Un te kleine foto van ut mooie zwembad De Calthorne

Deze afbeelding toont een kleuren ansichtkaart, een zo genoemd vierluik, omdat op de ansichtkaart vier kleine foto’s zijn te zien. Deze kleine foto’s tonen het gemeentehuis aan de brink van Deever, korenmolen De Vlijt in Oll’ndeever, zwembad De Calthorne (Dieverzand 2.0) an de weg hen Kalter’n en het huis van Klaas Kleine op de hook van de Grote en de Kleine Peperstroate in Deever.
De hier getoonde ansichtkaart is in april 1979 uitgegeven door JosPé in Arnhem. De redactie van ut Deevers Archief weet niet welke neringdoenden deze kaart verkochten.
Waar het de redactie van ut Deevers Archief bij het tonen van deze ansichtkaart met name om gaat, dat is om de te kleine afbeelding van zwembad De Calthorne an de weg hen Kalter’n. In de verzameling van ut Deevers Archief is dit helaas de enige afbeelding van dit voor de gemiente Deever onmisbare zwembad.
De redactie wil graag meer afbeeldingen van zwembad De Calthorne in ut Deevers Archief tonen en roept zijn zeer gewaardeerde bezoekers op de foto-albums in te duiken, mooie afbeeldingen te scannen en deze de redactie te doen toekomen. Bij voorbaat hartelijk dank voor de te nemen moeite.

Posted in Ansigtkoate, Gemientehuus, Klaas Kleine, Meule van Oll’ndeever, Swömbad de Calthorne | Leave a comment

Krieg now toch de groet’n uut Deeverbrogge

De zwart-wit ansichtkaart met vier beelden die fraai de sfeer uitstralen van het interieur van de in die jaren zeer gerenomeerde accomodatie Blok an de Deeverbrogge is in juni 1959 uitgegeven en werd verkocht in hotel Blok.
Op de afbeelding in het midden van de ansichtkaart is een aanzicht van hotel Blok te zien. Let daarbij vooral aan de linkerkant op de autobus van de D.A.B.O., die de lijndienst tussen Möppel, Deever, Dwingel en Ass’n onderhield en aan de rechterkant op de auto’s van de handelsreizigers.
Bij de redactie van ut Deevers Archief is van de afbeelding in het midden van de ansichtkaart helaas geen aparte ansichtkaart bekend. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft die aparte ansichtkaart wel ?
Bij de redactie zijn nog geen oudere uitgaven van de hier afgebeelde ansichtkaart bekend. Wie van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief kan en wil de redactie attenderen op een oudere uitgave ?
De redactie heeft de kleurenfoto van het Chinees-Indische specialiteiten restaurant Hui Mao an de Deeverbrogge gemaakt op dinsdag 31 juli 2018.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Hotel Blok | Leave a comment

Kiender in de klasse in de Witteler skoele

Juffrouw Christina Augusta Johanna ter Horst was van 1 maart 1930 tot 1 maart 1937 werkzaam in de Witteler Skoele. Christina Augusta Johanna ter Horst is op 24 december 1909 in Zwolle geboren. Ze is op 7 april 1930 in het bevolkingsregister van de gemiente Deever ingeschreven op het adres Diever 4. Dat was het adres van Gosem Klasen an de Heufdstroate, daar was ze in de kost. Haar vorige standplaats was Amersfoort. Met ingang van 1 maart 1937 was Harderwijk haar nieuwe standplaats. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief  weet de datum en plaats van overlijden van juffrouw Christina Augusta Johanna ter Horst ?

Juffrouw Christina Augusta Johanna ter Horst heeft bijgaand afgebeelde foto in 1937 in de Witteler Skoele gemaakt met haar eigen fototoestel. Zij maakte daarmee een van de weinige opnamen ín de vooroorlogse Witteler skoele. Het moet, gelet op het feit dat de foto ín de school is gemaakt en de goede kwaliteit van de foto, een voor die tijd uitstekend fototoestel zijn geweest.

Bij de hier afgebeelde foto had juffrouw Christina Augusta Johanna ter Horst gelukkig de naam van de leerlingen achter op de foto geschreven, zodat de redactie van ut Deevers Archief geen tijd hoefde te besteden aan het uitzoeken van de naam van deze leerlingen. De redactie heeft zich een slag in de rondte gezocht, maar moest vaststellen dat deze historisch waardevolle foto niet is opgenomen in het moedige en onvolprezen boekje Wittelte na Witto van de Werkgroep Historisch Wittelte.

Op de hier afgebeelde foto zijn staande van links naar rechts te zien:

1.  Hendrik (Hennie) Siemens
Hij is geboren op 30 september 1926 in Wittelte.
Hij is overleden op ….. in …
Hij woonde in Deever.

2.  Geert Kok
Hij is geboren op 23 januari 1928 in Wittelte.
Hij is overleden op ….. in ….
Hij woonde achter op ’t Noord in Wittelte.

3.  Margje Jonker
Zij is geboren op 16 augustus 1927 in Wittelte,
Zij is overleden op ….. in …..
Zij woonde in  Deever.

4.  Arentje Pouwels
Zij is geboren op 3 september 1927 an de Deeverbrogge.
Zij is  overleden op ….. in …..
Zij woonde in Dwingel.

Op de hier afgebeelde foto zijn zittende van links naar rechts te zien:

5.  Hendrik Jan Zegeren
Hij is geboren op 10 augustus 1927 in Dwingel.
Hij is overleden op 10 november 2020 in Assen.
Hij woonde in Assen.
Zie het in dit bericht opgenomen overlijdensbericht.

6.  Egbert Gelmers
Hij is geboren op 18 augustus 1926 op ’t Moer.
Hij is overleden op 7 november 1994 in Möppel.
Hij woonde in Möppel.

Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan aanvullende gegevens aanreiken ?

Posted in Alle Wittelers, Overlijdensbericht, Witteler skoele | Leave a comment

De ijzeren man met de vreemde toeter

An de Holteweg in Oldendeever staat het huisje van de Oosies. Bij het huisje staat in de tuin met de nee’jmoedse naam Oostkaampie voor het huis een nogal nieuw uitziend, glanzend gepolijst, gelakt en gelikt ijzeren beeldje. Dat beeldje zal nog minder gaan roesten dan roestvrij staal. Het moet daar nog niet zo lang geleden zijn neergezet. Dit beeldje zou bijvoorbeeld de voor de hand liggende naam ‘de ijzeren man met de vreemde toeter’ kunnen worden gegeven. Is het beeldje een kunstwerk, een kunstigwerk of is het een kunstig gemaakt object ?
De redactie van het Deevers Archief heeft de eerste en de tweede foto op woensdag 19 september 2018 gemaakt.
De redactie heeft de derde in juni 2016 gemaakte foto niet zelf gemaakt, maar is te vinden in Google Maps, voor zolang deze foto niet door een nieuwere wordt vervangen. Op de derde foto is het ijzeren kunstigwerk niet aanwezig.

Posted in Kuunst, Midwinterhoorn, Oll'ndeever | Leave a comment

Pannebier drink’n bee de bou van ut postkantoor

Bij de bouw van het nieuwe postkantoor an de Peperstroate in Deever werd in 1964 het hoogste punt van het gebouw bereikt. Een oud gebruik in de bouw was het pannebier, dat was nog eens een leuke traditie !
De bouwvakkers hebben het sein voor het pannebier aangebracht, hoog en duidelijk zichtbaar boven de nok van het dak. Zie de afbeeldingen 1 en 2. De opdrachtgever van het gebouw zal de bouwers ongetwijfeld op het pannebier hebben getracteerd. Na het
samen drinken van het pannebier werd het sein weggehaald.
Als een opdrachtgever echter brak met deze traditie en niet tracteerde op pannebier, dan bleef het sein zo lang mogelijk staan om te laten zien hoe gierig de opdrachtgever was.
Op afbeelding 3 is het postkantoor in de afbouwfase te zien.
Burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de volksmond altijd ome Kees werd genoemd) opende het nieuwe postkantoor an de Peperstroate in Deever officieel op dinsdagmiddag 11 november 1964.
Dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels is de maker van de drie zwart-wit foto’s.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto (afbeelding 4) gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Peperstroate, Postkantoor | Leave a comment

De Doavidsterre mög neet boo’m de veurdeure blie’m

In Drente, Provinciaal Drents Maandblad, gewijd aan Praehistorie, Historie, Volkskunde, Dialectonderzoek, Heemschut, Opbouw en Toerisme, verscheen in jaargang 6, nummer 10 van maart 1935 het volgende bericht over het mogelijke behoud en de restauratie van het in vervallen staat verkerende Schultehuis an de brink van Deever.

Behoud van het Schultehuis te Diever mogelijk ?
In Diever bevind zich een oud huis, dateerend van 1604, dat achtereenvolgens is bewoond geweest door zes generaties van het geslacht Ketel, waarvan de voormannen al dien tijd schulte van Diever zijn geweest. Het is dus wel een eerenaam, dit ‘schultehuis’. Het huis zelf, waarvan een afbeelding hierbij gaat, is gelegen aan den brink, tegenover het gemeentehuis, welke bewoners en bezoekers het dus als het ware steeds wil herinneren aan de plichten jegens Drenthe’s en Diever’s historie.
De huidige Burgemeester van Diever, de Heer van Os, heeft de Stichting ‘Oud Drente’ en haar adviseur Dr. van Giffen niet alleen volkomen op zijn hand bij zijne pogingen tot behoud en restauratie van het mooie oude pand, doch hij heeft zelfs mogen ervaren dat door het werk van de stichting onder leiding van de Commissaris der Koningin reeds veel is bereikt: de Directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg heeft een rijkssubsidie van het Departement van Onderwijs in uitzicht kunnen stellen groot 40% der restauratiekosten, maximaal f. 1408,-, terwijl de Stichting zelve f. 1500,- geeft en van anderen reeds f. 1500,- aan toezeggingen heeft ontvangen, totaal dus ongeveer f. 4400,-. Aangezien voor aankoop en herstel noodig is totaal ongeveer f. 5500,-, komt de Stichting ‘Oud Drente’ nog ongeveer f. 1100,- tekort.
Het moet mogelijk zijn, ook deze f. 1100,- te vinden. Het Bestuur der Stichting zoekt dus ook langs dezen weg – er zijn reeds vele brieven en circulaires verzonden – contact met hen die willen helpen, dezen daad van piëteit jegens het Drentsche voorgeslacht te volvoeren. Weten de lezers van ‘Drente’ hier iets op ? Het is te hopen …. en stellig ook wel te verwachten. Men zende zijne raadgevingen of (en) bijdragen aan den secretaris, den Heer F. Lieftinck te Haren, die tevens gaarne bereid is, circulaires en inlichtingen te verstrekken. Wie helpt hier ?
J. L. H.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De intialen J.L.H. van de schrijver van het bericht in ‘Drente’ staan voor mr. Johannes Linthorst Homan te Frederiksoord.
Dat het schultehuis an de brink van Deever helaas is ‘gerestaureerd’ en helaas niet is ‘geconserveerd’ en ook nog eens is gescheiden van de schulteboerderij dat mag gevoeglijk bekend heten. Zie de berichten die verschijnen na het aanklikken van de categorie ‘Schultehuis’ in de lijst van categoriën in het rechter deel van het scherm.
De redactie van ut Deevers Archief vindt het onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat de Hoge Heren Van Het Grote Archaïsche Restauratiegelijk Van Het Rijksbureau Voor De Monumentenzorg In Het Verre Zeist bij de ‘grondige restauratie’ van het oude vervallen gebouw, opgetrokken uit eensteens muren, de in Nederland volstrekt unieke, enig in zijn soort zijnde, nergens anders aanwezige, eeuwenoude prachtige versiering in de vorm van de Davidster in het bovenlicht ‘wegrestaureerde’.
Op basis van welke geschiedkundige gronden moest bij de ‘grondige restauratie’ in het vlak voor de Tweede Wereldoorlogse Deever de Jodenster in het bovenlicht van de ingang van het schultehuis verdwijnen ? Is de bovenlichtversiering in de nacht en in de nevel verdwenen ? Of is de bovenlichtversiering wellicht terecht gekomen in het Drents Museum in Assen ? Was dat moar woar !
De redactie wil de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief een vlak voor de ‘grondige restauratie’ gemaakte zwart-wit foto van de ingang van het schultehuis met het bovenlicht fraai versierd met de Jodenster niet onthouden. Zie de bijgaande afbeelding.
De redactie heeft de bijgevoegde kleurenfoto van de bij de restauratie zwaar opgepimte showvoorgevel van het schultehuis  gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Posted in Boo’mlocht, Skultehuus | Leave a comment

