kleurenfoto.
De afgebeelde zwart-wit foto is aanwezig in het archief van de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 4 november 2017.

Posted in Brink, Café Brinkzicht, Deever, Gemientehuus, Pastorie aan de Brink, Verdwenen object | Leave a comment

Café De Harmonie van Johannes van Opzeeland

De redactie van ut Deevers Archief mocht bij de gratie van de rechtvaardige, achterbaksloze, objectieve en genereuze Almachtige Hoge Heren Van Het Dagelijks Bestuur Van De Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever en consorten in 2004 de zogenaamde ‘historische kalender’ voor het jaar 2005 maken. In 2008 kwam een einde aan dat kalender maken. Toen kreeg de redactie van het genoemde bestuur zo maar vanuit het niets een vuile trap in zijn rug en kon hij oprotten. Want ‘ze gingen het totaal anders doen’.
De redactie heeft de kalender met heel veel plezier, uiteraard niet voor het bestuur, maar voor de toen nog vele leden van de hiervoor genoemde vereniging gemaakt. It was as always a scenery race. In dit bericht is het kalenderblad voor de maand januari van het jaar 2005 getoond. De redactie zal te gelegener tijd en zeker niet met turbospoed en ook niet in turbodraf de bladen voor de andere maanden van het jaar 2005 ook opnemen in ut Deevers Archief. 

Zorgvlied – Café De Harmonie – 1930
De gemeente Diever verleende op 24 januari 1927 aan Johannes van Opzeeland vergunning voor den verkoop van sterke drank in het klein in de beide zalen van café De Harmonie, adres Zorgvlied 46. De vergunning ging in op 8 februari 1927. Zijn vergunning verviel al met ingang van 8 april 1930. Volgens het bewaard gebleven register was Hendrik Krans vanaf 1 mei 1930 de vergunninghouder. Zijn vergunning verviel op 1 mei 1935 wegens het niet betalen van het vergunningrecht. De volgende vooroorlogse vergunninghouder was Klaas de Bree. Zijn vergunning ging in op 1 mei 1935.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is naarstig op zoek naar een goede scan van foto’s van mooie onderwerpen uit Zorgvlied, Woater’n en de Olde Willem. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wil deze ter beschikking stellen voor opname in ut Deevers Archief ?
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 216 een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart opgenomen.

Afbeelding 1
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van mooie afbeeldingen op papier uut de gemiente Deever is, kan het hier afgebeelde kalenderblad voor de maand januari van het jaar 2005 ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 2 van die zo genoemde ‘historische kalender’ van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. Maar ja, maar ja, dan moet je nog wel in het bezit zijn van die papieren kalender of die papieren kalender bij iemand kunnen bekijken.

Afbeelding 2
De naam J. van Opzeeland staat op de ruit in het bovenlicht van de ingang van het café van Johannes van Opzeeland. Het kan niet anders zo zijn dan dat Johannes van Opzeeland bij de ingang van het café staat.
Het fraaie café moet destijds voor het toen nog jonge dorp Zorgvliet echt als eerste café zijn ontworpen en gebouwd. Het café had zelfs een overdekte veranda. De redactie moet daarbij denken aan decors in Western-films Maar wie was de architect van dit pand ? Maar welke aannemer heeft het café gebouwd ?
Aan de linkerkant is een stukje van de bakkerij en kruidenierswinkel van Alle Brouwer te zien.

Afbeelding 3
Deze afbeelding is elders in ut Deevers Archief te vinden. Elke afbeelding komt maar één keer voor in ut Deevers Archief. 
In 1930 stond de bakkerij en kruidenierswinkel van Alle Brouwer naast café De Harmonie.
Afbeelding 3 is een scan van een foto uit de verzameling van wijlen
mevrouw Wubbina Brouwer-Kruid, die in Enschede woonde.

Afbeelding 4
Café De Harmonie op Zorgvliet is in 1963 door brand verwoest. Op de plaats van het café is een dubbele woning gebouwd. Coen Broekema heeft deze kleurenfoto op 16 september 2004 gemaakt. Dat is al weer heel wat jaren geleden.

Posted in Ansigtkoate, Café De Harmonie, Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

De webstee van Deever op Dreef is op drift

De redactie van ut Deevers Archief probeerde op vrijdag 5 november 2021 de webstee https://www.dieveropdreef.nl te bezoeken, maar werd afgescheept met het volgende scherm, waarop te lezen staat:
Brinkenplan Diever op Dreef. Deze website is voor onbepaalde tijd offline.
Deze website is op drift geraakt. De redactie heeft maar gauw -voor het te laat is- -je weet maar nooit- een digitaal afdrukje van het scherm gemaakt. Zie de bijgevoegde afbeelding.
In de webstee https://www.dieveropdreef.nl staan/stonden veel gegevens over de voorbereiding van, de vette propaganda over, de uitvoering van en de nazorg van het peperdure belastinggeldverslindende, overbodige en onduurzame her- en onderbestratingsproject van de straten in het binnendorp van Deever in de periode 2019-2012.
Vast en zeker heeft een heel groot gemeentelijk leger zich tegen deze webstee aan bemoeit: beleidswethouders, beleidsambtenaren, beleidsmedewerkers, beleidsregisseurs, beleidssouffleurs, beleidsbedenkers, beleidsvoorbereiders, beleidscommuniceerders, beleidsondersteuners, beleidsinfluencers, beleidsbeslissers, beleidsuitvoerders, beleidsanalisten, beleidssecretarissen, beleidscontroleurs, beleidsopzichters, beleidshandhavers, enzovoort, enzovoort. Gelieve aan te vullen wat ook van toepassing is en door te halen wat niet van toepassing is.
De redactie heeft om het hier afgebeelde digitale schermafdrukje alvast maar voor onbepaalde tijd een rouwrandje geplaatst, want bij de niet erg dienstbaar bekend staande gemeente Westenveld zou onbepaald zo maar eens plotsklaps voorgoed kunnen zijn.
De zeer geachte bezoeker van ut Deevers Archief, die geïnteresseerd is in gemeentelijke over-de-top en over-de-balk projecten, zal dus binnenkort, misschien wel met de pet in de hand, een afspraak moeten maken bij de beleidshoofdarchivaris van de gemeente Westenveld om de stukken over het hiervoor genoemde her- en onderbestratingsproject, die in het kader van de Archiefwet moeten worden bewaard, in te zien.

Posted in Gemeente Westenveld | Leave a comment

Veer melkbuss’n op ut rikke van Knelus Seinen

De redactie van ut Deevers Archief kreeg in de jaren 2000-2008 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder – een Deeverse uut de Aachterstroate – die eerst an de Kloosterstroate in Deever woonde, daarna in Gasselte woonde, na zijn pensionering in Assen woonde, en is overleden bij zijn dochter in Voorburg – steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels, documenten en foto’s over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem te publiceren. Het is de redactie helaas niet gelukt bij het leven van Anne Mulder al diens Deeverse documenten in het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever te publiceren, dan maar postuum – en met alle respect – en beetje bij beetje opnemen in ut Deevers Archief. Anne Mulder heeft bijgaande foto gemaakt in 1956.

Deze foto is in 1956 gemaakt direct na van de afbraak van ut oldste gemientehuus an de brink van Deever. Dat moet in het voorjaar of in het najaar zijn geweest, want de bomen zijn kaal.
De grote vraag is natuurlijk wel wat de bestemming van al dat vrijgekomen bouw- en sloopmateriaal was. Recyclingbedrijven en puinbrekers bestonden in 1956 nog niet en zeker niet in de wijde omgeving van Deever. Heeft de gemiente Deever ergens een groot diep gat gegraven en daar al het materiaal in gedumpt ? Of heeft de gemiente Deever al het materiaal op de belt an de Grönnegerweg bee Deever gedumpt ? Of heeft de gemiente Deever een erfgoedzandweg verhard met het vrijgekomen steenachtige materiaal ? Of hebben boeren de vrijgekomen bakstenen gebruikt bij het bouwen van stallen ?
Na de afbraak van ut oldste gemientehuus an de brink van Deever kwam de gehele zijgevel van de aangrenzende boerderij en ut pothokke fraai in het zicht. Bij de zijdeur van de boerderij zijn vier omgekeerde melkbussen op ut rikke te zien.
De boerderij werd toen bewoond door boer Cornelis (Knelus) Seinen en Hendrikje Schiphorst en hun dochter Marie Seinen. Cornelis Seinen is geboren op 8 september 1912 in deze boerderij. Hij is overleden op 6 november 1989. Hendrikje Schiphorst is geboren op 5 oktober 1912. Zij is overleden op 14 oktober 1989. Zij zijn beiden begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Posted in Alle Deeversen, Boerdereeje, Brink, Gemientehuus | Leave a comment

Ut bolder’n is aarfgood van de Unesco

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 4 december 2015 verscheen het volgende voor de redactie van het Deevers Archief zeer verheugende bericht over de Drentse traditie van het bolder’n.

Blokgooien immaterieel erfgoed
Diever. Het spelletje blokgooien dat nog wekelijks gespeeld wordt op het speelveldje aan de Dwarsdrift in Diever, is door Unesco erkend als immaterieel erfgoed. Blokgooien is een oeroud volksspelletje uit het Nedersaksisch taalgebied.
Volgens de overlevering is het spelletje in deze streken terecht gekomen door de Romeinen. De spelregels van het blokgooien zijn altijd doorgegeven van de ouders aan de kinderen, Men moet het niet vergelijken met klootschieten.
Bij het blokgooien worden centen op een blok gelegd en gooi je raak dan mag je de centen omhoog behouden. Hert gooien vindt plaats met een rond zwerfkeitje.
Ze hebben veel benamingen voor het spel, zoals bolderen, klobbejagen en klobbegooien. Zo komt het ook voor onder de naam van piksjitten in Friesland en kaalbakken in Groningen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De Unesco heeft het oeroude Drentse bolder’n eindelijk erkend als immaterieel werelderfgoed. Het spel wordt in delen van Drenthe nog in ere gehouden, onder meer in en rond Roden en Westerbork en natuurlijk in Deever..
De trouwe bezoeker van ut Deevers Archief wordt -na het misschien wel, maar beter niet lezen van het voorgaande in de gauwigheid in elkaar gedraaide stukje rammelende tekst- vooral aangeraden de webstee Blokgooien te raadplegen. De beheerder van deze website heeft zich het vuur uit zijn klompen gelopen om ut bolder’n op de lijst van immaterieel werelderfgoed van de Unesco te krijgen. Hulde. Hulde. Hulde.
Het berichtje vermeldt dat heden ten dage in Deever wordt gebolderd met een rond zwerfkeitje. Dat is uit de duim gezogen onzin. De bolderstien wordt zeker al een generatie lang niet meer gebruikt in Deever. Gebruikte bolderstien’n zijn uiterst zeldzaam en museumwaardig geworden. In de verzameling van ut Deevers Archief bevinden zich de twee bewaard gebleven bolderstien’n van Hendrik Krol Jzn. (Henduk van Joapie)

abracadabra-525

Posted in Aarfgood, Bolder’n, Deever, Traditie | Leave a comment

De ofdieling onderbrook’n-lol in museum Dieverza

In het blaadje Siepelnieuws van 17 juni 1997 verscheen het volgende bericht over de opening van museumboerderij Dieverza van het echtpaar Ron Zegers en Eefke Steketee an de Brink van Deever.

Museumboerderij Dieverza een verrijking voor Diever
Zeer uitnodigend zullen zeven dag per week van ’s morgens tien tot bijna ’s avonds acht uur, de deuren van de zaterdag geopende museumboerderij Dieverza aan de Brink 2 te Diever open staan. Eenmaal binnen, zal het voor velen lastig worden het pand te verlaten. Niet alleen omdat er ontzettend veel is te zien, maar ook omdat het geheel zo’n gezelligheid uitstraalt, dat de bezoeker zich direct thuis voelt en er daarom voorlopig even wil blijven. Verantwoordelijk hiervoor zijn de nieuwe ondernemers Ron en Eefke Zegers.
Burgemeester drs. R.J. Schaeffer van Diever sprak tijdens de opening van een kwalitatieve versterking. ‘De structuur van het dorp wordt op deze versterkt zonder concessies te doen. Diever heeft met dit museum er bij, naast het wandelen en fietsen nog meer kwaliteit’, aldus Schaeffer, die verder meedeelde ook edelsmeden naar Diever te willen halen, oftewel ambachten in ’t algemeen. De toerist wordt zo een totaal plaatje geboden.
Het echtpaar, afkomstig uit Ridderkerk, verzamelt al zo’n tien jaar ‘oude’ spulletjes. ‘In Ridderkerk hadden we een verzamelwinkel en in opdracht van musea kochten we oude voorwerpen. Omdat het leven in het Westen, zeker met een zaak, toch wat lastiger wordt en we altijd al in Drenthe wilden wonen, besloten we het avontuur aan te gaan. We hebben zo’n zeven maanden geleden 120 makelaars in Drenthe aangeschreven en heel veel boerderijen bekeken. Toen we de boerderij op de brink in Diever binnen kwamen, was het voor ons niet meer moeilijk, dit was precies het sfeertje dat we zochten’, vertelt Eefke. In oktober vorig jaar werd de eerste aanvraag ingediend en door een goede medewerking van de gemeente Diever mocht met de verbouw worden gestart. Met hulp van familie verbouwde Ron in tien weken het totale interieur. Eefke zette alles op z’n plaats en zaterdagmorgen kon het resultaat bekeken worden.
Dieverza
Gezien de diversiteit, is het niet moeilijk de naam van het museum te herleiden. Eefke en Ron vinden het een groot avontuur, waar ze helemaal achter staan, daarbij zitten ze nog boordevol plannen. ‘Het is een vreemd gevoel. Voorheen moest ik altijd verkopen en nu mag ik al dat moois houden’, zegt Eefke. In de museumboerderij Dieverza is van alles te zien wat betrekking heeft op het tijdvak 1900 tot 1950. Er zijn diverse ‘afdelingen’, zoals onder andere de kapper, het schooltje, de schoenmaker, het gruttertje, de hoedenwinkel en een collectie oud speelgoed. Zeer apart is de afdeling ‘onderbroeken-lol’, zoals het echtpaar deze noemt. Buiten de vele korsetten, bh’s en onderbroeken is in een vitrine het slipje van prinses Juliana te zien. Dit werd uit het persoonlijk bezit van het koningshuis in 1945 door de Stichting Herstel Zeeland 1945 naar de oma van Ron gestuurd, toen zij en meerderen door bombardementen alles kwijt waren. Nu ligt het ongeschonden in Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Opvallend is de snorkerige politieke lulkoekerij van waarnemend burgemeester doctorandus in de andragogie Robert Johan Schaeffer, die edelsmeden en andere ambachten naar Deever wilde halen. Waar bemoeide zich die man toch tegen aan ? Was hij een soort van look-alike van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd ?
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.is het Siepelnieuws-bericht te lezen op de bladzijden 402 en 403.

Posted in Museum | Leave a comment

Natuurmonement’n hef de Galama State ekogt

In de krant Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 20 mei 1970 een advertentie met de aankondiging van de verkoop van de boerderij met de naam Galama State op Groot-Wateren.

Pachtvrije groenboerderij Galamastate te Wateren, gemeente Diever
Notarissen T. Seinstra te Drachten en D. Botje te Dwingeloo zijn voornemens op woensdag 27 mei 1970 des namiddags 2.30 uur in het café Van der Helm te Zorgvlied, gemeente Diever, ten verzoeke van de familie Oosterhof in het openbaar finaal te verkopen: een boerenbehuizing, waarin stalling voor 45 stuks vee, met schuur, waarin stalling voor 20 stuks vee, op en met ongeveer 31.50.00 hectare aaneengelegen groenland, in 9 percelen en combinatie(s), in totaal ingezet f. 165.178,-
Alles vrij van pacht en onmiddellijk na gunning te aanvaarden. Bezichtiging van het woonhuis op de veilingsdag vanaf 10 uur. Betaling op uiterlijk 15 juli 1970. Inlichtingen en veilingboekjes verkrijgbaar ten kantore van voornoemde notarissen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in het bericht Natuurmonument’n hef de Galama State begreu’m enige aandacht besteed aan de Galama State. De boerderij Galama State (gebouwd rond 1900) lag net op de oude gemeentegrens van Diever en Vledder aan de Huenderweg. Deze boerderij werd in opdracht van Lodewijk Guillaume Verwer gebouwd met geld van de rijke familie Galama (een erfenisje ?). Verwers moeder was Sietske IJsbrands Galama, een dochter van deze familie. Zij trouwde met Ids Johannes Verwer en werd in 1846 moeder van Lodewijk Guillaume Verwer en in 1853 van Julius Verwer.
De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten kocht de boerderij op 27 mei 1970, met als doel deze met geschwinde spoed en in gestreke draf te doen verdwijnselen. En dat is schitterend gelukt.

Posted in Boerdereeje, Verdwenen object, Woater’n | Leave a comment

Ut skultehuus was ut skulteboerdereejeveurhuus

In het prachtige archief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn bijgaand afgebeelde vier zwart wit foto’s van de skuldeboerdereeje te vinden. Die was toen gelukkig nog verbonden met ut skulteveurhuus an de brink van Deever. De foto’s zijn gemaakt door een fotograaf voor de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De foto’s zijn vanwege hun ouderdom zonder toestemming te kopiëren, te wijzigen en te verspreiden.
In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van dinsdag 30 december 1930 stond ook een bijzonder fraaie foto van het niet goed zichtbare schultevoorhuis an de brink van Deever en de gelukkig toen nog aan het schultevoorhuis vastgebouwde schulteboerderij.
Gelet op de oriëntatie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de kaarkhof an de brink van Deever ten opzichte van de zichtbare gebouwen, kan het niet anders zo zijn dan dat de skulteboerdereeje de vervallen boerderij is die is te zien aan de rechterkant van de vier foto’s.
De redactie heeft het vermoeden dat de foto in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van dinsdag 30 december 1930 en de vier hier afgebeelde foto’s door dezelfde fotograaf zijn gemaakt, wellicht ergens in het najaar van 1930.
De vier hier afgebeelde foto’s zijn helaas, jammer genoeg, ocharm, niet opgenomen in het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.



Posted in Skultehuus | Leave a comment

Villa Nova in de zomer en Villa Nova in de winter

De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van de eigenaren van hotel-restaurant Villa Nova an de Dorpsstroate op Zorgvliet bijgaande twee prachtige kleurenfoto’s aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief te tonen. De redactie is de eigenaren natuurlijk bijzonder erkentelijk voor het geven van deze toestemming.
Op de eerste kleurenfoto is Villa Nova in de zomer te zien en op de tweede kleurenfoto is Villa Nova op een sneeuwdag in de winter te zien. Deze twee kleurenfoto’s zijn mooie kleurenfragmentje uit het recente verleden in de gemiente Deever.

Afbeelding 1|
Hotel-restaurant Villa Nova in de zomer. Deze foto is rond 2018 gemaakt (© Renate Krans)
Afbeelding 2
Hotel-restaurant Villa Nova op een sneeuwdag in de winter. Deze foto is rond 2018 gemaakt (© Renate Krans)

Posted in Villa Nova, Winter, Zorgvliet | Leave a comment

Tinus Ponne hef de toor’n an de brink ok eskildert

Ook aquarelist, schilder, tekenaar en verzekeringsagent Jentinus (Tinus) Ponne heeft de gemeentelijke toren aan de brink van Deever geaquarelleert, zeg maar met waterverf geschilderd. Het aquarel heeft een breedte van 31 cm en een hoogte van 45 cm. Zie de bijgaande afbeelding. Hij schilderde dit bijna sepiakleurige dorpsbeeld in een expressionistische stijl.
Jentinus (Tinus) Ponne is geboren op 3 oktober 1910 in Möppel en is op 27 april 1967 op Rünerwold overleden. Hij heeft het grootste deel van zijn leven in Möppel gewoond. Jentinus (Tinus) Ponne verkocht veel van zijn werken, zijn werken waren veelgevraagd, desalniettemin bleef hij zijn hele leven werken als verzekeringsagent.
De redactie van ut Deevers Archief weet niet in welk jaar het afgebeelde aquarel is gemaakt. De redactie weet ook niet of Jentinus (Tinus) Ponne het waterverfschilderij ter plekke heeft gemaakt of dat hij als voorbeeld een foto of een ansichtkaart heeft gebruikt.
Als hij het schilderij ter plekke heeft gemaakt, dan heeft hij dat in elk geval gedaan vóór de afbraak van het aan de linkerkant van het schilderij zichtbare erfgoedboerderijtje van Roelof Hunneman en Trijntje van Eijk in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Als hij bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart als mogelijke bron van inspiratie voor zijn mooie aquarel heeft gebruikt, dan heeft hij een expressionistisch dorpsbeeld uit het eind van de dertiger jaren van de vorige eeuw geschilderd.
Het aquarel is ook afgebeeld op bladzijde 32 van het boek ‘Drentse kerken in de beeldende kunst’ van dr. Roel Sanders, dat in 2003 is uitgegeven door de Stichting Drents-Overijsselse Kerken.
De afbeelding van het aquarel van Jentinus (Tinus) Ponne is toch maar weer een mooi kleurenfragmentje uit de kunstgeschiedenis in de gemiente Deever.


Posted in Ansigtkoate, Aquarelle, Kuunst, Peperstroate, Toor'n an de brink | Leave a comment

De kruusing bee hotel restaurant Blok an de Brogge

Het is de redactie van ut Deevers Archief een genoegen toch maar weer een mooi kleurenfragmentje uit het verleden in de gemiente Deever te kunnen tonen aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
In 1968 was bijgaande kleuren ansichtkaart van Hotel Restaurant Blok uiteraard te koop bij Hotel Restaurant Blok an de Deeverbrogge. Deze kaart is tegelijkertijd met nog een paar kleuren ansichtkaarten, waaronder een ansichtkaart van het interieur van de eetzaal in het hotel-restaurant, uitgegeven.
Let vooral op de bij het hotel-restaurant geparkeerde auto’s. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief herkent merken en modellen ? De redactie verneemt het graag.
De weg van Deever hen Dwingel kruiste de riekseweg nog vlak bij Hotel Restaurant Blok. Het was een voorrangskruising, zoals uit het verkeersbord mag blijken. Het was een bepaald niet ongevaarlijke kruising. De auto’s moesten de drukke riekseweg schuin oversteken. De kruising is omstreeks 2002 vervangen door een rotonde.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Hotel Blok | Leave a comment

De tremhaltechef is overeplaèst hen de Smilde

Op 3 maart 1933 verscheen in het Nieuwsblad van Friesland het volgende bericht over de overplaatsing van Jan Benthem van de tramstation Dieverbrug naar de tramstation Hijkersmilde.

Hijkersmilde, 2 maart.
De heer J. Benthem, haltechef bij de Nederlandsche Tramweg Maatschappij te Dieverbrug, is met ingang van 1 maart jongstleden. overgeplaatst naar het station alhier.

Aantekeningen van ut Deevers Archief
Jan Benthem is de jongste zoon van marktschipper, schipper, schuitenvoerder, tolgaarder, logementhouder en caféhouder Sjoert Benthem en Grietje Merk. Hij is geboren op 12 mei 1894 an de Deeverbrogge. Jan Benthem trouwde op 3 augustus 1923 in Avereest met Hillechina Helena de Roode. Toen hij trouwde was hij chef van het tramstation van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij an de Deeverbrogge.
Vanwege de sluiting van de tramlijn van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij tussen Meppel en Hijkersmilde in 1933 en derhalve vanwege de sluiting van de tramhalte an de Deeverbrogge werd Jan Benthem overgeplaatst naar het tramstation Hijkersmilde. Tramstation Hijkersmilde bleef toen vooralsnog wel bestaan als station in de tramlijn Assen-Hijkersmilde-Oosterwolde.

Posted in An de Deeverbrogge, Café-Logement, Stoomtram | Leave a comment

Bee un lorrie op smalspoor in ut Olde Willemsveld

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 14 februari 2022 van de heer Paul Gols, woonachtig op Zorgvlied, bijgaande scan van een fraaie foto – een afdruk van een glasplaatnegatief – van ontginningswerkzaamheden in ut Olde Willemsveld. De redactie is de heer Paul Gols bijzonder erkentelijk voor het beschikbaar stellen van deze afbeelding met hoge geschiedkundige waarde. Voorwaar een topstuk.

De N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën werd op 18 september 1924 opgericht. Deze maatschappij leidde in de twintiger jaren van de vorige eeuw onder meer de ontginningen in ut Olde Willemsveld. Deze foto is afkomstig uit de collectie van Wessel Jansema, een kleinzoon van de opzichter/rentmeester van De Drie Provinciën. Op de foto staat werkvolk bij een lorrie op een smalspoor in ut Olde Willemsveld. De lorrie wordt getrokken door een paard. De man die aan de linkerkant tegen de lorrie leunt is opzichter Jansema. Het is jammer dat de namen van de andere mannen niet bekend zijn.
Het rechtlijnige smalspoor van het type Deceauville door ut Olde Willemsveld is nog niet ingetekend op de topografische kaart uit 1909. Dit smalspoor is voor het eerst ingetekend op de topografische kaart uit 1926. Zie bijgaande afbeelding van een detail van de topografische kaart uit 1926. Ter plekke van de Deceauvillebaan is na voltooiing van de ontginning van ut Olde Willemsveld de weg door de Olde Willem aangelegd.
De redactie heeft het vermoeden dat het smalspoor dat is te zien op de afbeelding niet direct onderdeel is van het rechtlijnige smalspoor dat door ut Olde Willemsveld loopt, maar een stuk smalspoor is, zeg maar een zijspoortje is, dat steeds op een ander te ontginnen perceel werd gelegd, immers het smalspoor was gemakkelijk te verplaatsen. De afgegraven onbruikbare grond werd op de lorries geschept en afgevoerd. Maar waar naar toe ?
De heer Paul Gols merkte terecht op dat deze afbeelding samen met de afbeelding van de diepploeg de meest sprekende afbeeldingen zijn voor de ontginning van ut Olde Willemsveld. Van handkracht naar paardekracht en van paardekracht naar mechanische kracht.
Bijgaande afbeelding is eveneens opgenomen op bladzijde 130 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in de Olde Willem, Ontginning, Topstuk | Leave a comment

Juffrou Naleke Bos-Evers mit heur dochtertie Willie

De redactie van ut Deevers Archief vond in de papieren nalatenschap van zijn moeder bijgaande afgebeelde prachtige sepiakleurige ansichtkaart van het korte deel van de Dorpsstroate op Zorgvliet, met aan de rechterkant de bebouwing bij de Rooms Katholieke kerk. Deze ansichtkaart is toch wel weer een mooi fragmentje uit het verleden in Zorgvliet. Deze ansichtkaart is in het najaar van 1931 uitgegeven door de in 1910 opgerichte firma J.F. le Roux in Assen. De kaart zal ongetwijfeld te koop zijn geweest bij een van de kruidenierswinkeltjes aan het lange deel van de Dorpsstroate op Zorgvliet. Wellicht in de winkel van Pieter Bos.
Achter op de ansichtkaart had de redactie’s moeder geschreven wie de vrouw en het kindje op de afbeelding zijn. De vrouw is schooljuffrouw Naleke Bos-Evers. Het kindje aan haar hand is haar dochtertje Wemke Wilhelmina Maria. De redactie’s moeder kende deze mensen heel goed. Per slot van rekening had ze als kind jaren in de klas gezeten bij juffrouw Bos.
Naleke Evers is geboren op 9 juli 1893 in Noordwolde als dochter van Cornelis Hendrik Evers en Hendrica van der Vaart. Zij trouwde op 4 mei 1918 in Deever met handelsreiziger Jan Gerrit Bos. Hij was een zoon van Pieter Bos en Wemke Egbert Dokter. Pieter Bos had een winkel an de Dorpsstroate op Zorgvliet. Naleke Bos-Evers was schooljuffrouw in de skoele op Woater’n. Zij is overleden op 27 december 1978 op Zorgvliet. Zij is begraven op Zorgvliet op de neeje kaarkhof aachter Obadja.
Wemke Wilhelmina (Willie) Maria Bos is geboren op 9 maart 1930 op Zorgvliet. Zij is overleden op 11 december 2019 in Deever. Ze is begraven op Zorgvliet op de neeje kaarkhof aachter Obadja. Zie ook het bericht Willy Hielkema-Bos is estör’m op 11 december 2019.

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 176 ook een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart opgenomen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Deze foto gemaakt in maart 2019 en is afkomstig uit google.com/maps (© 2022 Google)

Posted in Ansigtkoate, Dorpsstroate, Zorgvliet | Leave a comment

De skièr’nslieper kwaamp mit de woonwaèg’n

De redactie van ut Deevers Archief kocht alweer jaren geleden in het guldentijdperk op een verzamelbeurs in Utrecht een krantenknipsel, met daarop bijgaande sepiakleurige afbeelding, met daarop enig volk in de Dorpsstroate op Zorgvliet in Drente, net aan deze kant van de Drents-Friese grens. Op de afbeelding is ook een woonwagen te zien. Volgens de moeder van de redactie was dat de woonwagen van een scharenslijper (zigeuners ?). Die kwam elk jaar naar Zorgvliet en Woater’n. Een scharenslijper sleep natuurlijk ook messen.
Op de achterkant van het prachtige sepiakleurige knipsel is met potlood als jaartal ±1930 geschreven. Op de achterkant van het krantenknipsel is niet vermeld in welk geïllustreerd tijdschrift de afbeelding is gepubliceerd. De redactie heeft de bron nog steeds niet kunnen achterhalen, dus nog even geduldig doorzoeken.
De redactie heeft de kleurenfoto gemaakt op woensdagmiddag 11 december 2019. Op de klok van de oudejaars-slepen-en-niet-slopen-vereniging Tiet Zad is het twintig over vijf. En het was blijkbaar toen nog niet donker. Waren ze vergeten op zondag 27 oktober de klok een uur terug te zetten ?

Bijgaande sepiakleurige afbeelding is als zwart-wit afbeelding opgenomen op bladzijde 176 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, waarbij de ellipsvormige afbeelding om onduidelijke redenen helaas, jammer genoeg, ocharm, is bijgesneden tot een rechthoekige afbeelding.

Posted in Heufdstroate, Zorgvliet | Leave a comment

De villa Villa Nova an de Dorpsstroate op Zorgvliet

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 36 een zwart-wit ansichtkaart van de villa met de naam Villa Nova an de Dorpsstroate op Zorgvlied opgenomen. Deze zwart-wit ansichtkaart is in 1919 verstuurd. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer enige aandacht besteed aan de Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt en de gebroeders mr. Lodewijk Guillaume en dr. Julius Johannes Verwer. Een afbeelding van de bet3reffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

36 – Zorgvlied – Villa Nova – ± 1919
In de Landbouw-courant van 21 oktober 1869 verscheen het artikel Het landgoed Zorgvlied van den heer J.F. de Ruijter de Wildt. Het geeft een heel aardig beeld van de streek, nadat de Maatschappij van Weldadigheid in 1859 een deel van de kolonie Groot- en Klein Wateren had verkocht aan Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt. De ex-Indiëganger nam de ontwikkeling van zijn landgoed Zorgvlied voortvarend ter hand. Een passage uit het artikel luidt aldus:
Als men in aanmerking neemt dat daar waar men nu grasrijke weiden, heerlijke korenvelden, aangename dreven, vruchtbare akkers en weelderige bosschen aantreft, vroeger niet veel beter dan heideveld te vinden was, dan mag men wel zeggen dat de weinige jaren, die de heer de Ruijter de Wildt aan deze grootsche onderneming heeft besteed, geen onvruchtbare zijn geweest.
In 1879 kochten de gebroeders mr. Lodewijk Guillaume en dr. Julius Johannes Verwer het landgoed Zorgvlied en de rest van de ex-kolonie Groot- en Klein Wateren. Met name mr. Lodewijk Guillaume Verwer zag mogelijkheden om het landgoed verder te ontwikkelen tot een welvarende land- en bosbouwonderneming.
Zij lieten daartoe boerderijen, schuren, arbeidershuizen, een sigarenfabriekje en een cichoreifabriekje bouwen. Ook lieten ze mooie huizen in het jonge dorp bouwen: het Witte Huis naast het oude Rooms Katholieke kerkje, het huis Aurora, waar hun Noord Nederlandsche Hypotheekbank en levensverzekeringsmaatschappij was gevestigd, Villa Laanzicht, die bewoond werd door Johannes Fredericus Houwing, de directeur van de hypotheekbank, en het statige woonhuis met de naam Villa Nova.
De eerste steen van deze hier zichtbare villa werd op 23 juni 1888 gelegd door Idse Johannes Verwer, enige zoon van mr. Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovica van Wensen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief 
Het bericht in de Landbouw-courant van 21 oktober 1869 is een kopie van het originele bericht in de Purmerender Courant van 25 augustus 1869.
De redactie heeft de kleurenfoto van villa Villa Nova gemaakt op vrijdag 19 november 2021.