Knallen met carbid wint terecht aan populariteit

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 29 december 1988 het navolgende bericht over het kebied scheet’n in Deever,

Neveninkomst voor de gebroederers Kleine in Diever
Knallen met carbid wint aan populariteit
Diever – Onze ouders wisten eigenlijk niet anders. Rondom de jaarwisseling lekker knallen met een blikje met carbid. Was je echt ruig, dan gebruikte je een melkbus en waren de dreunen tot ver in de omtrek te horen. Uren was je er mee bezig. Tegenwoordig wordt er voor miljoenen aan vuurwerk ‘verknald’. Lontje aansteken, weggooien, volgende ronde. Van echt tijdverdrijf is geen sprake, althans dat vinden de gebroeders Klaas en Berend Kleine uit Diever.
Ze zijn smid van beroep, maar hebben deze dagen bescheiden neveninkomsten aan de verkoop van carbid. Dat wordt de laatste tijd weer aardig populair volgens Berend, die namens de twee het woord voert. ‘Dit is het derde jaar dat we het verkopen en aanvankelijk waren we de enige in de wijde omtrek. Maar er komen steeds meer verkooppunten, zodat we vorig jaar tien kilo overhielden. Dat betekent tien procent van de omzet, want de gebroeders Kleine kopen niet meer dan honderd kilo in. ‘Het moet een lolletje blijven’ vinden ze.
Carbid is een gangbare afkorting van calciumcarbide, staat in de encyclopdie te lezen. Het is een verbinding van calcium en koolstof , die wordt verkregen door calciumoxide met cokes in een elektrische oven te verhitten. Met water geeft het acetyleen, Vroeger werd carbid gebruikt voor verlichtingsdoeleinden en bij het lassen. Tegenwoordig tracht een enkeling de mollen in zijn tuin met de gasontwikkeling van carbid te verdrijven. De mogelijke knaleffecten zijn echter de belangrijkste attractie.
Het toevoegen van de juiste hoeveelheid water is erg belangrijk, vertelt Berend Kleine. ‘Doe je er teveel bij, dan doet het niets. Dan heb je een te rijk mengsel. Dan moet je het blikje maar weggooien en weglopen en wachten tot hij helemaal uit is.’
Mits er verantwoord mee wordt omgesprongen, hoeft knallen van carbid niet gevaarlijker te zijn dan het afsteken van gewoon vuurwerk. Het is in elk geval veel spannender, want je moet er zelf heel wat voor doen om een mooie knal te krijgen. Doorgaans wordt een stevig blikje met een precies sluitend deksel gebruikt. Via een gaatje onderin wordt de carbid aangestoken. Dank zij de gasontwikkeling ontstaat de explosie. Doordat de deksel er af vliegt, blijft het blikje voor een volgende keer behouden, maar soms zoek je je natuurlijk wel een ongeluk naar deze afsluiter. ‘Wij deden er vroeger wel eens een lang touw aan’, vertelt Berend, wiens ogen gaan glinsteren bij de herinneringen aan vroeger. Een lang stuk touw is zeker geen luxe aan het deksel van een melkbus, waarmee ook wordt geschoten. Dat is zeker niet zonder gevaar, want zo’n zwaar deksel kan een eind vliegen. Ook komt het wel voor dat achter uit de bus, als het deksel er te stevig op is gedrukt, een forse steekvlam komt. Uitkijken, dus.
Voor de verkoop van carbid heb je geen vergunning nodig, zoals bij vuurwerk. Ook de jeugd loopt geen gevaar door de politie in de kraag te worden gevat. ‘Hoogstens voor ordeverstoring. De wet zal er nog wel op aangepast worden, denk ik. Een bromfiets die te veel lawaai maakt, mag toch ook niet.’

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Berend Kleine (de grote Hendrik) beschrijft in het artikel op sublieme wijze hoe je op een veilige en mooie manier op oudejaarsdag en oudejaarsavond voor 10 gulden per kilo met carbid kunt schieten. Het artikel is een kleine maar goede handleiding voor de doe-het-zelver.
Lekker balder’n zonder de aanwezigheid van politieagenten en zonder de hinderlijke bemoeienissen van De Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld. Of heeft
 De Voorkant Van Het Grote Gelijk de verkoop van carbid inmiddels ook geregeld in een verordening ? Dat zou best eens zo kunnen zijn.

Abracadabra-441

Posted in Aarfgood, Heufdstroate, Kebied skeet’n, Klaas Kleine, Traditie | Leave a comment

Elk dag wödd’n sesdüsend lunskäsies emeuk’n

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op woensdag 11 maart 1959 het volgende artikel over de ingebruikname van de mechanisatie van het stoppen en keren van de wrongel in de luchkaasmakerij in de süvelfubriek an ’t Meul’nende in Deever op dinsdag 10 maart 1959.

Lunchkaasfabricage te Diever
Gemechaniseerde kaasmakerij is een nationale primeur van betekenis
Produktie van 6000 kazen per dag met tijd- en arbeidsbesparing

Vijf miljoen kilogram melk hoopt men dit jaar in de coöperatieve zuivelfabriek en korenmaalderij ‘Diever’ te Diever te verwerken tot een voortreffelijke kwaliteit boter, die voor export bestemd is, en tot kaas. Lunchkaas, waar het bedrijf zich ded laatste jaren geheel op heeft gespecialiseerd. Voor de produktie daarvan is dinsdagmiddag in aanwezigheid van talrijke genodigden een uitgebreid en grotendeels geheel gemechaniseerd bedrijf officieel in gebruik gesteld door de burgemeester van Diever, de heer J.C. Meyboom. De heer Meyboom verrichtte de symbolische ingebruikstelling – het wegtrekken van de nationale driekleur voor een drietal bijzonder fraaie foto’s van de kassmakerij – in een van de zalen van hotel Blok te Dieverbrug.
Met de verwerking van een totaal van vijf miljoen kilogram melk, behoort de zuivelfabriek van Diever niet tot de grootste bedrijven van de provincie Drenthe. Wat betreft de produktie, omzet en afzet van lunchkaas neemt deze vrij kleine fabriek echter een zeer vooraanstaande plaats in. Per dag worden niet minder dan 6000 lunchkaasjes gemaakt. Met de ingebruikstelling van de gemechaniseerde kaasmakerij, waarbij een voor ons land geheel nieuw systeem in praktijk is gebracht, wordt het produktieproces van de kaasjes versneld, terwijl daarnaast een aanzienlijke arbeidsbesparing is verkregen, wat in een typisch gespecialiseerd bedrijf als te Diever van zeer veel betekenis is.
Explicatie
De directeur van de coöperatieve zuivelfabriek en korenmaalderij ‘Diever’, de heer F. Bouwstra, die de geestelijke vader van dit nieuwe gemechaniseerde systeem is, gaf tijdens de bijeenkomst, die in hotel Blok werd gehouden, een uiteenzetting van de werking van het nieuwe mechanisme, waarvoor vooral van de zijde van zuiveldeskundigen grote belangstelling bestaat.
Het zijn vaak de omstandigheden, die de oorzaak zijn van een bepaalde omwenteling, aldus de heer Bouwstra, en ook bij deze geheel nieuwe werkmethode in de kaasmakerij hebben de omstandigheden een grote rol gespeeld. Toen er namelijk enkele jaren geleden een groot arbeidstekort heerste en het bedrijf zich bovendien hoe langer hoe meer ging specialiseren in de arbeidsintensieve lunchkaasproduktie werd er ernstig over nagedacht, hoe diverse werkzaamheden konden worden vereenvoudigd. Dit was echter geen geringe opgave en het heeft jaren geduurd voordat er iets gerealiseerd kon worden.
Steeds meer werd het duidelijk, dat men met name bij de kaasbereiding niet ongestraft een geheel afwijkende werkmethode kan toepassen aangezien het noodzakelijk is voor een goed eindprodukt, dat men rekening houdt met de juiste conserveringsmethoden, waarbij bijvoorbeeld de stremselwerking, de ph-waarde, het zout- en vochtgehalte in juiste banen worden geleid voor ’n goede kaasrijping. Bovendien werd berekend dat er tot aan het stoppen (= kaas in vaten doen) weinig arbeid zou kunnen worden bespaard en het ging er juist om, arbeid te besparen en niet om zuiveltechnische experimenten.
Voorperser
Er werd tenslotte een oplossing gevonden voor het werk, dat begint, nadat de wrongel, die wordt verkregen volgens een eeuwenoud recept, in stukjes van een bepaalde grootte is verdeeld. Deze oplossing, de voorperser, bestaat uit twee lopende banden, die konisch naar elkaar toelopen en waarvan de onderste band is voorzien van geperforeerde metalen kaasvaten en de bovenste van rubbervolgers, terwijl men steeds vier stuks vaten en volgers naast elkaar aantreft. De wrongel wordt in de vaten, die meer naar buiten steken dan de volgerband, gestopt en deze gevulde vaten vinden op hun weg naar de werkband de volgers, die precies boven de vaten lopen, steeds dieper in het vat zakken en zodoende de wrongel voldoende persen. Op het eind van de band keren de vaten om, de geperste wrongel valt eruit op de werkband en kan vervolgens worden gedoekt.
De voorperser maakt het stoppen en keren dus overbodig, geeft elk wrongelblokje een gelijke druk, wat vroeger niet het geval was, en zorgt bovendien voor een regelmatig verloop van de werkzaamheden. De werkzaamheden worden in etappes uitgevoerd, zodat elk personeelslid bepaalde werkzaaamheden moet doen.
Besparing
Hoewel het arbeids-economisch onderzoek momenteel nog niet is afgesloten, staat wel vast, dat het nieuwe systeem een aanzienlijke arbeidsbesparing oplevert, mede doordat het thans mogelijk is, de werkzaamheden volgens een bepaals schema te doen verlopen.
Uit de aard der zaak hebben de talrijke genodigden de nieuwe kaasmakerij van Diever bezichtigd, waarbij de interesse vooral uitging naar het nieuw gemechaniseerde gedeelte van de fabriek. De deskundigen van het gezelschap hebben het nieuwe systeem zeer geroemd en de directie van de fabriek te Diever kan zich op de nationale belangstelling van de zuiveldeskundigen voorbereiden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie zou bijzonder graag willen weten wie de maker is van de drie bijgevoegde mooie zwart-wit foto’s.
De foto’s zijn gemaakt in de lunchkaasmakerij van de süvelfubriek an ’t Meul’nende in Deever.
De redactie schat in dat de drie foto’s kort na de ingebruikname van de voorpersmachine zijn gemaakt.
Op de drie foto’s is het personeel bezig met de productie van de lunchkaasjes. De redactie zou van de zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief graag willen weten wie op de drie foto’s zijn te zien.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Deze foto is gemaakt in de kaasmakerij. Op de voorgrond zijn drie pekelbakken te zien. Aan de rechterkant van de foto is Klaas Rodemond aan het werk bij de voorpersmachine.