Posted in Ansigtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Villa Nova, Zorgvliet | Leave a comment

Un pèèr winkelties an de Dorpsstroate op Zorgvliet

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 34 een zwart-wit ansichtkaart van oude winkeltjes en het Amsterdamsche Huis, an de Dorpsstroate op Zorgvliet opgenomen. Deze zwart-wit ansichtkaart is in 1917 verstuurd. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer aandacht besteed aan de neringdoenden en hun nering in de winkeltjes an de Dorpsstroate op Zorgvliet. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

34 – Zorgvlied – Dorpsstraat met Amsterdamse Huis – 1917 
Dit is de mooiste foto die ik ken van het oude Zorgvlied. De kaart die voor deze afbeelding is gebruikt is één van de drie tot nu bekende exemplaren. In het linker pand was de kruidenierswinkel van Kees Bos en Trui Buin gevestigd. Deze winkel is omstreeks 1936 overgenomen door Hidde Visser en Trijntje Dijkstra.
Naast deze winkel bevond zich het manufacturenwinkeltje van Klaas de Boer. Daar was je aan het goede adres voor blauwe en zwarte wol, katoenen garen, band, sokken, ondergoed en lapjes stof. Zijn vrouw deed het werk in de winkel. Klaas was mit ’t pak béj ’t pad, dat wil zeggen dat hij met een grote koffer gevuld met manufacturen voor op zijn transportfiets zijn klanten bezocht in de wijde omgeving van Zorgvlied.
In die tijd woonde postbode Paulus Mulder in het typische Amsterdamse huis. De evangelisatievereniging OBADJA kocht het pand in 1928. Vanaf 1929 werd het huis bewoond door evangelist Hendrik Betten, zijn vrouw Trijntje Louwerse en hun kinderen Adriaan en Janna.
Rechts naast het Amsterdamse huis woonden vanaf 1919 poststationhouder Egbertus Huging, zijn vrouw Clara (Klaosie) Catharina Meijerink en hun zonen Bernardus Johannes, Lambertus Petrus en Ludivicus Lucia. Ook zij hadden een kruidenierswinkeltje. Het winkeltje bevond zich achter het achterste raam, links daarvan was de ingang. De ruimte stond vol met onder meer koekjes, suiker, boter, rijst, soda, Klok zeeppoeder en Sunlight zeep. Daar kocht je als kind een stengel zoethout voor één cent. Soms had je een stuiver voor een reep Kwatta chocolade. Daarom werd het soldaatje uit het wikkel geknipt, want vijf soldaatjes waren een reep waard. Het poststation was in het winkeltje gevestigd. Het station was ook op zondagmorgen geopend, zodat dan de krant kon worden gehaald. Dan kon ook nog een vergeten boodschap worden gekocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in de openbare bronnen nog geen gegevens van Kees Bos en Trui Buin gevonden.

De redactie heeft in de openbare bronnen nog geen gegevens van Hidde Visser en Trijntje Dijkstra gevonden.
De redactie heeft in de openbare bronnen nog geen gegevens van Klaas de Boer en zijn echtgenote gevonden.
Paulus Mulder is geboren op 21 juni 1875 in Boyl en is overleden op 30 juli 1975 op Zorgvliet. Hij trouwde op … met Uilkje Maat. Zij is op … geboren in Boyl. Zij is overleden op 22 oktober 1944 op Zorgvliet. Beiden zijn begraven op de kaarkhof bee Obadja op Zorgvliet.
Hendrik Betten is geboren op 4 november 1889 in Oosterwolde. Hij is overleden op 2 februari 1947 op Zorgvliet. Hij trouwde op 26 mei 1921 met Trijntje Louw. Zij is geboren op … in …. Beiden zijn begraven op de kaarkhof bee Obadja op Zorgvliet.
De redactie heeft in de openbare bronnen nog geen gegevens van de kinderen Adriaan en Janna gevonden.
Egbertus Huging is geboren op 14 februari 1891 in Wouterswoude. Hij is overleden op …. op Zorgvliet. Hij trouwde op 17 mei 1919 met Clara Catharina Meijerink. Zij is geboren op 21 juli 1889 in Blesdijke. Zij is overleden op 22 september 1935 op Zorgvlied. Beiden zijn begraven op de kaarkhof bee Obadja op Zorgvliet.
De redactie heeft in de openbare bronnen nog geen gegevens van hun kinderen Bernardus Johannes, Lambertus Petrus en Ludivicus Lucia gevonden.
De redactie heeft de kleurenfoto van het Amsterdamsche Huis en de panden waarin de winkeltjes waren gevestigd, gemaakt op 8 augustus 2015, zie afbeelding 3.
De redactie heeft de kleurenfoto van de Dorpsstraat en Villa Nova gemaakt op 4 april 2013, zie afbeelding 4
De redactie zal te gelegener tijd nog enige kleurenfoto’s aan dit bericht toevoegen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Ansigtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Dorpsstroate, Neringdoende, Zorgvliet | Leave a comment

Un skier kuunstwaark van gesinterde bakstien’n

In het niet zo verre verleden zijn op Woater’n in zo genoemde ‘wandelende’ veldovens stenen gebakken voor het bouwen van boerderijen. Wat toen kon, dat moet nu nog steeds kunnen. Sterker nog. Dat moeten we zelf kunnen, dachten enige enthousiastelingen op Zorgvlied, niet te zeer gehinderd door kennis.
In 2019 is eerst een proef gedaan met een kleine veldoven om ervaring op te doen met onder meer de beheersing van de temperatuur bij het stoken en de toe te passen hoeveelheid turf tussen de lagen steen bij het opbouwen van de oven. Bij de proefoven zijn enkele grote en vele kleine stookgaten en een schoorsteen toegepast.
De proef bleek geen succes te zijn. De hoeveelheid turf die tussen de lagen steen was aangebracht en de hoeveelheid turf die tijdens het stoken was toegevoegd bleken veel te groot zijn geweest. In plaats van de noodzakelijke eindtemperatuur van 1000 tot 1100 °C, moet volgens deskundigen de temperatuur in de proefoven boven de 1500 °C zijn geweest. Met als gevolg dat veel stenen in de proefoven min of meer begonnen te smelten, werden gesinterd.
De proef was mislukt, maar was wel geslaagd, want leverde wel een mooi resultaat op. Want de berg gesinterde stenen uit de proefoven moet eigenlijk toch wel echt als een soort van wonderbaarlijk kunstwerk worden beschouwd. Zie bijgaande kleurenfoto. Welke baksteenkunstenaar krijgt zoiets voor elkaar ?

Afbeelding 1 – Foto van een berg gesinterde baksteen uit de proefoven (© 2019 – Hans Salverda) 

Posted in Kuunst, Woater’n | Leave a comment

Un nee huus an de Dorpsstroate 48 op Zorgvlied

Studio JK in Oosterwolde is de ontwerper van het woonhuis dat op de plek is gebouwd waar tot in 2020 de woning van wijlen mevrouw Willy Hielkema-Bos stond, adres Dorpsstraat 48 op Zorgvlied.
De redactie van ut Deevers Archief heeft enige tijd geleden twee foto’s van dit nieuwe woonhuis in ut Deevers Archief opgenomen. Zie het bericht Op de stee van Willy steet now een neemoods huus.
De redactie is Studio JK in Oosterwolde, de bouwkundig zeer creatieve ontwerper van dit neemoodse woonhuis bijzonder erkentelijk voor het mogen opnemen van bijgaande vier ontwerptekeningen in ut Deevers Archief.
De redactie zal te gelegener tijd op de tekeningen gelijkende kleurenfoto’s van het nieuw woonhuis aan dit bericht toevoegen.

Afbeelding 1 
Rechter vooraanzicht woonhuis Dorpsstraat 48 op Zorgvlied (© Studio JK, https://studiojk.nl)
Afbeelding 2
Linker vooraanzicht woonhuis Dorpsstraat 48 op Zorgvlied (© Studio JK, https://studiojk.nl)

Afbeelding 3 
Rechter achteraanzicht woonhuis Dorpsstraat 48 op Zorgvlied (© Studio JK, https://studiojk.nl)

Afbeelding 4
Linker achteraanzicht woonhuis Dorpsstraat 48 op Zorgvlied (© Studio JK, https://studiojk.nl)

Posted in Dorpsstroate, Zorgvliet | Leave a comment

Un vuroddening uut 1865 wödde in 1954 eskrapt

In het Algemeen Dagblad van 10 augustus 1954 verscheen een artikel over het afschaffen in de gemiente Deever van een gemeentelijke verordening, die Burgemeester en Wethouders de mogelijk gaf ingezetenen van de gemeente te dwingen tot het verlenen van hand- en spandiensten.

Oude Drentse gebruiken geraken in onbruik – Diever schaft hand- en spandiensten af
(Van onze correspondent) Meppel, 10 Augustus
De gemeente raad van Diever heeft een oude verordening ingetrokken, waarbij het Burgemeester en Wethouders mogelijk was de ingezetenen tot zogenaamde hand- en spandiensten te verplichten. Het ging hier om een verordening van 13 september 1865, waarin de invordering van hand- en spandiensten als belasting in natura was geregeld. Volgens deze regeling waren de ingezetenen verplicht gedurende bepaalde rijd werkzaam te zijn ten behoeve van een aan de gemeente toebehorend werk, hetzij persoonlijk, hetzij met behulp van een wagen, bespannen met één of twee paarden.
De verordening was eigenlijk een vastlegging van een in de Drentse dorpen sinds eeuwen bestaande gewoonte, die van het boerwerk. Van ouds vormden de dorpen afgesloten gemeenschappen, die geheel ‘self-supporting’ waren. In de gezamenlijke essen, de weiden, de bossen en de heide had ieder zijn aandeel. Voor woningbouw, voor het werk op de essen en andere werkzaamheden was onderlinge hulp nodig. Daaruit groeide het boerwerk, hetwelk niet alleen de onderlinge hulp van de ‘noabers’, de buurtgenoten omvatte, maar ook de gezamenlijke hulp bij werken, die het algemeen belang ten nutte waren. waar ‘de gemeyne bueren’ een regeling troffen, kwamen ook overtredingen voor. De ‘buurspraak’ was dan ook een der oudste vormen van rechtsbedeling.
Toen het isolement der dorpen werd verbroken, het gezamenlijke bezit door de verdeling der marken verdween, bleef het boerwerk in ere waar de omstandigheden dat eisten. Dorsen, het graven van sloten, het ontginnen van het land, het graven van turf, het aanleggen of verbeteren van wegen, dat alles geschiedde nog gezamenlijk. Voor het dorsen heeft men thans evenwel de dorsverenigingen, die er een of meer dorsmachines op na houden. Het turfgraven geschiedt voor eigen rekening, waar het nog mogelijk is. Het ontginnen van land neemt geen grote vlucht meer, omdat er nog maar heel weinig te ontginnen valt. Het graven van sloten geschiedt waar nodig in waterschapsverband. Een van de weinig voorkomende gevallen van hand- en spandiensten op dit gebied vond onlangs onder Ruinerwold plaats, waar de boeren gezamenlijk een in onbruik geraakte sloot schoonmaakten om een noodafvoer te verkrijgen voor het water, dat door de hevige regenval hun landerijen bedreigde.
Aanleg van wegen geschiedt thans van gemeenteweg, onderhoud van wegen eveneens of soms door een marke. Slechts een enkele keer komt het nog voor, in een gemeente, zoals Zuidwolde, bijvoorbeeld, dat de hulp van de aanwonenden wordt ingeroepen voor het verbeteren van één van de nog weinige zandwegen door het aanvoeren van zand met paard en wagen. de samenwerking in de dorpen komt in onze tijd meer tot uitdrukking in de steun aan de instellingen ten algemene nutte, zoals kruisverenigingen, de stichting van wijkgebouwen en buurthuizen en dergelijke.
De Dieverder verordening vond in de laatste jaren in de praktijk geen toepassing meer. Het was daarom, dat van de zijde van het provinciaal bestuur in overweging werd gegeven het in 1865 genomen besluit maar in te trekken.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De grote vraag is natuurlijk waarom het voorstel voor het in overweging nemen van het afschaffen van de in het artikel beschreven feodale archaïsche dwangmiddel van het provinciaal bestuur moest komen en waarom burgemeester en wethouders, in casu Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) met de zijnen, niet zelf met een voorstel aan de gemeenteraad kwamen. Wist burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) wel van het bestaan van dit feodale archaïsche dwangmiddel af ? Of had burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) vanwege zijn voortdurende bemoeienis met het openluchttheater geen tijd of geen zin aan de gemeenteraad voor te stellen uit de tijd geraakte gemeentelijke verordeningen te schrappen ?
De redactie zal in het archief van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) het verslag van de betreffende vergadering van de gemiente Deever opzoeken en toevoegen aan dit bericht. Voor wat het waard is.

Posted in Gemiente Deever | Leave a comment

Un paèr olde fotoos van museum Dieverza

De redactie van ut Deevers Archief ontving alweer enige tijd geleden twee bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s van het echtpaar Ron Zegers en Eefke Steketee, tot eind 2002 de eigenaren van museumboerderij Dieverza an de brink van Deever. Zij hebben tegenwoordig een winkel met de naam Diverza in Schoondijke in Zeeuws-Vlaanderen. De redactie heeft van hen toestemming deze twee foto’s te tonen in ut Deevers Archief.  De redactie is hen bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. Die twee foto’s zijn toch maar weer twee mooie kleurenfragmentjes uit het museumverleden in de gemiente Deever.
Bij de baanderdeure aan de voorkant van de boerderij met de originele naam ‘de Boerderij’, die de ingang was van hun museumboerderij Dieverza, staan te verkopen spulletjes uitgestald, ter gelegenheid van de zo nodig zo genoemde ‘historische dag’ op zaterdag 12 juli 1997.
Op afbeelding 2 is een man (Peter Kuiper ??) bezig met het toeteren op een zo nodig zo genoemde handgemaakte midzomerhoorn. Het moet een midzomerhoorn zijn geweest, want de midwinterhoorn hangt in de zomer verplicht aan de muur, daar blijf je in de zomer met de fikken van af, daar toeter je in de zomer niet op, dan maak je boze wintergeesten wakker. Het toeteren op de midzomerhoorn en de midwinterhoorn is bepaald geen historische Deeverse streekeigen traditie, maar wel een soort van bestrijdenswaardige exotische bezigheid. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de toeteraar uit zuid-oost Drente, of Twente of Salland afkomstig was en naar Deever was gekomen om reclame te maken voor het toeteren op zo’n instrument in de zomer.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op vrijdag 19 november 2021. In het boerderijgedeelte van dit pand met nog steeds de naam ‘de Boerderij’ is geen winkel meer gevestigd.

Afbeelding 1 – © Eefke Zegers-Steketee

Afbeelding 2 – © Eefke Zegers-Steketee
Afbeelding 3 – © Ut Deevers Archief

Posted in Museum | Leave a comment

Ut setboasie vurrinnewièt de ruïne tot hee vot is

De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van de heer Rik Roelfzema bijgaande mooie kleurenfoto van wat steeds minder over is van de ruïne van de boerderij ‘de Uilenhorst’ in de Olde Willem en een mooie kleurenfoto van de verdwijnende toegangsweg tot ‘de Uilenhorst’ te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is de heer Rik Roelfzema bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. De heer Rik Roelfzema is actief op het internet in zijn eigen eigenzinnige webstee https://www.rikroelfzema.nl. Lees vooral de publicaties in zijn webstee.
De heer Rik Roelfzema denkt dat zetbaasje Staatsboschbeheer de ruïne gewoon door de tanden van de tijd laat verruïneren. Maar dat is een illusie. Zetbaasje Staatsboschbeheer helpt zo nu en dan zelf met het beetje bij beetje versneld verruïneren (lees vernielen) van de witte kalkzandstenen resten van ‘de Uilenhorst’. Het zetbaasje vindt het blijkbaar onbestaanbaar dat resten van menselijke bewoning aanwezig zijn in de door hem gecomponeerde cultuurnatuur. Dus het advies aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is zo nu en dan in het voorbijgaan even de stand van zaken op de foto zetten. De redactie wil die foto’s graag tonen in ut Deevers Archief.
Hij schijft in zijn webstee:
Wij houden in Nederland van opgeruimd, dus ruïnes zijn een doorn in het landschap. We laten ze verruïneren tot ze compleet verdwenen zijn. Maar dan is ook een stukje zichtbare historie verdwenen. Zo ook boerderij ‘de Uilenhorst’ bij het gehucht Oude Willem. Eenzaam staan nu nog de resten van wat eens boerderij ‘de Uilenhorst’ was. Spierwit in een ondergaande zon is hij het mooist. Onschuldige stenen in de aanloop van een schuldige historie. En je zult wel weer snel moeten zijn om de ruïne nog te kunnen zien, want wij houden niet van rommel. Wij houden van ‘opgeruimdheid’ en waar doet die term mij in het Duits zo afschuwelijk aan denken ?

Afbeelding 1
Foto gemaakt op 24 juli 2019 (© Rik Roelfzema, www.rikroelfzema.nl)
Hij schrijft bij deze foto:
Nog zichtbaar is de toegangsweg.

Afbeelding 2
Foto gemaakt op 24 juli 2019 (© Rik Roelfzema, www.rikroelfzema.nl)

Afbeelding 3
Foto gemaakt op 24 juli 2019 (© Rik Roelfzema, www.rikroelfzema.nl)

Afbeelding 4
Foto gemaakt op 24 juli 2019 (© Rik Roelfzema, www.rikroelfzema.nl)

Afbeelding 5
Foto gemaakt op 24 juli 2019 (© Rik Roelfzema, www.rikroelfzema.nl)

Afbeelding 6
Foto gemaakt op 24 juli 2019 (© Rik Roelfzema, www.rikroelfzema.nl)

Afbeelding 7
Foto gemaakt op 24 juli 2019 (© Rik Roelfzema, www.rikroelfzema.nl)

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Verdwenen object | Leave a comment

Un skiere veerloeks ansichtkoate uut Deever

De redactie van ut Deevers Archief kwam pas onlangs achter het bestaan van de hier afgebeelde ansichtkaart. Deze zo genaamde vierluiks ansichtkaart is rond 1970 uitgegeven door Van der Meulen in Sneek. Na het einde van de zestiger jaren van de vorige eeuw werden bijna geen zwart-wit ansichtkaarten meer uitgegeven, wel steeds meer ansichtkaarten in kleuren.
Van de vier kleurenfoto’s op de ansichtkaart is ook van elke foto apart een gewone ansichtkaart in kleuren uitgegeven. In elk geval van de twee bovenste foto’s. De redactie is nog niet bekend met een ansichtkaart van de onderste twee foto’s. Als een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wel in het bezit is van een ansichtkaart in kleuren van een van de onderste twee foto’s, dan verneemt de redactie dat bijzonder graag.
Op de foto links onder op de ansichtkaart is een weiland met koeien en een grote boerderij te zien. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet welke boerderij het betreft ?
De foto rechts onder op de ansichtkaart is op diverse ansichtkaarten te zien. Op de foto is een man te zien, die bezig is bij een gaaste rogge (op de Heezeresch ?). De redactie heeft altijd gedacht en denkt nog steeds dat de man op de foto Harm van Nijen is. Hij was getrouwd met Janna Hunneman. Ze woonden an de Binnenesch in Deever. Wellicht kan één van hun kinderen Albertje, Trijntje, Jan, Roelof, Annie, Gerda of Wijnand daar antwoord op geven.

Posted in Ansigtkoate | Leave a comment

Van wie was toch die eig’n Deeverse postsegel ?

Op een persoonlijke postzegel van 44 eurocenten is een tekening van het kerkgebouw van de hervormde kerkgemeente en de gemeentelijke toren in de kaarkhof an de brink van Deever, waarbij aan de linkerkant de smederij van alleskunner Klaas Kleine is te zien. Het standpunt van Bert Ellmendorp, de maker van deze tekening, was dus in de Kleine Peperstraat.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze prachtige tekening voor het eerst waargenomen op de voorkant van het in mei 2000 uitgegeven must-have boek Het Mirakel van alleskunner Klaas Kleine. Zie ook het bericht Klaas Kleine hef ok ut book ut Meraèkel eskree’m.
Alleskunner Klaas Kleine heeft in de winter van zijn leven vermoedelijk bewust gekozen voor deze winterse afbeelding op de voorkant van zijn boek, waarmee hij zijn naderende dood en zijn verbondenheid met de hervormde kerk symboliseerde.
De grote vraag is natuurlijk: wie heeft het aangedurfd de afbeelding op de voorkant van het boek Het Mirakel van alleskunner Klaas Kleine te gebruiken voor een persoonlijke postzegel, die in juli 2010 op een avond om 22.00 uur in Zwolle is gestempeld ? Heeft hij nog meer persoonlijke postzegels waarop Deeverse onderwerpen zijn te zien ? De redactie wil deze graag tonen in ut Deevers Archief.

Posted in Deeverse prullaria, Kaarke an de brink, Klaas Kleine, Toor'n an de brink | Leave a comment

Un wièdelose Shakespearemaarktmunt uut Deever

In de Leeuwarder Courant van 4 augustus 1987 verscheen een kort berichtje over de Shakespeare-markt in Deever met onder meer de opvoering van een schulterechtspraak, een optreden van een chirurgijn, een demonstratie van het handmatig slaan van munten en middeleeuwse muziek. En dat allemaal ter vermaak van de toeristen en ter forse verhoging van de omzet van de Deeverse neringdoenden.
Tijdens de munterij werd een soort van Shakespeare-markten-herinnerings-munt geslagen. Zie de twee afbeeldingen. Het was geen echte munt, het was ook geen valse munt, de munt toonde ook geen geldelijke waarde, het was letterlijk met alle respect een waardeloze munt. De Rabobank an de Peperstroate in Deever heeft de munterij blijkbaar mede mogelijk gemaakt, gelet op het logo in de muntzijde van de munt.
Echte muntenverzamelaars, verzamelaars van Shakespeare-prullaria uut Deever en mensen die ernstig lijden aan de Deeverse variant van Shakespearitis hebben echter wel belangstelling voor deze waardeloze munt.
Op de kopzijde van de munt is het volgende voor keukentegeltjes geschikte Shakespeare-wijsbegerigheidje te lezen: ‘Nooit is iets verkeerd of ongepast, wat eenvoud in oprechte ijver biedt.’ Dat kon gewoon niet missen.

Shakespeare-markt in Diever weer kleurrijk feest
Voor het tweede achtereenvolgende jaar is gisteren in Diever een drukbezochte Shakespeare-markt gehouden, waarbij een toneelstuk werd opgevoerd dat speciaal voor deze gelegenheid was geschreven door CDA-raadslid Meine Schaap.
Het stuk vertelde over de zogenaamde schulterechtspraak, de rechtzaak in de Middeleeuwen. De hoofdrollen werden gespeeld door Jeep Lok, als schulte (rechter), agent Westerhof als rakker (agent) en Kees Bakker als schepen (de griffier).
De Shakespeare-dag werd georganiseerd op initiatief van de plaatselijke V.V.V. en de middenstand.
Van twee uur ’s middags tot negen uur ’s avonds stond het Drentse dorp in het teken van de Middeleeuwse schrijver en dichter en was iedereen zoveel mogelijk in historische kleding gehuld.
Een modeshow was in verband met de regen verplaatst naar de kerk. Daar werden in de loop van de middag de fraaie klederdrachten getoond die de afgelopen veertig jaar bij de openluchtspelen zijn gebruikt.

Posted in Shakespeare prullaria, Shakespearitis | Leave a comment

Leever op de boerdereeje dan in de huusholling

Hans Salverda en Ebbing Kiestra besteden in hun prachtige must-have boek Groot Wateren – Een oase van weldaad gelukkig ook terecht aandacht aan de boerderijen op Groot Wateren. In hun boek besteden ze op de bladzijde 23 en 24 aandacht aan de boerderij in ut Mattensstok (het Martensstuk).
De plaats waar de boerderij stond werd in de Woaterse volksmond ut Mattensstok (Martensstuk) genoemd, echter mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel, gaf aan deze plaats de naam Martenshoek, uit respect en waardering voor zijn trouwe en betrouwbare boschbaas Marten Wouwenaar.
Willempje Hofman-van Olphen is in deze boerderij in ut Mattensstok geboren op 30 maart 1910. ‘Zij herinnerde zich haar geboorteboerderij, toen ze op 30 maart 2010 honderd jaar werd: ‘Ik heb vroeger altijd op Wateren gewoond. Daar hadden we een boerderij. Ik werkte liever op de boerderij dan in de huishouding.’
Op een detail van de topografische kaart uit 1964 (zie afbeelding 1) is te zien dat de boerderij in ut Mattensstok ligt in het gebied met de naam ’t Hertenkamp vlak bij een oude vloeiweide en vlak bij de Martenswal. De boerderij ligt tamelijk dicht bij de grens tussen de gemiente Deever en de gemeente Vledder.
Op een detail van de topografische kaart uit 1974 (zie afbeelding 2) is te zien dat de boerderij niet meer is ingetekend in ut Mattensstok in het gebied met de naam ’t Hertenkamp vlak bij een oude vloeiweide en vlak bij de Martenswal.
Rond 1971-1972 heeft de N.V. Berkenheuvel het ten westen van de Woaterseweg gelegen deel van het landgoed verkocht aan de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten.
De Hoge Dametjes en Heertjes Van De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten In Het Verre ‘s-Graveland hebben de boerderij met alles wat er om heen stond rond 1971-1972 laten afbreken. Denk nou niet dat die grote berg sloopmateriaal netjes naar een puinbreker is afgevoerd. Nee, in 1971-1972 moesten woorden, zoals duurzaam, hergebruik, circulair, klimaatneutraal en planetproof nog worden uitgevonden. Nee, de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten In Het Verre ‘s-Graveland hebben in 1971-1972 die grote berg sloopmateriaal ter plekke laten begraven in een -het kan niet anders- gigantisch gat. En dat terwijl de Hoge Heren Van De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten In Het Verre ‘s-Graveland misschien wel de uitvinders waren van de spreuk: Laat niet als dank voor het aangenaam verpozen, de eigenaar de schillen en de dozen. Moet deze ondergrondse berg bouw- en sloopafval in ut Mattensstok alsnog worden opgegraven en worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf ? Het duurzame antwoord is: ja !!
In de beeldbank in de collectie Monumentenzorg van het Drents Archief in Assen zijn enige mooie zwart-foto’s van de niet meer bestaande boerderij in ut Mattensstok aanwezig. Een fotograaf van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg heeft de hier afgebeelde vijf foto’s gemaakt op 13 oktober 1970. Deze foto’s zijn zonder toestemming te kopiëren, te wijzigen en te verspreiden.

Afbeelding 1
De boerderij in het Martensstuk ligt in een gebied met de naam ’t Hertenkamp vlak bij een oude vloeiweide en vlak bij de Martenswal. Deze boerderij is op de topografische kaart uit 1964 nog ingetekend

Afbeelding 2
De boerderij in het Martensstuk lag in een gebied met de naam ’t Hertenkamp vlak bij een oude vloeiweide en vlak bij de Martenswal. Deze boerderij is op de topografische kaart uit 1974 niet meer ingetekend, dat wil zeggen dat de boerderij is afgebroken.

Afbeelding 3


Afbeelding 4

Afbeelding 5

Afbeelding 6

Afbeelding 7
Foto van de vervallen schuur bij de boerderij in het Martensstuk

Posted in Boerdereeje, Verdwenen object, Woater’n | Leave a comment

Mijn dagen als nieuwe pees zal ik niet gauw vergeten

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 23 maart 2016 van de heer Rob Tijssen het volgende uitgebreide verhaal over zijn jaar in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe.

Ik ben Rob Tijssen en ik ben geboren op 19 april 1950 in Nieuwer-Amstel. Mijn verhaal over het jongensinternaat ‘de Eikenhorst’ bestrijkt de periode 3 september 1962 tot 18 juli 1963.
Ik ben na mijn lagere schooltijd naar het jeugdinternaat ‘de Eikenhorst’ gestuurd. De redenen en de juiste motivatie daarvoor zijn mij nooit verteld en zeker niet uitgelegd.
Ik was niet een van de gemakkelijkste. Ik had een hekel aan leugens en ik had ook een groot rechtvaardigheid gevoel. Iets wat mij vaak in conflictsituaties bracht, die ik dan vaak met losse handjes oploste.
Mijn ouders hebben mij op mijn twaalfde weggebracht naar het verre Geeuwenbrug in Drenthe. Mijn vader mocht daarvoor de bedrijfswagen van zijn werkgever L.J. Kramer gebruiken, een Fiat.
Op maandag 3 september 1962 gingen wij op pad met een koffer met kleding, waar door mijn moeder speciaal besteld, een geborduurd naam- en nummerstrookje was ingenaaid (het wasnummer). Ik had nummer 38, voor zover ik mij kan herinneren. Dit gebeurde aan de hand van een lijst die mijn ouders was toegezonden. Hierop stond ook precies welke kleding ik bij mij moest hebben. Verders wat persoonlijke dingen, zoals een foto en dergelijke.
Na ongeveer 2,5 uur rijden arriveerden wij na enig zoeken en vragen bij het internaat, wat je van de rijksweg af niet zag liggen. We vroegen de weg bij café Jonkers tegenover de Geeuwenbrug. Over een zandpad langs het café kwamen we bij de ingang van het internaat en stopten voor -wat later bleek- de stafbarak.
Wij hadden in het jongenskamp veel meer reuring verwacht, maar het was uitgestorven. We zagen niemand. We hoorden na het uitstappen een typemachine, dus er was wel iemand. Na op het geluid af te zijn gegaan, maakten we kennis met de heer Schievink, de administrateur van het internaat. Hij vertelde ons dat niemand aanwezig was en dat de jongens die middag terug zouden komen van hun verlof. Eens in de zes tot acht weken kreeg je verlof. Dit was onder andere afhankelijk van hoe het uitkwam met de feestdagen, zoals Kerstmis en Pasen. De heer Schieving stuurde ons letterlijk en figuurlijk het bos in met het verzoek later die middag terug te komen.
Nadat we de omgeving hadden verkend en foto’s hadden genomen, gingen wij terug naar het internaat.
Ik was ingedeeld in de groep ‘Klondike’. Ik bracht mijn spullen naar de barak en zette die op het aan mij toegewezen bed. We sliepen met ongeveer zestien jongens op een zaal. Naast een bed stond een kast voor het opbergen van eigen spullen en kleding. Deze plek heb ik gedurende mijn periode daar gehouden.
Later die dag werd mij een oudere jongen toegewezen, die mij uitlegde hoe ik mijn kast moest inrichten en indelen en gaande weg uitlegde wat de regels waren en waar ik me aan moest houden. Ook heeft die jongen mij geholpen mijn bed op te maken, wat heel strak volgens militair voorschrift moest gebeuren. Bij een inspectie of zo, je stond dan voor jouw bed, werden jouw gepoetste kistjes (kleine maat militaire schoenen) en jouw kast geïnspecteerd. De liniaal werd langs jouw stapeltje kleding gelegd, Als jouw bed niet in orde was, dan kreeg je een berisping en werd het bed door de leider afgehaald en kon je opnieuw beginnen. Mijn leider was in die periode Harry Peek uit Breukelen. Soms trok hij ook zo jouw hele kast leeg op de grond als hij vond dat je te vaak een loopje met hem nam, en niet alles erin lag, zoals het volgens de regels moest.
Abracadabra-1280

Mijn eerste dagen als nieuwe pees -dit was de bijnaam voor een nieuwkomer- zal ik niet gauw vergeten. Vooral de jongens die al langere tijd in het kamp waren, voelden zich heel wat. Maar met mijn vechtersmentaliteit (letterlijk en figuurlijk) had ik al snel mijn draai gevonden.
De dag na mijn aankomst moest ik naar de foerier, de heer de Vries, om mijn kistjes, overall, sportkleding en verdere kampuitrusting te halen. Bij hem kwam je ook één keer per week om het zakgeld -ik meen f. 0,50- op te halen. Hij had ook een ruimte, waar we wat snoepgoed konden kopen, dat met het zakgeld werd verrekend. Ik weet niet meer of je de rest van je centen dan mee kreeg of dat het werd opgeschreven.
Na een soort test -meen ik- werd ik voor onderwijs ingedeeld in groep C en kreeg les in O II (zie de tekening van de plattegrond), wat voor mij inhield V.G.L.O. (Voortgezet Lager Onderwijs). We kregen les van van mijnheer Bergsma. Mijnheer Sjoerd Schokker gaf les in O I aan de -wat leren betreft- wat mindere broeders. We kregen sportles van mijnheer Bosman, die trompet speelde. Handenarbeid kregen we van mijnheer Besselink.
In de naschoolse tijd was je op je groepsleider aangewezen voor vermaak en dergelijke of je had corvee. Je had vaak ook wel tijd voor jezelf, maar je mocht alleen niet van het terrein af. Ik ging vaak naar wat wij het ‘Zandje’ noemde. Daar stond een schommel en daar was een klimboom.
In het weekeinde werd een programma gedaan met ’s zaterdagmorgen corvee, waarbij eenmaal in de vier weken jouw groep iemand naar de eetzaal moest sturen om die te reinigen en de vloer daar in de boenwas (bruine drab uit een groot blik) te zetten met een blokker. Dat was een zwaar metalen blok met een steel en met daaronder een borstel. De anderen van jouw groep maakten dan de slaapzaal, de gemeenschappelijke ruimte, het halletje, de wasruimte en de toiletten van de groep schoon. Hierbij kreeg iedereen een taak toegewezen. Als je dacht dat je het corvee goed had uitgevoerd, dan meldde je je bij de groepsleider en als deze vond dat je het goed had gedaan, dan kreeg je tot de lunch vrij. Regelmatig kreeg ook wel iemand strafcorvee. In de middag maakten we vaak een boswandeling of deden we een spel in het bos, meestal wel iets sportiefs. Soms organiseerde de groepsleider ’s avonds iets met een toneelstukje of zingen in jouw eigen groep of een spelletjesavond. In de winter werd dan die grote zwarte oliekachel aangestoken, als die al bij de gratie Gods mocht branden. Ook was meestal op zondag gelegenheid (lees verplicht) om een briefje naar huis te sturen. Die werd gecensureerd. De envelop mocht je niet dicht plakken. Dit gebeurde nadat de kerkgangers terug waren van hun kerkbezoek, iets wat de meesten van hen als een uitje zagen. Wat we dan ook wel deden en georganiseerd door de groepsleiders, was op het voetbalveld tegen een ander groep voetballen. Soms kregen we vrijaf en mochten we wat voor ons zelf doen.
In die tijd was mijnheer Verdonk de leider van de groep Perú. Hij trok volgens mij ook veel op met mijnheer Peek, want soms trokken die groepen wel eens met elkaar op.
Zo ook was jouw groep regelmatig verantwoordelijk om de tafels in de eetzaal te dekken of na het eten af te ruimen en de afwas te doen. Vele handen maken licht werk.
Elke week was een jongen of waren twee jongens -dat weet ik niet meer- koksmaatje. Een koksmaatje moest de kok helpen in de keuken. Als ik me goed herinner heette de kok Westerhof. Ik zie me daar nog zitten met die teil met aardappelen, die gepit moesten worden voor ongeveer zeventig personen, want de leiders aten ook mee. Zo ook de adjudant mijnheer van Tilburg, die ons dan om stilte vroeg, om hen die wilden bidden de gelegenheid te geven dit te doen. Ouders die op bezoek kwamen bij hun kind aten ook wel een enkele keer mee.
Een doordeweekse dag begon om ongeveer 7.30 uur met opstaan en wassen en na het aankleden bed opmaken, waarna de inspectie werd gehouden met aantreden voor het bed of voor de barak waar je een en ander werd medegedeeld en de opdrachten voor die dag werden verdeeld. Dan rechtsom in colonne naar de appelplaats waar we stonden opgesteld. Het appel werd afgenomen door de adjudant, waarna de vlag werd gehesen. Na deze ceremonie gingen we in colonne terug naar onze barak, waar we wachten tot de bel werd geluid, waardoor we wisten dat we konden gaan ontbijten. Het kan ook zijn dat het appel na het ontbijt plaats vond, dat weet ik niet meer.
Na het eten gingen we terug naar de barak en wachtten op de bel om naar ons leslokaal te gaan. Rond het middaguur gingen die jongens met een taak (corvee) die vervullen. De rest ging terug naar zijn barak om te wachten op de bel, waarna we warm gingen eten. Op donderdag -vaste prik- kregen we lever als vlees. Ik kon lever niet door mijn strot krijgen.
Na het warme eten gingen we weer naar de barak, waar je even tijd had v oor jezelf of waar je corvee ging doen, zoals je was opgedragen. Na de bel gingen we weer naar ons klaslokaal tot 15.30 uur, daarna had je wat vrije tijd voor jezelf of om met een vriendje uit jouw groep iets te ondernemen op het kampterrein.
Als de bel luidde gingen we eten of hadden we eerst appel met de vlaggenceremonie (strijken van de vlag), dat weet ik niet meer, waarna we -als iedereen zijn corvee en dergelijke had gedaan- nog even wat buiten gingen doen of gezamenlijk in de groep, dat was ook afhankelijk van het weer. Om 20.00 uur moesten we ons wassen, onze tanden poetsen en dan naar bed. Om 20.30 uur ging het licht uit en dan moest iedereen stil zijn. Als je dat niet was, dan moest je in jouw nachtkleding in het halletje staan bij de kamer van de leider, soms wel een uur en geloof me je kreeg het dan eigenlijk wel koud. Ik weet ook nog dat een keer een jongen buiten voor de barak moest staan, nou dat was helemaal geen lolletje.
Als we terug kwamen van een verlof, dan hield de kok daar zeker de eerste dagen rekening mee, dan was er wat minder te eten, omdat iedereen wel snoep en snaaiwerk mee van huis had gekregen van oma en van moeder, die je dat dan wat toestopten.
Maar toen wij in januari 1963 terugkwamen van verlof, had zowat niemand wat te snaaien, want thuis was ook alles nodig om die strenge winter te overleven. Na een paar dagen ging het fout en lagen we met honger in bed en konden we in de onverwarmde slaapzaal niet in slaap komen. Twee Rotterdammers gingen er toen op uit en zijn door het kolenhok de keuken in gegaan en hebben daar een paar rode kolen gestolen, die we rauw in bed hebben verorberd. Dat gaf de volgende dag bij de warme maaltijd de nodige consternatie, we werden toegesproken door de adjudant, maar het had wel tot gevolg dat we wel weer genoeg te eten kregen. Volgens mij was alles financieel strak geregeld om binnen een budget te blijven en werd de kachel daardoor ook minimaal gestookt.
Mijn oma overleed, toen ik net enige weken in het kamp zat. We noemde het internaat in die tijd ‘het kamp’. De Drent noemde ons kampjongens. In het Drents kaampjong’n. Ik moest tussen de middag naar het kantoortje van de adjudant in de stafbarak en kreeg daar plompverloren te horen dat mijn oma was overleden. Ik kon weer gaan met al mijn verdriet. Ik werd door mijn groepsleider, die het ook gehoord had, enigszins opgevangen, Aan hem vertelde ik dat ik minstens naar de begrafenis wilde en dat de adjudant dat bij voorbaat al had geweigerd. Harry Peek reed motor en zei tegen mij dat we desnoods samen op zijn motor naar Aalsmeer zouden gaan, maar dat ik daar zou zijn. Op stafniveau is daar toen over gesproken, waarna ik bij uitzondering de nodige reisbescheiden kreeg op kosten van het internaat. De dag vóór de begrafenis heeft Harry Peek mij op zijn motor naar het station in Meppel gebracht.
Een ander voorval was, toen op het avondappel een jongen ontbrak. Hij was weggelopen om een of andere reden. De commandant, de heer Sanderman, is met zijn auto (een van de eerste DAFjes van het type 33, de trutteschudder) achter hem aangegaan en heeft de jongen teruggebracht. Deze jongen is daarna flink bestraft en was een paar weken later met groot verlof, maar was waarschijnlijk naar een ander internaat gestuurd. Als je na ongeveer 1 jaar naar huis ging, dan noemden wij dat je met groot verlof ging.
Er waren soms wel leiders, die niet capabel waren om leiding te geven en je dan maar een klap of meerdere klappen gaven. Gelukkig is mij dat nooit overkomen, want ik vermoed dat het kampterrein dan te klein was geweest.
Sjoerd Schokker woonde volgens mij een paar huizen verwijderd van café Jonkers. Hij reed in een bestelwagen Citroën 2 CV (Lelijke eend).
Verders herinner ik mij nog wel wat namen van jongens uit de groep Klondike. Maar de bezetting van de groep veranderde telkens weer. Jan Schipper uit Den Bosch (hij wilde graag bokser worden), Ben Vermeulen uit Duivendrecht, Hans Hurk uit Eindhoven, Charles Tisserand uit Amsterdam, Frits Riemers, Tjang Jhen Chao uit Arnhem, Sier Koning, Cor Broertjes uit Amsterdam.
Ook was er een tuinman en klusjesman, de heer Winters, waar je ook wel heen werd gestuurd als je strafcorvee had. Dan moest je hem helpen. Ik vond dat eigenlijk niet eens zo erg en vond het wel een aardige man. De heer Winters woonde met zijn gezin buiten het kamp aan het zandweggetje dat langs café Jonkers liep op ongeveer 150 meter achter Café Jonkers. Zijn vrouw deed wat verstel- en reparati werk aan kapotte kleding, zoals sokken stoppen en knopen aanzetten.
Eind januari begin februari was ik erg ziek en lag in de ziekenboeg in de stafbarak tegenover de kamer van Veronika Jong, de leidster van groep Alaska. De andere kamer grenzend aan haar kamer was die van Tineke de Graaf, tegenover de ziekendienst waar je s’ avonds terecht kon voor een pleister, aspirientje of wat levertraanzalf als je schrale lippen had. Maar dat even terzijde. Ze durfden mij in eerste instantie niet te vervoeren, omdat ik spontaan bewusteloos was geraakt en ik ben daar volgens mij door dokter Broekema uit Diever behandeld, die dat deed in overleg met het ziekenhuis in Meppel. Deze huisarts kwam mij dagelijks op zijn motor met zijspan vanuit Diever bezoeken. De kok kookte voor mij toen speciaal licht verteerbaar voedsel bestaande uit droge rijst met jam.
Als je jarig was, dan had je een dag vrij en mocht je met een vriendje op de fiets in de omgeving rondtoeren. Op mijn verjaardag ben ik samen met Charles naar mijnheer Winters geweest om een fiets op te halen. We gingen om 10.00 met een lunchpakketje op stap. Over het zandpad langs camping Ellert en Brammert en langs het hunebed naar Diever, waar eigenlijk niets te beleven viel en we al gauw waren uitgekeken. We waren daar compleet vreemd en ook werden we herkend als kaampjong’n. Toen zijn we maar naar Dwingeloo gegaan en hebben het dorp verkend en over de Brink gelopen. Ergens op een van de binnenwegen hebben we ons lunchpakketje genuttigd en we zijn toen via een omweg terug gefietst naar Geeuwenbrug. We waren om 15.00 uur terug in het kamp, waar we overgingen tot de orde van de dag.
Verder heb ik nog wel prettige herinnering aan een vakantie op de fiets naar Giethoorn van 15 juni tot en met 19 juni 1963, zie ook de kopie van het logboek, We deden een piratenspel met geheimschrift en een schatkaart  Het spel was bedacht door mijnheer Besselink. We begonnen het spel al een week voordat we naar Giethoorn gingen. We konden met corvee en sport nepgeld verdienen, dat bestond uit glad gestreken zilverpapier van bonbon snoepjes, zilverpapier uit een pakje sigaretten en dergelijke. Als je genoeg geld had, dan kon je de schatkaart kopen of een deel van de brief, die uiteraard in geheimschrift was geschreven. In Giethoorn sliepen we in tenten en hadden we een paar punters tot onze beschikking. De eerste nacht stormde het en vielen er stortbuien. Tenten storten in, Nadat we de tenten in de regen met zelfgemaakte haringen weer hadden opgezet, bleken deze zo lek als een mandje te zijn, want het waren enkeldoeks tentjes. Maar dat mocht de pret niet drukken. Het spel op zich was hartstikke leuk en goed bedacht door de leiding, Volgens mij kookten we zelf en was onze groepsleidster juf Tineke de Graaf ook aanwezig.
Ik zou mogelijk nog wel meer weten, maar ik denk dat ik zo wel een redelijke indruk heb gegeven van hoe het er in het kamp aan toeging.

Abracadabra-1279

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst, Tiekening | Leave a comment

Rond ut olde bidhuus an de brink in Deever

Bijgaand afgebeelde pentekening is aanwezig in de beeldbank van het Drents Archief in Assen. Deze afbeelding mag vrij worden gebruikt en mag ook vrij van de webstee van het Drents Archief worden geplukt. De afbeelding is niet auteursrechtelijk beschermd.
De autodidactische tekenaar en illustrator Jan Otter is de maker van de hier afgebeelde pentekening met de titel ‘Rond het oude bedehuis (Diever)’. Hij zal deze vóór de grote restauratie van de gemeentelijk toren en het kerkgebouw in de kaarkhof an de brink van Deever hebben gemaakt, immers de klok in de zuidzijde van de gemeentelijke toren is boven het galmgat getekend.
De redactie heeft het vermoeden dat de originele pentekening een zwart-wit tekening is en dat de afbeelding in een geïllustreerde weekblad heeft gestaan en dat een lezer (een kind ?) van dit blad een poging heeft gedaan de zwart-wit afbeelding in zijn exemplaar van dit blad in te kleuren, als ware het een kleurplaat en dat de ingekleurde afbeelding op de een of andere manier in de beeldbank van het Drents Archief is beland.
Op de tekening is de omheinde braandkoele in de brink te zien. Op de brink loopt een boer naast zijn door een paard getrokken wagen. Achter de braandkoele is aan de linkerkant het door molenaar Hendrik Figeland gepachte café Brinkzicht te zien.
Het is de redactie van ut Deevers Archief niet duidelijk waarom onder de tekening de volgende spreuk van de schrijver Jan Fabricius is vermeld: “Er is niets beroerders dan een gemakkelijk leven. Werken, vechten tot je er bij neervalt, maar … weer opspringen – dat is leven; dat heeft een mensch nodig als zuurstof.”
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is bijgaande afbeelding in bijgesneden vorm en met bronvermelding opgenomen op bladzijde 54.

Posted in Braandkoele, Brink, Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Un putretfoto van de N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma

Bijgaand afgebeelde zwart-wit portretfoto is met kenmerk DM26002 aanwezig in de beeldbank van het Drents Archief in Assen. Deze afbeelding mag vrij worden gebruikt en mag ook vrij van de webstee van het Drents Archief worden geplukt. De afbeelding is niet auteursrechtelijk beschermd.
Op bijgaande afbeelding is de in Deever en omstreken beruchte caféhouder en N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma te zien. De foto zal zijn gemaakt in de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog, wellicht na de oprichting van de nazi-organisatie Weerwolven in 1944. Hij was sectiecommandant van de Nederlandse Landwacht en was zeer destructief actief in Deever en omgeving. Op zijn pet staat het symbool van de wolfsangel, het symbool van de nazi-organisatie Weerwolven. Het is niet bekend waar de foto is gemaakt.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief klikke op het onderwerp ‘Klaas Marcus Balsma’ voor meer gegevens over deze persoon.

Posted in Klaas Marcus Balsma, N.S.B.'er, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Twee felle laamp’m vulogt de toor’n van de gemiente

In de nogal gedateerde webstee https://westerveld.verlichtinginbeeld.nl/factsheets/aanlichting-bezienswaardigheden van de gemeente westenveld is in gedateerde gegevens uit 2014 te lezen dat de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de kaarkhof an de brink van Deever wordt aangelicht door twee erg sterke lampen op palen. In die webstee zijn bijgaande twee kleurenfoto’s aanwezig.
Verder is daar te lezen dat de gemeente westenveld zelf geen gebouwen aanlicht. Dus blijkbaar ook geen eigen gebouwen. Dus blijkbaar ook niet het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever ? Maar welke gulle filantroop of idioot betaalt dan de kosten voor het zeer fel en protserig aanlichten van de gemeentelijke toren, zelfs tot en met het haantje op de toren ? En dat terwijl de gemeente westenveld in de hiervoor vermelde webstee voorschrijft: pas de felheid en lichtkleur aan aan de omgeving. Die erg hinderlijke lichtvervuiling is tot diep in de Deeverse bos waar te nemen en belemmert het waarnemen van hemellichamen en het waarnemen van de Melkweg.

Afbeelding 1
Dit is een kleurenfoto van de gemeentelijke toren in de kaarkhof an de brink van Deever. Deze kleurenfoto is gemaakt op 6 april 2015 om 23.11 uur. De klok in de gemeentelijke toren liep op die avond ongeveer 5 minuten voor. De redactie van ut Deevers Archief wil bijzonder graag de naam van de maker van deze foto vermelden.

Afbeelding 2
Dit is een kleurenfoto van de café Brinkzicht an de brink van Deever. Deze kleurenfoto is eveneens gemaakt op 6 april 2015 om 23.11 uur. De redactie van ut Deevers Archief wil bijzonder graag de naam van de maker van deze foto vermelden.

Posted in Café Brinkzicht, Toor'n an de brink | Leave a comment

Ut skulteveurhuus en de skulteboerdereeje

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van dinsdag 30 december 1930 stond de volgende bijzonder fraaie foto van het niet goed zichtbare schultevoorhuis an de brink van Deever en de gelukkig toen nog aan het schultevoorhuis vastgebouwde schulteboerderij. Wellicht en hopelijk is in het fotoarchief van deze krant het negatief van de hier afgebeelde foto bewaard gebleven.
Gelet op de oriëntatie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de kaarkhof an de brink van Deever ten opzichte van de zichtbare gebouwen, kan het niet anders zo zijn dan dat de skulteboerdereeje het grote gebouw is dat is te zien onder de gemeentelijke toren en het kerkgebouw.
In de tijd woonde Koendert Krol, zoon van Jan Krol en Romkje van der Burg, al in het skulteveurhuus en boerkte hij in de skulteboerdereeje. De redactie moet in de openbare bronnen nog uitzoeken met wie Koendert Krol getrouwd was en wie zijn kinderen waren.
In de periode na 1935 sloeg het noodlot toe, toen werd het skulteveurhuus als gevolg van een zo nodig zo genoemde ‘grondige restauratie’ voorgoed vernield en werd het skulteveurhuus ‘losgerestaureerd’ van de skulteboerdereeje. What the hell was going on ?
Het kan niet anders zo zijn geweest dan dat in de boerengemeensschap van Deever na 1600 de vroegere schultes ook gewoon boer waren en dus een boerderij hadden. En de ene boer woonde in een mooier veurhuus dan de andere boer.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is afbeelding 1 in bijgesneden vorm en zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 54.

Afbeelding 1
Het onzinnige onderschrift bij de foto luidt als volgt:
De kortste dag ligt al weer eenigen tijd achter ons. En met het lengen der dagen komen we steeds meer den tijd naderbij, waarin weliswaar de takken der boomen nog kaal, maar niet meer zo somber dor zijn, als midden in den winter; de tijd, waarin de schaapjes weer in de wei gelaten, die weiden zelve weer frisch groen worden en alles zich op de komende lente voorbereidt. Van dien tijd geeft bovenstaande fraaie foto uit Diever een beeld.

Posted in Brink, Skultehuus | Leave a comment

De kattelieke kaarke en de huussies noast de kaarke

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 33 een zwart-wit ansichtkaart van de oude eerste katholieke kerk op Zorgvlied en de huisjes van het Sint Anthony Gasthuis opgenomen. Deze zwart-wit ansichtkaart is in 1916 verstuurd. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer enige aandacht besteed aan de Stichting Sint Anthony Gasthuis. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

33 – Zorgvlied – Katholieke Kerk en Sint Anthony Gasthuis – 1916
Op 1 januari 1916 stond op de lijst van aanwezige instellingen van weldadigheid in de gemeente Diever ook de Stichting Sint Anthony Gasthuis te Zorgvlied. Deze instelling werd op 22 september 1888 opgericht door de gebroeders mr. Lodewijk Guillaume en dr. Julius Verwer uit het Friese Makkum, beiden advocaat te Leeuwarden.
De stichting was bestemd tot verstrekking van huisvesting en zoover mogelijk eene wekelijksche toelage in geld, aan gehuwde of ongehuwde personen, onverschillig van welke Christelijke geloofsbelijdenis, wier eigen inkomsten onvoldoende zijn.
Hoewel de stichting van katholieke huize was, werd geen onderscheid gemaakt tussen katholieke en protestantse gegadigden. Wel werd voorrang gegeven aan bejaarde inwoners van Zorgvlied en de naaste omgeving. De bewoners hadden naast het recht op vrije huisvesting en het vrije gebruik van een stukje grond voor en achter de woning voor het verbouwen van groenten en aardappelen en het houden van kippen, ook recht op een geldelijke toelage van één gulden per week. Een bekende uitdrukking op Zorgvlied was lange tijd gratis wonen en nog een gulden toe.
Het Rooms Katholieke kerkje is in 1884 ontstaan uit de verbouwing van één van de panden bij de voormalige landbouwschool van de Maatschappij van Weldadigheid. Het kerkje van de Sint Andreas parochie is in 1923 afgebroken en direct daarna op dezelfde plaats vervangen door een nieuwe en grotere kerk.
Rechts naast het kerkje staat het pand met de woningen van de stichting. Dit is de verbouwde linker vleugel van de voormalige landbouwschool van de Maatschappij van Weldadigheid.
De pastorie bevond zich in 1916 nog in het linker gedeelte van het pand naast de kerk.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op de afbeelding van de oude ansichtkaart is te zien het ‘kleine kerkje’ met daarnaast het pand, dat toen nog geen huisvesting voor hulpbehoevende bejaarden was.

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 196 een enigszins bijgeknipte afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart opgenomen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op donderdag 4 november 2017.


Afbeelding 4
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op woensdag 19 september 2018.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Kattelieke Kaarke, Sint Anthonij Gasthuis, Topstuk, Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

Ut vuleed’n van de gemiente Diever op ut internet

Op het internet is veel te vinden over het verleden van de gemiente Deever. Voor zover ontdekt en bekend wordt hier melding gedaan van belangwekkende plaatsen op het internet, die gegevens over onderwerpen uit het verleden van de gemeente Diever bevatten.

Zuivelfabriek Diever
De melkfabriek aan het Moleneinde (Katteneinde) van Diever heeft van 1899 tot in het begin van de zeventiger jaren van de vorige eeuw gefunctioneerd. De webstees over zuivelhistorie geeft hierover enige gegevens en afbeeldingen.

Midwinterhoorns
Een neo-folkloristisch verschijnsel in Oldendiever en Diever is het blazen op de midwinterhoorn. De initiatiefnemer van dit verschijnsel heeft een eigen plaats op het internet ingericht, waar aandacht wordt besteed aan de midwinterhoorn, die hij als een soort primitieve hoorn beschouwd. Een redelijk objectieve beschrijving van de midwinterhoorn en het blazen op dat ding is te vinden in de internet-encyclopedie Wikipedia. Uit de gegevens in Wikipedia valt af te leiden dat het blazen op de midwinterhoorn geen Drentsche en zeker geen Oldendieversche traditie is, maar wat nu geen traditie is, kan dat over honderd jaar misschien wel zijn. Op het internet zijn ook filmpjes te vinden over het blazen op de midwinterhoorn in Diever. In andere landen wordt veel creatiever en natuurlijker met primitieve blaasinstrumenten omgegaan, zijn daar gewoon onderdeel van het dagelijkse leven, zoals bijvoorbeeld is te zien in dit filmpje of in dit filmpje.

Tweede Wereldoorlog – Monument aan de Bosweg
Het monument aan de Bosweg te Diever is een zwerfkei, waarop twee gedenkplaatjes zijn aangebracht. Op de metalen plaatjes staat de naam van de inwoners uit de gemeente Diever die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Meer gegevens zijn te vinden in de webstee van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Tweede Wereldoorlog – Monument aan de Bosweg
Op initiatief van Stichting Informatie Wereldoorlog Twee is op 01-11-2002 Oorlogsmusea.nl gelanceerd om aan de grote vraag naar informatie over aan de Tweede Wereldoorlog gerelateerde musea en bezienswaardigheden te kunnen voldoen. De webstee Oorlogsmusea.nl besteedt ook aandacht aan het oorlogsmonument aan de Bosweg. De samensteller van die webstee is van mening dat de zwerfkei met daarop de twee gedenkplaatjes de naam ‘de Zwerfkei’ heeft.

Rijkswerkkampen Diever A en Diever B in de Oude Willem
In de Tweede Wereldoorlog werden de twee kampen ingezet voor de Duitse belangen. Zo werden hier in 1942 Joodse mannen te werk gesteld om vervolgens te worden overgebracht naar het doorvoerkamp Westerbork. In de laatste oorlogsjaren werden hier evacués ondergebracht die vanwege oorlogshandelingen of -omstandigheden hun woonplaats moesten verlaten. Na de oorlog zijn hier mensen vastgezet, omdat zij er van werden verdacht te hebben samengewerkt met de bezetter, in afwachting van hun berechting. In het werkkamp zijn na de oorlog ook vrouwen en kinderen van opgepakte N.S.B.’ers ondergebracht. Meer gegevens zijn te vinden in de webstee oorlogsmusea.nl.

Webstee van het Erfgoedpunt Diever
Via de webstee diever.erfgoedpunt.nl zijn verschillende sites over de plaatselijke geschiedenis op overzichtelijke wijze bij elkaar te vinden. Op deze webstee is ook een en ander te vinden over de lokale en Drents geschiedenisnieuwtjes en is rechtstreeks door te klikken naar bijvoorbeeld de Drentse digitale Encyclopedie en het Erfgoedplein Drenthe. Erfgoed wordt als een soort van synoniem voor geschiedenis gebruikt, maar soms ook in de letterlijke betekenis.

Posted in Webstee | Leave a comment

De legere skoele wödde vurbaut tot gemientehuus

In het fotoboekje ‘Diever, Ie bint ’t wel …’ is de navolgende tekst over het verleden van de eerste lagere scholen an de brink van Deever en het eerste oude gemeentehuis aan de brink van Deever met bijbehorende afbeelding 24 van een ansichtkaart uit 1913 en afbeelding 25 van een ansichtkaart uit 1913 gepubliceerd.

24 – Diever – Gemeentehuis – 1913
25 – Diever – Gemeentehuis en Pastorie – 1913
Omstreeks 1837 gingen in de zomer ongeveer 160 kinderen naar school in Diever. In de winter ging een deel van deze kinderen naar een bijschool in Wittelte en in Wapse. In Diever werd toen school gehouden in een veel te kleine, vochtige en bedompte ruimte in de kerk; eerst in de noordbeuk, later in de zuidbeuk.
Gedeputeerde Staten keurden op 4 oktober 1837 de aankoop van eene behuizinge met eene gedeelte van eenen daarbij behoorenden tuin goed. Die behuizing was een boerderij aan de Brink, op de plaats waar hier het gemeentehuis is te zien.
In maart 1839 gaf het Rijk een subsidie van 1000 gulden voor de aankoop van het perceel en de verbouwing van de boerderij tot klaslokaal en woning voor de schoolmeester. De gemeente sloot voor de rest van de kosten een lening van 1650 gulden af.
Het betreffende perceel werd voor 1150 gulden gekocht van landbouwer Hendrik van Zomeren. Dit perceel, kadastraal bekend in sectie C onder nummer 147, was volgens het kadastrale register van Diever op 1 oktober 1832 nog in het bezit van de eigenerfde boer Albert Vos.
De verbouwing werd op 15 januari 1840 voor 1450 gulden gegund aan Hendrik Warries, koopman te Dieverbrug. In het najaar van dat jaar was de verbouwing gereed. Schoolopziener Dorenbos was tevreden met de nieuwe school, maar de toenmalige schoolmeester Arend Jans van Dam moest wel les geven aan meer dan 100 kinderen in één klaslokaal van iets meer dan 100 m².
In 1875 werd een nieuwe school aan de Hoofdstraat in gebruik genomen, omdat de school aan de Brink te klein was geworden!
De school werd daarna verbouwd tot gemeentehuis, dat op 2 mei 1876 in gebruik werd genomen.
Het gemeentehuis met hek is op beide foto’s te zien. Op de linker foto is rechts het boerencafé van Jan Barelds te zien. Op de rechter foto zijn te zien naast het gemeentehuis de pastorie van de Hervormde Kerk en op de achtergrond de boerderij van de familie Jan Mulder, waarin Roelf ten Buur zijn bedrijf uitoefende.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Arend Jans van Dam is geboren in 1783 in Dwingel. Hij trouwde op 28 mei 1814 in Dwingel met de boerendochter Albertien Pieters Mulder uut Leggel. Arend Jans van Dam was, zoals in Deever in die tijd gebruikelijk, naast schoolmeester ook koster en wellicht ook voorzanger in de hervormde kerk an de brink van Deever. En het was voor een slecht betaalde schoolmeester mooi meegenomen dat hij een dochter uit de bepaald niet onbemiddelde boerenfamilie Mulder uut Leggel trouwde.
Andere aantekeningen moeten nog worden toegevoegd.
De redactie zal te gelegener tijd enige kleurenfoto’s van de huidige situatie ter plekke van het eerste oude gemeentehuis en de pastorie van de hervormde kerkgemeente toevoegen aan dit bericht.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Bijgaand afgebeelde ansichtkaart is gemaakt door fotograaf S. v.d. Zijl en was te koop bij winkelier Harm Pook an de Kruusstroate in Deever.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is bijgaande afbeelding in bijgesneden vorm en zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 58.

Posted in Brink, Diever, ie bint 't wel ..., Gemientehuus, Pastorie aan de Brink | Leave a comment

De toor’n wödde vulogt mit dree logttoeters

De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart (afbeelding 2) is in 1959 uitgegeven door Van Leer’s Fotodrukindustrie in Amsterdam. De ansichtkaart was te koop bij warenhuis Jan Brugging (Jan Wiba) an de Heufdstroate in Deever.
Naast café Brinkzicht staat nog de oude schuur van de N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma. Direct na de Tweede Wereldoorlog hebben hier onder meer N.S.B.’ers en Landwachters in afwachting van de resultaten van onderzoek naar hun wandaden vast gezeten. In het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw kon je nog gewoon de auto parkeren op de brink naast de kaarkhof.
Op het detail (afbeelding 1) van de ansichtkaart is te zien dat de gemiente Deever zo vlak na de grote restauratie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw an de brink van Deever in de jaren 1955-1957 ook al de onweerstaanbare behoefte had de gemeentelijke toren te verlichten in het donker. Zie de drie richtbare schijnwerpers, die staan opgesteld in de kaarkhof.

Afbeelding 1
Detail van afbeelding 2

Afbeelding 2
Ansichtkaart van het kerkgebouw van de Nederlands Hervormde kerkgemeente en de gemeentelijke toren aan de brink van Deever.

Posted in Kaarke an de brink, Toor'n an de brink | Leave a comment

De kermisvulogting an de kaarke bee de brink

Een peperduur onderdeel van het eveneens peperdure in 2019 en 2020 uitgevoerde zo nodig zo genoemde ‘Brinkenplan Diever Op Dreef’ van de gemeente westenveld is het volstrekt overdadig en volstrekt overbodig en volstrekt niet-duurzaam nachtelijk verlichten van het kerkgebouw van de Nederlands Hervormde Kerkgemeente en de kaarkhof van het kerkgebouw. Het is zoals Willem Shakespeare al vierhonderd jaar geleden zei: ‘En altijd weer komt duisternis na licht’. Dus waar komt die behoefte vandaan om met onnatuurlijk licht die serene natuurlijke duisternis rond het kerkgebouw te willen verdrijven ? Is het omdat donker mensen angstig maakt ?
Is de Nederlands Hervormde Kerkgemeente van Deever eigenaar van haar kerkgebouw en de kaarkhof (ok wè kaarketuun enuumd) an de brink van Deever ? Of is de gemeente westenveld eigenaar ? Of krijgt de armlastige kleine Nederlands Hervormde Kerkgemeente van Deever geld voor het moeten toelaten van die idiote kermisverlichting aan de gevels van haar kerkgebouw ?
Maar is het verlichtingsplan al uitgevoerd ? Verlichten of niet verlichten ? Dat is de vraag ! To light up or not to light up ? That’s the question ? Is de nacht donker of is de nacht licht ? Wie durft die vraag te stellen ? Wordt de nachtelijke stroom voor die toeristenpretparkverlichting geleverd door die paar zonnepaneeltjes op het platte dak van het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever ?
De redactie van ut Deevers Archief zal te gelegener tijd min of meer op de bijgaande driftig gemanipuleerde afbeeldingen gelijkende kleurenfoto’s toevoegen aan dit bericht.

Afbeelding 1-dag

Afbeelding 1-nacht

Afbeelding 2-dag

Afbeelding 2-nacht

Afbeelding 3-dag


Afbeelding 3-nacht

Afbeelding 4-dag

Afbeelding 4-nacht

Afbeelding 5-dag

Afbeelding 5-nacht

Posted in Kaarke an de brink, Kaarkhof an de brink | Leave a comment

De onthulling van ut monement op Baark’nheuvel

De redactie van ut Deevers Archief heeft in de periode 1999-2003 een paar keer een bezoek gebracht aan Albertus (Bert) Christiaan Doorman, de eerste kleinzoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel. Albertus (Bert) Christiaan Doorman woonde met zijn vrouw in het huis in ut tippie bos op de hoek van de Bosweg en de weg langs de Noorderersch. Albertus (Bert) Christiaan Doorman is geboren op 3 maart 1918. Hij is overleden op 12 oktober 2004 in Deever.
De redactie mocht van hem -met instemming van de bewindvoerder van de N.V. Berkenheuvel- de oude foto’s uit het oude fotoalbum van het landgoed Berkenheuvel, dat aanwezig is in het landhuis Berkenheuvel aan de Noorderesch, scannen en gebruiken in berichten over het landgoed Berkenheuvel. De redactie is hem daar postuum bijzonder erkentelijk voor.
De twee hier afgebeelde foto’s zijn ook aanwezig in het genoemde album. Mr. Albertus Christiaan van Daalen is niet de maker van deze foto’s. De maker moet deze foto’s in opdracht van het geïllustreerde tijdschrift ‘Noorden in woord en beeld’ hebben gemaakt, want beide foto’s zijn gebruikt in een bericht in ‘Noorden in woord en beeld’. Zie ook het bericht Op de boer’nkarre deur ut saand van Baark’nheuvel. Een afdruk van de glasplaatnegatieven van deze twee foto’s is gelukkig terecht gekomen in het oude fotoalbum van het landgoed Berkenheuvel.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Kolt en stief op un hadde plaanke sitt’n

De zo nodig zo genoemde ‘historische kalender’ voor het jaar 2006 van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever had ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van het Openluchtspel als onderwerp: oude beelden uit de beginjaren van het Openluchtspel. Afbeelding 3 toont het kalenderblad voor de maand juli 2006. De tekst op dit kalenderblad is navolgend weergegeven.

1952 – Vergeet koude, stijfheid en de harde plank zonder leuning
In 1952 werd als openluchtspel het stuk ‘Elck wat wils’ (As you like it) van William Shakespeare opgevoerd. Op deze foto spreekt regisseur dokter Ludolf Dirk Broekema het publiek voor aanvang van het stuk toe. Een deel van het openingswoord van hem is te lezen als bijschrift bij een foto in een van de vele albums van Jantina Figeland: ……….. overigens is het zo: wij bewonderen u, dat u het uithoudt om een gehele avond op die harde plank zonder leuning te zitten, maar wij hopen dat de ongebreidelde blijheid van ‘Elck wat wils’ u van binnen zo moge verwarmen, dat u daardoor de koude en de stijfheid en
de harde plank vergeet ……
In 1953 werden de ruwe en harde houten planken vervangen. De Meppeler Courant van 19 juni 1953 berichtte hierover het volgende: ….. in 1948 had de vereniging houten banken laten timmeren. Daar heeft het publiek vijf toneelseizoenen lang op gezeten. Dit jaar zijn er voor het eerst goede banken in het theater, met makkelijke zittingen en rugleuningen. Ze konden uit eigen middelen worden aangeschaft. En zo is het al die jaren gebleven: houten banken met rugleuningen, maar een avond lang makkelijk zitten is toch wel heel iets anders..