Afbeelding 3
Op deze fotozijn van links naar rechts te zien: Jans Jansen, zijn broer Aalt Jansen, onbekend, Arend Harm Buiter, onbekend en Hendrik van Es. De redactie zou van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief graag willen weten wie de twee niet herkende mannen op de foto zijn. 

Afbeelding 4
Deze foto biedt een breder zicht op de kaasmakerij. 

Posted in Bedrief, Süvelfubriek Deever, Verdwenen object | Leave a comment

Bouw’n op de Westeresch van Deever

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 20 april 1984 een foto met een kort onderschrift over het toen al in de gemiente Deever verdwenen ploegen met de hand en met behulp van paardenkracht.    

Nostalgie op Westeres in Diever
Diever – Deze dagen was op de Westeres te Diever een nostalgisch beeld te zien, een span paarden dat een handploeg voorttrok. Een en ander trok nogal wat bekijks vooral van jeugdige zijde.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Ut Deeverse woord voor ‘ploegen’ is ‘bouw’n’. In het begin van de tachtiger jaren van de vorige eeuw ploegden alle boeren al ‘mit de trekker’. Dat het hier om een soort van nostalgische nabootsing van ‘ut bouw’n’ ging, mag blijken uit de tijd van het jaar: in april. Want bee de haarstdag of in de meitied waar’n de boer’n ut miest an ’t bouw’n. Desalniettemin waren de twee mannen serieus bezig mit ut bouw’n van un kaampie laand op de Westeresch, wellicht voor de allerlaatste keer in de gemiente Deever.
De redactie meent in de grote man mit de leid’n in de haand de ongetrouwde boer Jans Moes van ut Kastiel te herkennen. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan dit bevestigen of verbeteren en wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet wie de andere man op de foto is ?
Op welke akker op de Westeresch zouden de mannen aan het werk zijn ?
De maker van de foto is dorpsfiguur en dorpsfotograaf en boer Harm Hessels uut de Kruusstroate in Deever.

Posted in Alle Deeversen, Boer'nlee'm, Westeresch | Leave a comment

Skildereeje van ekspressionist Klaas Koopmans

In Galerie Koopmans in Earnewâld in Fryslan bevindt zich een blijvende verzameling van de bekende Friese expressionistische kunstschilder Klaas Koopmans en het veelzijdige werk van diens zoon Gosse Koopmans. Galerie Koopmans heeft ook een mooie eigen webstee.
De redactie van ut Deevers Archief besteed bijzonder graag aandacht aan kunstwerken, die kunstenaars binnen de grenzen van de gemiente Deever hebben gemaakt.
De redactie heeft toestemming van de twee dochters van Klaas Koopmans een afbeelding van een expressionistisch olieverfschilderij, dat hij in de gemiente Deever heeft gemaakt, te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is de twee dochters van Klaas Koopmans bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Klaas Koopmans heeft het schilderij gemaakt in 1976. Het heeft een breedte van 140 cm en een hoogte van 102 cm. Het schilderij heeft de titel ‘Bosgezicht in Diever’. De dochters van Klaas Koopmans weten niet wáár in de gemiente Deever hun vader dit schilderij heeft gemaakt. De redactie weet ook niet wáár in de gemiente Deever de kunstenaar het schilderij heeft gemaakt. Misschien ergens langs de Tilgrup in de Olde Willem ?
Het prachtige schilderij is niet aanwezig in Galerie Koopmans, maar hangt aan een muur in de woning van één van de twee dochters. Die dochter is zeer verknocht aan het schilderij, dat ze van haar vader kreeg. En terecht !
Gegevens over de schilder Klaas Koopmans zijn te vinden op een bladzijde van de webstee van Galerie Koopmans.

Posted in Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

De toor’n en de kaarke op ut haandvat van un lepeltie

In de naoorlogse jaren tot in het midden van de vijftiger jaren van de vorige eeuw, dat wil zeggen tot de tijd van de grote restauratie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de kaarketuun an de brink van Deever, waren in enige winkels van neringdoenden in Deever souvenir lepeltjes met een afbeelding van de vervallen gemeentelijke toren en het vervallen kerkgebouw te koop.
De redactie van ut Deevers Archief toont aan zijn trouwe bezoekers graag bijgaande afbeelding van het handvat van een souvenir lepeltje dat te koop was bij Jan Brogg’n (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever.
Jij kunt als verzamelaar van toeristische prullaria uut de gemiente Deever dit soort van souvenir lepeltjes toch maar beter wel in jouw verzameling hebben.

Posted in Deeverse prullaria | Leave a comment

Die lillukke anbouw is gelokkig vut

De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de achtergevel met aanbouw van de voormalige meubelmakerij van Gijs Smeekes in Oll’ndeever gemaakt op donderdag 11 oktober 2017; zie afbeelding 1.
De redactie hoopte op die dag dat de nieuwe eigenaar met de Amsterdamse tongval in de gaten zou krijgen dat de oerlelijke aanbouw aan de achtergevel van zijn pand niet bij de voormalige boerderij mit twee siedbaanders van de familie Klok-Hessels hoort en hoopte op die dag ten zeerste dat de nieuwe eigenaar met de Amsterdamse tongval deze oerlelijke aanbouw snel zou afbreken en de achtergevel in zijn echt oorspronkelijke staat zou herstellen. Met inbegrip van het herstel van de niet zichtbare stalraampjes van ut Deeverse model, en dan daarbij niet als voorbeeld het rechter stalraampje in de achtergevel nemen, maar het stalraampje direct naast de oerlelijke aanbouw. In het archief van de gemiente Deever is vast en zeker nog wel de bouwtekening van deze voormalige boerderij terug te vinden.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de achtergevel zonder aanbouw van de voormalige meubelmakerij van Gijs Smeekes in Oll’ndeever, nu woonboerderij, gemaakt op maandag 8 juni 2020; zie afbeelding 2.
De redactie zag tot zijn grote vreugde dat de aanbouw is afgebroken, blijkbaar is destijds bij het maken van de aanbouw de achtergevel niet uitgebroken, want de achtergevel is intact. Met het verdwijnen van deze aanbouw is de kwaliteit van ut Oll’ndeeverse boerderijenlandschap weer wat verbeterd. Wel is destijds één stalraampje dichtgemetseld, maar de metselsteen ter plaatse kan heel eenvoudig worden verwijderd, waarna weer een stalraampje van ut Deeverse model kan worden geplaatst.

Afbeelding 1 – Achtergevel van de voormalige meubelmakerij met aanbouw – Oll’ndiever 11

Afbeelding 2 – Achtergevel van de woonboerderij zonder aanbouw – Oll’ndeever 11

Afbeelding 3 – Meubelmakerij G. Smeekes (afbeelding uit Google Streetview – opnamedatum augustus 2010)

Posted in Boerdereeje, Oll'ndeever | Leave a comment

De plakette mit de keuneginne höng in de roadsael

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 20 juni 1957 een bericht over de opening van het nieuwe gemeentehuis van de gemiente Deever an de brink van Deever (in Deever heurt een gemientehuus an de brink te stoan).
Tijdens de opening van ut neeje gemientehuus an de brink van Deever bood de commissaris van de koningin mr. Jaap Cramer namens het bestuur van de provincie Drente een fraai kostbaar kunstwerk in de vorm van een plaquette met de beeltenis van koningin Juliana aan de bevolking van de gemiente Deever aan.
Het kostbare kunstwerk heeft altijd in de raadzaal van ut gemientehuus an de brink van Deever gehangen. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wordt voor de beeldvorming verwezen naar de zwart-wit foto aan het einde van dit bericht.

De redactie stuurde op 12 mei 2020 per e-mail het volgende bericht aan de gemeente Westenveld.
Geachte heer/mevrouw
Het ligt in mijn bedoeling het krantenartikel ‘Diever heeft het prachtige raadhuis officieel in gebruik genomen’ op te nemen in een bericht in ut Deevers Archief.
Dit krantenartikel is te raadplegen in https://www.delpher.nl.
Mijn vraag betreft de foto in het genoemde artikel, waarop burgemeeester J.C. Meyboom is te zien, waarbij boven zijn hoofd een plaquette van H.M. koningin Juliana is te zien.
Ik zou graag een scherpe foto van deze plaquette bij het bericht in ut Deevers Archief willen tonen.
Ik veronderstel dat de gemeente Westerveld zuinig is op dit kostelijke stukje erfgoed van de gemeente Diever, en dat dit ergens in het raadhuis van de gemeente Westerveld een waardige plek heeft gekregen ?
Behoort het tot uw mogelijkheden mij een scherpe foto van deze plaquette te doen toekomen ?
Ik ben u bij voorbaat bijzonder erkentelijk voor de te nemen moeite.
Of zou ik langs kunnen komen om zelf een scherpe foto van dit object te maken ?
Ik verneem graag uw reactie.