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Afbeelding 1 toont een zwart-wit ansichtkaart van het openluchttheater met rechtsonder de souffleursbak. Deze ansichtkaart is in augustus 1962 uitgegeven door het bedrijf JosPé uit Arnhem en was te koop bij Van Goor’s Boekhandel an de Kruusstroate in Deever. Op afbeelding 1 zijn de ‘goede banken met makkelijke zittingen en rugleuningen’ en de gesloten souffleursbak te zien.
Op afbeelding 2 zijn in de souffleursbak te zien tekstinfluisteraarster burgemeestersmevrouw Nell Meiboom-Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd) en de jonge inspiciënt Lambert Brugging (zoon van Jan Wiba en Griet Oost).
De twee foto’s op afbeelding 3 zijn afkomstig uit de verzameling van wijlen Jantina Figeland uit Lochem.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is de afbeelding van de zwart-wit ansichtkaart zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 117.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Mevrouw Nell Meiboom-Veltman en Lambert Brugging in de souffleursbak van het openluchttheater. De hier afgebeelde foto is afkomstig uit de verzameling van wijlen Jantina Figeland uit Lochem.

Afbeelding 3

Blad voor de maand juli uit de historische kalender 2005 van de Historische Vereniging Voormalige Gemeente Diever. De twee hier afgebeelde foto’s zijn afkomstig uit de verzameling van wijlen Jantina Figeland uit Lochem.

Posted in Ansigtkoate, Eup’mlogtspel | Leave a comment

Op de boer’nkarre deur ut saand van Baark’nheuvel

Het geïllustreerde tijdschrift ‘Het Noorden in woord en beeld’, jaargang 1, 1925-1926, nummer 24, publiceerde op 11 september 1925 twee foto’s, die gemaakt zijn tijdens de onthulling van het monument op Berkenheuvel. Bij de twee sepiakleurige foto’s stond de volgende tekst.

Ter herdenking van het feit dat het Dieverzand in Drenthe geheel ontgonnen, en tot een der schoonste gedeelten van ons land geworden is, en tevens dat de boschbaas Harm Smit zijn dienst vervulde, werd Zaterdag een gedenkteeken onthuld, waarbij de Commissaris der Koningin, en verschillende andere autoriteiten aanwezig waren.
Links: Een foto van het Monument, terwijl de heer Van Tienhoven een rede houdt.
Rechts: Na de onthulling maakten de gasten een toer met boerenwagens om kennis te maken met de schoone omstreken van het Dieverzand.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De tekst bij de linker foto vermeldt dat de heer Van Tienhoven een rede houdt; dit is onjuist; het is de heer Etienne Daniël van Dissel, de directeur van Staatsboschbeheer.

Op de rechter foto staat in het midden bij een van de boerenwagens mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel, en zijn eerste kleinzoon Albert Christiaan (Bert) Doorman.
De boermarke van Deever stelde de boerenkarren en de menners om niet ter beschikking voor het rondrijden van de gasten van mr. Albertus Christiaan van Daalen. 

De onthulling van het monument op Berkenheuvel gebeurde op 5 september 1925 in de stromende regen.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is de rechter afbeelding zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 105.
De linker foto op bijgaande afbeelding is ook als aparte afbeelding in ut Deevers Archief opgenomen.
De rechter foto op bijgaande afbeelding is ook als aparte afbeelding in ut Deevers Archief opgenomen.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Un kleur’nfoto van ut skildereeje ‘Vrau an de wasse’

In de Wolder Courant van 25 juli 2018 verscheen het volgende bericht over de in Deever geboren en getogen huisschilder, decoratieschilder, kunstschilder en fotograaf Hans Kuiper. Waarschijnlijk is een lid van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever – gelet op het wapen van de gemiente Deever in de rechter bovenhoek van het bericht – de opsteller van dit belangstellingwekkende bericht. Maar wie was de opsteller ?

Hans Kuiper, een leergierige fotograaf en schilder
Hoe is een dorp ontstaan ? Wat is de achtergrond van bepaalde gebruiken, gebouwen en gebeurtenissen in een streek ? Over het verleden valt veel te vertellen. Op deze plek krijgen de historische verenigingen in De Wolden en Westerveld een podium om een breed publiek met de historie van eigen woonplaats/leefomgeving in aanraking te laten komen. Deze keer Hans Kuiper, fotograaf en schilder.
Hij is geboren in Diever op 8 juli 1855 en huwde te Diever op 23 oktober 1880 met Margje Eist, uit Noordwolde. Direct na hun huwelijk vestigden zij zich in Noordwolde. Hij overleed op 3 november 1937 te Blesdijke aan de gevolgen van een ongeluk.
Hans Kuiper heeft dus de eerste 25 jaren van zijn leven doorgebracht in Diever. Hij werd, net als zijn vader, huisschilder en decoratieschilder. Direct na hun huwelijk trokken ze in bij de ouders van zijn schoonmoeder die een winkel/café-nering dreven en hulpbehoevend waren. Voordat hij daar introk, heeft Hans Kuiper zich in het bedrijf van opa ingekocht. Zij namen dus het bedrijf over en in het naast gelegen koetshuis startte hij zijn schildersbedrijf. Hans Kuiper was een echte vakman en al spoedig liet hij het huisschilderwerk zoveel mogelijk over aan zijn knechten. Zelf werkte hij vrijwel uitsluitend als fotograaf en als kunstschilder. Hij gaf prentbriefkaarten (ansichtkaarten) uit met onderwerpen uit de omgeving. De meeste verschenen in zwart-wit, later ook ingekleurd en vervolgens in kleur.
Kuiper stond bekend als een uitstekend vakman en goede leermeester. De kunstenaar was leergierig en verlangde van zichzelf resultaten tot in het perfecte. Er werden door hem veel portretten gemaakt en vele schilderijen van boerderijen en landschappen. In opdracht schilderde hij toneeldecors.
De ongeschoolde schilder vergaarde veel kennis en kreeg adviezen van bevriende en reeds bekende kunstschilders, zoals A.J. Sap van Drenthe van de bekende (Frits) Schillergroep, vader en zoons Van Kregten (de bekendste was zoon Fedor, geboren te Diever op 16-01-1871) en Jan Mankes uit De Knijpe bij Heerenveen. Zijn fotografische benadering van schilderen veranderde al vrij snel in de vereiste en juiste manier van opzetten van een schilderij.
Hij ontpopte zich als een zeer verdienstelijk kunstschilder. De eerste opdrachten stammen uit 1889. Hij ontving vele opdrachten van welgestelde families uit vrijwel heel Nederland.
Hans Kuiper vervaardigde zijn schilderijen vanaf foto’s en dat ging met steeds meer succes. Het oudst bekende schilderij is van 1886. Van één onderwerp maakte hij dikwijls meerdere schilderijen om tot steeds meer perfectie te komen. Het werkgebied voor zijn onderwerpen, die hij per fiets bestreek, werd ongeveer begrensd door de lijn Blesdijke-Oldeberkoop-Appelscha-Diever-Nijensleek.
Hans Kuiper had ook een goede relatie met de familie Verwer, waarvoor hij veel opdrachten voor portretten heeft uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor de pastoorsfamilie Leemkoel.
Hij heeft het plafond van de R.K. huiskapel van de familie L.G. Verwer in Zorgvlied beschilderd en zo goed als zeker de twee gebrandschilderde glas-in-loodramen met portretten van het echtpaar Verwer/van Wensen in de R.K. kerk in Zorgvlied vervaardigd, de hiervoor door Hans Kuiper gemaakte ontwerpfoto’s zijn bewaard gebleven.
Mocht u in bezit zijn van schilderstukken, foto’s of wetenswaardigheden van Hans Kuiper, laat ons dat weten via het secretariaat.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De schrijver van het bericht in de Wolder Courant van 25 juli 2018 heeft zich nogal in enige mate laten inspireren door het bericht Hans Kuiper, een regionale kunstschilder, dat gepubliceerd is in het papieren blad van de historische vereniging ’t Fledder Kerspel.

In het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is nota bene al in 1999 aandacht besteed aan het schilderij ‘Vrouw aan de was’. Zie het bericht Ut skildereeje ‘Vrau an de wasse’ van Hans Kuiper. Van het schilderij ‘Vrouw aan de was’ is in het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’  een zwart-wit afbeelding opgenomen. De redactie zag tot zijn genoegen in het bericht in de Wolder Courant van 25 juli 2018 (zie afbeelding 1) voor het eerst een kleurenafbeelding van het schilderij ‘Vrouw aan de was’. De redactie zou bijzonder graag in het bezit willen komen van een scherpe digitale kleurenafbeelding van dit schilderij.
De redactie is van mening dat het zeer moeite waard is na te gaan of over huisschilder, decoratieschilder, schilder en fotograaf Hans Kuiper een modeste publicatie is samen te stellen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Bericht in de Leeuwarder-Courant van 3 november 1937 over het dodelijk verongelukken van Hans Kuiper bij Blesdijke. 

Posted in Alle Deeversen, Hans Kuiper, Kuunst | Leave a comment

Un waètervaarfskildereeje van de meule in Oll’ndeever

Al op 9 april 2020 kreeg de redactie van ut Deevers Archief toestemming van de Deeverse kunstenaar Ernest Mols bijgaande afbeelding van een door hem gemaakt waterverfschilderij in ut Deevers Archief op te nemen. De redactie is hem alsnog bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. Hij was zo vriendelijk een goede digitale afbeelding van zijn schilderij ter beschikking te stellen voor opname in ut Deevers Archief. Ernest Mols heeft het kunstwerk op 31 oktober 2013 gemaakt.
De veelzijdige kunstenaar Ernest Mols, die al een paar keer Deevers, Drents en daarmee eigenlijk ech wè meteen ook Nederlands, Europees en Wereld kampioen vuistbijl hakken was, liet zich bij het maken van dit waterverfschilderij, ook wel aquarel genoemd, bijzonder inspireren door molen ‘de Vlijt’. En aquarelleerde daarbij en passant ook een soort van onherkenbaar lomp ding.
De redactie heeft op donderdag 4 november 2017 bijgaande kleurenfoto’s gemaakt. Op een van de twee kleurenfoto’s is te zien wat Ernest Mols heeft gewaterverfd. En dan is de grote vraag wat voor ding het is ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het weet, die mag het melden.
Ernest Mols zou als vooraanstaand lid van de Schilderkring Diever, kijkend vanuit het op de tweede kleurenfoto zichtbare clubgebouw van de Schilderskring Diever, op het idee van het schilderen van dit aquarel kunnen zijn gekomen.

Posted in Aquarelle, Kuunst | Leave a comment

Un landbouwtrekmotor an ’t waark in de Olde Willem

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 5 januari 2015 van de heer Paul Gols, woonachtig op Zorgvlied, bijgaande tekst en fraaie foto -een afdruk van een glasplaatnegatief- van ontginningswerkzaamheden in de Olde Willem. De redactie is de heer Paul Gols bijzonder erkentelijk voor het beschikbaar stellen van deze historisch waardevolle afbeelding.

Deze foto is afkomstig uit de collectie van Wessel Jansema, een kleinzoon van de rentmeester van ‘De Drie Provinciën’, die in de jaren 1911-1920 onder meer de ontginningen in de Olde Willem leidde. Op de foto is heel veel werkvolk bij een stoom- of benzinetrekker met nummerplaat G2673 te zien en mogelijkerwijs ook de rentmeester zelf en de eigenaar van de te ontginnen gronden.

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 15 februari 2015 van de heer Hans Salverda de volgende reactie op de bijgaande foto. De redactie is de heer Hans Salverda bijzonder erkentelijk voor deze bijdrage.

Dit is een prachtige foto van de ontginning en wat een grote groep mensen.
Het kenteken van de ’trekker’ geeft aan dat deze afkomstig was uit de provincie Noord-Holland.
Naast Wessel Jansema kunnen nog enkele andere namen genoemd worden, zoals Arthur Bigot en Floris Vos.
Floris Vos woonde in het Gooi en mogelijk heeft hij gezorgd dat deze trekker naar Oude Willem is gebracht en kon worden ingezet bij de ontginning. Deze Floris Vos was een kleurrijk figuur en had een landelijke partij opgericht om de tolwegen in Nederland af te schaffen. Voor deze partij zat hij ook in de Tweede Kamer. Hij ligt begraven op het kerkhof van Naarden.
Arthur Bigot was ook medewerker van de Heidemaatschappij en zijn vrouw heeft volgens het telefoonboek, dat onlangs in ut Deevers Archief is gepubliceerd, nog gewoond in het huis Goede Weide dat nu nog in Oude Willem staat. De camping van de familie Theunissen heeft dezelfde naam: Groene Weide.
Arbeiders die bij Arthur Bigot (op zijn Frans uitgesproken als Biegoo) werkten zeiden al gauw dat ze ‘bij God’ werkten………..

Aantekeningen van de redactie van Ut Deevers Archief van 16 januari 2022

De redactie citeert uit het boek ‘Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 3. Landbouw, voeding’ van A.A.A.de la Bruhèze, H.W. Lintsen, A. Rip,  J.W. Schot op bladzijde 29 de volgende tekst:
Een jaar na een eerste proef in 1911, schafte de Heidemij een uit Groot-Brittannië afkomstige ‘motorploeg’ aan. Deze machine combineerde het voordeel van een veel grotere wendbaarheid met een bredere inzetbaarheid.
Kort daarna, in 1913, zette de N.V. Landontginningsmaatschappij ‘De Drie Provinciën’ bij haar ontginningswerk in het Zuidwest-Drentse Diever de eerste ‘landbouwtrekmotor’ (lees: trekker) in ons land in: een 60 pk Caterpillar rupstrekker. De Caterpillar kon het werk van 30 ossen of paarden aan.

Bijgaande afbeelding is eveneens opgenomen op bladzijde 130 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in de Drie Provinciën, de Olde Willem, Landbouw, Ontginning | Leave a comment

De winkel en de bakkereeje van Marinus Diekstroa

In het fotoboekje ‘Diever, Ie bint ’t wel …’ is de navolgende tekst over het verleden van de bakkerij en kruidenierswinkel van Marinus Dijkstra en Geertje Wouwenaar met bijbehorende afbeelding 16 van een ansichtkaart uit 1908 gepubliceerd.

16 – Wapse – Winkel van Marinus Dijkstra – 1908
Voor de bakkerij en kruidenierszaak van Marinus Dijkstra poseren veel buurtbewoners. Alle meisjes zijn links opgesteld en alle jongens aan de rechterkant.
Marinus Dijkstra werd op 24 augustus 1854 in Doldersum geboren en overleed op 30 september 1920 in dit huis. Hij was getrouwd met Geertje Wouwenaar (Bakkers Geertie), de dochter van boschbaas Marten Wouwenaar. Zij werd op 9 maart 1859 geboren te Berkenheuvel en overleed op 3 mei 1945 in dit huis. Hier werden hun kinderen Marten, Lambert, Arnold en Trijntje geboren. Geertje is de middelste van de vijf dames midden op de foto.
De broodoven werd met bakkersturf aangemaakt en vervolgens met takkebossen warm gestookt. Het brandhout werd gesnoeid uit holtwall’n of uit boerenbos in de buurt. Marinus Dijkstra betaalde een gulden tot een daalder voor honderd takkebossen.
Bakker Dijkstra had ook een lösse karre met kleppen, waarmee hij bee’j de weg ventte. Geertje deed de winkel, ze had wel aardig verstand van zaken.
Het winkeltje was niet zo groot, maar er was van alles te krijgen, onder meer groene zeep, lösse süker, zeemleer en kachelpoets. Jannes Santing (Jans van d’Olde Smit) wist zich nog goed te herinneren dat sien mow hum seins mit de pot hen Geertie stuurde um lösse stroop te koop’m. Remmelt Kamer herinnerde zich het sütholt voor één cent en de klompen die door elkaar op de zolder lagen. Hendrikje Buiter-Roelofs wist nog dat in de winter een ton met pekelharing op de grote deele stond. Voor een stuiver kocht je een zoute haring tegen de griep. Ze herinnerde zich ook dat ze ronde boll’n en zwarte roggestoete bakten. Ook kon eigen meel naar de bakkerij worden gebracht, waar dan brood van werd gebakken.
Tegenover de school en tussen het pand van Marinus Dijkstra en het daarachter liggende huis van Abel Kamer en Aaltje Pit lag het schoelpattie hen ’t Noave.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Marinus Dijkstra is geboren op 24 augustus 1854 in Doldersum en is overleden op 30 september 1920 in Wapse.
Geertje Wouwenaar is geboren op 9 maart 1959 op Berkenheuvel en is overleden op 3 mei 1945 in Wapse.
Marinus Dijkstra trouwde op 25 december 1883 met Geertje Wouwenaar.
Marten Dijkstra is geboren op 28 maart 1893 in Wapse en is overleden op 18 augustus 1893 in Wapse.
Lambert Dijkstra is geboren op 28 augustus 1898 in Wapse en is overleden op 10 december 1975 in Wapse. Lambert Dijkstra was getrouwd met Jantina van Zomeren,
Arnold Frederik Dijkstra is geboren op 14 oktober 1900 in Wapse en is overleden op 2 april 1986 in Varsseveld. Arnold Frederik Dijkstra was getrouwd met Elisabeth Keizer.
Trijntje Dijkstra is geboren op 1 juni 1891 in Wapse en is overleden op 27 oktober 1957 in Wapse.
Trijntje Dijkstra was getrouwd met Hendrik Trompetter.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief wordt vriendelijk verzocht meer gegevens van de familie Dijkstra aan de redactie te melden. Zie voor meer gegevens over de familie Dijkstra ook het artikel Foto van groep I van de Wapser skoele uut 1905.
De redactie heeft de kleurenfoto gemaakt op donderdag 26 april 2018.

abracadabra-535

Posted in Ambacht, Ansigtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Neringdoende, Wapse | Leave a comment

Jongen uut groep Alaska in de Eikenhorst op de foto

De heer Frans Bakkers stuurde bijgaande zwart-wit foto’s uit zijn tijd dat hij deel uitmaakte van groep Alaska in jongenskamp de Eikenhorst an de Gowe. Frans Bakkers heeft in de periode augustus 1965 tot juli 1966 in het kamp gezeten.
Hij zat in groep Alaska met onder andere Martin Kievits, Harm Kuiper(s), Henk Linthorst, Rob Malta, Herman Kreft, René in ’t Veen en Wim Paling.
Wie herkent de jongens op de foto’s ? De redactie van Ut Deevers Archief verneemt het graag.

Op 16 april 2022 ontving de redactie de volgende reactie van de heer Martin Kievits bij afbeelding 1
Op deze foto staat Wim Kempe uiterst rechts.
Ha, voor het eerst een foto waar ik op sta ! Heel fijn !!

Afbeelding 1
Deze foto van de jongens van groep Alaska is gemaakt op 27 september 1965. Normaal bestond de groep uit 16 jongens. Deze foto is gemaakt op het moment dat jongens naar huis zijn gegaan en de nieuwe jongens nog moesten komen. De maker van deze foto is Frans Bakkers. Wie van de hiervoor genoemde jongens staat op deze foto ? Wie herkent de jongens ? De staande man in het midden is de leider Gerard Blikman.
De heer Frans Bakkers reageerde op 14 januari 2022 als volgt: 

Boven van links naar rechtes: Marius van Gorp, Rob Malta, Harm Kuiper(s), leider Gerard Blikman, Martin Kievits en Wim Kempe.
Onder van links naar naar rechts: ……., Herman Kreft, René in ’t Veen, ……
Afbeelding 2
Deze foto van dezelfde jongens van groep Alaska is eveneens gemaakt op 27 september 1965. De maker van deze foto is leider Gerard Blikman.

Afbeelding 3

Deze foto is gemaakt op 13 juni 1966 bij een bezoek aan een juffrouw. Welke juffrouw ? De maker van deze foto is Frans Bakkers.
De heer Frans Bakkers reageerde op 14 januari 2022 als volgt:
Linker jongen……., kwam van een andere groep (Transvaal?), de naam van de juf is mij niet meer bekend; ze was wel heel populair !, Henk Linthorst en Rob Malta.
Afbeelding 4

Deze foto is gemaakt op 13 juni 1966 bij een bezoek aan een juffrouw. Welke juffrouw ? Waarschijnlijk moesten de jongens een tekening van het gezicht van de juffrouw maken. Waarschijnlijk heeft de juffrouw deze foto gemaakt.
De heer Frans Bakkers reageerde op 14 januari 2022 als volgt:
Links Frans Bakkers en rechts Henk Linthorst, die heel goed paarden kon tekenen. We moesten geen tekening maken, het was een spontane actie.

 

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Ut olde gemientehuus en de olde pasterie an de brink

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’  is als afbeelding 13 een zwart-wit ansichtkaart van het oude gemeentehuis en de oude pastorie an de brink van Deever opgenomen. Deze zwart-wit ansichtkaart is in 1906 verstuurd. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer enige aandacht besteed aan de verhuizing van de gemeentekamer in het café-logement van Roelof Seinen naar de tot gemeentehuis verbouwde lagere school an de brink van Deever. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

13 – Diever – Gemeentehuis en Pastorie op de Brink – 1906
In de vergadering van 2 mei 1876 deelde burgemeester Leonardus Willem van Os namens het college van Burgemeester en Wethouders de raad mee dat het gebouw voor het gemeentehuis gereed was en in gebruik kon worden genomen.
Voordat de raad de kamer in het café van Roelof Seinen aan de Hoofdstraat (Diever 104) verliet, bracht de burgemeester hulde aan de familie Seinen voor de flinke wijze waarop het gemeentehuis in hun huis was gehouden. De raad besloot de familie daarvoor schriftelijk te bedanken. Vervolgens begaf de raad zich naar het nieuwe gemeentehuis aan de Brink. Daar aangekomen bedankte de voorzitter de raad voor het besluit dat de gemeente een eigen gemeentehuis en de burgemeester een betere woning had bezorgd. Op 3 mei 1876 schreven Burgemeester en Wethouders de volgende keurige bedankbrief aan de familie Roelof Seinen:
In de op gisteren gehouden vergadering van den raad dezer gemeente en bij gelegenheid van de verplaatsing van het gemeentehuis van uwe woning naar het nieuwe daarvoor bestemde locaal, heeft de voorzitter met een kort woord in herinnering gebragt op welke wijze uwe familie steeds aan het gemeentebestuur is verbonden geweest. De verstandhouding was steeds goed; de bediening en de zorg uitmuntend. Een en ander heeft dan ook aanleiding gegeven dat de raad met algemeene stemmen heeft aangenomen het voorstel om uwe familie dank te zeggen voor de billijke wijze waarop door haar het gemeentehuis steeds ten hare huize is gehouden. Door dit schrijven daaraan gevolg gevende, bevelen wij ons in uw vriendschap aan.
Op de bomenrijke brink is rechts het gemeentehuis te zien. Daarachter staat de pastorie van de Hervomde Kerk. Op de voorgrond is een deel van de glinten om de Hervormde Kerk te zien.

Aantekeningen van de redactie van Ut Deevers Archief
Deze ansichtkaart was te koop in het boerencafé van Harm Pieter Hummelen an de brink van Deever. Harm Pieter Hummelen werd in de Deeverse volksmond natuurlijk gewoon Haarm Hummel genoemd. De hier getoonde zwart-wit ansichtkaart is een topstuk, ondanks het feit dat de originele glasplaat onder- en overbelicht is.
Jij kunt als verwoede verzamelaar van ansichtkaarten uut de gemiente Deever een exemplaar van deze kaart maar beter wel in jouw verzameling hebben, want anders hoor jij niet bij de club.
De brink en de kaarkhof (ook wel kaarketuun genoemd) bij de brink van Deever was in 1906 volop en niet te weinig begroeid met bomen, zoals dat op een karakteristieke en karaktervolle Deeverse brink hoort te zijn. Daar moeten bomen staan, veel bomen, vooral veel eiken. En over de brink moeten geen nepslijtpaden lopen, maar echte in het zand gesleten paden. En de brink heeft een braandkoele. En de brink heeft geen diepe struikelkanalen voor de afvoer van hemelwater. En op de brink staan geen design-zitbankjes. En in een straat op de brink liggen geen nazi-klinkers. En de kaarkhof hoort niet bij de brink.
De redactie heeft de kleurenfoto gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Posted in Ansigtkoate, Brink, Diever, ie bint 't wel ..., Gemientehuus, Topstuk | Leave a comment

De ièste arbeiders van de Deeverse botterfubriek

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 7 juli 1899 verscheen het volgende korte berichtje over de benoeming van het eerste personeel van de nieuwe handkrachtboterfabriek an ut Katt’nende in Deever.

Diever, 5 Juli.
In eene vergadering, gehouden ten huize van C. Andreae alhier, zijn tot arbeiders aan de handkrachtboterfabriek alhier benoemd Jan Jonkers, Arend Klaster en Roelof van Nijen.
Het melkrijden werd aangenomen door Jannes Moes te Oldendiever voor Wittelte voor f. 7,80 per week en door Jannes Koning te Oldendiever voor Diever, Oldendiever en Kalteren voor f. 6 per week.
De levering van botervaten werd opgedragen aan Hendrik Mulder te Diever/

Aantekeningen van de redactie van Ut Deevers Archief
Het melkrijden was het vervoeren met paard en wagen van de melkbussen met melk van de boerderijen naar de botterfubriek en de melkbussen zonder melk van de botterfubriek naar de boerderijen langs een vaste route, die melkrit werd genoemd.
Hendrik Jans Mulder is geboren op 15 juni 1852 in Deever. Hij is overleden op 6 maart 1920. Hij trouwde op 30 oktober 1874 met Hilligje Hilberts Noorman. Hendrik Mulder was in 1899 al kuiper, dat wil zeggen maker van botervaten. Hij zal het vak van zijn vader hebben geleerd, want ook zijn vader Jan Klasen Mulder was kuiper.
Vóór het begin van de Deeverse botterfubriek produceerden de boeren (boerinnen) zelf boter op hun boerderij, waarbij de boter werd verpakt in botervaten. De boter werd verhandeld op de stedelijke botermarkten.
Maar wie in Deever maakten de ijzeren hoepels voor de botervaten ? Waren dat de plaatselijke smeden ? Of werden deze elders gemaakt ?
In een botervat ging een acht’ndiel boter, dat wil zeggen 40 pond. Het Deeverse woord acht’ndiel is na de oprichting van de botterfubriek in onbruik geraakt.
De redactie heeft van de andere vermelde personen nog geen gegevens in de openbare bronnen kunnen vinden.

Posted in Süvelfubriek Deever | Leave a comment

Un Wapser voetballer in ut Nederlaanse elftal

Arend Hessel Schoemaker is geboren op 8 november 1911 in Wapse. Hij is een zoon van Remmelt Schoemaker (beroep: hoofd eener school) en Aafje Hessels (beroep: zonder). Remmelt Schoemaker is een zoon van brievengaarder Jan Schoemaker en Jantje Trompetter. Remmelt Schoemaker is geboren op 10 juni 1884 in Deever. Remmelt Schoemaker was een broer van Lambertus Schoemaker. Arend Hessel Schoemaker was een volle neef van Geesje Jantina Schoemaker.
Arend Hessel Schoemaker is zijn voetballoopbaan vast begonnen bij Wapser Boys. Arend Hessel Schoemaker speelde als aanvaller voor H.V. & C.V. Quick uit Den Haag. Hij speelde op 10 december 1933 eenmaal in het Nederlands voetbalelftal in een oefenwedstrijd tegen Oostenrijk, die met 0-1 in het Olympisch Stadion in Amsterdam werd verloren. Hij maakte ook deel uit van de selectie voor het wereldkampioenschap voetbal in 1934. Hij is overleden op 11 mei 1982. Zie het bijgevoegde overlijdensbericht.
Arend Hessel Schoemaker staat op één van plaatjes (zie de bijgaande afbeelding) van een ongenummerde serie voetbalplaatjes van de firma K. Tiktak Koffie en Theehandel in Groningen uit 1932. In die serie is een plaatje van de volgende voetballers opgenomen:
Wim Anderiesen (Ajax), Elisa Hendrik (Bep) Bakhuys (Z.A.C.), Jan van Diepenbeek (Ajax), Johannes Hendrikus Adrianus Graafland (H.B.S.), Gerardus (Puck) van Heel (Feyenoord), Jan Halle (Go Ahead), Karel Hollander (Xerxes), Wim Lagendaal (Xerxes), Karel Lotsy (Feyenoord), Adri van Male (Feyenoord), Gejus van der Meulen (H.F.C. Haarlem), Jaap Mol (K.F.C.), Kees Mijnders (D.F.C.), Joop van Nellen (D.H.C.), Toon Oprinsen (N.O.A.D.), Henk Pellikaan (T.S.V. LONGA), Sjef van Run (P.S.V.), Arend Schoemaker (Quick Den Haag), Kick Smit (H.F.C. Haarlem), Leen Vente (SC Neptunus), Mauk Weber (ADO), Frank Wels (Unitas).
In het Limburgs Dagblad van 11 juni 1980 stond een foto uit dat jaar, waarop Arend Hessel Schoemaker is te zien. Zie afbeelding 2. De foto is gemaakt in het Feyenoord-stadion.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van Ut Deevers Archief heeft meer gegevens van Arend Hessel Schoemaker ?

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3
Bericht van overlijden van Arend Hessel Schoemaker in de Telegraaf van 12 mei 1982.

Posted in Sport, Voetbal, Wapse | Leave a comment

De ièste kantine in de soldoat’nkaamp op de Oeren

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 10 een zwart-wit ansichtkaart van de eerste min of meer provisorische kantine in de Kaamp op de Oeren opgenomen. Deze zwart-wit ansichtkaart is in 1905 verstuurd. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer enige aandacht besteed aan de totstandkoming van het soldatenkamp. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

10 – Wapse – Kantine in de Kaamp op de Oeren – 1905
Op 23 maart 1905 maakte burgemeester Hendrik Gerard van Os bekend dat het negende Regiment Infanterie veldoefeningen zou houden op de heidevelden in het Watersche, het Dieversche, het Oldendieversche en het Wapser Veld. De burgemeester vertrouwde erop dat deze mededeling door de ingezetenen met genoegen zou worden vernomen, omdat de aanwezigheid van zo’n aanzienlijke troepenmacht aan neringdoenden en anderen belangrijke voordelen zou verschaffen. De eigenaren die bezwaren hadden tegen het kosteloos betreden van hun heidevelden door het leger, konden die kenbaar maken. Alle eigenaren hadden bezwaren en wilden uiteraard een vergoeding voor het gebruik van hun heidevelden, zodat de landmacht met hen een huurprijs per jaar overeenkwam.
Het negende Regiment Infanterie hield zijn veldoefeningen in 1905 van 25 juli tot 3 augustus en van 11 tot 28 september, in 1906 van 15 juli tot 15 oktober, in 1907 van 7 tot 16 augustus en voor het laatst in 1908 van 12 tot 21 september.
Het soldatenkamp stond op de Oeren op de heidevelden van Jan van der Veen, Johannes Haveman Fzn, Hendrik Mulder, Meine Kiers, Hendrik Zagt, Jan Jans Veenhuis, Johannes Hilberts en Johannes Hilberts Hzn.
In totaal werd voor de percelen 929, 933, 1228, 1229, 1230, 1400 en 1401 in sectie E een huur van 146,25 gulden per jaar betaald.
Koop Boer van de Dieverbrug was zo’n ondernemer die nering zag in de aanwezigheid van het soldatenkamp. Op deze foto is zijn ogenschijnlijk snel in elkaar gezette kantine te zien. Het jaar daarop werd deze vervangen door een veel grotere. Op een bord bij de kantine stond ‘koffy en bier’. Ook konden de soldaten er pap, worst en pannekoeken kopen. Voor de kantine poseren de eigenaar, zijn familie, personeel, soldaten en inwoners van Wapse.

Aantekeningen van de redactie van Ut Deevers Archief
De redactie heeft al in veel berichten aandacht besteed aan het soldatenkamp op de Oeren tussen Kalter’n en Soerte.
Het moet vermeld worden dat de afgebeelde ansichtkaart aanwezig was in de grote en mooie verzameling Deeverse ansichtkaarten van wijlen Klaas Vording. De redactie weet helaas niet wat de erfgenamen met deze unieke verzameling hebben gedaan, maar zou het wel graag willen weten. Is zijn verzameling bij zijn erfgenamen gebleven ? Is zijn verzameling geveild ? 

Posted in Ansigtkoate, de Kaamp op de Oeren, Diever, ie bint 't wel ... | Leave a comment

Wat is ur echt terechte ekoom’m van ut Gruunplan ?

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 1 augustus 1979 verscheen het volgende artikel over de ontwikkeling en financiering van het zogenaamde Groenplan. 