De redactie stuurde op 22 mei 2020 per e-mail het volgende herinneringsbericht aan de gemeente Westenveld.
Geachte heer/mevrouw,
Ik stuurde u op 12 mei 2020 een bericht per elektronische post.
Tot op de dag van vandaag heb ik geen antwoord van u ontvangen, dit tevens inhoudende dat u aan het bericht ook geen zaaknummer heeft toegekend.
Ik wil bij deze u beleefd verzoeken mijn bericht alsnog te beantwoorden, opdat ik het betreffende krantenartikel met de enig passende illustratie kan verluchtigen en in ut Deevers Archief kan opnemen.
Ik neem aan dat bij het opgaan van de gemeente Diever in de gemeente Westenveld een inventarisatie van de overgedragen kunst, kunstzinnige voorwerpen, kunstnijverheid, enzovoort in eigendom van de gemeente Diever en daarmee eigendom van de burgers van de gemeente Diever is opgemaakt en op papier is vastgelegd en wellicht ook fotografisch is vastgelegd. Ik zou graag een kopie van die inventarisatie ontvangen.
Ik wacht in spanning uw reactie af.

De redactie stuurde op 7 juni 2020 per e-mail het volgende herinneringsbericht aan de gemeente Westenveld.
Geachte heer/mevrouw,
Ik stuurde u op 12 mei 2020 een bericht per elektronische post.
Tot op de dag van vandaag heb ik geen antwoord van u ontvangen, dit tevens inhoudende dat u aan het bericht ook geen zaaknummer heeft toegekend.
Ik wil u graag attenderen op het bericht Woar is toch die plaquette van de keuneginne eblee’m in ut Deevers Archief, waarbij het met name gaat om de aantekeningen aan het einde van het bericht.
Het is zoals raadlid E. Bergsma in het hiervoor bedoelde krantenbericht uit 1957 zegt:
De raad koestert de verwachting, dat men gaarne naar het gemeentehuis toe zal gaan en hij hoopte dat de inwoners daar geholpen worden, zoals het behoort in een democratische staat.
Ik verneem graag uw reactie.

De redactie stuurde op 30 juni 2020 per e-mail het volgende herinneringsbericht aan de gemeente Westenveld.
Geachte heer/mevrouw,
Ik stuurde u op 12 mei 2020 een bericht per elektronische post.
Tot op de dag van vandaag heb ik geen antwoord van u ontvangen, dit tevens inhoudende dat u aan het bericht ook geen zaaknummer heeft toegekend.
Ik wil u graag attenderen op het bericht Woar is toch die plaquette van de keuneginne eblee’m in ut Deevers Archief, waarbij het met name gaat om mijn aantekeningen aan het einde van het bericht van 12 mei 2020.
Ik verneem graag uw reactie.

De redactie stuurde op 2 november 2020 per e-mail het volgende herinneringsbericht aan de gemeente Westenveld.
Geachte heer/mevrouw,
Ik stuurde u op 12 mei 2020 per e-mail een bericht, inzake de verblijfplaats van de plaquette met de beeltenis van koningin Juliana, die de bevolking van de gemiente Deever bij de opening van het nieuwe gemeentehuis aan de brink van Deever op 19 juni 1957 ten geschenke heeft gekregen van het bestuur van de provincie Drente.
Ik betreur het ten zeerste dat ik tot op de dag van vandaag – ondanks enige herinneringsberichten – geen antwoord van u heb ontvangen, dit tevens inhoudende dat u aan het bericht ook geen zaaknummer heeft toegekend.
Ik wil u voor de goede orde graag attenderen op het bericht Woar is toch die plaquette mit de keuneginne eblee’m in ut Deevers Archief, waarbij het met name gaat om de aantekeningen aan het einde van het bericht.
En ik wil u voor de goede orde graag attenderen op het bericht De plakette mit de keuneginne höng in de roadsael in ut Deevers Archief. Voor de goede orde meld ik u dat de tekst van de berichten, die ik per e-mail over dit onderwerp aan u heb gestuurd, bij dit bericht zijn opgenomen.
Maar waar hangt deze plaquette nu ?
Maar hangt dit stukje Deevers erfgoed nu ?
Ik verneem graag uw reactie.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Waar is die kostbare plaquette met de beeltenis van koningin Juliana toch gebleven ? Waar is dat kostelijke stukje Deevers erfgoed toch gebleven ?
Het kan niet anders zo zijn dan dat dit kostbare kunstwerk na het gedwongen samengaan van de gemiente Deever mit de gemiente Vledder, de gemiente Dwingel en de gemiente Oavelte en de tijdelijke vestiging van het raadhuis van de gemeente Westenveld in O
avelte en de definitieve ontruiming van het gemeentehuis aan de brink van Deever, samen met andere te behouden kunstwerken zorgvuldig is opgeslagen en ná de opening van het Raadhuis van de gemeente Westenveld aan de Gemeentehuislaan in Deever een passend plekje in dit gebouw heeft gekregen !
De redactie van ut Deevers Archief heeft op 12 mei 2020 aan de gemeente Westenveld de vraag gesteld: “Waar is die kostbare plaquette toch gebleven ?”  De redactie heeft tot op de dag van vandaag ondanks herinneringsberichten geen antwoord gekregen.

Posted in Aarfgood, Gemeente Westenveld, Gemiente Deever, Kuunst | Leave a comment

Ut breefpepier van de botterfubriek van Wapse

De redactie van ut Deevers Archief is een verwoed verzamelaar van briefpapier met een mooi eigen logo van bedrijven, ondernemingen, neringdoenden en zo voort uut de gemiente Deever. De redactie wil de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het schitterende blauwkleurige breed op het briefpapier uitgemeten logo van de Coöperatieve Zuivelfabriek, Korenmalerij en Handelsvereeniging “Ons Belang” G.A. aan de tegenwoordige Ten Darperweg in Wapse niet onthouden. De fabriek gebruikte het briefpapier met dit prachtige logo in elk geval in de vijftiger jaren van de vorige eeuw.
De Nederlandse wet onderscheid drie vormen van coöperaties, deze zijn te herkennen aan de letters U.A., W.A. en B.A. achter de naam van de coöperatie.
U.A.: Uitgesloten van Aansprakelijkheid: de leden dragen niet bij in een tekort van de coöperatie;
B.A.: Beperkte Aansprakelijkheid: de leden dragen elk tot een vastgelegd bedrag bij in het tekort van de coöperatie;
W.A.: Wettelijke Aansprakelijkheid: de leden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het tekort van de coöperatie.
Achter de naam  “Ons Belang” staat echter G.A. De redactie heeft nog niet kunnen vinden wat de betekenis van deze afkorting is.
G.A. = Geen Aansprakelijkheid ? G.A. = U.A. ?
Of G.A. = Gedeeltelijke Aansprakelijkheid ? G.A. = B.A. ?
Of G.A. = Gedeelde Aansprakelijkheid ? G.A. = W.A. ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier uitsluitsel over geven ?
Voor de tekening van de Wapser zuivelfabriek in het logo heeft de ontwerper van het logo ongetwijfeld gebruik gemaakt van een foto. De redactie zou graag in het bezit komen van een goede scherpe scan van deze foto, teneinde deze bij dit bericht op te nemen.
In ut Deevers Archief is wel een afbeelding van een ansichtkaart van de Wapser melkfabriek uit maart 1968 te vinden.
De redactie weet van de melkproducerende boeren in Deever, Kalter’n, An de Deeverbrogge, Oll’ndeever en Wittelte wel welk melkbusnummer (leveranciernummer) zij hadden. De redactie zou ook graag van de Wapser boeren die melk leverden aan de Wapser zuivelfabriek hun naam en hun melkbusnummer (leveranciernummer) willen weten. Wie van de op het verleden van Wapse georiënteerde zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kunnen de redactie informeren over deze melkbusnummers ?
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van het pand, waarin de Wapser zuivelfabriek was gevestigd, gemaakt op donderdag 26 april 2018.


Posted in Süvelfubriek Wapse, Wapse | Leave a comment

De olde braandkoele an de Peperstroate in Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft al heel lang veel belangstelling voor gegevens van gedempte braandkoel’n in de olde gemiente Deever en deelt zijn vorderingetjes dienaangaande graag met de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens -hopelijk ook foto’s- van olde braandkoel’n in de gemiente Deever en is bereid deze te delen met de redactie van ut Deevers Archief  ?

Een notitie van het college van burgemeester en wethouder van de gemiente Deever, de dato 31 december 1941, nota bene in de Tweede Wereldoorlog, vermeldt het volgende.
De aan de Peperstraat in Diever liggende brandkuil is eigendom van de gemeente Diever, kadastraal bekend sectie B, no. 2585 en heeft een oppervlakte van -.-.63 hectare. Hij wordt begrensd:
– ten noorden door de Peperstraat;
– ten zuiden door een tuin, sectie B, no. 2380, van Lambertus Schoemaker, kantoorhouder der Posterijen te Diever;
– ten westen door huis en erf, sectie B, no. 2736, van Vennootschap onder de firma A. Kuiper en Zoon, gevestigd te Diever;
– ten oosten door huis, werkplaats en erf, sectie B, no. 2116, van Albert Kloeze Sr., smid te Diever. 

De gedempte braandkoele an de Peperstroate vertegenwoordigde voor de gemiente Deever begin 1942 geen direct gebruiksbelang. Daarom wilde de gemiente Deever het kleine stukje grond van 63 centiare van de voormalige braandkoele wel verpachten en deelde dit schriftelijk mee aan de aanwonenden Lambertus Schoemaker, Albert Kuiper en Albert Kloeze.
Postkantoorhouder Lambertus Schoemaker wilde het stukje grond niet pachten, maar wel kopen. Bakker Albert Kuiper liet niks van zich horen en smid Albert Kloeze wilde het stukje terrein van 63 m² wel pachten.
Smid Albert Kloeze werd ingaande 1 januari 1942 tot wederopzegging voor f. 10 per jaar de pachter van het perceeltje grond van de gedempte braandkoele an de Peperstroate.

De redactie heeft bijgaande kleurenfoto op 2 januari 2017 staande in de Peperstroate gemaakt. Het had die dag een beetje gesneeuwd. Ongeveer op de plaats van de olde braandkoele tegenover de witgekalkte drogisterij van Koopman stond op 2 januari 2017 een groene container. Het kan zijn dat de olde braandkoele iets voorbij de groene container en enig meters links van de op de foto zichtbare straatkolk lag. Enig onderzoek in ut olde archief van de gemiente Diever zou uitsluitsel kunnen geven.