Miljoen subsidie
Diever krijgt karakteristiek terug
‘Het is een uniek voorbeeld van optimale inspraak van de bevolking. Ik ben er ontzettend blij om dat onze gemeente dit voordeel in de schoot is gevallen. Ik heb er enorme verwachtingen van’. Dat zegt burgemeester H. G. Overweg van Diever naar aanleiding van het feit dat kort geleden bekend werd dat het zogenaamde Groenplan voor dit dorp door het ministerie van volkshuisvesting en de stichting landschapsbeheer Drente met in totaal voor ongeveer een miljoen gulden zal worden gesubsidieerd. Door dit plan zal Diever binnen een aantal jaren een geheel ander fraaier gezicht krijgen. Zo zal de karakteristiek van een oud esdorp door diverse aanplantingen en herbestratingen worden geaccentueerd en zullen de minder fraaie gedeelten van Diever door -onder andere- bossages worden gecamoufleerd.
Het is de plaatselijke tuinarchitect Jan Albert Zoer geweest, die een aantal jaren geleden de voorzet gaf, die door het gemeentebestuur met een waardevolle goal werd afgerond. Tijdens een van de regelmatig gehouden inspraakavonden opperde de heer Zoer (35) het idee om in overleg met diverse instanties een Groenplan voor de gemeente op te zetten. Jan Albert Zoer: ‘Diever was vroeger een echt mooi esdorp, maar is dat al lang niet meer. In de loop der jaren zijn veel van de bestaande brinken verdwenen en ons dorp had eigenlijk al lang niet meer het specifiek Drentse karakter. Door een speciale beplanting kun je daar erg veel aan doen. Je kunt erg veel van de oude sfeer terugbrengen, je kunt er ook voor zorgen dat de noodzakelijke nieuwbouwwijken, die vaak helemaal niet bij een bepaald dorp passen, dezelfde karakteristiek krijgen. Ook dat is in het Groenplan opgenomen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het dorp over een aantal jaren een schoolvoorbeeld van een Drents esdorp zal zijn. Daarom ben ik zo ontzettend blij met deze subsidietoezeggingen’.
Commissie
Nadat Jan Albert Zoer het idee had geopperd bleef men in Diever niet stil zitten. Er werd een speciale commissie gevormd, die het plan nader moest gaan uitwerken, er werd een stedebouwkundig bureau ingeschakeld en op het gemeentehuis ging men wegen na om subsidie los te krijgen. Burgemeester Overweg: ‘Onmiddellijk nadat we ermee aan de gang waren gegaan, waren de verwachtingen hoog gespannen. We hebben enorm snel respons gekregen. Dat ons zo vlug dit kapitaal zou worden toegezegd, dat hadden we eigenlijk geen van allen verwacht’.
Er gingen heel wat besprekingen, vergaderingen en onderzoekingen aan vooraf, voordat eindelijk het verrassende bericht uit Assen kwam. Jan Albert Zoer: ‘Eerst is er een uitgebreide inventaris gemaakt over het groen dat we hier in het dorp nog hadden. we zijn ervan geschrokken hoe weinig dat eigenlijk nog is. Ik voor mezelf vind Diever op dit moment een van de lelijkste dorpjes van Drente. Dat klinkt niet zo mooi, maar toch vind ik dat. Er hoeven in dit dorp maar een paar karakteristieke bomen bijvoorbeeld te verdwijnen, of het hele beeld zal drastisch veranderen.
Daarom heb ik ook steeds gezegd: “We moeten er nu iets aan doen, want al we nog een paar jaar wachten, dan is het te laat. Er is veel oude beplanting verdwenen. De karakteristiek van een dorp wordt voor een erg groot deel bepaald door de bebouwing en de groenvoorzieningen. Er zijn in ons dorp in de achterliggende periode al erg veel panden verdwenen of hopeloos verpest. Door het aanbrengen van bijpassende groenvoorzieningen kan nog erg veel worden gered”.
Langzaam
Het ‘nieuwe Diever’ zal langzaam gestalte krijgen. ’t Is niet zo dat met ingang van morgen onmiddellijk begonnen zal worden met de nieuwe aanplant. Volgens Jan Albert Zoer is het een proces dat heel langzaam zal gaan groeien. “De gemeente zal er rekening mee houden bij het  vaststellen van bijvoorbeeld nieuwe bestemmingsplannen. Dan zal er worden gehandeld met het Groenplan in de hand. Nieuwe woonwijken zullen volgens dit plan worden ingedeeld. Het zal langzaam gaan, maar Diever zal er een stuk mooier door worden.”
“Op oude foto’s kun je het nog wel goed zien. Vroeger kende Diever een enorme hoeveelheid aan knooppunten van wegen. Die zijn jaren geleden allemaal eens kleine brinkjes geweest. Eigenlijk hebben we er nu nog maar een over. Dat is toch vreselijk jammer ? Iemand, die Diever goed kent weet dat in de kern van het dorp nog enorm veel zogenaamde paardeweitjes zijn. Open plekken achter de huizen. Dat geeft ons dorp een specifiek landelijk karakter. Zonder dit plan zou de kans groot zijn geweest, dat de ruime bebouwing in nieuwe woonwijken niet toegepast zou worden. Nu hebben we alles ook wat dat betreft heel duidelijk op papier staan.”
Andere dorpen
Jan Albert Zoer is ervan overtuigd dat een dergelijk Groenplan ook door andere Drentse gemeenten zou moeten worden bestudeerd en uitgewerkt. Hij zegt: “Vandaag staan al die oude bomen er nog wel, maar het is gevaarlijk om nu al niet voor alternatieven te gaan zorgen. Neem Dwingeloo. Ze hebben daar een werkelijk fantastische brink, maar je moet er niet aan denken hoe die brink eruit zou zien, wanneer al die bomen plotseling zouden verdwijnen. Toch kan dat vandaag of morgen gaan gebeuren, die dingen hebben het eeuwige leven tenslotte ook niet. Daar zou je nu alvast wat aan moeten doen door jongen aanplant, die straks de oude kan vervangen. De noodzakelijkheid daarvan wordt nu nog niet ingezien. Men ziet dat vaak pas als het te laat is.”
Jan Zoer vindt ook dat Diever erg voorzichtig moet omspringen met haar essen. “Als je die gaat volbouwen met woningen, dan blijft er op een gegeven moment niet zoveel van het echts Drents eigene over. Die essen, dat is voor een gemeente een kostbaar gegeven. Als je op een gegeven moment niet meer weet waar je je woningen dan moet neerzetten, dan kun je altijd nog uitwijken naar dorpen zoals Wapserveen. Waarom zou je die niet een nieuwe impuls geven ? Ik ben ervan overtuigd dat er genoeg belangstelling voor zal bestaan. Maar ook daar zal je voorzichtig met je karakteristiek moeten omspringen. Niet maar zo een grote puist erbij aan, maar eerst lang denken en pas dan beginnen.”
Voorbeeld
Burgemeester Overweg over het Groenplan: “Ik vind het prachtig voor ons dorp, maar ik vind het minstens zo fijn voor de inspraak. Heel vaak worden er overal in het land hoorzittingen gehouden, waarvan het publiek eigenlijk nauwelijks enig resultaat bemerkt. Dit is een schoolvoorbeeld hoe het kan. Het idee van een particulier wordt door verschillende overheden opgepakt en nader bestudeerd. Nu blijkt toch overduidelijk dat hoorzittingen en inspraakavonden er niet altijd voor niets zijn.”
“Daarnaast vind ik het een unieke kans voor ons dorp om zicht te verfraaien. Ik vind Diever nog altijd een mooie plaats, maar daarover kunnen de meningen verschillen. Maar ik ben ervan overtuigd dat Diever na voltooiing van het plan, wanneer dat dan ook maar mag zijn, veel mooier zal zijn. En dat is natuurlijk een vreselijk positieve zaak.”

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Burgemeester H.G. Overweg is Hermen Gerrit Overweg.
De heer Jan Albert Zoer merkt in het artikel op: “Diever was vroeger een echt mooi esdorp, maar is dat al lang niet meer. In de loop der jaren zijn veel van de bestaande brinken verdwenen …” Dat is natuurlijk volstrekt onjuist opgemerkt van Jan Albert Zoer. Diever heeft maar één openbare ruimte die brink wordt genoemd en dat is de open ruimte waar het Schultehuis en het oude gemeentehuis van de gemiente Deever aan staan. Maar die brink is niet eens een echte originele Saksische boerenbrink. Het oude veemarktterrein aan het begin van de Bosweg is ook geen brink, maar wordt door allerlei ondeskundigen helaas vaak ten onrechte en te onpas marktbrink genoemd. De open ruimte bij de t-splitsing van de Heufdstroate en de Peperstroate werd door Deever-kenner wijlen Jans Roelof Tabak vaak de ‘kleine brink’ genoemd. Het is eigenlijk ook niet nodig te onderzoeken of dit een echte originele Saksische boerenbrink is, want de ‘kleine brink’ is pas ontstaan ná de bouw van de rooms-katholieke Sint Pancraskerk in Deever.
De heer Jan Albert Zoer merkt in het artikel op: “Er zijn in ons dorp in de achterliggende periode al erg veel panden verdwenen of hopeloos verpest.” Dat is terecht opgemerkt. Burgemeester Jan Cornelis Meyboom (die in de Deeverse volksmond altijd met respect en met eerbied en met de pet in de hand ome Kees werd genoemd) vierde na de Tweede Wereldoorlog zijn sloopwoede bot op oude erfgoedwaardige panden in het hele binnendorp van Deever. Daardoor is het karakteristieke van het binnendorp van Deever volledig verloren gegaan. Dat kon zelfs het idealistische utopische Groenplan, met tien miljoen guldens subsidie in plaats van één miljoen guldens, niets meer aan veranderen.
De heer Jan Albert Zoer vindt dat Diever erg voorzichtig moet omspringen met zijn essen. Zie het detail van de topografische kaart uit 1979 (zie afbeelding 5). De redactie is het met de mening van Jan Albert Zoer roerend eens. Het sparen van de essen is tot op de dag van vandaag niet gelukt. Onder het bewind van burgemeester Hermen Gerrit Overweg is helaas de vernieling van de Westeresch wel doorgegaan. En ook de Kleine Es is helemaal volgebouwd met woningen. Het noordelijke deel van de Westeresch is inmiddels tot aan de Molenzandweg ook helemaal volgebouwd met woningen. Maar dank zij de wakkere mannen van de planologische dienst in Assen is een halt toegeroepen aan het volplempen van het zuidelijke deel van de Westeresch met woningen. Een andere grove blunder is het bouwen van die verschrikkelijke en volstrekt overbodige ruilverkavelingsasfaltsnelweg over de Heezeresch, die nota bene ook nog de naam Steenakkerweg heeft gekregen.
De essen worden voorlopig en onder voorbehoud en met de nodige slagen om de arm gespaard. In Deever vindt daarom driftig nieuwbouw, overigens zonder voor Deeversen betaalbare huurwoningen, plaats in het nieuwe puistje met de naam Kalterbroeken I. Zie het detail van de topografische kaart uit 2019 (zie afbeelding 6). En na Kalterbroeken I zullen vast en zeker de puistjes Kalterbroeken II en Kalterbroeken III en Kalterbroeken IV worden volgebouwd. Het zuidelijke deel van de Westeresch zal volledig worden omsingeld met woonwijken. Dus Deever kreeg door de uitvoering van dat archaïsch utopische kosmetische Groenplan zijn karakteristiek van een oud esdorp niet terug. Ook al zijn in het kader van dit plan heel veel bomen opgegraven en elders in het dorp herplant.

Afbeelding 1
Op deze afbeelding is aan de linkerkant het begin van de Grönnegerweg te zien en aan de rechterkant is de weg over ut Kastiel.
Afbeelding 2
De redactie heeft deze kleurenfoto van de Grönnegerweg en de weg over ut Kastiel gemaakt op vrijdag 3 mei 2018.

Afbeelding 3
De redactie heeft deze kleurenfoto van de Grönnegerweg en de weg over ut Kastiel gemaakt op vrijdag 3 mei 2018.
Afbeelding 4
Artikel in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 1 augustus 1979.

Afbeelding 5
Detail van de topografische kaart uit 1979.

Afbeelding 6
Detail van de topografische kaart uit 2018.

Posted in Deever | Leave a comment

Boschboas Haarm Smit is ur in 1934 mit estopt

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) verscheen op 29 mei 1934 het volgende bericht over het einde van het tijdperk Harm Smit als boschbaas op het landgoed Berkenheuvel. Zijn zoon Wolter Smit werd op 27 mei 1934 benoemd als de nieuwe boschbaas.

Boschbaas neemt afscheid van zijn werk
Hij ontvangt de zilveren medaille der Oranje-Nassau Orde.
Op het Landgoed ‘Berkenheuvel’ had heden een kleine plechtigheid plaats. Dit hield verband met het neerleggen van zijn werk door den boschbaas Smit. De bestuurder van het Landgoed, mr. A.C. van Daalen, sprak hierbij het echtpaar Smit als volgt toe:
Harm Smit en Jacoba Smit-Mones !
Toen wij in 1925 hier te samen waren, om uw zilveren feest als Beheerders van Berkenheuvel te vieren en de voltooiing van het vastleggen der zandverstuivingen, was dit met een grooter en voornamer gezelschap van vele autoriteiten van Provincie, Gemeente en Lichamen die Behoud en Bevordering van het Natuurschoon beoogen, ook door bebossching. Nu zijn wij bijeen in kleiner en beslotener kring, wegens den druk der omstandigheden, niet alleen maatschappelijke, maar ook huiselijke, want al moogt gij zoo gelukkig zijn al uw kinderen en kleinkinderen om U hier tegenwoordig te zien, met mij is dit niet het geval, door ziekte en afwezigheid in onze Oost-Indische bezittingen. Slechts één mijner kinderen van de 5 en geen der 12 kleinkinderen kan hierbij nu aanwezig zijn.
Toch mocht deze bijeenkomst niet worden verzuimd, daar het mij een behoefte is, ook namens mijn echtgenoote en kinderen, U dank te zeggen voor uw onvolprezen trouw en ijver, de aanhankelijkheid en vriendschap ons betoond, in de behartiging der groote belangen U toevertrouwd, alsof het uw eigen belangen waren; en dat waren zij ook geworden, daar gij, evenals wij samen vastgegroeid zijn aan de onvergelijkelijk schoone bezitting, waardoor onze geslachten ook door een hechten band samen verbonden zijn. Moge dat nog vele geslachten zoo blijven !
Een groote schrede op deze weg doen wij heden, want voor U beiden is deze dag van gemengde vreugde, evenals voor mij, maar nu gij afscheid neemt van uw levenswerk, wordt gij opgevolgd door uw zoon en schoondochter Wolter en G. Smit-Barelds, die wij heden in deze betrekking bevestigen, terwijl ook uw kleinzoon Harm de eerste stappen voor eenzelfde toekomst heeft gedaan. Moge ik hetzelfde van mijne kinderen verwachten !
De regeering heeft uwe verdienste erkend door de toekenning der zilveren medaille der Oranje-Nassau Orde, die ik u gaarne zelf overhandigd had, maar waarvoor ik nochtans mijn eerbiedigen dank betuig aan allen, die hiertoe hebben meegewerkt.
Nu nog een persoonlijk woord, ook aan u Coba, die niet alleen uw man steeds zoo krachtig hebt terzijde gestaan in zijn moeilijke en verantwoordelijke betrekking, maar ook mij en mijn gezin steeds een zoo aangenaam tehuis hebt bezorgd als wij hier bij U in huis waren, terwijl onze kinderen samen van hun jeugd genoten. Moge ook dat zoo blijven en die steeds zeldzamer verhouding ook door onze kinderen worden voortgezet.

Aantekeningen van de redactie van Ut Deevers Archief
De tweede boschbaas van het landgoed Berkenheuvel was Harm (Haarm) Smit. Hij was boschbaas in de periode 1900 – 1934. Hij is geboren op 11 december 1867 in Noordwolde in de gemeente Weststellingwerf. Hij is geboren als zoon van Wolter Smit en Gezina Catharina Vogelzang. Harm (Haarm) Smit is overleden op 11 oktober 1944 in Deever.
Harm (Haarm) Smit, die toen nog boerenknecht was, trouwde op 15 mei 1891 in Dwingel met dienstmeid Jacoba Monis. Zij is geboren op 6 oktober 1863 in Uffelte als dochter van een onbekende vader en Grietje Monis. Jacoba Monis overleed op 15 februari 1956 in Deever. Harm (Haarm) Smit en Jacoba Monis zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De kinderen van Harm Smit en Jacoba Monis zijn Wolter (geboren op 5 mei 1893 in Deever), Gezina Catharina (geboren op 7 april 1895 op Kalter’n), Gerard Smit (geboren op 7 juni 1897 op Kalter’n), Jannes Smit (geboren op 17 december 1899 op Kalter’n), Geert Smit (geboren op 20 juni 1903 op Kalter’n) en Grietje Smit (geboren op 4 april 1909 op Kalter’n).

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is het bericht met afbeelding in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 29 mei 1934 opgenomen op de bladzijden 113 en 114.

Afbeelding 1
Bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 29 mei 1934.
Afbeelding 2
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op 21 januari 2016.
De tekst op de zichtbare plaat van het monument luidt:
Boschbazen
Marten Wouwenaar 1854 – 1894
Harm Smit 1900 – 1934
Wolter Smit 1934 – 1964
Wolter Douwsma 1964 – 1988

Afbeelding 3
In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 28 mei 1934 verscheen ook een kort bericht over de pensionering van boschbaas Harm Smit. Hef Coba Monis ut oorieser op ? Voor dit bericht is een andere foto gebruikt dan de foto in het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 29 mei 1934. Maar beide foto’s zullen wel kort na elkaar door dezelfde fotograaf zijn gemaakt.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

De soldoat’nkaamp hef op un urn’nveld estoane

Bijgaand afgebeelde ansichtkaart van de soldatenkaamp op de Oeren tussen Kalteren en Soerte is op 20 september 1906 verstuurd aan mejuffrouw J. Bakker per adres mejuffrouw F. Molenaar in Koudum in Friesland. Het is de redactie van ut Deevers Archief niet gelukt de naam van de afzender te ontcijferen. Maar wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan dit wel ?
De hier afgebeelde ansichtkaart werd verkocht door bakker Marinus Dijkstra in Wapse. De foto voor deze ansichtkaart is wellicht gemaakt in 1905, toen het kamp voor de eerste keer op het heideveld met de naam de Oeren stond.
Op de ansichtkaart zijn op de achtergrond de tenten van het soldatenkamp te zien. De twee zichtbare hokjes aan de rechterkant zijn soldatenlatrines. Aan de rechterkant is ook de nationale vlag te zien.
De soldatenkamp stond op twee baargies. De op de hier afgebeelde ansichtkaart zichtbare saandweg liep tussen de twee baargies door en werd daarom Tweeënberg genoemd. Bij opgravingen bleek later dat de twee baargies een urnenveld bedekten.
De redactie verwijst voor meer informatie met name naar het bericht De soldoat’nkaamp op ut heideveld De Oer’n.


Posted in Ansigtkoate, de Kaamp op de Oeren, Tweeënberg, Wapse | Leave a comment

Ut neeje Deeverse skut an de Deeverse brogge

In de Nederlandsche Staatscourant van 4 januari 1878 verscheen de volgende wet tot onteigening van eigendommen in de gemiente Dwingel voor de bouw van een nieuwe Deeverse sluus in de Drentse Hoofdvaart.

Staatsblad nummer 221.

Wet van den 9den December 1877, tot onteigening van eigendommen in de gemeente Dwingelo, ten behoeve van den bouw eener nieuwe sluis op de Drentsche Hoofdvaart.

Wij Willem III, bij de gratie Gods, koning der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau, groot-hertog van Luxemburg, enzovoort, enzovoort, enzovoort.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut ! doen te weten:
Alzoo wij in overweging genomen hebben, dat het maken van eene nieuwe sluis op de Drentsche Hoofdvaart, ter vervanging van de bestaande Dieversluis, in het algemeen belang noodig is;
Gelet op de wet van 28 augustus 1851 (Staatsblad nummer 125);
Zoo is het, dat wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze:
Eenig artikel.
Wij verklaren, dat het algemeen nut de onteigening vordert, ten name van den Staat, van eigendommen in de gemeente Dwingelo, benoodigd voor het maken eener afsnijding in de Drentsche Hoofdvaart, ten einde eene nieuwe sluis op die vaart ter vervanging van de bestaande Dieversluis te bouwen.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, collegien en ambtenaren, wiens zulks aangaat, aan de naauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te ’s Gravenhage, den 9den december 1877.
Willem.
De minister van waterstaat, handel en nijverheid, Tak van Poortvliet.
Uitgegeven den vier en twintigsten december 1877.
De minister van justitie, H.J. Smidt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Willem is koning Willem III.
In de tekst van de wet is Dwingel gelukkig in het Nederlands geschreven zoals het hoort: Dwingelo. En niet zoals het niet hoort: Dwingeloo.
Het oude Deeverse skut lag dichter an de Deeverse brogge dan het nieuw te bouwen Deeverse skut. Het nieuwe Deeverse skut is in 1879-1880 gebouwd. Op de afbeeldingen van een detail van topografische kaarten is de situatie an de Deeverse brogge voor en na de bouw van het nieuwe Deeverse skut te zien, alsmede de situatie in 2020.
De redactie heeft eveneens uitgezocht van wie in 1877 een stuk grond werd onteigend in het belang van het algemeen, maar kon zo gauw het betreffende documentje niet vinden. De redactie moet dat documentje te zijn er tijd nog toevoegen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Situatie an de Deeverse brogge met de oude schutsluis vlak bij de brug in 1878.

Afbeelding 3
Situatie an de Deeverse brogge met de nieuwe schutsluis in 1880

Afbeelding 4
Situatie an de Deeverse brogge met de schutsluis en de jachthaven (blijkbaar geen passantenhaven) in 2020.

Posted in An de Deeverbrogge, Deeverse sluus | Leave a comment

Ut skiere waètervaarfskildereegie ‘Bee Woater’n’

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag getekende en geschilderde objecten uut de gemiente Deever aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief. Hoe meer afbeeldingen van tekeningen, schilderijen, etsen, enzovoort kunnen worden getoond, hoe liever het de redactie is. Kunstwerken zijn zeer zeker ook kleine vaak kleurrijke fragmentjes uit het verleden in de gemiente Deever.

De redactie verzocht kunstenares mevrouw Trijntje Muys een afbeelding van haar prachtige aquarel met de naam ‘Bij Wateren’ te mogen tonen in ut Deevers Archief. Zij gaf daar toestemming voor. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. De redactie ontving de volgende zeer gewaardeerde reactie van haar.

Ik vind het prima een afbeelding van mijn aquarel ‘Bij Wateren’ in het Dievers Archief te tonen. Al fietsend vanaf het bezoekerscentrum in Terwisscha in de richting van mijn huis in Dwingeloo kwam ik de plek tegen. Wat mij trof was de waterpartij die langs het fietspad stroomde. Dat water kwam tenslotte in een groot ven/plas terecht. Dat was ongeveer bij fietsknooppunt nummer 61. Afgelopen zomer 2021 ben ik nog eens langs die plek gefietst.
Vanuit een laag standpunt nam ik enkele foto’s en thuis heb ik het aquarel geschilderd.  Dit schilderij heb ik in 2019 geschilderd en ook verkocht. De lijst is 30 centimeters breed en 60 centimeters hoog.
Van onderwerpen in het Drents-Friese Wold heb ik vaker aquarellen geschilderd, maar dan is niet specifiek te zien waar dat is, bijvoorbeeld een bos of een zandpartij.

De kunstenares woont en schildert in Dwingel, an de aandere kaante van de Voat. Zij heeft een mooie overzichtelijke eigen webstee Trijntje Muys.

Afbeelding 1
Kunstenares Trijntje Muys schilderde het aquarel ‘Bij Wateren’, in 2019.

Afbeelding 2
Kaart met fietsknooppunt 61 vlak bij de Drents-Friese grens.

Posted in Aquarelle, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Un joar rond in ut kaamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe

De heer Frans Bakkers stuurde op 2 januari 2022 zijn verhaal over zijn verblijf van een jaar in de periode augustus 1965 tot juli 1966 in jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe naar de redactie van ut Deevers Archief. Het is de eerste keer dat in ut Deevers Archief zo’n uitgebreide en gedetailleerde verhaal is opgenomen. De redactie is de heer Frans Bakkers bijzonder erkentelijk voor het mogen publiceren van zijn ‘boekje’. 

Thuis
Zesde klas lagere school, een saaie tijd. Streng, geen vrijheid; terwijl je toch al twaalf jaar bent. De tandartsbus voor het schoolgebouw, elke dag dat hij aanwezig was moest je over de elektriciteitskabels stappen, die er voor zorgden dat er geboord kon worden. Volgens mij vooral door pas afgestudeerden. Gezien de status van mijn huidige tanden, met onder meer tien kronen, meen ik hierover mee te kunnen praten en zelfs een oordeel te kunnen vellen. Gymnastiek bestond uit het gooien met een tennisbal, de meester deed zelf mee en kon gruwelijk hard gooien. Nog steeds ben ik er van overtuigd dat hij deze les gebruikte om ons de oren te wassen. Het spel bestond er uit om met twee personen mensen af te gooien, degene die af waren gingen de gooiers helpen, enzovoort. Die meester tevens hoofdmeester had er dus een sadistisch genoegen in om iemand dat te laten voelen. Dat laten voelen paste hij ook bij het volgende toe. Als je iets had gedaan moest je op je knieën zitten en hij sloeg je dan onverwachts keihard van achteren tegen je oren, of de zijkant van je gezicht. Het was een grote kaarsrechte man met een streng uiterlijk. Hij was onberispelijk gekleed in een grijs pak. Hij articuleerde scherp en had een messcherpe scheiding in zijn eveneens grijze haar. De naam van de school: Sint Jozef.

Het is 1965, we woonden in een klein provinciedorpje, met in de buurt een “modern” winkelcentrum. De huizen noemde men Zweedse bungalows en stonden op ruime kavels met veel plantsoenen er omheen. Vaak afgescheiden door groene ijzeren buizen met betonnen paaltjes. De woningen waren huurhuizen en eigendom van Philips, zoals bijna alles in die tijd. Ze waren vooral klein, maar dat wende, en gehorig, dat wende nooit. Zeker niet als je net als ik sliep in de kamer die grensde aan het huis van de buren. Deze buren hadden een van de eerste stereo-installaties. Enkelsteens muren tussen twee huizen, de rest was van hout. In de zomer te warm, in de winter te koud. Tot mijn zesde jaar had ik ergens anders gewoond. Het was nog steeds wennen. Vader werkte bij Philips en moeder thuis. Mijn broer was vijf jaar jonger en dus niet direct speelkameraad. Weinig vrienden, weinig speelmogelijkheden, geen speelterrein en op het grasveld mocht je niet komen. Geen andere mogelijkheden in de buurt, alleen de smalle gangen tussen de huizen bij de achtertuinen en de rijk beplante plantsoenen.
Cowboy spelen met een zo echt mogelijk holster en idem revolver. Soms zelfs een hoed en een vestje met franjes. De tv gaf cowboyfilms en Ivanhoe, toen James Bond nog ridder was. Niet te vergeten Pipo de Clown en de Verrekijker, een soort jeugdjournaal, maar dan niet actueel. Verder was ik lid van de welpen op zaterdagmiddag, in korte manchesterbroek, prikkende groene trui, afgemaakt met lange wollen sokken en een groen petje. Langzaam opgeklommen tot gids van het grijze nest. Toch wel leuke middagen gehad onder leiding van de akela en haar helpsters.

Thuis was het zwaar, moeder was veel ziek en in ziekenhuizen. Weinig sfeer, gezelligheid en warmte. Geen genegenheid, wel ziekenbezoek en gezinsverzorgsters. ’s Morgens, ‘s middags en vroeg in de avond gezinsverzorgster. Geen moeder zelfs geen surrogaat moeder, soms waren ze leuk, maar meestal niet. Daarna naar het ziekenhuis achter op de brommer. Sfeerloze, witte, steriele, massale ziekenhuiszalen. Steeds maar weer, gedurende lange perioden in elk jaargetijde. Voor iedereen verschrikkelijk moeilijk. Op de eerste plaats natuurlijk voor mijn moeder. In die tijd moet de basis zijn gelegd voor de enorme hekel aan dat soort instellingen en aan het moeten van dergelijke verplichte bezoeken. Mijn pleegvader deed zijn best, maar kon nooit echte genegenheid voor mij opbrengen. Dat hij mijn pleegvader was en niet mijn natuurlijke vader vernam ik pas op vijfentwintigjarige leeftijd en dat was van een kant een pijnlijk moment, maar toch ook een niet onbegrijpelijke onthulling.

Augustus
Niet warm en niet koud met volop groen in het Drentse bos. De zon scheen niet en het was somber, eigenlijk te somber voor zo’ n toch al moeilijke dag. Juist dan is het haast onmogelijk de toekomst positief te zien. Toch zou dit de plek zijn waar ik de komende twaalf maanden zou wonen. Internaat de “Eikenhorst” te Geeuwenbrug. Sinds 1946 een internaat voor jongens in de leeftijd van tien tot veertien jaar. We waren vroeg vertrokken uit Brabant met de trein van Eindhoven naar Meppel, vandaar met de bus langs de Drentse hoofdvaart naar de eindbestemming. Tijdens deze busrit ontmoette ik de eerste groepsgenoot; Rob Malta een lange blonde jongen uit Schiedam. Hij was ook nieuw en voor het eerst op weg naar een plek die hij nog nooit gezien had. Na een korte ontvangst in het staflokaal werden we voorgesteld aan onze gidsen. Humprey, de jongen die mij rondleidde, was gek op de natuur. De nieuwsgierige vragen die ik stelde werden nauwelijks beantwoord. Hij had alleen oog voor de vrije middag die hij in deze functie cadeau kreeg. Terwijl ik wilde weten wat me te wachten stond. Wat wel en wat niet mocht. Vooral het dagelijkse leven, dat had mijn belangstelling. Zodoende verbleef ik een lange middag wanhopig in een onbekend en donker bos.

Tegen etenstijd kwamen we terug. Mijn ouders waren inmiddels vertrokken. Achteraf logisch, gezien de reisafstand van Drente naar Brabant, maar op dat moment pijnlijk zwaar. Ik was twaalf jaar en had nauwelijks iets gezien van Nederland. De dagen die ik niet bij mijn ouders had doorgebracht waren op twee handen te tellen. Nimmer had ik op één dag zover gereisd. Dus kwam Drente hard aan.” Het zal goed zijn tegen de migraine“, had de specialist gezegd…, ” en hij zal daarna de wereld beter aankunnen !”

Voordat we naar de etenszaal gingen moesten we onze handen wassen, aldus mijn gids. Via een halletje bereikten we de slaapbarak, die zijn naam eer aan deed. Zestien bedden op een zaal, ‘n geboende oude houten vloer, zes wastafels, twee toiletten, twee kamers voor de leiding en een groepslokaal met duivenkooi en ‘n oude oliekachel. Naast elk bed stond een kast voor al je spullen. Het zag er wel allemaal netjes uit, maar de privacy was voorbij. De bel klonk en via een grindpad ging het licht opwaarts naar de eetzaal. Ongeveer honderd en vijftig meter lopen en dat voortaan elke dag drie keer. Nog vaker zou ik de bel horen die luidde bij aanvang van de etenstijden, schoollessen, eigenlijk bij het begin en einde van alle activiteiten. Over het hele kampterrein klonk zijn geluid, hij gaf het levensritme aan van het internaatleven. Het was een zware koperen klok van ongeveer vijftig centimeter hoogte; opgehangen aan een dikke balk. Het luiden van de klok op momenten dat dit niet de bedoeling was betekende ‘n fikse straf. Wat een verschil tussen het hier en thuis gaan eten. Het was in ieder geval niet ongezellig. De directeur heette ons vriendelijk welkom en er waren veel starende blikken. Een rood vlaggetje moest geprikt worden op de plaats waar je vandaan kwam. Daartoe was ‘Nederland’ op zachtboard vervaardigd en aan de muur gehangen. Mijn woonplaats was Veldhoven. Een snelle blik leerde dat Amsterdam rood zag van de vlaggetjes. Rotterdam was tweede, de rest redelijk verspreid: Boskoop, Maastricht, Veendam, Den Haag, Haarlem, Utrecht, Den Bosch, enzovoort. Een van de leiders gaf de mogelijkheid aan tot gebed voor de gelovigen onder ons. Aan elke tafel zaten 8 jongens en een leider of leidster. Iedereen was hulpvaardig en het werd duidelijk dat hier met mes en vork werd gegeten. De tafel was goed gevuld en de mededeling dat we de beste kok van Nederland hadden klonk ongeloofwaardig, maar wel zeer positief ! Eten werd scheuren genoemd en had betrekking op de snelheid, maar wel met mes en vork.

De avond kende geen programma en werd daarom gevuld met het rondhangen door kleine groepjes in en rondom de barak. De bosgids beschouwde zijn werk als afgedaan. Sterker nog hij begon zonder opgaaf van reden te vechten met mij. Dit terwijl de eerste gevoelens van heimwee opkwamen tegelijkertijd met het vallen van de avond. De groepsgenoot was sterker, had meer ervaring, geen beginnersangst en was gespierd door het buitenleven. Geen echte tranen, maar wel natte ogen en gevoelens van onmacht. Er waren minstens tien getuigen en veel gezichtsverlies. Ook dat was wennen. Nooit meer echt alleen. De groepsleider met baard en alles, zoals het in die tijd hoorde, gaf het sein om naar bed te gaan. Het bleek dat hij geen gezag had. Na veel gerotzooi en onduidelijke instructies lag iedereen om half tien in bed.

Gepraat, gefluister, onrust, zestien jongens in één ruimte, dat was nieuw. Jongens in de leeftijd van tien tot veertien jaar, die allemaal van huis weg waren, om gezondheidsredenen, huiselijke omstandigheden, gezinsproblemen , enzovoort.
Mensen die de wereld wilden ontdekken, maar die ook nog de warmte en vertrouwdheid van een gezin nodig hadden. Zo’n eerste dag met zoveel indrukken en gevoelens, wreed verstoort doordat plotseling het licht aanging en de directeur met enkele leiders binnenkwam. Iedereen voor de bedden, half slaperig en angstig.
Het bleek dat twee jongens die dag buiten het terrein waren geweest en wel zonder toestemming. Beide boosdoeners kregen een behoorlijk pak slaag op hun achterste en daarna keerde de rust weer terug. De directeur was een man om niet mee te spotten, hij zag er indrukwekkend streng uit met zijn kalende hoofd en de lange geplakte haren. Ook zijn scherpe raspende stem dwong respect af. Voor mij weer een negatieve ervaring. Er was zoveel te verwerken in korte tijd.