In het kader van het onderbestratingswerk Deever op Drift van de straten van ut olde Deever dat in 2019-2020 miljoenen belastingeuro’s heeft gekost, zal het straatbeeld van de Peperstroate ter plekke van de olde braandkoele geheel zijn veranderd. De redactie zal te zijner tijd en zeker niet met geschwinde spoed en zeker ook niet in gestrekte draf een nieuwe serie foto’s van de Peperstroate maken en één daarvan toevoegen aan de hier getoonde inmiddels toch wel al een beetje geschiedkundig waardevolle foto.

Posted in Aarfgood, Alle Deeversen, Braandkoele, Peperstroate, Verdwenen object | Leave a comment

To leporello or not to leporello, that’s no question

In de webstee Brinkenplan – Diever op Dreef van de gemeente Westenveld is in de lijst van vastgestelde documenten een document met de uiterst merkwaardige en ongemakkelijke naam Leporello te vinden.
Dus gauw even het woord ‘leporello’ in een zoekmachine voor het wereldwijdeweb gestopt. En wat blijkt. Een leporello of leporello-album of harmonikaboek is een drukwerk dat in meerdere slagen zigzag is gevouwen. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan in het wereldwijdeweb meer gegevens vinden over het leporello-album.
Het harmonicaboek van het Brinkenplan – Diever op Dreef is geen op drift geraakt en gevouwen harmonicaboek, maar een colofonloos nep-harmonica-boek, zeg maar een gewoon digitaal document van veertig bladzijden, dat is volgekalkt, volgebrald, volgebrabbeld en volgewauweld met lulkoekteksten. In dit bericht is het voorblad van het nep-harmonicaboek opgenomen.
Maar wat is de bedoeling van het nep-harmonicaboek ? Wat willen de schrijvers met het document bereiken ? Voor wie is het geschreven ? Voor De Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Ontzettende Gelijk Van De Gemeente Westenveld ? Voor Jan Met De Pet ? Voor The Happy Few ? Voor de promotie van Dieverse neringdoenden ? Voor de nietsvermoedende weinig te besteden hebbende dagjesbezoeker ? Krijgt elke belastingbetalende inwoner van de olde gemiente Deever een papieren exemplaar thuis gestuurd ? Of krijgt elke koper van een kaartje voor het Openluchtspel een papieren exemplaar ?
Het harmonicaboek heeft niet de Nederlandse titel Diever De Plaats Om Te Zijn, ook helaas niet de Deeverse titel Diever Doar Moei Weed’n, maar helaas wel de Engelse anti-titel Diever The Place To Be Or Not To Be. Je zou bij zo’n snorkerig document met een Engelse titel toch op zijn minst de niet erg originele, maar wel positieve titel Diever The Place To Be verwachten, maar nee, nee, het Shakespearitis-virus dwingt tot het dogmatisch wauwelen van citaten van Shakespeare.
Diever The Place To Be zou zijn een hedendaagse mislukkerige kloon van de echte olde Deeverse gouden reclamespreuk: Ga Liever Naar Diever. Rather Go To Deever, And If You Go A Little Further, You Will Arrive In Vledder, And If You Go Back A Bit, You Will Arrive At Deeverbridge. Ga liever naar Diever, ga je een eindje verder, dan kom je in Vledder, ga je een eindje terug, dan kom je in Dieverbrug.

 

Posted in Deever, Shakespearitis | Leave a comment

Echte slietpaed’n slingert over de brink van Deever

In het geïllustreerd familieweekblad voor Groningen en Noord-Drenthe ‘Het Noorden in woord en beeld’ verscheen op 8 januari 1932 in jaargang 7, 1931-1932, nummer 42 op bladzijde 12 een sepiakleurige foto van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw aan de brink van Deever en een deel van de brink van Deever.
Aan de linkerkant van de sepiakleurige foto is het hek voor de pastorie van de hervormde geloofsgemeente van Deever en het gietijzeren hek voor het gemeentehuis van de gemiente Deever te zien.
Meer naar rechts zijn de witte glint’n um de braandkoele op de brink te zien. Duidelijk is ook te zien dat over de brink een sloot naar de braandkoele loopt.
Om de kaarketuun of de kaarkhof om het kerkgebouw van de hervormde geloofsgemeente stond gelukkig nog een hek.
Aan de rechterkant achter het kerkgebouw is nog net het oude pand van bakker Albert Kuiper te zien.
Over de brink van Deever en de kaarketuun van het kerkgebouw slingeren nog echte slijtzandpaden, die ontstonden gewoon in veel belopen richtingen.
De redactie heeft de kleurenfoto (afbeelding 1) gemaakt op maandag 8 juni 2020.
De redactie heeft de kleurenfoto (afbeelding 2) gemaakt op vrijdag 28 november 2020.
In het kader van het miljoenen belastingeuro’s verslindende gemeentelijke onderbestratingswerk met de snorkende naam Deever op Drift moest ook de brink van Deever het ontgelden en is in 2020 een volstrekt overbodig onslijtbaar nostalgetisch noodgedwongen om een boom slingerend nepslijtpad van een of ander soort van gemalen dakpannen gemengd met een raar soort bindmiddel tussen opsluitbanden over de brink van Deever aangelegd.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Brink, Deever | Leave a comment

Woar is die plakette mit de keuneginne eblee’m ?

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 20 juni 1957 een bericht over de opening van het nieuwe gemeentehuis van de gemiente Deever an de brink van Deever (in Deever heurt een gemientehuus an de brink te stoan).
Tijdens de opening van ut neeje gemientehuus an de brink van Deever bood de commissaris van de koningin mr. Jaap Cramer namens het bestuur van de provincie Drente een fraai kostbaar kunstwerk in de vorm van een plaquette met de beeltenis van koningin Juliana aan de bevolking van de gemiente Deever aan.

Van krotbewoner tot patriciër
Diever heeft het prachtige raadhuis officieel in gebruik genomen
De raad van de gemeente Diever nam in het jaar 1840 het besluit om in de kom van Diever een nieuwe school te bouwen voor de som van f. 1450,-, waarvan de helft voor rekening van het rijk kwam. In het jaar 1874 werd het gebouw als school afgekeurd, omdat er blijkbaar te veel kinderen kwamen, waarna een verbouwing volgde. De helft van de verbouwde school werd ingericht als gemeentehuis, de andere helft werd woning voor de vroedvrouw. Nog later vestigde de dokter van Diever zich in deze woning en daarna de plaatselijke schoenmaker, die het tot 1939 volhield…… Vervolgens werd het hele gebouw ingericht als gemeentehuis, uitgezonderd één kamer en toen op een gegeven moment de raadzaal moest worden ingericht als onderkomen van de nieuwe brandspuit, bleef de raad slchts één kamer meer over om te vergaderen. Het geheel werd bouwvallig, het was eigenlijk een schande dat hier het hoogste gezag van de gemeente Diever was gevestigd.
Dit vertelde de burgemeester van Diever, de heer J.C. Meyboom tijdens de offiële bijeenkomst, die gisteren in de raadzaal van het nieuwe gemeentehuis werd gehouden in verband met de ingebruikneming van dit fraaie gebouw.
Het gemeentebestuur van Diever is van krotbewoner patriciër geworden, aldus de Commissaris der Koningin in Drenthe mr. J. Cramer, in zijn openingsrede. Het oude onderkomen leek op veel, maar allerminst op een gemeentehuis. Het was zelfs geen prehistorisch monumentje dat waard was in het museum van Schoonoord bijgezet te worden.

Symbool van veranderde positie
Mr. Cramer verheugde zich er voorts over, dat de provincie Drenthe een verdere stap doet in de goede richting. Drenthe is de enige provincie die een goede eeuw geleden nog geen gemeentehuizen bezat. Café’s verschaften burgemeeester, B. en W., ambtenaar van de burgerlijke stand, de raad, enzovoort huisvesting en in 1880 schreef de secretaris van Emmen bijvoorbeeld in de notulen, dat de raad van de wenselijkheid van een gemeentehuis overtuigd is. Zoals thans de lokaliteit is, kan het niet blijven, zo staat in deze notulen vermeld. Ook de geest destijds verzich zich er hoe langer hoe meer tegen, dat gemeentehuizen worden gehouden in gebouwen waar sterke drank wordt geschonken. Honderden guldens, die anders op nuttiger wijze zouden kunnen besteed, worden nu min of meer gedwongen aan Bacchus geofferd. Zo was het in Emmen, zo was het overal.
De opening van dit gemeentehuis is echter niet alleen een mijlpaal in de geschiedenis van de huisvesting. De opening van dit moderne plattelandsgemeentehuis symboliseert de veranderde positie, die het gemeentebestuur en de gemeenteadministratie tegenwoordig innemen. Deze mijlpaal kan het beste gemarkeerd worden, aldus spreker door de begroting van Diever van 1857 te vergelijken met die van 1957. De raming van de totale begroting in 1857 bedroeg f. 2420,87½, waarvan f. 300 voor de jaarwedde van de burgemeester, f. 225 voor de secretaris, f. 100 voor de ontvanger, huur gemeentehuis f. 30, onderhoud wegen f. 30. Thans is de totale raming f. 291.610,31.

Mijlpaal
Natuurlijk is de waarde van het geld een andere dan in 1857, maar wat de begroting van 1957 in vergelijking met die van 1857 tot een mijlpaal stempelt is, dat het gemeentebestuur van thans meer is dan een administratief begrip en hoeder van de openbare orde en veiligheid.
Het veld der bemoeienissen van de gemeente, ook van plattelandsgemeenten, is nu een ander dan dat van 1857, het is uitgebreid en geïntensiveerd. In de gemeentebegroting weerspiegelt zich de veranderde instelling van gemeentebestuur en administratie ten aanzien van de burgers. Daarom is er reden om vandaag verheugd te zijn, aldus spreker.
Het nieuwe gebouw is een mijlpaal in het gemeentelijk bestel, omdat het onze gedachten richt naar de toekomst van de gemeente en de gemeentelijke samenleving. Een mijlpaal richt de gedachten ook op de weg die nog moet worden afgelegd, de bemoeienissen van het gemeentebestuur nieuwe stijl.

Agrarisch fundament verstevigen
Mr. Cramer herinnerde aan het officiële bezoek dat hij verleden jaar aan Diever had gebracht en waarbij tijdens de besprekingen met het college van B. en W., de raad en de agrariërs sterk naar voren kwam, dat Diever was, is en zal blijven een overwegend agrarische gemeente met twee hoofdproblemen: de ontwatering en de ruilverkaveling. Het zal niet lang meer duren of het vraagstuk van de waterbeheersing zal praktisch voor de gehele gemeente Diever opgelost zijn. Daarmede is men er evenwel niet, want de ruilverkaveling nieuwe stijl zal voor grotere delen van de gemeente aangevraagd dienen te worden, dan thans het geval is. Het gemeentebestuur nieuwe stijl kan ook op dit gebied initiatieven ontwikkelen, maar het is gelukkig nog zo, dat hier sprake zal moeten zijn van een samenspel tussen gemeente, rijk, provinciale diensten en agrariërs. Moge van deze dag een appèl uitgaan om het agrarisch fundament dezer gemeente steeds meer te verstevigen.