De weken die volgden vlogen razendsnel voorbij. Ik had weinig tijd om aan huis te denken of aan wat dan ook. Het leven werd bepaald door schema’s. Natuurlijk het lesrooster, maar ook corvee en avond- en weekendprogramma’s. In totaal waren er vier groepen: Klondike, Transvaal, Peru en Alaska. De groep waartoe ik behoorde was Alaska. Deze goudlanden waren de basis van dit internaatleven. Elke groep bestond uit 16 jongens en twee leiders(sters). Daarnaast een directeur en een adjunct-directeur, administratie, kok, leraren en enkele stafmedewerkers. Samen ongeveer 80 personen; te klein voor een dorp, te groot voor een gezin. Een bijzondere gemeenschap, met talrijke verschillen op velerlei gebied.

Alle gebouwen bestonden grotendeels uit hout en hadden geen verdieping. Rondom bomen, struiken en grindpaden. De barakken dateerden uit de Tweede Wereldoorlog en deden toen dienst als werkkamp voor de Duitse Arbeidsdienst. Er verbleven toen mensen die moesten helpen met het graven van tankgrachten. Na de oorlog werd het een internaat. Aanvankelijk heette het ’t Kamp Geeuwenbrug’. Een commandant en een adjudant drilden destijds de jongens. Er was een minimum aan sanitaire voorzieningen. ‘s Morgens werd de vlag gehesen en was er appèl. Dat was nu gelukkig verleden tijd.

De schoollessen bestonden uit taal, rekenen, aardrijkskunde, biologie en geschiedenis, maar ook veel sport en handenarbeid. Met op woensdagmiddagmiddag hobbyactiviteiten en op zaterdagmorgen groot corvee. De zaterdag- en zondagmiddag waren vrij en werden al dan niet ingevuld door de leiding. De zondagmorgen was bestemd voor kerkbezoek, behalve voor de buitenkerkelijken. Wat deze laatste categorie op zondagmorgen deed is voor mij onduidelijk gebleven. Ze mochten wel op basis van vrijwilligheid mee, wat regelmatig gebeurde. De belangrijkste herinnering die ik hieraan heb is dat we met de bus gingen, wat een behoorlijk feest was. Met z’n allen achterin werd het een wekelijks uitje en weer even contact met de buitenwereld. Wel allemaal in het netste pak met stropdas. Het was toegestaan om van hervormd naar katholiek te gaan en andersom.

De sportlessen werden gegeven door een zekere mijnheer Plantinga, altijd in sportkleren met een te strakke trainingsbroek. Wij waren altijd in shirt en korte broek, vanwege het ontbreken van trainingspakken. Dikwijls gingen we hardlopen en Plantinga manifesteerde zich steeds als een macho. Toen heette dat nog gewoon stoer. Hij was een uitstekend schaatser en hield veel van een soort slagbal. Een gymzaal hadden we niet, zodat we onder alle weersomstandigheden buiten gingen sporten. Dat in combinatie met die korte broek en shirt betekende nogal eens kou leiden. Plantinga was tevens EHBO’er, wat inhield dat hij elke avond van zes tot zeven uur een soort spreekuur hield. Een compleet ingerichte ruimte deed dienst als eerste hulp kamer. Of het nu ging om kleine wondjes, flinke kneuzingen of tranende ogen. Je kon elke avond terecht. Het was er steeds druk.

Langzaam maar zeker kreeg zelfs dit leven regelmaat. Er was sprake van een bepaalde routine. Midden augustus werden we wakker gemaakt met een soort country & westernmuziek. Dit muziek klond door een luidspreker die in de slaapzaal hing en verbonden was met de pick-up op de aangrenzende kamer van de groepsleider. Het bleek achteraf zijn favoriete muziek van de tv-serie ‘Rawhide’. Enige tijd daarna maakte de eigenlijke leider van de groep Alaska zijn entree. De eerder beschreven baard bleek een invalleider te zijn in verband met de vakantie van mijnheer Blikman. Alle leiding werd overigens met mijnheer of juffrouw aangesproken. Mijnheer Blikman kwam met de nieuwelingen kennismaken en vervolgens maakte hij een ronde langs alle bedden. Uit zijn manier van doen en de reacties daarop door de jongens maakte ik op dat het hier ging om een zeer gevierd leider. Hij was groot, had een rechthoekig gezicht met bril, flaporen en een sympathieke grijns. Achterover gekamd, golvend haar. In de praktijk bleek die populariteit ook direct, omdat hij aankondigde dat we met de groep een lang weekend zouden gaan kamperen in de buurt van zijn woonplaats Nijverdal. Dit zou nog in augustus gaan gebeuren. Verder hing hij dezelfde dag een compleet weekprogramma vol met originele en aansprekende activiteiten op. De les die ik toen leerde was dat de mate van inzet door de leiding bepalend was voor het aantal georganiseerde activiteiten.

We zouden met tenten gaan en natuurlijk waren slaapzakken en zaklantaarns gewenst. Bellen met thuis had succes en de spullen werden per post verzonden. Blikman was initiator, organisator, eerlijk en duidelijk. Hij was de rechtvaardige scheidsrechter tussen goed en kwaad. En hij was al vijfendertig jaar, een groot voordeel bij die jongens in die situatie. Ook was hij bijzonder in de ogen van de jongens, want hij had een knappe verloofde van 19 jaar. Blikman gaf houvast en zekerheid en was inderdaad ’n soort vaderfiguur. Met hem liep alles beter. De een heeft het en de ander niet. Hij had het dus wel. Het kampeerweekend verliep sfeervol met als hoogtepunt een pannenkoek eetwedstrijd gewonnen door René uit Rotterdam. Hij presteerde het om na tien pannenkoeken te gaan kotsen en vervolgens er nog acht in zijn mond te proppen. Na dit uitstapje leek de groep als team gegroeid, de grote verscheidenheid werd een eenheid. Hier lag het bewijs dat het grote geheel meer is dan de afzonderlijke delen. Dat voelde toen al zo. De assistente van Blikman was juffrouw Kievit, zij had ‘n scherp getekend gezicht met spitse neus en kort donker haar. Zij was er gewoon altijd en gaf alle jongens een nachtzoen, elke avond maal zestien. Een toch serieuze prestatie. Vaak las zij voor uit boekjes van Pietje Bel, in die tijd zeer populair en voor ons soort jongens tamelijk slecht inspirerende lectuur. Zij was niet onze moeder maar vulde wel Blikman aan.

De normale schoolweken waren duidelijk anders dan thuis. ‘s Morgens les van 9.00 uur tot 10.30 uur, dan pauze met warme chocolademelk en vel. Daarna les tot 12.00 uur en elke middag anderhalf uur sport of handenarbeid, met vervolgens nog eens anderhalf uur les. Er waren vier leergroepen op de volgende niveaus: lagere technische school, lagere school, middelbaar technisch en mulo/hbs niveau. Ik was ingedeeld in deze laatste groep en kreeg bijvoorbeeld Franse taal als extra les. Met deze leergroepen volgden we ook de lessen sport- en handenarbeid. Ik heb altijd veel gehad aan deze manier van schoolvorming.

De leraren waren over het algemeen inspiratievolle mensen. Bijvoorbeeld Robert Mulder, leraar Nederlands, dienstweigeraar en fervent aanhanger en secretaris van de provobeweging. We hebben het tenslotte over de jaren zestig. Om precies te zijn augustus 1965. Niet dat men zomaar zijn ideeën kon botvieren op alles en iedereen. Dat zeker niet, maar wel werd je als twaalfjarige geconfronteerd met allerlei stromingen in de samenleving. Blikman behoorde bijvoorbeeld niet tot de progressieve beweging, nee eerder tot de conservatieve. Juist die mengelmoes maakte het interessant en levendig. We konden en mochten overal aan proeven, nou ja bijna overal.

Verschillende leraren waren lid van een toneelgezelschap uit Diever, dat onder meer jaarlijks stukken opvoerde van Shakespeare in het openluchttheater, ongeveer twee kilometer ten noorden van Diever. Hun talent kwam natuurlijk prima van pas bij de activiteiten in het internaat, zoals het cabaret, dat enkele malen per jaar werd gehouden. Het moet gezegd worden dat de creativiteit altijd en overal aanwezig was. Indrukwekkend vonden we het, want thuis kwam je nauwelijks met dergelijke dingen in aanraking en hier gebeurde van alles in ruime mate. We werden in gunstige zin beïnvloed door deze kunstzinnige initiatieven.

Zoals ik al aanhaalde waren de groepen genoemd naar enkele goudlanden. Dit hield verband met het goudzoekersspel, wat een rode draad vormde in het internaatleven en de filosofie die er achter stak. Het kwam er op neer dat er verschillende ‘rangen’ waren, zoals nieuweling, delver en goudzoeker. Deze rangen moest je verdienen door allerlei opdrachten te vervullen, bijvoorbeeld het helpen van de kok gedurende een week. Je hoefde dan niet naar school. Of het leiden van de groep, het organiseren van een spelavond, het leren van de geschiedenis van het Huis van Oranje, goede resultaten op school, enzovoort.
Zodra je voldeed aan de eisen van de opdracht, dan werd dit aangetekend op een daarvoor bestemde kaart. Als alle opdrachten vervuld waren, dan kwam je in aanmerking voor een hogere plaats in de rangorde. Elke maand waren er vergaderingen van de diverse rangen. Dus alle delvers samen, alle goudzoekers, enzovoort.
De privileges stegen naarmate men hoger op de ladder kwam. Een goudzoeker mocht dan ook eventueel alleen op stap, vergaderde in het staflokaal met koffie en koek en had een bepaald aanzien. Het systeem had vele nadelen, maar gaf toch ook duidelijkheid en zekerheid en het gevoel dat je ergens bij hoorde. De grove planning was dat een jongen na ongeveer tien maanden doordrong tot het goudzoekersgilde, het hoogst haalbare. Ik behaalde deze rang na vier maanden en dat was eigenlijk niet de bedoeling. Het had te maken met mijn onovertroffen inzet om iets met vastbijtende wilskracht te willen halen . Soms biedt dat voordelen, maar het heeft ook negatieve gevolgen, heb ik in mijn latere leven ontdekt.
Alsof het niet genoeg was, werd ik tevens benoemd tot secretaris van de goudzoekersraad, secretaris van de groepsraad en van de kampraad. Deze titels gaven aanzien en zelfvertrouwen en dat kon ik erg goed gebruiken.
Overigens werd het hele systeem, nadat ik er ongeveer negen maanden verbleef, afgeschaft. Ik vond dat jammer. Laten we echter niet vergeten dat het de tijd was van democratisering op alle fronten, met vrijheid en blijheid. Pacifisme, provo, kabouters en alternatieven. Rolling Stones, Supremes, Beatles, wierook en het begin van de lange haren. Daarin paste het rangenstelsel niet meer. Toch van een kant jammer. Ik was leergierig, ’n redelijk sporter, behoorlijk creatief en meestal positief. De migraine verdween en ik kon het leven aan. Mijn postuur was tenger, maar ik at erg goed.

Alaska
Onze groep Alaska was een goede groep met zoals gezegd uitstekende leiding. We waren geen topper op één terrein, maar er was een goed evenwicht op allerlei gebieden. Een balans tussen sport, spel, inzet, intelligentie en sociaal vermogen. Zoals bij elke groep was er sprake van chauvinisme. De groepskleur was rood, met een harde kern van Amsterdammers: Wout, was aardig en had een broertje in de groep Klondike en zij hadden een vervelend leven achter de rug, Harm, was de oudste, de grootste en de sterkste, Willem was de natuurlijk leider in de groep en tevens voorzitter van de groepsraad, Cor had een zenuwtrek, was stevig gebouwd en was soms behoorlijk lastig. Verder René uit Rotterdam, lefgozer grote mond en klein hart, Herman Kreft uit Utrecht, Marius uit Son, was lomp, gezet, groot en snurkte. Tevens was hij mijn buurman en reisgenoot. Albert uit Maastricht, had een Italiaans temperament, Wim Paling uit Boskoop, Martin uit Den Bosch had een felle babbel, Rob uit Schiedam was technisch, meestal rustig en mijn andere buurman. Over Humprey uit Den Haag is genoeg gezegd en Henk uit Haarlem was brutaal en gek op paarden. De problemen kende je meestal niet, er werd nauwelijks over gesproken. Toch was het duidelijk dat de meesten een erg beroerde tijd achter de rug hadden en sommigen nog een zwaar leven voor de boeg. De rest van de namen is me ontschoten na al die jaren. De gezichten niet, die staan me nog helder voor de geest. Het waren meer dan zestien gezichten, want het was een komen en gaan. Elke twee maanden kwamen nieuwe jongens en gingen jongens weg. Meestal tot groot verdriet, maar soms tot enorme vreugde.
Nieuwelingen werden vrij snel opgenomen in de groepssfeer, maar het duurde wel even voordat je echt werd geaccepteerd. Men paste zich ook snel aan, aangezien dat de beste manier was om te overleven. Als groep was je sterk op elkaar aangewezen.

Neem alleen het vierwekelijks terugkerende corvee: een week lang met je groep drie keer per dag de afwas doen , af- en opruimen, de eetzaal schoonmaken, tafels dekken …… Dat alles voor tachtig personen. Daar kwam nauwelijks leiding aan te pas, iemand die niet wilde werd door de groep direct gecorrigeerd. Er was wel altijd competitie en strijd. Wie is het eerste klaar, wie is het snelste klaar, wie is de beste!
Elke zaterdagmorgen was het groot corvee. Afwisselend moest je buitenwerk doen, zoals harken, schoffelen en vegen. Of binnenwerk, zoals vloeren boenwassen, dweilen, toiletten een grote beurt geven, gemeenschappelijke ruimten schoonmaken. Rond de middag kwam dan de directeur controleren, ja inderdaad net als in militaire dienst, met een witte handschoen. Meestal was het goed, want niet goed betekende dat je ‘s middags nog een tijd bezig was. En de vrije zaterdagmiddag was populair. Ook werden enkele kippen gehouden en de eerder beschreven duiven. Dat alles moest schoon, gevoed en onderhouden worden. Het werd een prestigeslag wie het eerste klaar was. Vaak hielp men dan de anderen.
Erg gewild was het schoonmaken van het staflokaal, omdat daar een radio stond en daar volop koffie en koek te verkrijgen was. In de keuken kon je in de stille uren eieren bakken van de eigen kippen, althans als het je beurt was om een ei te krijgen. Toen een bijzondere traktatie. Het scheppen van sfeer was een belangrijke taak, die voor iedereen was weggelegd.
De radio leverde ons: The Stones met Route 66 en Cuby and the Blizzards met Groeten uit Grollo, The Beatles met Michelle rn No Reply, ………..
Buiten de genoemde schema’s was er nog het dagelijkse corvee, bedden dekken, toiletten schoonmaken, dweilen, wastafels uitdoen, zaal vegen. Kortom werkzaamheden die thuis bijna allemaal voor je gedaan werden. Hier was geen moeder en zeker geen huishoudster. Nog ruik ik de boenwas en voel ik de zwaar gesteven lakens. Het zal niemand verwonderen dat dit verleden van invloed is geweest op mijn verdere leven en zelfs een zware stempel daarop heeft gedrukt.

Op het kampterrein, we spraken altijd over ‘het kamp’ en nooit over het internaat, stond in de buurt van de eetzaal en het staflokaal een mini dierendorp met een groot aantal konijnen en marmotten. Dit dorpje was persoonlijk gebouwd door de zogeheten buitendienstmedewerker. Iemand die op klompen liep en een altijd gezond uitziend roodbruin gezicht had, wat wel alles te maken had met het feit dat hij meestal buiten was. Hij was de klusjesman, reservekok, hulpkok, schilder plantsoenbeheerder en nog ontelbare functies meer. Tevens was hij een echte Drent en nauwelijks te verstaan. Zijn woning lag vlak bij het kampterrein. Ik geloof dat hij ook nog gedeeltelijk boer was. Op grindpaden is elke stap duidelijk hoorbaar, maar hem hoorde je op zijn klompen al van kilometers ver aankomen. Aangezien hij tevens soms boeman was, was dat handig en konden we ons snel uit de voeten maken. We bezaten een sportveld, enkele klimrekken, een fraai dalletje en in het midden van het terrein een onduidelijk watertje, ex-visvijver, waarin allerlei vreemde troep dreef. Soms werd dit vijvertje nog nuttig gebruikt, maar daarover later meer.

Eenmaal per week moesten we onze vuile was en lakens inleveren. Tevens was er dan gelegenheid om bij de beheerder van het waslokaal een beperkt bedrag te besteden aan snoep. Dat deed iedereen, zakken vol, maar voor het einde van de middag was alles weer op. Tijdens de avonden was er geen snoep of andere etenswaren. Bij uitzondering kregen we aanmaaklimonade en een koekje. Een redelijk sober leven, zeker in vergelijking met tegenwoordig. Dus was snoep een hoog goed en na verlofperioden of met verjaardagen werden grote hoeveelheden verzameld. Echter bij dergelijke groepen is het onmogelijk om alleen te gaan zitten snoepen, of snoep te bewaren. De enkeling die dat wel eens probeerde vond de volgende dag een lege kast. Dit terwijl op elke kast een slot zat.
Wekelijks was er een verplichte douchebeurt. Ik geloof dat er acht douches waren, elke douche was in een aparte ruimte. Na enkele minuten kwam de sportleraar met de shampoo, die hij persoonlijk op je hoofd deed. Deze shampoo prikte direct hevig in je ogen. Deze kwaliteit ben ik nooit meer tegengekomen. Vervolgens moesten we ons afdrogen en met alleen een handdoek en in de pyama naar buiten en dan zo’n vijftig meter naar het groepsgebouw rennen. Dat alles deden we bij elk weertype. Ons gebouw lag gelukkig dicht bij de douches, maar de jongens van Klondike moesten een afstand van honderd en vijftig meter overbruggen.
Dezelfde douches dienden tevens als decor voor het maandelijkse waterballet. Je mocht dan met de groep zoveel met water spatten als je zelf wilde. Onder meer kon we een waterslang gebruiken. Badkleding was verplicht. De leiding deed niet mee, maar hield op afstand een oogje in het zeil. Wel moesten we zelf alle troep opruimen, wat langer duurde dan de troep maken. Tijdens zo’n waterballet werden nogal wat rekeningen vereffend, zonder dat het echte vechtpartijen werden of dat het uitmondde in grove pesterijen. Achteraf is me dat erg meegevallen, want bij een grote groep jongeren in die leeftijd met die achtergronden zou je toch regelmatig explosies van agressiviteit verwachten. Desnoods tussen de groepen, maar dat gebeurde niet. Hoogstens een uit de hand gelopen sneeuwballenoorlog tussen twee groepen, die toevallig elkaar midden in het bos tegenkwamen. En dan waren het vooral de leiders die ruzie kregen.

Zoals gezegd de zaterdagmiddag was een groot goed en vaak werden prettige activiteiten georganiseerd. Vooral in groepsverband, maar ook voor alle groepen tegelijk. Zo kan ik me levend Stratego herinneren, een spel waarbij je steeds een kaartje kreeg met een rang erop. Terwijl elke groep een vlag verborgen had, precies zoals in het bestaande Stratego-spel. Het bosterrein op enkele minuten lopen leverde alle voorwaarden voor een geslaagd buitenspel. Er waren zandverstuivingen, vele soorten bomen, behoorlijk wat sloten en afwisselende begroeiing. Natuur in overvloed. Echt bewust realiseerde je dat niet op die leeftijd. De jongens uit het westen, met name uit de randstad wat meer dan de anderen. De filosofie is achteraf scherp zichtbaar: veel bezighouden betekent weinig problemen. Laat jongeren niet zomaar lanterfanten, maar organiseer dingen voor ze, geef enige leiding en sturing. Vele speurtochten werden gemaakt, het oneindige bos met prachtige vennen werd stukje voor stukje ontdekt. Nooit helemaal, daarvoor was het te groot en wij nog te klein. Daardoor bestond een zekere spanning met steeds weer een nieuw avontuur.

Simpele activiteiten zoals bramen plukken hadden altijd iets speciaals. Er waren altijd vrienden en groepsgenoten die zin hadden om zoiets te ondernemen. Bramen hadden extra voordelen. Je kon ze namelijk opeten. Of je kon bijzonder lekkere bramenjam maken. Het recept van de kok luidde: bramen met suiker en koffiemelk koken. Dezelfde avond werd dan uitgebreid jam gegeten door het hele kamp.

Een rare ervaring hield verband met een natuurwandeltocht. Op een middag maakten we een lange wandeling door zeer dichte bossen van de boswachterij Smilde. Natuurlijk met een leider. Ik geloof zelfs met een leider die in de buurt woonde. We waren nimmer zover geweest en de omgeving was voor ons totaal onbekend. Tijdens de terugtocht kwam plotsklaps een flinke mist opzetten. Zo een met minder dan vijfentwintig meter zicht. Je kon je absoluut niet meer oriënteren, zelfs de leider niet meer. Uren dwaalden we door dat enorme uitgestrekte bos. We wisten echt niet in welke richting we liepen. Er was geen enkel aanknopingspunt, zandpaden en bomen leken op elkaar. Huizen of andere bouwwerken kwam je niet tegen. De groep was doodmoe en stil. Die stilte werd nog eens versterkt door die deken van dikke mist. Stoere gesprekken waren al meer dan ‘n uur geleden verstomd. Het was uiteindelijk zichtbaar dat ook de leider niet meer wist waar we zaten. Op zo’n moment treedt er toch een soort angst op. De enkeling die er de moed inhield was van onschatbare waarde. In Nederland en zelfs in Drente verdwalen is uiteindelijk niet mogelijk. Vooral niet als in Smilde een toren staat met een fel rood licht, als waarschuwing voor vliegtuigen. Dat rode licht zagen we en binnen een uur zaten we weer in het kamp. Beter gezegd in de eetzaal, waar de andere groepen al klaar waren met eten. Diverse bezorgde gezichten ontvingen ons. Deze bezorgdheid sloeg al snel om in spottende uitdrukkingen. Achteraf kijk je op zo’n gebeurtenis terug als een sfeervol en warm gebeuren. Het zal wel te maken hebben met het feit dat je na een moeilijke of vervelende tijd dubbel geniet van de dingen. Die tv-toren, in Hoogersmilde om precies te zijn, is men in 1958 gaan bouwen om de ontvangst van de Nederlandse televisiezenders in het Noorden van het land te verbeteren. Hij is meer dan 300 meter hoog, is een bezienswaardigheid en is het baken van een wijde omgeving.

Onder de noemer warmte en sfeer viel zeker ook het bezoek bij een leider of leidster op de kamer. Ik bedoel dan de intern wonende leiding. Je kreeg dan een kop koffie en soms een sigaret. Toen was roken nog stoer en nauwelijks onverstandig. Het was overigens verboden om te roken op het kampterrein, althans voor de jongens. Het ging bij een bezoek niet alleen over deze materiële zaken, nee de persoonlijke aandacht met een gesprek onder vier ogen was van belang, Dat miste je, want daar was bijna geen tijd voor tijdens de dagelijkse gang van zaken. Je mocht dan meestal wat later naar bed. Het was de andere kant van de medaille, de ontsnapping aan het kuddedier gebeuren. Te veel was gericht op de groep, het individu telde wel, maar minder dan de groep. Dit in tegenstelling tot de huidige ik-samenleving, die schrikbarend de andere kant is opgeschoten. Er werd verteld over thuis, over normale dingen, hoe het eerst was en dat alles dan met wederzijdse inbreng.
De verhalen gingen over ouders, waar je vandaan kwam, hoe het met je ging, de toekomst, de buitenwereld. Overheersend was het gevoel van enerzijds het internaatleven en anderzijds alles wat daar buiten speelde. Hoe gelukkig we soms ook waren, er was altijd een gemis van buiten. Ouders, je eigen huis, kamer, vrienden, school, je vertrouwde omgeving.

Op het terrein aan de rand van het bos stond een levensechte Drentse boerderij, met inrichting, enkele schapen, varkens en ‘n ingebouwde bedstee. Rob Malta, René in ‘t Veen en ik hadden het idee opgepakt om daar een keer te overnachten. Wat na enig aandringen werd toegestaan. Dus togen wij op een namiddag naar de boerderij met slaapspullen, brood en drinken voor de avond en morgen. Elektriciteit of stromend water ontbrak, wel een echte waterput en een olielamp. Zoals gewoonlijk zag de boerderij er minder vriendelijk uit toen het donker werd. Het flauwe gele licht van de lamp droeg niet bij aan de feestvreugde, maar geen haar op ons hoofd die aan teruggaan dacht ! Stel je de reacties van de groep voor ! Al vrij vroeg werd de bedstee opgezocht, een schijnbaar veilige plaats. We hadden al bekeken dat we er met drie personen in konden. Midden in de nacht schrokken we wakker van een onrustig geluid. Een schuivend, schraperig lawaai. Na duizend angsten te hebben overwonnen kropen we uit de bedstee en met veel gedoe werd de olielamp aangestoken. Met enkele flinke haardpoken slopen we richting het monster. Vreemde schaduwen spookten onrustig langs de stokoude muren. Warm geurende stank van mest kwam ons tegemoet. Het bleek dat een van de varkens uit zijn hok ontsnapt was en op ontdekkingsreis was door de boerderij. Behoorlijk opgelucht gingen we weer naar bed en sliepen niet meer totdat de ochtendschemering zijn intrede deed.

Enige tijd later nam leraar Robert Mulder zijn intrek in de boerderij. Hij maakte er een sfeervolle woongelegenheid van. Er was slechts een kleine verbouwing voor nodig. Vele provoactiviteiten hebben daar het eerste licht gezien. Robert Mulder met sierlijke pijp en Bob Dylan uiterlijk, grote fan van zijn muziek en die van Joan Baez. Zij is destijds met zijn hulp naar Nederland gehaald voor een optreden. Robert was een gedreven heerschap. Tevens een goede leraar die je rustig begeleidde en stimuleerde. Hij drong je niets op, maar vertelde wel waar provo voor stond en wat pacifisme voor hem betekende. De provobeweging zette zich af tegen de gevestigde orde. Daartegenover stond het harde optreden van de politie bij zelfs de meest onschuldige ‘happenings’, zoals het uitdelen van krenten bij ‘het Lieverdje’. Dat soort politieacties deed het gezag geen goed. Het huwelijk van prinses Beatrix met prins Claus op 10 maart 1966 leidde tot ernstige incidenten door het oplaaien van anti-Duitse gevoelens. Het ging toen niet alleen meer om provo’s. Het politiebeleid door de toenmalige burgemeester van Hall werd door velen gehekeld. Sedert 1965 ontstond uit de Ban-de-bom-beweging de anti-Vietnam-stroming gericht tegen de betrokkenheid van de Amerikanen bij de oorlog in Vietnam. Ook studenten demonstreerden met als doel: maatschappelijke betrokkenheid.
De strijd voor democratisering van het wetenschappelijk onderwijs en acties tegen het kapitalisme. Provo ontwikkelde nieuwe ideeën en alternatieven, zoals het witte fietsenplan. Roel van Duyn en Rob Stolk bleken bedenkers van veel nieuwigheden. Robert Mulder was tevens principieel dienstweigeraar. Voor ons was dat alles nog onwennig. We wisten zo weinig over dat soort zaken. In de klas hield hij enkele slangen, welke soorten weet ik niet meer. Wel dat ze op zekere dag ontsnapten en dat ze verdomde giftig waren. Wij mochten in elk geval het lokaal niet binnen. Hetgeen een geluk bij een ongeluk was. Vrijheid boven onderwijs!

Met Blikman naar het dorp gaan was ook vrijheid, bijvoorbeeld naar de plaatselijke friettent. Lopend van Geeuwenbrug naar Diever binnendoor, kom je langs een hunebed. Van daar naar het dorp is het nog maar een klein stukje. Tijdens die tocht had een van de jongens een pijp bij zich en aangezien Blikman pijp rookte vroeg ik of ik die mocht stoppen met zijn tabak. Wonder boven wonder keurde hij dat goed. Binnen honderd meter werd ik ziek, misselijk en zwak en heb ik die dag geen friet gegeten. Dit tot hilariteit van de meute. We legden die vijf kilometer tussen Geeuwenbrug en Diever regelmatig te voet af. Behalve die keer dat ik de Solex voor juffrouw Kievit moest wegbrengen. Eigenlijk was het ding kapot, maar dat het de remmen betrof, merkte ik pas bij aankomst in Diever. Met gevaar voor eigen leven ben ik toen in plaats van linksaf, rechtdoor gereden. Zonder noemenswaardige schade kwam ik tot stilstand.
Het andere vervoermiddel de fiets was slechts in beperkte mate voorradig. Alleen bij uitzondering kon je daar gebruik van maken. Of dat verband hield met mogelijke weglopers heb ik nooit bevestigd gekregen. Het is trouwens de moeite waard om in deze omgeving te gaan fietsen. Enkele jaren geleden heb ik dat gedaan. Er zijn prachtige vennen en een uitgebreid fietspadennet met zeer veel afwisselende natuur. Dorpjes, zoals als Dwingeloo, Diever en Smilde zijn beslist de moeite waard. De enorme heidegebieden bij Dwingeloo bieden uitgestrekte vergezichten. Een fantastisch landschap !

Winter
Het werd vroeg koud dat jaar. Misschien was dat wel gebruikelijk in Drente, maar het leek enkele graden kouder dan thuis. De enkelvoudige wanden van de barakken zullen daaraan wel een bijdrage hebben geleverd. Het koude groepslokaal met een vaak niet of slecht functionerende oliekachel zorgde ervoor dat we graag naar de warme eetzaal gingen en het liefst zo lang mogelijk. Mijn favoriete slaapplaats, ik bezat namelijk een bed in een hoek, verloor behoorlijk aan kracht. Tegen de wand legde ik elke avond een aantal kledingstukken tegen de door de wand dringende bijtende kou. Wassen en dat soort activiteiten werd tot een minimum in tijd beperkt. Het vroor en regelmatig vielen  winterse buien met alle denkbare soorten neerslag.
In zo’n periode leer je de warmte weer waarderen en gelukkig werd juist in deze tijd van alles ondernomen. Een grote tegenvaller was het niet naar huis gaan met Sinterklaas. Dit omdat Kerstmis een hogere prioriteit kreeg en we ongeveer eenmaal per zeven weken verlof kregen. De week voor Sinterklaas mochten we niet naar de eetzaal die overigens compleet geblindeerd was. We aten dan gegeten in de groepslokalen. Allerlei geheimzinnige verhalen deden de ronde over wat zich afspeelde in die eetzaal. Geruchten werden verspreid en we begrepen dat we in elk geval toch cadeaus zouden krijgen van welke goed heiligman dan ook. Toen eindelijk de grote dag was aangebroken kreeg elke jongen vijfentwintig losse centen, die dienden als betaalmiddel voor een Vlaamse kermis. De eetzaal was prachtig verbouwd en op een onovertroffen manier versierd. Er was een boksring gemaakt, ‘n waarzegster ingeschakeld, balspelletjes, een elektronisch spel, warme hapjes, snoep, enzovoort. Kortom het was een waar feest en tot op de dag van vandaag behoort deze avond tot een van mijn mooiste herinneringen. Laat op de avond deed de duidelijk herkenbare Sinterklaas-adjunct directeur zijn intrede en de borsten van Zwarte Piet kwamen ons ook niet geheel onbekend voor. Voor iedereen hadden ze een groot pakket, wat in de meeste gevallen door thuis was aangeleverd en voor een aantal, gezien de identieke samenstelling, door het Leger des Heils. We gingen die avond tevreden en voldaan naar bed en we hadden op één avond meer gesnoept dan het laatste halfjaar bij elkaar.