Veluwe van Drenthe
Diever is rijk met natuurschoon begiftigd en kan in recreatief opzicht dan ook een belangrijke rol spelen. Met 35 procent bos in Diever de bosrijkste gemeente van Drenthe. Wat evenwel belangrijker is, door zijn gevarieerdheid en uitgestrektheid heeft het recretief gebied van Diever een hoge recreatieve waarde. Deze gemeente wordt niet ten onrechte ‘de Veluwe van Drenthe’ genoemd, aldus de commissaris.
Dit rijke bezit is een kapitaal, waarmede gewoekerd moet worden, terwille natuurlijk van de Dieverse bevolking zelve, maar ook terwille van de honderdduizenden medeburgers, die in huizenblokken, fabrieken en kantoren het grootste deel van hun leven doorbrengen. Vacantie houden is voor hen geen luxe, maar een sociaal-hygiënische en sociaal-culturele noodzakelijkheid. Een rijk veld van activiteiten ligt voor ons. Moge het gemeentebestuur in samenwerking met V.V.V. en provinciale diensten in staat zijn de vakantierecreatie op een rustige en stijlvolle wijze te stimuleren.

Begrip in Nederland
De naam Diever is een begrip in Nederland geworden door de Shakespeare traditie; mogen andere manifestaties op sociaal, cultureel en geestelijk gebied in Diever eenzelfde hoogte bereiken, de bevolking tot zegen.
Terugkerende tot het gebouw, dit zal huisvesting bieden aan de raad, B. en W. en het gemeentelijk personeel, maar ook aan de bevolking, aldus spreker. Er is immers een publieke tribune. Moge die in de toekomst steeds goed bezet zijn door inwoners van Diever, want dit zal een barometer zijn van de belangstelling voor de publieke zaak. De middelen zijn beperkt, de wensen onbeperkt. Diever is thans zo gelukkig dat de ’top-wens’ vervuld is. Spreker bood daarom de hartelijke gelukwensen aan en uitte de hoop, dat dit nieuwe gebouw een waarlijk tehuis mag zijn voor hen die er dagelijks werken en voor hen, ten behoeve van wie de arbeid geschiedt.
Daarna verhieven de aanwezigen zich van hun zetels, waarna door mr. Cramer een nog achter een oranjedoek verscholen prachtige plaquette met de beeltenis van H.M. Koningin Juliana werd onthuld.

De kritiek zwijgt
De heer E. Bergsma sprak daarna namens de raad. Hij herinnerde er aan dat dit raadhuis vele jaren ‘in de pen’ is geweest. In 1946 werd reeds een aanvang gemaakt met de besprekingen. Van het oude gebouw deugde dan ook niets anders meer dan de plaats. Veel is er over gediscussieerd en vandaag kon de wens dan worden gerealiseerd. De kritiek zwijgt bij het zien van dit nieuwe gemeentehuis, maar de gemeente heeft hier recht op. Spreker noemde in dit verband de familie Meyboom, die zeer veel voor de totstandkoming van dit gebouw heeft gedaan en wij als raadsleden kunnen ons voorstellen, dat burgemeester Meyboom deze dag een van de belangrijkste in zijn carrière acht. Daarmede wilde spreker hem dan ook gelukwensen. De raad koestert de verwachting, dat men gaarne naar het gemeentehuis toe zal gaan en hij hoopte dat de inwoners daar geholpen worden, zoals het behoort in een democratische staat.
Tenslotte hield burgemeester Meyboom een rede waarin hij in het bijzonder de Commissaris der Koningin dank zegde voor de officiële opening en aan allen die mee hebben gewerkt aan de totstandkoming van het nieuwe gemeentehuis, dat onder architectuur van de heer J. Boelens Kzn. te Assen is gebouwd.

Bijschrift van de foto rechts boven
Burgemeester J.C. Meyboom gaf een overzicht van de totstandkoming van het nieuwe gemeentehuis, nadat de Commissaris der Koningin, mr. J. Cramer de plaquette van H.M. Koningin Juliana had onthuld.

Bijschrift bij de foto rechts onder
Mr. J. Cramer, Commissaris der Koningin en burgemeester Meyboom, bezichtigen de schilderijenexpositie die op de ‘cultuurzolder’ van het nieuwe gemeentehuis van Diever is ingericht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De kostbare plaquette heeft altijd in de raadzaal van het gemeentehuis an de brink van Deever gehangen. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wordt voor de beeldvorming verwezen naar de afbeelding van het krantebericht  aan het einde van dit bericht. Waar is die kostbare plaquette toch gebleven ? Waar is dat kostelijke stukje Deevers erfgoed toch gebleven ?
Het kan niet anders zo zijn dan dat dit kostbare kunstwerk na het gedwongen samengaan van de gemiente Deever mit de gemiente Vledder, de gemiente Dwingel en de gemiente Oavelte en de tijdelijke vestiging van het raadhuis van de gemeente Westenveld in O
avelte en de definitieve ontruiming van het gemeentehuis aan de brink van Deever, samen met andere te behouden kunstwerken zorgvuldig is opgeslagen en ná de opening van het Raadhuis van de gemeente Westenveld aan de Gemeentehuislaan in Deever een passend plekje in dit gebouw heeft gekregen !
De redactie heeft op 12 mei 2020 aan de gemeente Westenveld de vraag gesteld: “Waar is die kostbare plaquette toch gebleven ?”  De redactie heeft tot op de dag van vandaag ondanks herinneringsberichten geen antwoord gekregen.
De afgebeelde zwart-wit ansichtkoate van ut gemientehuus an de brink van Deever is in oktober 1957, een paar maanden na de opening van het gemeentehuis, uitgegeven door JosPé in Arnhem. De ansichtkoate was te koop bij boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever.
De redactie heeft de kleurenfoto gemaakt op woensdag 6 november 2019 gemaakt.

Posted in Ansigtkoate, Gemiente Deever, Gemientehuus, Kuunst | Leave a comment

Over de stee van de wieserplaet’n teeg’n de toor’n

De redactie van ut Deevers Archief publiceerde in het papieren blad Opraekelen, jaargang 8, nummer 4, december 2001, van de langzaam induttende heemkundige vereniging uut Deever voor de zeer gewaardeerde lezers van dit blad het bericht ‘Over de plaats van de wijzerplaten tegen de toren van Diever’. Nu papieren bladen in het snelle digitale tijdperk steeds meer uit de tijd raken en steeds minder worden gelezen, is de tijd aangebroken dit bericht naast vele andere door de redactie gemaakte berichten voor het papieren blad Opraekelen aan de vergetelheid te ontrukken en wereldwijd bereikbaar te maken door deze in zijn geheel en waar nodig aangepast in ut Deevers Archief op te nemen. Ten voordeele van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.

Over de plaats van de wijzerplaten tegen de toren van Diever
Als de redactie foto’s en prentbriefkaarten van de Nederlandse Hervormde Kerk van Deever bekijkt, dan valt het direct op dat vòòr de grote restauratie van het bouwwerk in de vijftiger jaren van de vorige eeuw de wijzerborden tegen de toren boven de galmgaten zaten en na de restauratie naast de galmgaten. De redactie heeft zich als heel lang afgevraagd waarom dat zo is gekomen.
Totdat de redactie enige tijd geleden op het idee kwam bij de Koninklijke Eijsbouts, voorheen de Nederlandse Fabriek van Torenuurwerken B. Eijsbouts C.V., in Asten gegevens op te vragen over de quasimodo in het voormalige gemeentehuis van Deever. Dit bedrijf stuurde welwillend copieën van correspondentie met de gemiente Deever uit 1955 en 1956, waaronder ook een copie van een document over de plaats van de wijzerplaten tegen de toren van de Nederlandse Hervormde Kerk van Deever.
Het door een vertegenwoordiger van Eijsbouts opgestelde document ‘Bemerkingen omtrent de plaats van de wijzerplaten of cijferringen tegen de toren te Diever’ gericht aan burgemeester en wethouders van de gemiente Deever luidt als volgt:
Bezwaren tegen de vroegere plaats (boven de galmgaten, redactie) van de wijzerplaten:
a. Bij de restauratie is gebleken dat achter de thans verwijderde wijzerborden van oorsprong een hoger doorlopende spitsboog van de galmgaten is weggewerkt. Aan één zijde is de oorspronkelijke toestand terug te vinden. Het herstel van deze bogen in oorspronkelijke toestand zal wel de wens van Monumentenzorg zijn. In dat geval is er geen plaats meer voor de wijzerborden, daar de ruimte tussen boog en dakrand slechts 90 cm bedraagt. Een wijzerbord van 90 cm rond of vierkant tegen deze toren is beslist te klein en dan is het beter geen tijdsaanwijzing aan te brengen.
b. De bereikbaarheid der borden van buitenaf en van de verbindingen binnen is ongelukkig. Voor het onderhoud is dit een betrekkelijk bezwaar, daar bij opnieuw vergulden een leidekker nodig is voor het afhalen van de borden.
c. Deze plaats is echter beslist af te raden als elektrische verlichting van de tijdsaanwijzing wordt verlangd, daar het onderhoud van de verlichting (vervangen lampjes) dan zeer moeilijk en zeer kostbaar wordt.

Een andere plaats tegen de torenmuur is denkbaar, bijvoorbeeld op de hoeken of onder de galmgaten. Op de hoeken wordt de bereikbaarheid nog slechter dan in het midden. Onder de galmgaten is de tijdsaanduiding slechts voor enkele omwonenden van nut en dan nog in de zomerdag verscholen achter de omstaande bomen.

Voordelen bij plaatsing van de cijferringen tegen de spits zijn:
a. De cijferringen worden prima bereikbaar via thans te maken luiken van circa 40 x 50 cm in de torenspits, welke nu onder de wijzeras gemakkelijk kunnen worden aangebracht.
b. De cijferringen kunnen groter worden uitgevoerd, namelijk met een diameter van ongeveer 1,70 meter in plaats van 1,40 meter, bij een zo groot mogelijke duidelijkheid van goud tegen een leien achtergrond.
c. De verbindingen met het uurwerk in de toren zijn daardoor ideaal op te stellen en vanaf een ideale plaats bereikbaar, namelijk de vloer (aanzet) van de spits, dus niet als thans juist boven de zware houten klokkenstoel.
d. Een hogere plaats en daardoor een hoger nuttig effekt voor de gehele gemeente.