Nog voor het aanstaande Kerstverlof zou een groots kerstfeest worden gevierd. Het bestond onder meer uit een speurtocht met opdrachten. In groepjes van acht personen liepen we de tocht, die gedeeltelijk door het dorp ging. Een van onze jongens voelde zich blijkbaar zo in zijn element dat hij enkele stevige vloeken uitte naar de dorpelingen. Iemand van hen moet telefoon hebben gehad, want bij terugkeer in het kamp werd hij opgevangen door onze leider de heer Blikman. Waarna hij een flink pak slaag op zijn achterste kreeg, zodanig dat hij niet meer kon zitten. Dat was erg vervelend in verband met het kerstdiner op die dag. Nog lastiger was het voor het toneelstuk waarin hij die avond een belangrijke rol speelde. Hij was de jonge Kerstman en ik de oude. In mijn tekst kwam de volgende zin voor: “Ga toch zitten jonge Kerstman.” Dat ging dus niet. Overigens het Kerstdiner was ook taboe voor hem en behoorde bij de opgelegde straf. Het was werkelijk een fantastisch diner met vele gangen en de kok was echt voortreffelijk. Er waren die avond genodigden uit het dorp. Onder meer alle notabelen, die kris kras waren geplaatst tussen de jongens. Dat vond ik moedig en het gaf de avond een extra aanzien.
De jongen die niet naar het Kerstdiner mocht heette Martin en hij werd door diverse jongens uit alle groepen rijkelijk voorzien van alle soorten voedsel. Weliswaar achteraf en niet al te warm. Het ‘aangepaste’ toneelstuk verliep uitstekend. Het was een spannende ervaring om voor veel mensen op te treden. We werden natuurlijk prima begeleid door de Shakespeare experts.
Daarna zagen we nog maar naar één ding uit en dat was de tiendaagse kerstvakantie. Elke dag, elk uur werd afgeteld. Met verlof gaan was een grootse gebeurtenis, maar dit was de ultieme belevenis voor elk kamplid. Het vertrek was altijd zeer vroeg in de ochtend, omstreeks zes uur. We moesten dan om half zes uit bed en kregen driehoekig gesmeerde boterhammen in het eigen groepslokaal. Er heerste een nerveuze reisstemming. Iedereen in het nette pak en gepakt en gezakt de bus in. Het had gevroren en er was ijzel gevallen. Vele bezorgde gezichten. Er was een soort sfeer van: zouden we het wel halen, komen we wel thuis? In tegenstelling tot andere keren daalde plotsklaps een gevoel van somberheid op ons neer. Het was dan ook spiegelglad, vooral de weg langs de Drentse Hoofdvaart was één grote glijbaan. Er was nauwelijks gestrooid. De telefoondraden hingen zwaar aan de palen en waren door de vorst duidelijk zichtbaar. Op het kanaal had zich een stevige ijslaag gevormd. De aanhoudende schemering zorgde dat het zo’n zeldzame donkere winterdag werd. Ook dat droeg niet bij aan een vrolijke reis. Doordat de chauffeur bijzonder langzaam moest rijden, duurde het uren voordat we in Zwolle waren. Daar werden de eerste vakantiegangers afgezet. Vervolgens ging we naar Utrecht en naarmate de reis richting het zuiden vorderde verdwenen de sneeuw, de gladheid en de zorgen. In Den Bosch werd de laatste groep afgezet, die van daaruit verder reisde naar alle delen van Limburg en Brabant. Dat was voor mij toch altijd een spannend gedeelte, omdat ik meestal alleen verder moest reizen. De keuze was een bus die er nogal lang over deed, met vele stops of de trein die sneller was. Om een of andere reden gaf de bus mij een vertrouwder gevoel dan de trein, met altijd die onzekerheid of je wel in de goede zat. Ik was pas twaalf jaar en had daarvoor nooit alleen gereisd. Een ander voordeel van het reizen met de bus was het feit dat groepsgenoot Marius van Gorp ook met deze bus meeging. In ieder geval tot de plaats Son. Vaak haalde zijn moeder hem op in Den Bosch en dat gaf dan nog meer vertrouwen. Tenslotte moest ik dan nog met de bus van Eindhoven naar Veldhoven. Dit reizen, vooral het in één dag van kamp naar huis, vond ik altijd een bijzondere indringende ervaring. Bij mij overheerste toch een soort angst, die pas volledig wegviel als ik uit de laatste bus stapte. Het gaf een onbeschrijfelijk bevrijdend gevoel om weer thuis te zijn. Nog steeds vind ik reizen, vooral lange reizen niet prettig. Terwijl ik tijdens de militaire diensttijd zeer regelmatig in treinen en bussen heb gezeten, door het gehele land. Het wegvallen van die spanning blijft een terugkerende ervaring.

Thuis was er warmte van de kachel, zoveel als je wilde. Warmte van het gezin, althans meer dan in Drente. Een altijd hartelijke ontvangst door de hond Barry, een bruine middelgrote bastaard. En rust vooral veel rust, weinig stemmen, geen drukte ….. Dat was toch een openbaring na die tachtig stemmen. Naar huis gaan was het omgekeerde vakantiegevoel. Er was televisie de eerste chips, soms zelfgemaakte en je hoefde geen water te drinken als je dorst had. Je kon alléén iets ondernemen. Je hoefde nauwelijks met anderen rekening te houden. De dag van terugkeer was daarom moeilijk en zwaar. De reis naar Eindhoven, meestal door mijn moeder weggebracht, was onprettig. Het duurde nog zo lang voordat het weer verlof zou zijn. Zeven weken van huis was te zwaar voor een twaalfjarige. Naarmate je weer lotgenoten trof werd de sfeer beter en in elk geval deed je soms alsof. De aankomst in Drente was dan weer een sombere aangelegenheid. Iedereen besefte dat we er weer voor een lange periode moesten zijn. Vooral in deze winterperiode met zijn korte dagen en zeer lange avonden en nachten. ‘s Avonds hoorde je dikwijls jongens zacht huilen. Juist in zo’n eerste week werden er talrijke wegloopplannen gesmeed. Van de meeste kwam niets terecht. Enkele keren lukte het wel. De verste poging werd door twee jongens van onze groep ondernomen. Zij kwamen tot Utrecht, maar werden daar door de politie ontdekt en teruggebracht naar Geeuwenbrug. Bij een andere poging hebben we met een aantal leiders en jongens in de bossen gezocht naar een wegloper. Die overigens weer zelf terugkeerde. Het gaf aan dat het moeilijk was om op die leeftijd zolang van huis weg te zijn. Ondanks de problemen thuis.

Gelukkig waren er in de wintertijd ook prachtige dagen met veel licht en heldere vriesluchten. De natuur kon fantastisch zijn met bevroren riet, wat glansde in de zon en wat je gemakkelijk door midden kon tikken. Het vroor erg hard, zodanig dat we konden gaan schaatsen op het Snoekveen, een diep groot ven. Het schoolprogramma werd gedeeltelijk stilgelegd en we mochten enkele uren per dag gaan schaatsen. Er was verder niemand uit het dorp, uitsluitend jongens uit het internaat. Midden in de weidse natuur, met meestal wel een strakke snijdende oostenwind. De meesten hadden gewone Friese doorlopers. Met een touw ging een leider het ven op, maar het bleek al gauw dat het ijs veilig dik was. We maakten de boel sneeuwvrij en wen konden gaan schaatsten. De een struikelend en vallend de ander flitsend snel. We beleefden daar een mooie tijd. Wel moesten we steeds een eind lopen over een zandpad wat oneindig leek. De weilanden lagen er winters bij, rook wolkte uit de schoorstenen van de boerderijen. We waren doodmoe na zo’n dag en we scheurden enorm aan tafel. Het was ‘s avonds snel stil op de slaapzaal.

Op de avonden dat je moeilijk in slaap kon komen was het een kunst om een klein radiootje te bemachtigen. Diep onder de dekens kon je dan genieten van een zacht krakend geluid van de een of ander onduidelijke zender. Een beatle-nummer echter werd vlug herkend. Het ging trouwens meer om het idee dan om de muziek. Iedereen had boven zijn bed foto’s hangen uit de muziekbladen, zoals de Muziekexpres. Zeer populair waren de Beatles, maar ook de Stones en de Supremes, de Fortunes, Francoise Hardy en Dave Berry. Onze kok was een groot fan van deze laatste en hij zong dan ook hele teksten mee. Bij elk groots diner werd hij gehuldigd en meerdere malen kreeg hij dan een muzieksingle cadeau, onder meer van Dave Berry. Drie mensen hadden een hoekslaapplaats en dat had als voordeel een extra wand om op te kunnen plakken. Een hoekslaapplaats gaf ook meer status, want je kon zo’n plaats pas bemachtigen als je al een tijd in het internaat verbleef. In die hoeken vonden tevens allerlei informele besprekingen plaats. Het was weliswaar verboden overdag op de bedden te gaan liggen, echter deze regel werd dagelijks overtreden. Naar mijn gevoel vond een groot deel van het kampleven op en rondom dat bed plaats. Je sliep er, je kast met kleren en eigendommen stond er, je rustte daar uit, je ontmoette je groepsgenoten. Het was eigenlijk hoe parodoxaal het ook klinkt een plek met enige privacy. Op vrije dagen waren we veel bezig met het draaien van plaatjes, of het experimenteren met de bandrecorder. De meeste leiders en enkele jongens hadden wel wat singles en soms zelfs elpees. Juist in die tijd was de beatmuziek erg in opkomst en deze had onze bijzondere belangstelling. Wat dat betreft waren er weinig verschillen tussen leiders en kinderen. Niemand zette zich af tegen die beatmuziek. Het werd zelfs eerder gestimuleerd. Overigens werden we op verschillende manieren in contact gebracht met andere soorten muziek. In de eetzaal speelde dan bijvoorbeeld een Zuid-Amerikaanse groep, maar ook was er vermaak in de vorm van een goochelaar of een pantomimespeler. Het waren vaak gezellige en sfeervolle bijeenkomsten. Daarbij de aantekening dat, bij elke enigszins bijzondere aangelegenheid, het eten extra aandacht kreeg. Terwijl dit normaal gesproken al van prima kwaliteit was. Onze kok, zijn naam is me ontschoten, was perfect! Om een voorbeeld te noemen: als een rijstmaaltijd geserveerd werd dan waren er minstens drie soorten rijst. Aangezien aandacht werd besteed aan tafelmanieren, hadden dergelijke diners een feestelijk karakter. Het was een van de onderwerpen waar men unaniem over tevreden was. De week die je in de keuken moest helpen, terwijl je vrij was van alle andere verplichtingen, bestond eruit dat je ‘s morgens vroeg aan de bak moest. Of liever gezegd aan de snijbroodmachine, alle broden moesten worden gesneden, alle boter in botervloten, beleg op schaaltjes, suiker bijvullen, thee zetten, melk- en karnemelkkannen vullen, enzovoort. En reken maar dat er veel op tafel moest staan met zo’n hongerige meute. Vervolgens had je als keukenhulp een uurtje vrij en daarna begon de voorbereiding van het warme eten. We aten ‘s middags warm. Je moest soms flink afzien, want de kok was weliswaar een grapjurk, maar hij kon behoorlijk streng zijn. Zeker als het ging om stomme dingen of als je de kantjes er van af liep. Aardappels pitten, groenten schoonmaken en wassen, gehaktballen maken. ‘s Middags had je vrij tot ongeveer vier uur, waarna de voorbereiding begon voor het avondeten. Een synoniem van het ochtendgebeuren, behalve dan dat de meesten dan nog meer honger hadden. Ik heb bewondering gekregen voor al dat kookwerk. Als eter lustte en lust ik nog steeds twee dingen niet: Drents roggebrood, een donkerbruine, kneedbare, zwaar op de maag liggende vorm van brood en karnemelkse pap, een zure brei met daarin op overgeefsel lijkende brokken. Dat was echt verschrikkelijk en van de meeste leiders moest je dat eten. Het roggebrood was zo kneedbaar dat het onder de tafelrand paste, maar de pap gaf meer problemen. Ondanks mijn goede bedoelingen kon ik dit spul niet door mijn strot krijgen, of voor maar heel even, zodat ik vervolgens moest overgeven. Een aantal jongens vond het spul meer dan heerlijk. Ik vond het werkelijk gruwelijk. Verder at ik alles in ruime mate, nog eens bevorderd door de dagelijkse gratis portie boslucht, die daar en toen nog behoorlijk schoon was.

Vooral in de winterperiode was tv kijken een prettig fenomeen. Vooral de poppenfilm ‘Thunderbirds’ was enorm gewild. Er waren op de zaterdagen afleveringen van een uur. Terwijl de huidige herhalingen steeds een half uur duren en het verhaal dus pas af is na twee afleveringen. Voor een dergelijke serie moesten heel wat andere activiteiten wijken. Het gezamenlijk schaatsen kijken was uitermate favoriet bij een grote groep sportliefhebbers. Op grote bladen werden allerlei standen en tijden bijgehouden. Het geheel werd door de sportleraar begeleid, die zelf Fries en fervent schaatser was. Het was de tijd van Ard Schenk, Kees Verkerk en Jan Bols. Zij waren zo goed dat ik de tegenstanders niet meer voor de geest kan halen. In deze jaren zestig was er zwart-wit televisie, nauwelijks zenders en weinig programma’s. Dat was een groot voordeel!

Spel en sport
Aan elk jaargetijde komt een einde ook aan deze strenge winter. Voordat het echt zo ver is vier ik elk jaar mijn verjaardag op zeven maart. Dat was dus eveneens het geval in 1966. Dertien jaar werd ik op een grijze, koude en regenachtige dag. Bijna iedereen lag in bed met griep. Van onze groep waren nog slechts vier mensen op de been. Er heerste een echte griepepidemie. Het was gebruikelijk dat je ouders op je verjaardag aanwezig waren. Op het allerlaatste moment ging dat niet door. Het waarom was onduidelijk en is nog steeds vaag. Het was in ieder geval een bittere teleurstelling. Wel werd er tijdig een snoeppakket verzonden ter grootte van een schoenendoos. Ondanks de griep waren er diverse belangstellenden voor al dit lekkers. Het was traditie dat de jarige ‘s morgens werd toegezongen in de eetzaal en dat hij een keurig opgemaakt bord met uitsmijter en toebehoren kreeg. Uitgebreide felicitaties vonden dan plaats. Je had de gehele dag vrij en je mocht met een jongen naar keuze vrij stappen. Ik ging met Rob Malta naar Diever waar flinke hoeveelheden snoep werd ingeslagen. Gezellig was het niet door de eerder beschreven weerstoestand en het leek wel of het dorp juist op die dag uitgestorven was. Maar meer nog voelde ik mij door thuis in de steek gelaten en dat kon geen enkele doos snoep goedmaken. Dergelijke gebeurtenissen zijn van zoveel waarde voor een kind, dat zo’n geruime tijd van huis is en zijn ouders mist.

Uit hoofde van mijn functie als redacteur van het nog niet verschenen kampblad had ik de eer om een interview voor te bereiden in verband met de komst van Anton Geesink,de bekende judoka. Deze sportman was uiteraard zeer beroemd in die dagen en het was een klein wonder dat hij bij ons op bezoek kwam. De bedoeling was dat hij en enkele judoka’s demonstratiewedstrijden zouden geven. Eerst was er een ontvangst met koffie en koek gepland in het staflokaal. De spanning was vooraf te snijden, totdat eindelijk de grote dag aanbrak. Ik was dus een van de weinigen die rechtstreeks met Geesink mocht praten. Alleen al zijn binnenkomst was zeer indrukwekkend; hij kon nauwelijks de deur door. Van een interview kwam niets terecht. Aan de lopende band maakte hij grappen en grollen, waarna, ja alweer, een diner volgde en wel in de gebruikelijke stijl ! Tussendoor plaatste Anton Geesink een honderdtal handtekeningen die nadien werden uitgedeeld. Later in de middag volgde de demonstratiewedstrijden met de meegebrachte judoka’s. Enkele weken voor zijn komst hadden we worstelwedstrijden gehouden. Door middel van een afvalrace bleven drie winnaars over in de verschillende leeftijdsklassen. Een van deze winnaars was Henk Linthorst uit onze groep. Hij diende als tegenstander van Geesink. Het werd een enerverende middag met veel humor en prettige herinneringen.

Op zomaar een morgen in april gingen we na de normale ochtendrituelen naar de eetzaal. Tot ieders verbazing was er geen leiding. Wel een kok en eten, zodat we wisten wat we moesten doen. Na afloop en het gebruikelijke corvee liet de leiding zich nog steeds niet zien. Later werd duidelijk dat ze allemaal verzameld waren in het staflokaal. We wisten ons geen raad en een delegatie die probeerde duidelijkheid te krijgen, werd zonder informatie weggestuurd. In kleine groepen werd overlegd wat te doen. Na enige tijd werden pamfletten uitgereikt waarop vermeld stond wat we moesten doen. Het bevatte een lijst met activiteiten die door ons moesten worden uitgevoerd. Sommige opdrachten waren redelijk, andere waren overtrokken en bevatte zaken die niet van ons verwacht konden worden. Zoals alle zware vuilnisbakken verzamelen en alle muren van de barakken schoonmaken. Je kon merken dat twijfel bestond met betrekking tot de ernst van dit alles. Sommige jongens gingen aan het werk, anderen voerden niets uit. De natuurlijke leiders overlegden en besloten alleen die werkzaamheden te doen die redelijk waren. Het bleek achteraf allemaal een experiment, vermoedelijk reuze interessant voor de bedenkers, maar minder geslaagd voor de slachtoffers.

Het voorjaar gaf alle gelegenheid voor sport en spel in de buitenlucht. Een van de grootste spelen was een zogenaamd Europa-spel, waar al weken naar toe werd geleefd. Iedereen kreeg een paspoort en volgens een bepaalde route moesten we allerlei Europese landen bezoeken. In die landen moesten opdrachten vervuld worden. Als dat tot een goed einde was gebracht ontving men een stempel in het paspoort. Het totale spel duurde twee weken en vormde de rode draad van het kampleven. Sterker nog het beheerste het leven van alle dag. Uiteindelijk ging het er toch weer om welke groep winnaar werd. De opdracht behorende bij het land Spanje was het bouwen van een stierenarena en vervolgens in die arena een stierengevecht naspelen met alles er op en er aan. Er werden twee volle dagen besteed aan het oprichten van dit bouwwerk en het was prachtig om te zien wat een creativiteit schuil ging bij de diverse bouwers. De meeste groepen groeven een enorme kuil met een doorsnede van ongeveer 7 meter en minstens anderhalve meter diep. Bankjes werden geconstrueerd van afvalhout en er werd druk gerepeteerd voor het toneelstuk. Bij het vervullen van zo’n opdracht zijn er talenten gewenst op verschillende terreinen en die waren dan ook altijd aanwezig in elke groep. Steeds weer stond ik versteld van wat je als groep kon bereiken. Leiders mochten meehelpen, maar ze speelden nooit geen overheersende rol, op welk vlak dan ook. Het gehele kamp woonde de opvoering van het stierengevecht bij en een jury beoordeelde de opvoering. Onze groep had als extra verrassing een optreden terwijl het donker was met verlichting, wat een speciale sfeer teweegbracht.

Griekenland was eveneens een land wat bezocht werd en daar heette het thema: Olympische Spelen. Dat hield in een sportspektakel wat enkele dagen duurde, met voetbalwedstrijden, hardlopen, verspringen, enzovoort. De leiding van deze evenementen kleedde letterlijk en figuurlijk alles aan en zorgde steeds voor passende kleding bij de onderwerpen. Vooral met hulp van het arsenaal kleren van de toneelvereniging te Diever. Ook werden de thema’s goed door hen ingeleid. Frankrijk bracht het spelen van cabaret met zich mee en iedereen kon zich op dit onderdeel goed uitleven. Kolderstukken werden opgevoerd, leiders nagebootst, hele verkleedpartijen, uitgebreide schminkwerkstukken en veel lol.

Viswedstrijden hadden te maken met Ierland en het was een indrukwekkend gezicht om zestig jongens te zien vissen met soms echte hengels, maar meestal alleen een stok met snoer en angel. Dat alles gebeurde in de Drentse Hoofdvaart die in elk geval toen barstte van de vis. Er werd bijzonder veel gevangen en daarna weer teruggegooid. Het had allemaal niets te maken met rustig in de natuur vissen en genieten. Nee het was een echte wedstrijd. Het kan bijna niet anders dan dat de vispopulatie in dit kanaal enkele weken van slag af geweest is.

Diverse trucs werden er ingebouwd, die niet direct te maken hadden met het spel, maar wel met de enorme inzet en wedstrijdmentaliteit die er heerste. Als voorbeeld het schoonmaken van het totale kampterrein en extra schoonmaakbeurten van de groepslokalen. Om punten te behalen was iedereen gek te krijgen. In detail kan ik niet zo veel meer voor de geest halen. Dat heeft voornamelijk te maken met de hoeveelheid gebeurtenissen die er in die twee weken plaatsvonden. Wel is het gevoel blijven hangen dat het een prettig intensief groepsgebeuren was. Iets wat je nog nooit had meegemaakt. Voor mij ook de les dat mensen competitie nodig hebben en willen winnen op allerlei fronten. Ze willen zich bewijzen niet alleen als individu, maar juist ook als groep. Saamhorigheid en samen iets bereiken zijn menselijke behoeften. Er wordt vaak gesteld dat je bij een dergelijke terugblik alleen de mooie momenten terughaalt. Ik geloof dat niet, althans maar gedeeltelijk. Natuurlijk was niet alles koek en ei, er waren vechtpartijen, er was soms een vervelende sfeer of gebeurtenis. Er ging wel eens iemand door het lint en er werd stevig gescholden. Dat was allemaal aanwezig maar wel in beheerste mate in redelijk evenwicht met veel goede momenten. Het gevoel dat je niet naar huis kon dat was wel regelmatig van negatieve invloed op je functioneren. Dat zorgde er voor dat het hier niet ging om een vakantiekamp. Vaak vroeg ik mij later af wat ik gehad heb aan deze periode. Het antwoord was en is nog steeds erg veel, zeker op sociaal terrein. Of ik er geleden heb? Ja zeker er waren bijzonder droevige momenten en nogmaals ik ben er van overtuigd dat het voor een kind van ondermeer die leeftijd niet goed is om zo lang van huis weg te gaan. Tenzij en dat speelde bij een aantal van ons, de situatie thuis niet deugde. In dat geval was het kiezen uit twee kwaden. Het lange verblijf in het internaat was dan het minst kwade. Echter niets,in welke groepsvorm dan ook, kan opwegen tegen het verblijf in een redelijk draaiend gezin.

Vakantie
In de maand mei was de natuur nadrukkelijk aanwezig en voor mijn gevoel was het een voorjaar met veel zonnige dagen. Die prettige sfeer werd nog eens versterkt door de naderende vakantie. Het was gebruikelijk dat de groepen een week lang naar Giethoorn gingen. De vakantiepret begon echter al ruimschoots voor het eigenlijke vertrek. De groepen werden genoemd naar de Noormannen of de Vikings en via spelen bereidde iedereen zich voor op die grootse belevenis. Elke groep zou in Giethoorn een zeilboot tot zijn beschikking krijgen. Er werden dan ook zeillessen gehouden, weliswaar alleen in theorie maar toch. Zwaarden en schilden werden in elkaar gezet. Kledingstukken genaaid. Iedereen werd voortijdig in de juiste stemming gebracht. Nimmer mocht er met de bedden geschoven worden, behalve nu. Bijzondere groepen werden dan gevormd met kasten als afscheiding tussen de geheimzinnige genootschappen. Zoveel voorpret heb ik nooit meer meegemaakt voor ‘n vakantie.
Merkwaardig genoeg ben ik zelf niet meegegaan. Ik kreeg evenals enkele andere jongens de mogelijkheid om samen met twee leiders een tiendaagse fietstrektocht te ondernemen naar Duitsland. Daarover later meer.
Gelukkig heb ik de zeilvoorbereiding dus niet gemist. Tijdens een nachtelijke bijeenkomst zou er een inwijding plaatsvinden door Neptunes zelf. Wij als Duitslandgangers mochten deze ceremonie meemaken. Er deden dan ook allerlei vreemde en bizarre verhalen de ronde over dit gebeuren. Eindelijk was het dan zover. Iedereen werd omstreeks twee uur ‘s nachts gewekt. In het groepslokaal van Alaska vond de indrukwekkende verzameling plaats van behoorlijk duffe figuren met slaperige en witte gezichten. Daar werd het perkament voorgelezen door een prachtig uitgedoste Neptunes met gevolg. Natuurlijk weer in de mooiste toneelkleren en op deskundige wijze geschminkt. Vervolgens toog het gezelschap naar het eerder beschreven vage visvijvertje, waarover een boomstam was geplaatst. Elke jongen moest midden op die boomstam een kussengevecht leveren, met als uiteindelijk doel voor iedereen een nat pak. In dit geval een natte pyama. De ambiance met toneelspelers en brandende fakkels staat nog in mijn geheugen gegrift. Je wist dat het allemaal nep was, maar toch…. De spelers waren zeer bedreven in dergelijke optredens. Het werd die nacht zeer laat, te laat. Gelukkig mochten we de volgende ochtend uitslapen. Daarbij moet niet gedacht worden aan het tegen het middaguur uit je bed kruipen, maar eerder aan een uurtje later uit bed. Normaal gesproken gebeurde dat op de zondagmorgen.. De regelmaat werd aldus alleen verstoord bij hoge uitzondering.
Het vertrek van de groepen naar Giethoorn was een ware uittocht. Van het ene op het andere moment werd het doodstil. Wij bleven met acht jongens over, van elke groep twee. Dat waren wel goudzoekers, echter het waarom van juist deze acht heb ik nooit begrepen. De leiders die meegingen waren Schokker, aardrijkskundeleraar en Blikman de Alaska-groepsleider. Ons vertrek zou eerst over vijf dagen plaatsvinden, net voordat de groepen zouden terugkeren. Zodoende zou de rust tijdens de komende dagen een nieuwe ervaring voor ons betekenen. En leverde die dagen toch ook een soort extra en bijzondere vakantie op. We hadden het zo geregeld dat we bij elkaar sliepen in de barak van de groep Transvaal. Met een kleine groep mensen aten we in de eetzaal en we werden behoorlijk vrij gelaten in ons doen en laten.
Scherp staat mij nog voor de geest een wandeltocht met z’n vieren in de bossen, terwijl er plotseling een hevig noodweer losbrak. Juist in de bossen, zeker als die dicht begroeid zijn, zie je een onweersbui vaak niet aankomen. Daarom leek het of er een smerig bruine zware lucht zomaar uit de lucht kwam vallen. Oogverblindende flitsen met direct daarop volgend krakende donderslagen. Een onovertroffen angstige situatie, waarbij we niet veel anders konden doen dan het op een lopen zetten. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat tijdens die vlucht de bliksem vlak achter ons is ingeslagen. De afstand kan niet meer bedragen hebben dan vijfentwintig meter. Wij lagen daarna allemaal tegelijkertijd plat op de grond. Nimmer heb ik daarna nog een dergelijk noodweer van zo dichtbij meegemaakt. Door en door nat bereikten we het kampterrein, alwaar we aan iedereen ons verhaal vertelden.
Naarmate die week vorderde werden de voorbereidingen intensiever in verband met ons aanstaande vertrek. De mee te nemen bagage moest allemaal met de fiets mee en er moesten drastische beslissingen worden genomen over wat wel en wat niet. Onze normale “kampfietsen” met terugtraprem , zwaar frame en grote fietstassen hadden niets uit te staan met de huidige aerodynamische fietscultuur. Op vrijdag vertrokken we onder mooie weersomstandigheden. Het einddoel van die dag was de grensplaats Losser in Overijssel. Daar konden we gratis overnachten en eten in een soortgelijk internaat. Eerst moest er dan wel een behoorlijke afstand worden afgelegd door niet al te ervaren fietsers. Dat lukte zonder problemen, zelfs zonder lekke banden. In Losser werden we gastvrij ontvangen en ‘s avonds was er een groot kampvuur. Het internaat lag enkele honderden meters van de Duitse grens en ik weet nog dat we via een illegaal pad Duitsland zijn binnengefietst. Dat scheelde namelijk tientallen kilometers fietsen. We bezochten daar een klooster waar verschillende originele Afrikaanse beelden stonden uitgestald. De enorme rust in en rondom de gebouwen van zo’n klooster is me altijd bijgebleven. De indrukwekkende houten beelden bezaten een sterke uitstraling en pasten wonderlijk genoeg uitstekend in deze totaal andere omgeving.
We vervolgden onze weg richting Teutoburgerwoud, nadat we onderweg hadden gekampeerd in een weiland. Daar werden we ‘s morgens door de koeien begroet, werkelijk zoals in een komische film. Het klimmen in de heuvels viel niet mee op onze zwaar beladen stalen rossen. Toch bereikten wij ons doel en kampeerden alweer bij een boer. Per twee personen hadden we een simpele enkeldaks tent. Alleen de twee leiders bezaten een dubbeldaks. Tot dan was het prima weer in een fantastische omgeving. De meesten van ons waren nooit in het buitenland geweest, laat staan dat we ooit dergelijke heuvels gezien hadden. Direct werd er het nodige snoep ingeslagen en op de terugweg liep het meteen verkeerd. We kwamen langs een kersenboomgaard en plukten daar kilo’s kersen, totdat er luid schreeuwend een boer verscheen. Deze sprak zijn verwensingen weliswaar in het Duits uit, maar toch begrepen we wat hij bedoelde te zeggen. Twee jongens kwamen er niet zonder de nodige schrammen af tijdens het in een noodvaart verlaten van een boom. Iedereen weet dat je kersen eerst moet wassen en er nooit teveel moet eten. Wij wisten dat ook, toch hadden we allemaal voor het einde van de dag buikloop. Nota bene met een toilet op ruim honderd meter afstand en met nauwelijks voorraad verschoning. Het allerergste was echter de regen, niet zo’n buitje water, nee een constante hoos, die midden in de nacht begon en niet meer ophield. De enkeldaks status met los grondzeil kon dit alles niet aan. Hetgeen nog verergerd werd door de situering van de tenten, namelijk halverwege de heuvel. Voor het middaguur was alles doorweekt. Blikman en Schokker met vooruitziende blik regelden via de boer slaapplaatsen in een hooischuur. Wel werd ons op het hart gedrukt dat er geen scherpe voorwerpen in het hooi terecht mochten komen. Het hooi was immers bestemd voor de koeien, die dergelijke zaken nu eenmaal niet kunnen verteren. Een complete verhuizing vond plaats, lijnen werden gespannen om alles te kunnen drogen, inclusief de tenten. Aangezien er verder niets te doen was zochten we ons vertier op en in het hooi. Via een hogere verdieping maakten we duikvluchten in het hooi. De stemming zat er de eerste twee dagen nog wel in. Het bleef echter regenen en er gingen al verhalen dat het de hondsdagen betrof. Dat hield in als het zeven uur zou regenen de kans groot was dat het vervolgens zeven dagen zou regenen enzovoorts. Ondanks dat we niet bijgelovig waren begon het er toch steeds meer op te lijken dat de hondsdagen meer dan een fabel waren.. Inmiddels werden er plannen gemaakt om terug te keren met de trein. Toen eindelijk op de vijfde dag de zon weer terugkeerde. We spraken af om in twee dagen terug te fietsen, via dezelfde weg, en alleen nog te overnachten in Losser. Dat betekende een zware fietstocht, behalve het eerste stuk dat nu natuurlijk bergaf ging. Zeer moe kwamen we die avond laat aan in Losser. Daar konden we in echte bedden slapen en weer eens goed eten. Na inspanning en ontbering is een verblijf in de bewoonde wereld met al zijn luxe en voorzieningen extra plezierig. Na negen dagen is een lange hete douche meer dan alleen maar een routinematige handeling.
Tijdens de tocht door Twente stonden we te wachten bij een bakker, terwijl door twee van ons brood werd ingeslagen. Op een gegeven moment werden we door een man lachend aangesproken met de woorden: “Ha schoffies”, niemand, incluis de leiding reageerde verbaal of non-verbaal op die woorden, waardoor de man enorm rood werd en snel doorfietste. Dit kenmerkte onze stilzwijgende saamhorigheid. De laatste dag schroeide de zon onze ruggen en verlangden we haast weer naar een regenbui. De moed tijdens de lange fietstocht werd er door de leiders ingehouden met behulp van een doos suikerklontjes. Of het lichamelijk hielp weet ik niet, psychisch in ieder geval wel. De thuiskomst gaf een glorieus gevoel, zeker nu we onze verhalen kwijt konden aan de kampgenoten, die waren teruggekeerd. Zij hadden op hun beurt ook het nodige beleefd.

Terug
Het was juni geworden en eind juni zou ik worden opgehaald om vervroegd naar huis te gaan in verband met een vakantie met m’n broer en ouders. De eigenlijke vakantieperiode voor het internaat liep van half juli tot ongeveer half augustus. Voordat het zover was maakte ik nog een indrukwekkend uitstapje mee. Met enkele collega-goudzoekers gingen we op zondagmiddag met de bus naar Assen. De eindbestemming was de verkeerstuin, alwaar je met een trapauto door een nagebootst wegennet reed, met meisjes als politieagent in de leeftijd van vijftien jaar. Voor ons een zeer aantrekkelijke leeftijd. In het midden van dat verkeerspark bevond zich een verkeerstoren met omroepinstallatie. Als je fouten maakte in het verkeer dan werd dat daar omgeroepen. Wij waren met z’n zessen en in een mum van tijd kende iedereen ons. We hielden ons aan geen enkele regel, reden agentes omver, zorgden voor botsingen en allerlei bizarre verkeerssituaties. Een enkele keer meldden we ons bij de toren en deden alsof we nergens vanaf wisten. Dat gedrag hielden we natuurlijk niet erg lang vol. Uiteindelijk werden we dan ook gesommeerd om te verdwijnen. Hetgeen op dat moment geen straf was, omdat de lol er inmiddels vanaf was. Wel liep een van de jongens een rake klap op van een kordate agente. Toch was zo’n uitje een geweldig feest, alweer omdat we onder de mensen kwamen van het dagelijkse leven. Daar botsten dan twee ‘culturen’. Ja, we gedroegen ons niet, maar kon je dat zo’n groep kwalijk nemen? Jongens die niets liever wilden dan deel uitmaken van dat normale leven, maar die door de omstandigheden gedwongen dit niet konden. Gelukkig gedroegen we ons meestal wel behoorlijk. Bij terugkeer in het kamp ging het er om vooral geen opschepperige verhalen te vertellen. Dat alleen al was moeilijk genoeg.
Tenslotte maakten we met het gehele kamp nog een busreis naar de motorcrosswedstrijden te Norg. Op een warme zomerdag streken we daar neer, al vlug onder de indruk van de scheurende motoren met hun bijna onuitstaanbare geluid. Voor mij was dit de eerste keer en ik vond het indrukwekkend hoe met grote snelheden en met gevaar voor eigen leven werd geraced. Vooral de reuzensprongen bij de heuvels en het wegspattende zand zorgden voor een schitterende spanning. Bij een aantal van ons kwam die dag het zakelijke instinct naar boven. Men kwam op het idee om lege flesjes bier en frisdrank te verzamelen, dat leverde redelijk wat geld op en dus snoep en frisdrank voor eigen gebruik. Nog steeds als ik jongeren dit zie doen, draait voor mij de film af van die dag in Norg. Tijdens de terugweg werden we voorbij geraasd door honderden motoren.