Uiteindelijk werden de vier wijzerborden met de roodkoperen cijferringen van 1,70 m diameter na overleg met Monumentenzorg niet boven de galmgaten, niet onder de galmgaten, niet tegen de spits en niet op de hoeken geplaatst, maar net naast de galmgaten, vanwege het voordeel van een gunstige plaats in de toren van de verbinding van de wijzers met de aandrijfmotor en het voordeel van de grotere wijzerborden. Zo konden ook de doorlopende spitsbogen van de galmgaten weer in het zicht komen. De cijferringen werden voorzien van elektrische verlichting.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie wil in ut Deevers Archief graag veel aandacht besteden aan getekende en geschilderde afbeeldingen van alle kerken in de voormalige gemiente Deever. Eigenaren van dergelijke afbeeldingen worden verzocht zich bij de redactie te melden.
In het artikel wordt de vakterm quasimodo gebruikt. De quasimodo in het gemeentehuis aan de brink van Deever was een instrument voor het bedienen van de torenklokken, het torenuurwerk en de klokken in het gemeentehuis.
Bij het bericht in het papieren blad Opraekelen zijn de drie volgende afbeeldingen opgenomen.

Afbeelding 1
Deze afbeelding stond in het artikel ‘Er staat een kerk op instorten!’ in het christelijke weekblad ‘de Spiegel’ van 23 juli
1955. Het kerkgebouw bevond zich vlak voor de grote restauratie inderdaad in een zeer slechte toestand.
Bij de afbeelding stond de volgende tekst:
Dit is de kerk van Diever, die op instorten staat. Aan de dakrand en vlak bij de toren zijn duidelijk de gaten te zien., terwijl op de voorgrond een dichtgemetseld raam herinnert aan de eerste helft van de 17de eeuw, toe de kerk na eeen brand werd ‘vertimmerd’.
Duidelijk is
te zien dat het zichtbare wijzerbord boven het galmgat zit.
Op de afbeelding
, met links de woning van Aaltje Koning, weduwe van Hendrik Koning, is in elk geval te zien dat het bouwvallige linker deel (het achterste huis) van de woning van de weduwe Aaltje Koning toen nog niet was gesloopt.


Afbeelding 2
Op 14 juli 1980 bood de heer F.H.A. Michon (links op de elders in ut Deevers Archief aanwezige foto), voorzitter van de Schilderskring Diever, ter gelegenheid van haar eerste expositie in de Nederlands Hervormde kerk van Diever, een schilderij van een van haar leden (wie ?) aan dominee S. Glazenburg (rechts op de elders in ut Deevers Archief aanwezige foto) aan, die het op zijn beurt overdroeg aan de kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde kerk. Het schilderij moet na 1957 zijn gemaakt want de wijzerborden zijn rechts van de galmgaten geschilderd.

Afbeelding 3
De  kleurenfoto van het kerkgebouw van de Nederlands hervormde geloofsgemeente in Deever en de gemeentelijke toren an de Brink van Deever is in de zomer van 1967 gemaakt. Deze foto is afgebeeld op een ansichtkaart. De redactie weet niet welke neringdoende in Deever de kaart heeft verkocht. De redactie weet ook niet wie de maker van de foto voor de ansichtkaart is.

Posted in Ansigtkoate, Kaarke an de brink, Toor'n an de brink | Leave a comment

Peter van Tiel saat ok in ‘de Eikenhorst’ an de Gowe

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 10 september 2017 bijgaande reactie van de heer Peter van Tiel, die in de jaren 1962/1964 verbleef in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe. Hij wil graag in contact treden met oude bekenden uit die tijd. Als een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief zich de heer Peter van Tiel nog herinnert, dan wordt deze persoon uitgenodigd te reageren op dit bericht.

Ik ben Peter van Tiel.
Graag zou ik nog in contact willen komen met de jongens van het internaat aan de Geeuwenbrug.
Zelf zat ik in het kamp ‘de Eikenhorst’ in de jaren 1962/1964.
Ik woonde toen in Middelburg.
Ik zou het geweldig vinden als ik wat oude bekenden van toen zou kunnen spreken.
Ook om oude herinneringen op te kunnen halen.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Schor getoeter over de someroam’dheide

Arnold Izaäk Kan Junior is geboren op 26 juni 1871 in Heerjansdam. Hij is overleden op 17 juli 1946 in Velp. Hij promoveerde in 1901 op het onderwerp “Ludwig Feuerbach in zijn verhouding tot de Christelijke Zedenleer”. Hij was tot 12 oktober 1905 hervormd predikant in Boijl (Buil) in Friesland. Hij vertrok vanuit Boijl (Buil) naar Assen.
Arnold Izaäk Kan Junior is de schrijver van de geldbedel-publicatie “Uit verre eenzaamheid”, waarvan de tekst in dit bericht in zijn geheel is weergegeven. In deze publicatie beschrijft Arnold Izaäk Kan Junior de totstandkoming van het kerkje van de ‘Vereniging tot behartiging van Godsdienstige belangen der Hervormden’ op Zorgvlied-Wateren. Lezers werden ten zeerste uitgenodigd geld te geven voor de bouw van het kerkje van de ‘Vereniging tot behartiging van Godsdienstige belangen der Hervormden’. Meer gegevens over Arnold Izaäk Kan Junior zijn te vinden in het boek Encyclopedie van Drente.

Uit verre eenzaamheid (Drente).

Inleiding.
De ondergeteekenden gevoelen zich gedrongen, U te vragen: “Och, lees even dit treffend boekske door !” Het werd door broeder Arnold Izaäk Kan Junior, predikant te Boijl (Weststellingwerf), uit den drang zijns harten geschreven. Het spreekt van hoogst-ernstige, doch ook van hoogst-heerlijke dingen. Het zal u zeggen, hoe fel de zonde woedt, maar ook hoe machtig Gods genade werkt. En als gij er door getroffen, in u de begeerte voelt ontwaken om voor het zendingswerk op dit plekje in ons vaderland iets te doen, dan zijn ondergeteekenden zeer gaarne bereid, Uwe gave in ontvangst te nemen. “Laat ons maar werken, zolang het dag is !”
Dit zij het doel, waarnaar gij streeft
Eens aan den eindpaal uwer wegen
Te mogen denken: “neen ‘k heb niet vergeefs geleefd
Ik was gezegend en tot zegen.”
Amsterdam, October 1904.
Dr. J.Th. de Visser, Keizersgracht 451.
Dr. J.J. van Noort, Nassaukade 82.
Dr. P.A. Klap, Sarphatipark 77.
W. J. Wellensiek, Johannes Verhulststraat 57.

De Dieversche heide.
Na een prachtigen Augustusdag ging de zon onder, en de schaapsherder van Wateren, keerde met zijn kudde terug van de Dieversche heidevelden.
De Drentsche “scheper” is niet meer de man van vroegere tijden, toen menigmaal duizend schapen aan zijn hoede waren toevertrouwd. De nieuwe tijd met practische uitvindingen ook ten bate van onze boeren, heeft de vroeger onmisbare schapenmest minder noodig gemaakt. Velen schaffen hun kudden af, en men leert uit de “Veldpost” of uit andere bladen, of van zijn buurman, hoe men met chilisalpeter en kainiet de stugge heide kan omtooveren in vruchtbaar bouw- en weiland.
Maar – gelukkig voor de poëzie van ons landleven – er zijn hier nog schapen en een schaapskooi, die het terrein zoo teekenachtig maken. Er klinken nog schapebellen, die de stilte op de heide breken, wij hebben nog een poëtischen schaapherder.
In Oosthoorn, zoo vertelt ons Ulfers, was een schaapherder in dienst van één boer. Zo is het bij ons niet. Éen scheper past hier op bijna al de schapen van Wateren, die hun voedsel in de heide moeten vinden. Dat zijn de “drenten”. De friesche schapen, die iedere boer en arbeider houdt, blijven bij huis of op het weiland met beter voedsel om veel melk te geven. De “drenten” worden niet om de melk gehouden en behoeven het dus niet zóó goed te hebben !
Laat in den morgen, als de dauw is opgetrokken, gaan zij naar de heide. Tegen zonsondergang hoort gij een schor getoeter. Men zegt u, dat dit het sein is dat de scheper geeft om de terugkomst aan te kondigen en gij vindt dit getoeter opeens idyllisch. Nu moeten de staldeuren openstaan, de schapen zijn in aantocht, en ieder dier kent en vindt zijn eigen stal, zonder dat iemand behoeft te geleiden.
Wat geeft meer stemming – het schor getoeter over de zomeravondheide – of orchestmuziek in een opgepronkte concertzaal met kunstlicht ?

Toen ik de laatste keer het sein van den scheper hoorde, waren wij juist op weg naar de ouderwetsche dorpsherberg van Wolter Benthem. Wij vonden de dochters op de bank vóór het huis, de lage gelagkamer reeds nagenoeg gevuld met mannen en vrouwen en groote kerkboeken. De boeken echt oud en veel gebruikt door ouders en grootouders, maar misschien door de tegenwoordige bezitters helaas hoofdzakelijk als familieantiquiteit bewaard. Immers kerkgaan is hier geen mode meer. Maar voor dien avond waren de boeken weer eens uit de kast gehaald, want er was een bode rond geweest om aan te zeggen, dat er weer preek en vergadering zou wezen bij Wolter Benthem. En de gelagkamer werd voller. Het jongvolk kwam ook binnen, en meer mannen en vrouwen, tot alle stoelen en banken bezet waren.
Wat was het heerlijk voor mij, daar in die herberg te mogen preeken over den goeden Herder, den Heiland, die innerlijk met ontferming bewogen was over de schare, die vermoeid en verstrooid was ….
Na de preek ging het jongvolk naar huis door den maneschijn, en de vrouwen ook. Maar de mannen stopten hun pijpen en kregen koffie.
En even ernstig en waardig als dit de Oosthoornsche boeren zouden doen, werd er nu vergadering gehouden en werden plannen gemaakt. Want hoe gezellig wij het ook vinden in de landelijke herberg aan den rand van de heide, toch zouden wij liever samen komen in een kerkje, waar dan ook de catechisaties konden gehouden en waar ruimte was voor onze kerstfeestviering om den boom.
Gelukkig schijnt dat verlangen naar een kerkje niet lang meer op vervulling behoeven te wachten. Wij hebben tenminste op dien avond na de preek, al heel wat plannen gemaakt. De dagen werden verdeeld, en bepaald, wanneer telkens een vijf- of zestal mannen de fondamenten uitgraven, en zand zouden kruien; en wanneer de boeren paard en wagen zouden beschikbaar stellen; en welken arbeider als polderjongen reeds met de juiste wijze van graven bekend was, en dus leiding kon geven aan het werk.