De laatste dagen van juni naderden, maar duurden wel erg lang. De alles overheersende gedachte was: de definitieve terugkeer naar huis. Op dat moment de allergrootste wens van een dertienjarige jongen die gedurende elf maanden van zijn ouders en zijn omgeving was beroofd. Tegengesteld daaraan was het gevoel van weemoed. Alle belevenissen en goede herinneringen kwamen juist toen naar boven. Tijdens dat alles in was er een vreemde gewaarwording van er niet meer bij horen, daar niet en thuis niet. Net als na een verhuizing naar een vreemde omgeving. Langzaam maar zeker nam je afscheid van mensen en zaken.
De dag voor mijn vertrek gebeurde een ernstig ongeluk op de weg langs de Drentse Hoofdvaart. Ongeveer tweehonderd meter van het internaat af. Deze weg stond bekend als een uitermate gevaarlijke provinciale weg en is dat overigens nog steeds. Alleen toen moest al het snelverkeer over die weg. Tijdens dat ongeluk kwam de bestuurder knel te zitten en moest hij worden uitgezaagd. Hele toestanden met brandweer, ziekenauto en takelwagen. Er was een vrachtauto tegen een personenauto geknald. Sommigen van ons zijn stiekem gaan kijken. Zelf heb ik het niet van dichtbij gezien, maar op een flinke afstand. Het maakte zo’n indruk op me dat ik me zorgen maakte over de reis van mijn ophalers en de reis terug met hen. M’n vader zou me komen ophalen met een kennis, die een Volkswagen had. Die nacht sliep ik slecht. Gelukkig verliep de reis naar huis voorspoedig, ik wilde zo snel mogelijk naar huis.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Langs ut saandpad an de Noorderesch van Deever

De kunstenaar Arie Goedhart is op zondag 9 augustus 2020 op 76-jarige leeftijd in Hoogeveen overleden. De favoriete bezigheid van wijlen kunstenaar Arie Goedhart was tekenen met pen en inkt, dat is arceren en werken met natuurlijke structuren, maar vooral het weergeven van de stilte en de rust van de natuur. Het motto van kunstenaar Arie Goedhart was: Het is een voorrecht bezig te zijn met de schoonheid van de natuur.
Maar kunstenaar Arie Goedhart deed zijn inspiratie niet alleen op in de natuur, maar ook aan de rand van natuur en cultuur, bijvoorbeeld langs de essen van Deever. Hij vond daar vaak een verrassend mooi hoekje. Zo ook an de Noorderesch van Deever waar hij, gezeten langs de saandweg met zijn gezicht naar de Bosweg, bijgaande prachtige pentekening maakte.
Ut saandpad an de Noorderesch bee Deever is Deevers aarfgood. Doar mö’j mit de fikk’n van of blie’m.
De redactie van ut Deevers Archief correspondeerde zo nu en dan per e-mail met kunstenaar Arie Goedhart en kreeg op 30 januari 2019 toestemming van hem een afbeelding van zijn mooie zomerlandschapspentekening met de titel ‘Bospad bij Diever’ te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is hem daarvoor postuum bijzonder erkentelijk.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op zaterdag 17 december 2022.

Posted in Kuunst, Noorderesch, Saandweg, Tiekening | Leave a comment

Van Doal’n hef de kaarke al in 1891 op de foto eset

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie zwart-wit foto’s op papier is, kan de hier afgebeelde foto waarop het kerkgebouw aan de brink van Deever in 1891 is te zien, ook ten zeerste bewonderen als afbeelding nummer 3 in het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien. In dit bericht is eveneens de bij afbeelding 3 vermelde tekst opgenomen.

3 – Diever – Brink met Hervormde Kerk – 1891
De kerk kreeg zijn huidige vorm in de zestiende eeuw. Op 27 augustus 1759 brandde de kerk na een blikseminslag voor een groot deel af. Bij de herbouw ontbrak het aan geld om de ingestorte gewelven te herstellen. Uit armoede werden houten zolderingen aangebracht. Ook werd bezuinigd op het herstel van het dak. Het zadeldak op de zuidbeuk werd niet als zodanig hersteld. In plaats daarvan werd het dak van het schip doorgetrokken tot de zuidelijke muur, waardoor het hier zichtbare doorgaande dakvlak ontstond.
Door de eeuwen heen is de kerk verbouwd. Zo werden onder meer ramen en nissen dichtgemetseld, werden tussen zijbeuken muren geplaatst en werd op diverse plaatsen in de buitenmuur een extra deur gemaakt.
Bij de grote restauratie in de vijftiger jaren werd tien centimeter onder de tegelvloer een vloer van rode plavuizen gevonden. Onder deze vloer werd vijfentwintig centimeter lager nog een vloer gevonden, ditmaal van groene en gele tegeltjes.
Links voor de kerk en achter het hek om de kerk is het in 1878 gebouwde baorhuusie te zien. In dit houten gebouwtje stond de lijkbaar van het dorp. Voor het verrichten van een lijkschouwing werd hier soms iemand tijdelijk opgebaard, zoals een man die verdronk in het Witteveen. Het gebouwtje is helaas al ver vóór de grote restauratie van de kerk in de vijftiger jaren afgebroken.
Links op de voorgrond is het hek voor het gemeentehuis zichtbaar. Rechts achter de kerk is links het boerderijtje van bakker Albert Kuiper te zien. Rechts is een gedeelte van het op 21 juni 1945 verbrande boerderijtje te zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom heeft de hier afgebeelde foto in 1891 gemaakt. Hij was toen net eigenaar geworden van het landgoed Berkenheuvel.
Op de foto is duidelijk te zien dat de kaarkhof (ook wel kaarketuun genoemd) van het kerkgebouw aan de brink met behulp van een hek is gescheiden van de brink. Eigenlijk is de brink van Deever wel beschouwd maar een kleine brink, en wel beschouwd niet eens een echte. Het is een nepbrink, want het is geen Saksische boerenbrink. De brink van Deever is pas ontstaan ná de bouw van de eerste houten kerk boven op een heidense tempel. De brink van Deever is een brink van de tweede soort. Een soort van reservebrink.
In de laatste alinea moet een fout worden hersteld. De tekst vermeld dat links het boerderijtje van bakker Albert Kuiper is te zien. Dit is onjuist. In 1891 was Albert Kuiper nog niet als bakker an de Peperstroate in Deever gevestigd. De redactie moet nog uitzoeken wie in 1891 wel de eigenaar was van dit boerderijtje. Bakker Albert Kuiper zal dit boerderijtje pas zo’n kleine twintig jaar later hebben gekocht. De redactie moet ook dat nog uitzoeken.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Diever, ie bint 't wel ..., Kaarke an de brink | Leave a comment

Un paèr joar eleene he’k un bookie eskree’m

De heer Frans Bakkers stuurde op 1 januari 2022 bijgaande reactie naar de redactie van ut Deevers Archief. Zijn reactie heeft betrekking op het bericht Wie bint toch die aandere jongen bee barak Alaska ? 

Ik heb in de periode augustus 1965 tot juli 1966 in jongenskamp De Eikenhorst gezeten. Ik was toen 12/13 jaar.
Ik zat in groep Alaska met onder andere Martin Kievits, Harm Kuiper(s), Henk Linthorst, Rob Malta, Herman Kreft, René in ’t Veen en Wim Paling.
Ik heb een goede tijd in het kamp gehad. Met prima leiders en onderwijzers, zoals Juf Kievits, Juf Klomp, Robert Mulder, Sjoerd Schokker, Gerard Blikman en Han Besseling.
Enkele jaren geleden heb ik deze periode beschreven in een klein ‘boekje’ met veel anekdotes.
Als het Deevers Archief belangstelling voor dit ‘boekje’ heeft, dan stuur ik dit jullie toe.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is de heer Frans Bakkers bijzonder erkentelijk voor deze reactie.

De redactie heeft uiteraard belangstelling voor het ‘boekje’ met veel anekdotes en heeft dit direct aan de heer Frans Bakkers kenbaar gemaakt. Zo’n ‘boekje’ is een mooi geschreven fragmentje uit de geschiedenis van jongenskamp De Eikenhorst an de Gowe in de zestiger jaren van de vorige eeuw. De redactie zal dit ‘boekje’ opnemen in ut Deevers Archief. Zo leggen de ex-bewoners zelf beetje bij beetje de geschiedenis van jongenskamp De Eikenhorst vast. Nu het nog kan. Nu veel ex-bewoners van het kamp zestigers, zeventigers en tachtigers zijn en niemand het eeuwige leven heeft. Dat de komende tijd elke ex-bewoner van jongenskamp De Eikenhorst zijn eigen ‘boekje’ moge schrijven.
Wat was de voornaam van juf Kievits ?
Wat was de voornaam van juf Klomp ?

Posted in Alle Eikenhorsters, de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Wat vleug ur so gauw over ut dörp Deever ?

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van vrijdag 11 maart 1927 verscheen het volgende korte bericht over de mogelijke inslag van een meteoorsteen in de gemiente Deever. Of was het iets anders ?

Een meteoorsteen ?
Gisteravond ongeveer half twaalf is door een 3-tal jongelui alhier een merkwaardig natuurverschijnsel waargenomen. Toen ze even buiten ons dorp liepen te wandelen, werden ze opeens in een fel licht geplaatst. Aanvankelijk meenden ze, dat dit het licht van een naderende auto was, doch toen dit niet het geval bleek te zijn, keken ze onwillekeurig naar boven en zagen een buitengewoon scherpe lichtstreep in Oostelijke richting aan het hemelgewelf, welke gedurende eenige seconden een verblindend licht verspreidde. Nadat men toen een harden knal had gehoord, verdween de streep even snel als ze gekomen was. Een meteoorsteen ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief 
Een onidentificeerbaar vliegend object ?
Een ongeïdentificeerd vliegend object ?
An unidentifiable flying object ?
An unidentified flying object (UFO) ?
Een ruimteschip van buitenaardse wezens ?
Als het een door de aarde aangetrokken meteoorsteen is geweest, dan is deze ergens in de Oosterse Kaamp’m, in Leggel of in Eemster ingeslagen.

Posted in Deever | Leave a comment

Un eulievaarfskildereeje van ut dörp Deever

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag getekende en geschilderde objecten uut de gemiente Deever aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief. Hoe meer afbeeldingen van tekeningen en schilderijen getoond kunnen worden, hoe liever het de redactie is. Zo’n kunstwerk is toch ook een klein kleurrijk fragmentje uit het verleden in de gemiente Deever.
De kunstenares Marion Fernhout heeft dit olieverfschilderij gemaakt in 1986. Het kunstwerk is geschilderd op linnen. Het schilderij heeft een breedte van 40 centimeters en een hoogte van 50 centimeters. De redactie is nog op zoek naar gegevens van Marion Fernhout.
Het zal de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wellicht duidelijk zijn dat de kunstenares haar schilderij ‘Het dorp Diever’ ergens aan de betonweg of op de Noorderesch heeft gemaakt. De geschilderde boerderijen en huizen staan an de Aachterstroate in Deever. Zie voor de beeldvorming de bijgaande afbeelding.
De redactie zal te zijner tijd en zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf een kleurenfoto die hij zal nemen op het punt waar de kunstenares heeft gezeten of gestaan. Of misschien heeft ze op dat punt wel een kleurenfoto gemaakt die ze als basis heeft gebruikt voor het maken van dit schilderij.

Posted in Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Vurening Ut Grondbezit hef Baark’nheuvel besögt

In het rijk geïllustreerde weekblad Het Noorden In Woord En Beeld, jaargang 12, 1936-1937, nummer 14, 19 juni 1936, bladzijden 16 en 17 verscheen de fotoreportage Gasten te Diever ! De redactie van ut Deevers Archief wil de mooie sepiakleurige foto’s in deze reportage in zijn geheel niet onthouden aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.

Gasten te Diever !

Bijschrift bij de foto link boven aan bladzijde 16:
Op Donderdag 11 juni werd in de bosschen van Diever een excursie gehouden door een gezelschap van een kleine honderd personen, allen leden van de Vereniging Het Grondbezit. De entree was bij de Haarsluis, waar door een tweetal dames in Oud-Drentsch costuum namens de V.V.V. van Diever ansichten werden aangeboden. Deze schilderachtige ingang geeft deze foto weer (foto in cirkel).

Bijschrift bij de foto deels onder aan bladzijde 16 en deels links onder aan bladzijde 17:
Behalve bosch, heide, duin en esch, werd ook het gedenkteeken, als monument voor Diever en Omstreken opgericht, door de gasten bezichtigd.

Bijschrift bij de foto deels rechtsboven op bladzijde 16 en deels linksboven op bladzijde 17:
Een prachtig vergezicht genoot men op een der hoogste duinen over het verre landschap in deze mooie hoek van Drenthe, die zoo sterk aan de Veluwe doet denken en waar het verleden nog spreekt in hunebed en resten van burcht en legerplaats.

Bijschrift bij de foto rechts boven aan bladzijde 17:
De Berkenheuvel te Diever is een der vele schilderachtige boschpartijen, waarin de duinen een nieuw kleur-effect brengen. De 1200 hectare is een waar juweel !

Bijschrift bij de foto rechts onder aan bladzijde 17:
Zo’n heerlijk rustige boschlaan, waar de zon niet door een scherpe wind getemperd wordt, en de dennengeur ons opwekkend omgeeft, lokt wel tot een bezoek aan het gastvrije groote landgoed De Berkenheuvel te Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
V.V.V. is de afkorting van Vereniging Voor Vreemdelingen Verkeer.
De scan van bladzijde 16 miste aan de rechterkant een strookje en de scan van bladzijde 17 miste aan de linkerkant een strookje, zodat de redactie van de twee bladzijden helaas geen volledig op elkaar aansluitende afbeelding bij elkaar kon vogelen. Vandaar dat in de titel van de fotoreportage de D van Diever ontbreekt.
De redactie heeft de kleurenfoto van het monument op Berkenheuvel gemaakt op donderdag 4 april 2013.

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever zijn twee van de sepiakleurige foto’s op bijgaande afbeelding ook te zien op bladzijde 118. Echter de cirkelvormige foto in de linker bovenkant van bijgaande afbeelding is in het Magnum Opus merkwaardig genoeg te zien als rechthoekige illustratie. Echter de bovenaan over bladzijden 16 en 17 verdeelde foto is in het Magnum Opus merkwaardig genoeg te zien als één bijgesneden ononderbroken illustratie. Het ware aan te raden geweest in plaats daarvan de foto met het monument onder aan bladzijde 16 van bijgaande afbeelding op te nemen in het Magnum Opus.

Posted in Landhuis Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Gerard Krol hef kukelvlaai en kukelbrood ebakt

De redactie van ut Deevers Archief is in de maanden november en december van 2021 – ten tijde van de steeds maar voortdurende coronapandemie – weer druk bezig geweest met het digitaliseren (scannen) van enkele honderden nummers van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Diever, Van Goor’s Blattie). De redactie kwam bij het scannen van nummers uit de jaargang 2001 op bladzijde 4 van ut blattie van 11 april 2001 de hier afgebeelde advertentie (afbeelding 2) en op bladzijde 2 van ut blattie van 29 augustus 2001 het hier afgebeelde bericht (afbeelding 1) over de overdracht van de bakkerij van Gerard Krol aan August van Vilsteren. De redactie wil de advertentie en het bericht de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief niet onthouden.

Gerard Krol, de echte bakker van Deever
Als zaterdag 1 september ook de laatste oven is uitgeschakeld, dragen Gerard en Rita Krol de sleutels van de bakkerij over aan hun opvolgers August van Vilsteren en Dorien Popkema.
En op maandag 3 september zal Diever ontbijten met het vers gebakken brood van de “echte bakker” Van Vilsteren.
Diever houdt dus z’n warme bakker, en dat is goed nieuws voor de consument. Die kan er bovendien op rekenen, dat de vermaarde ambachtelijke kwaliteit van Bakkerij Krol gehandhaafd blijft. Met hetzelfde vertrouwde assortiment aan brood, koek en banket. Want het zijn immers dezelfde medewerkers in de bakkerij én in de winkel, die onder hun ‘nieuwe’ baas Van Vilsteren, hun dagelijkse werk voortzetten.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is een fervent verzamelaar van onder meer eerste of laatste gebeurtenissen in de gemiente Deever. Zo’n gebeurtenis kan een waardig en waardevol fragmentje uit het verleden in de gemiente Deever zijn. Zo’n laatste gebeurtenisje is ook de sluiting van bakkerij Gerard Krol an de Peperstroate in Deever op zaterdag 1 september 2001. Daarmee kwam na honderd jaar een einde aan het familiebedrijf.
Gerard Krol was de vierde generatie, die bakker was an de Peperstroate.

Generatie 1 – Albert Kuiper en Anne Wieringa
Hij is geboren op 25 juli 1868 in Deever. Hij is een zoon van Durk Kuiper en Johanna Ekkels. Hij is overleden op 20 september 1949 in Deever. Bakkersknecht Albert Kuiper trouwde op 4 oktober 1893 in Ruinen met Anna Wieringa. Anna Wieringa is geboren op …. in Grootegast. Zij is overleden op 8 mei 1957 in Deever.
Hun dochter Anje Kuiper is geboren op 12 december 1893 in Ruinen.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens in de openbare bronnen of elders.
De grote vraag is natuurlijk wanneer zij met hun bakkerij an de Peperstroate in Deever zijn begonnen ?

Generatie 2 – Gerard Krol en Anje Kuiper
Hij is geboren op 26 november 1892 in Wapse. Hij is een zoon van boer Hendrik Krol en Hendrikje Karsten. Hij is overleden op ….. Hij trouwde op 17 februari 1916 in Deever met Anje Kuiper.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens in de openbare bronnen of elders.

Generatie 3 – Hendrik Krol en Jacoba Hartsuiker en Albert Krol en ………….
De redactie moet de betreffende gegevens zo mogelijk nog opzoeken in de openbare bronnen of elders.
Generatie 4 – Gerard Krol en Rita Lutterot
De redactie moet de betreffende gegevens zo mogelijk nog opzoeken in de openbare bronnen of elders.

Bakker Gerard Krol bleef tot het einde toe een wel bijzonder interprovinciaal georiënteerde enige echte warme bakker an de Peperstroate in Deever, want in zijn allerlaatste maar dan ook echt allerlaatste advertentie in ut Deeverse Blattie van 11 april 2001 adverteerde hij ter gelegenheid van Pasen op zondag 15 april 2001 met Limburgse kukelvlaai en Limburg kukelbrood, in plaats van bijvoorbeeld met ambachtelijke Deeverse krentewegge of ambachtelijke Dwingeler heidekook’n of ambachtelijke Vledderse swaarfkei’n of zoals zijn vader Hendrik Krol in ut Deeverse Blattie adverteerde met Deeverse ronde krentestoet’n of Deeverse kruudkoeke.

Afbeelding 1
Bericht betreffende de overdracht van bakkerij Gerard Krol in ut Deeverse Blattie van 29 augustus 2001.
Afbeelding 2
De laatste advertentie van bakkerij Gerard Krol in ut Deeverse Blattie van 11 april 2001.

Posted in Alle Deeversen, Neringdoende, Peperstroate | Leave a comment

Die nazi-klinkers ligt nog steeds veur ut skultehuus

De webstee www.dieveropdreef.nl is al een tijdje definitief van het internet gehaald. De Hoge Dametjes en Heertjes Van Het Brinkenplan Diever op Dreef noemen dit ogenschijnlijk volksverlakkerig en eufemistisch uitgedrukt ‘Deze website is voor onbepaalde tijd offline’. De redactie van ut Deevers Archief zag deze ambtelijke schijnbeweging al lang aankomen en heeft voor de zekerheid alle digitale nieuwsbrieven met de naam ‘Brinkenplan Diever op Dreef’ van de nu welhaast met 0,000001 procent onzekerheid opgeheven webstee geplukt. Want je weet het maar nooit. Want je weet maar nooit of deze digitale nieuwsbrieven wel of niet onder de Archiefwet vallen.
Zo heeft de redactie ook de digitale nieuwsbrief van juni 2020 gelukkig kunnen redden. Zie de twee bijgaande afbeeldingen. Daarbij gaat het de redactie met name om het bedenkelijke bericht Cultureel erfgoed in de brink van Diever op bladzijde 1 van deze nieuwsbrief. Zie afbeelding 1.
De redactie wist tot het lezen van het bericht ‘Cultureel erfgoed in de brink van Diever’ absoluut totaal volstrekt niet dat in de bestrating vóór het skultehuus op de brink van Deever en in de Brinkstroate straatklinkers uit een nazi-Duitse-startbaan van vliegveld Steenwijk zijn gebruikt. Nota bene in de Tweede Wereldoorlog heeft de beruchte in dienst van nazi-Duitsland staande bloedgroep Norg het skultehuus als martelkamer gebruikt.
De redactie vraagt zich ten zeerste af wanneer de gemeente Westenveld deze paar duizend mentaal zwaar beladen geworden nazi-straatklinkers, figuurlijke straampelstien’n, definitief en voor altijd gaat wegslopen en wanneer de gemeente Westenveld ter hoogte van de winkel van de joodse familie Zaligman an de Heufdstroate in Deever voor elk in de concentratiekampen omgekomen lid van de familie Zaligman een straampelstien in het voetgangerspad gaat aanbrengen. Op 4 mei 2022 ?
Volgens de commercieel ingestelde erfgoedgoeroe van de gemeente Westenveld zijn de nazi-klinkers, in volslagen tegenstelling tot wat in het bericht ‘Cultureel erfgoed in de brink van Diever’ in de nieuwsbrief van juni 2020 van het ‘Brinkenplan Diever op Dreef’ ten stelligste wordt beweerd, volstrekt en totaal geen cultureel erfgoed.
Dus daar hoeft de gemeente Westenveld in zijn geheel niet zuinig op te zijn. Dus waar wacht de gemeente Westenveld op ? Kan het vervangen van die verdammte nazi-straatklinkers in de straat voor het skultehuus en in de Brinkstroate nog alsnog als een klein stukje meerwerk van het toch al peperdure project ‘Diever op Dreef” worden uitgevoerd ? Zo mogelijk vóór 4 mei 2022 ?

Afbeelding 1 – Bladzijde 1 van de nieuwsbrief.

Afbeelding 2 – Bladzijde 2 van de nieuwsbrief.

Posted in Brink, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ut weilaand woar see hept efilmd veur Fanfare

Het laatste deel van de film Fanfare, te weten het beroemde muziekconcours, nam filmmaker Bert Haanstra in juni 1958 op in een weiland an de Kloosterstroate in Deever. Dat zeldzame binnendorpse weiland is helaas geen weiland meer, maar is ten prooi gevallen aan woningbouw, op die plek staan al lang vier burgerwoningen.
Bert Haanstra schonk een duurzaam houten zitbankje aan de inwoners van de gemiente Deever, als dank voor het gebruik van het weiland en de inzet van vele Deeverse figuranten bij de opnamen. Dit duurzame houten zitbankje heeft zijn plekje an ut asfaltpad langs de Bosweg, vlak bee ut huus woar vrogger bode Vossie hef ewoond en woar Roelof (Roef) Zoer ok hef ewoond. Dit duurzame houten zitbankje is van de inwoners van Deever. Het is Deevers aarfgood. Ech wè.
De Hoge En Lage Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Onweerspreekbare Gelijk Van Het Medeedogenloos En Rücksichtlos Inrichten Van De Openbare Ruimte Van Het Binnendorp Van Deever hebben helemaal voor zichzelf een eigen nep-Fanfare-bankje in de kaarkhof (ok wè kaarketuun enuumd) bij de brink van Deever laten plaatsen. Daar kunnen ze tijdens hun welverdiende tussen-de-middag-reces lekker in de zon genieten van het likken aan een Shakespeare-ijsje.
Op de fraaie hier afgebeelde afdruk van een kleurendia is de set voor de opnamen van de film Fanfare in juni 1958 op het weiland an de Kloosterstroate in Deever, aachter ut huus mit de naeme ut Zonnehoekje en noast de boerdereeje van Koendert Krol te zien. Weer zo’n fraai kleurenfragmentje uit het vrij recente verleden in de gemiente Deever.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is bijgaande kleurenfoto ten zeerste op bladzijde 6 te bewonderen, zij het nogal bijgesneden en als zwart-wit afbeelding. Het is toch wel een beetje jammer dat het erg vet gesponsorde Magnum Opus niet in kleurendruk is verschenen. Immers de fragmentjes uit het verleden in de gemiente Deever zijn niet zwart, zijn niet wit, zijn niet zwart-wit, maar zijn zeer kleurrijk.

Posted in Fanfare, Kloosterstroate | Leave a comment

Un neet so mini minibieb bee de meule in Oll’ndeever

De redactie heeft de twee kleurenfoto’s toevallig in het voorbijgaan gemaakt op donderdag 22 april 2021.
Het culturele verschijnsel minibieb is dan eindelijk toch ook doorgedrongen tot in Oll’ndeever. Dit kleine bibliotheekje staat bij het huis bij korenmolen ‘de Vlijt’. En minibieb kan van alles zijn is. Het kunnen enige boeken op een klein plankje bij iemand in de tuin zijn (niet zo handig, want bij regen worden de boeken nat), maar het kan ook een flinke wind- en regendichte kast zijn, zoals op de twee kleurenfoto’s is te zien. Deze kast is gelukkig ook nog eens een keer goed gevuld, bijna uitpuilend goed gevuld. Een minibieb is geen bibliotheek waar je lid van moet zijn. Voorbijgangers kunnen boeken gratis lenen of ruilen. Bij deze minibieb kunnen ze bij mooi weer ook een boek pakken, op het klapstoeltje bij de minibieb gaan zitten, lekker in de zon een stukje in het boek lezen, het boek terugzetten en op een ander zonnig tijdstip terugkomen om verder te gaan met het lezen van het boek. Mits het dan nog aanwezig is. Bijvoorbeeld het op de middelste plank in het midden zichtbare erg grappige stripverhalenboek De avonturen van Pa Pinkelman en Tante Pollewop van Godfried Bomans.

Posted in Oll'ndeever, Toevallige waarneming | Leave a comment

De Deevers’n bint steeds wieser mit heur eig’n vlagge

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van vrijdag 11 februari 2005 verscheen het volgende bericht over de eigen vlag van de gemiente Deever.

Dieverse trots op nagemaakte vlag
Een witte vlag met rode banen, een Maple leaf en een urn erop, wappert fier in de wind voor de Jan Thijs Seinenhof in Diever. Wie niet beter weet zou denken dat het de vlag is die vanaf het midden van de jaren zeventig tot eind jaren negentig voor het gemeentehuis hing. Niets is echter minder waar, dit exemplaar is gemaakt door Geertje Kragt-van Gijssel (80), bewoonster van de Jan Thijs Seinenhof. Ze naaide eigenhandig een nieuwe vlag toen de oude te zwak bleek om nog langer buiten te hangen. De precieze betekenis en achtergrond van de vlag kent Geertje Kragt-van Gijssel niet. Volgens de Historische Vereniging kreeg Diever de vlag in 1946, toen de gemeente ook een gemeentewapen kreeg. De vlag wapperde bij speciale gelegenheden voor het gemeentehuis. De Maple-leaf staat voor de bevrijding door de Canadezen.
Raadsel
Hoe de vlag in een kast in de Jan Thijs Seinenhof terechtkwam is de Dieverse een raadsel, maar feit is dat een hulp de vlag daar op een dag vond, naast de Nederlandse vlag. ‘We hebben de vlag bekeken en toen eerst opgevouwen laten liggen’, vertelt de Dieverse. Maar op een gegeven moment kregen de bewoners het idee de vlag gewoon op te hangen. ‘De stof was hier en daar wat verstaft, de vlag zag er echt niet best uit’, weet Kragt-van Gijssel nog, ‘maar ik heb hem opgeknapt.’ Het doek hing er een klein jaartje, toen de stof ging rafelen. Mevrouw Kragt-van Gijssel naaide er nog eens een lapje op, maar toen het doek weer kapot ging, besloot ze hem niet meer te maken.
‘Ik heb toen niets gezegd, maar eens de vlaggencentrale gebeld om een stukje stof. Ik heb de vlag daarna helemaal nagemaakt. Het was een heidens karwei’, vertelt ze. De witte vlakken werden uitgemeten en de Mapleleaf en de urn zijn er met flinke zigzagsteken opgezet.
Sinds september 2003 hangt de vlag voor de ingang van de Jan Thijs Seinenhof. ‘We hebben hem nog een winter binnengehaald, omdat we het anders zonde vonden’, vertelt Kragt-van Gijssel, die de vlag ook echt als ‘haar vlag’ beschouwt.
Sinds vorig jaar mei hangt de vlag elke dag aan de mast’, mits er geen rood-wit-blauw. ‘We weten niet wat er mee gebeurt als de nieuwbouw klaar is, maar ik houd het wel goed in de gaten’, zegt de maakster.
De Historische Vereniging heeft de originele vlag.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Mevrouw Geertje Kragt-van Gijssel is te beschouwen als de pionier van het letterlijke en het figuurlijke behoud van de Deeverse vlag en het uitsteken van de Deeverse vlag.
De redactie ziet gelukkig in de gemiente Deever sinds enige tijd bij steeds meer huizen de vlag van de gemiente Deever wapperen. De redactie vindt dat een positieve ontwikkeling. Dat steeds meer mensen de behoefte hebben de Deeverse vlagge te tonen, dat mag worden beschouwd als een gebrek aan binding tussen de bewoners van de hoofddorpen van de gemeente Westenveld en een gebrek aan vertrouwen in de fusiegemeente Westenveld, want anders zou bij steeds meer huizen in de gemiente Deever wel die rare vlag van de gemeente Westenveld aan de vlagstok hangen. 
 

Posted in Gemiente Deever | Leave a comment

Op de skeuvels hen Ass’n en hen Beil’n

De heer Bertus Jager heeft bijgaand afgebeelde prachtige foto in de winter van 1970 gemaakt. Deze foto hangt bij hem in Doldersum boven de eettafel. De heer Hans Salverda mocht deze geschiedkundig waardevolle foto van hem lenen en scannen voor het maken van een promotiekaart voor de kerstdagen 2021 en het nieuwe jaar 2022. De heer Bertus Jager heeft toestemming gegeven voor het tonen van deze foto in ut Deevers Archief. De redactie van ut Deevers Archief is de heren Jager en Salverda bijzonder erkentelijk het tonen van deze foto mogelijk te maken.

Op dit punt in de Hertenkamp op Woater’n stroomt het water van de Tillegröppe in de Vledder Oa. Het water in de Oa stroomt van links naar rechts. Bertus Jager maakte de foto gelukkig aan de Doldersumse kant van de Oa. Daardoor is het terrein aan de rechterkant van de Tillegröppe, dat in de gemiente Deever ligt, nog net zichtbaar.
De Vledder Oa en de Tillegröppe zijn op deze foto nog als resultaat van de kanalisatie en stuwenbouw in de vijftiger jaren van de vorige eeuw te zien. Op bijgaande afbeelding van de topografische kaart uit 1970 is de samenloop van de gekanaliseerde Oa en de Tillegröppe te zien.

De heer Bertus Jager was en is een groot liefhebber van schaatsen. Als het ijs het toeliet dan schaatste hij over de Vledder Oa bee Doldersum en over de Tillegröppe hen de Smilde en dan over de Voat hen Ass’n of hen Beil’n en wièr terogge. Maar bij de stuwen en bij andere hindernissen, zoals vaste bruggen, moest hij natuurlijk wel klünen. Maar deed hij dat in de strenge Elfstedentochtwinter van 1968 of in de winter van 1970 ? Das war einmal.
De heer Bertus Jager is op 27 oktober benoemd tot erelid van de historische vereniging ‘t Fledder Kerspel. Hij is één van de oprichters van deze vereniging en bestuurslid van het eerste uur.

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige verandering de kopafbeelding van ut Deevers Archief. De redactie heeft en uitsnede van de mooie winterfoto uit 1970 van Bertus Jager gemaakt, zie de bijgaande afbeelding, en deze opgenomen als kopafbeelding.

Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet dit kenbaar te maken aan de redactie. Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (300 dpi). Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken. Als jij een reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit kenbaar te maken aan de redactie.



Posted in Kopplètie, Tillegröppe, Vledder Oa, Woater’n | Leave a comment

Op de stee van Willy steet now un neemoods huus

Dorpsfiguur mevrouw Wemke Wilhelmina (Willy) Maria Hielkema-Bos is geboren op 9 maart 1930 op Zorgvlied. Zij is overleden op 11 december 2019 in Deever. Ze is begraven op de kaarkhof van Zorgvlied. Zie ook het bericht Willy Hielkema-Bos is estör’m op 11 december 2019.
De redactie van ut Deevers Archief weet niet wanneer ze is verhuisd naar het huis met adres Dorpsstraat 48 op Zorgvlied. De redactie weet wel dat ze daar tot kort voor haar overlijden heeft gewoond. De redactie heeft de kleurenfoto van haar huis gemaakt op woensdag 6 november 2019. Kennelijk waren de kinderen van Willy toen al begonnen aan de grote onvermijdelijke ontruiming en opruiming, want de container naast haar huis is behoorlijk vol.
Gelet op de vorm van het huis, moet het, vóórdat mevrouw Willy Hielkema-Bos in dit huis kwam te wonen, een keuterboerderijtje zijn geweest.
Het honderd jaar oude huis is in 2020 helaas niet grondig gerenoveerd, maar gesloopt. Op het terrein is un neemoods huus gebouwd. Bewoners op Zorgvlied vinden dit neemoodse huus in zijn geheel niet passen bij de andere huizen an de Dorpsstroate. Wat vorm betreft lijkt het neemoodse huus ergens wel enigszins een klein beetje op het gesloopte huis.
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s van het huis gemaakt op vrijdag 19 november 2021.

Posted in Alle Deeversen, De aandere kaante van de Deeverse bos, Dorpsstroate, Zorgvliet | Leave a comment