’t Was op dien Augustusavond waarlijk niet voor de eerste maal, dat wij daar op die plaats tot dat doel samenkwamen. Wij hadden dit verleden winter, vóór de drukke veldarbeid begon, reeds meermalen gedaan. Ja, daar was in de omgeving van Zorgvlied-Wateren al heel wat gebeurd op maatschappelijk en geestelijk gebied, vóór wij over durfden te gaan tot het uitgraven van de kerkfondamenten.
Toen eenige tientallen jaren geleden slechts een paar Hervormde huisgezinnen in Zorgvlied-Wateren woonden; toen de bevolking nog zóó gering was, dat, bij gebrek aan een eigen school, de kinderen dagelijks uren mochten loopen door het heidezand naar Diever; toen ongeloof en onverschilligheid bij de arbeidende bevolking meer en meer ingang vond, wie zou toen in Zorgvlied-Wateren verlangd hebben naar een evangelieprediking, en wie droomde toen van een Hervormd bedehuis in dit afgelegene, eenzame hoekje van de heide ? Hoe is dat alles zoo wonderlijk anders geworden ? Hoe is er een villadorpje en een toenemende boerenbevolking gekomen op de plaats, vanwaar nauwlijks een halve eeuw geleden op uren afstand geen straatweg te bereiken was ?

Bovenal langs welke paden heeft Gods Geest de harten geleid van zoo velen Zijner kinderen, die jaren lang zonder Hem geleefd hebben, maar die nu belangrijke offers willen brengen, opdat zij geregeld de prediking des Evangelies zouden kunnen horen ?
Gaarne wil ik U daarvan vertellen, zooveel mij daarvan bekend is geworden.
In hoofdzaak maak ik daartoe gebruik van de mededeelingen, aan welke in den vorm van een paar courantenartikeltjes, eenige maanden gelden door de redacties van de Nederlander en de Kerkbode welwillend plaatsing werd verleend.
Langs de grens van den Zuid Oost hoek van Friesland, strekt zich in Drente een groote heidevlakte uit, die omringd wordt door de dorpen Vledder, Diever en Hooger Smilde, en aan den Frieschen kant begrensd door Boijl, Elsloo en Appelscha.
Daar in die heidevlakte is in de laatste halve eeuw een nieuw dorp ontstaan. Een oase in een echte woestijn. De Gelderse heidevelden hielden, met hun heuvels, een veelzijdige afwisseling, wanneer men ze vergelijkt met die vlakke Drentsche eenzaamheid. Maar midden in dat stuk kale oneindigheid staan nu bosschen en huizen een een school, ja zelfs een paar villa’s. ’t Is Zorgvlied-Wateren, een nieuw dorp.

Ieder heeft wel eens gehoord van de Maatschappij van Weldadigheid, maar niet ieder weet, dat haar gebied zich vroeger veel verder uitstrekte dan thans. Tegenwoordig spreekt men hier van de kolonies Willemsoord, Frederiksoord en Boschoord, de laatste op sommige kaarten nog vermeld met den ouden naam Kolonie 7. In vroegere jaren behoorden daarbij ook nog de tegenwoordige bedelaarskolonie Veenhuizen en de bezittingen Zorgvlied en Wateren, toenmaals onontgonnen en onbebouwde vlakten.
Zorgvlied kreeg echter spoedig een eigenaardige bestemming. Nog ten huidigen dage staat daar een ouderwetsch, wit, breed gebouw, ’t welk alle kenmerken draagt, dat het in vroegere jaren deel uitmaakte van een gesticht. En inderdaad zijn er in dat huis heel wat jongens opgevoed, waarvan er velen …. als matroos den grooten oceaan hebben bevaren !
Is het niet kostelijk ? Twee uur gaans van den naasten openbaren verkeersweg, de Drentsche hoofdvaart, midden in de barre heide, een bakermat voor Neêrlands zeehelden ?
En toch is het zoo. De Maatschappij van Weldadigheid had daar namelijk een inrichting tot opvoeding van verwaarloosde jongens uit de groote steden. Er waren soms 70 tot 80 verpleegden. De kalme, rustige natuur zal wel van uitnemende opvoedkundige waarde zijn geweest, maar ’t is toch te begrijpen, dat er niet veel keus van ambachten was.
In het Hervormde kerkje van Elsloo vindt men tegenwoordig nog “de kraak” (galerij) waar de Zorgvliedsche jongens hun zitplaats hadden. Om de beurt werden namelijk godsdienstoefeningen bezocht te Elsloo, Vledder en Oud-Appelscha. Ook in het schilderachtige oude kerkje van laatstgenoemde gemeente, dat eenige jaren geleden is afgebroken, wees men een “kraak” aan, waaraan dezelfde geschiedkundige herinnering verbonden was.
Dat zullen voor die jongens heele tochten geweest zijn door die zandwegen, ’s zomers zoo mul en droog, ’s winters ware modderpoelen !
In deze tijden stonden er te Zorgvlied-Wateren slechts een paar boerderijen.

In 1860 kwam er een andere toestand. Wegens allerlei omstandigheden, die hier voor ons van geen belang zijn, deed de Maatschappij van Weldadigheid in dat jaar afstand van een groot deel hare bezittingen. Het rijk kreeg Veenhuizen, waar de thans nog bestaande rijkswerkinrichting werd opgericht, terwijl Zorgvlied en Wateren in particulier bezit overgingen. De opleidingsschool werd opgeheven.
Op maatschappelijk gebied is deze overgang van onberekenbare waarde geweest voor onze gansche omgeving. Daarover terloops een enkel woord.
De uitgeveende heidevelden op de Oostelijke Zuidgrens van Friesland worden voornamelijk bewoond door een eigenaardige bevolking, afkomstig van kolonisten uit “de Maatschappij”. Het zijn polderwerkers, hooiers, turfmakers, enzovoort, die in de naaste omgeving geen voldoend-loonenden arbeid kunnen vinden, en dus zomers “van huis” moeten. Het schijnt, dat voor deze gezinnen de jaren tusschen 1860 en 70 een moeilijke tijd geweest zijn. Een brochure getiteld: “Open brief aan Klaasje Zevenster” van den toenmaligen predikant van Noordwolde, dr. Ellerts de Haan, geeft een afgrijselijke schilderij van de heerschende bittere ellende. De mandjesmakerij en stoeleninsdustrie, waardoor de Noordwoldensche omgeving thans bekend is, bestond toen nog niet, terwijl de geweldige overbevolking het arbeidsloon bij den landbouw gevaarlijk drukte.
Ik beschouw het nu als een wonderbare uitredding, dan toen ter tijd niet slechts de industrie werd ingevoerd, die voor het groeiende geslacht den toestand geheel zou veranderen, maar ook, dat de eigenaren van Zorgvlied en Wateren op reusachtige schaal de landontginning ondernamen, daartoe in staat gesteld door vorstelijke Indische fortuinen. Het was niets bijzonders wanneer daar dagelijks 300 arbeiders uit onze omgeving wekenlang werk vonden. Uitgestrekte bosschen werden er aangelegd. Zorgvlied is op deze wijze allengs een lustoord geworden, een oase midden in de heidewoestijn.
Maar nog altijd stonden er slechts weinige woningen. Ook daarin kwam verandering, toen Zorgvlied en Wateren in ’t bezit kwamen van den tegenwoordigen eigenaar. Door de energie van mr. Verwer ontstond een dorp. Heide werd ontgonnen tot bouw- en weideland; er kwamen meer en meer boerderijen en arbeiderswoningen. Een sigarenfabriek, kruidenier, bakker, hulppostkantoor, school, hypotheekbank, helaas ook een herberg, geven thans het recht om van Zorgvlied als een dorp te spreken. Sedert een paar jaren is de voormalige zandweg of modderpoel vervangen door een straatweg (Elsloo – Diever), die het dorp met de bewoonde wereld verbindt.
Dit is nu de stoffelijke, gansch niet onbelangrijke, zijde van het Zorgvliedsche vraagstuk.

Toen ik hierboven de gebouwen noemde, die het recht geven om Zorgvlied-Wateren een dorp te noemen, heeft de lezer niets vernomen van een kerk,
Hoe ? een dorp, en geen kerk ?
Laat mij u dan vertellen, om mijn schetsje vollediger te maken, dat de heer Verwer voor zijn Rooms Katholieke geloofsgenooten een kerkje heeft gesticht, maar dat de Hervormden natuurlijk niet zoo gelukkig zijn.
Zorgvlied-Wateren behoort burgerlijk en kerkelijk tot de Gemeente Diever.
Daar staat het kerkgebouw, daar moeten de kinderen gedoopt, daar moeten de catechisaties bezocht, daar moeten de lidmaten bevestigd worden. Daarheen ging men soms ter kerk, als weer en wind gunstig waren of de zandweg niet al te mul of al te moerassig was.
Wat dunkt u over een kerkgang van anderhalf uur heen, en evenlang terug ? Die in het aller westelijkste uithoekje wonen, kunnen in een uurtje naar Boyl of Elsloo gaan.
Maar ik vraag de brave stedelingen en de kerksche dorpsbewoners, die al bang zijn voor een regenbuitje op hun Zondagscvhe kleeren, wanneer zij een kwartiertje ver naar de kerk moeten wandelen; ik vraag of zulke afstanden erg bevorderlijk zijn voor getrouw bezoek aan kerk en catechisatie ?
Voeg daarbij (waarnaar men eens moet informeeren bij dr. Westrik, vroeger te Smilde, nu te Zutfen) het feit, dat in nagenoeg alle dorpen rondom, in het eind der vorige eeuw modernisme en socialisme welig tierden, en dientengevolge het kerkgaan een dwaasheid werd. Is het dan een wonder, dat er ook in ons dorpje weinig geestelijk leven was ?

Enige jaren geleden kwam, Goddank, ook op dit gebied een andere toestand.
Een reizend koopman uit Appelscha, Br. Bisschop, daarin gesteund door zijn toenmaligen predikant ds. Van Lelyveld, deelde “Blijde boodschappen” uit, en andere traktaten.
De bejaarde predikant van Diever, ds. Hingst, begon godsdienstoefeningen te houden in het schoolgebouw te Wateren.
De bijbelcolporteur Van Veenen kwam, gesteund door andere leden der. Chr. Jongelingsvereniging, wekelijks uit Appelscha wandelen over de heide, en hield Zondagsschool in een boerenwoning.
Enige maanden, nadat Van Veenen door het bestuur der Colporteursvereeniging naar Munnekeburen was overgeplaatst, werd, in overleg met ds. Hingst, het werk onder de schooljeugd door mij voortgezet in den vorm van een kindercatechisatie.
Een jaar daarna gaf men de wensch te kennen, dat ook voor de jongelingen en jongedochters godsdienstonderwijs zou gegeven worden. Alzoo geschiedde.
En op het vriendelijke voorstel van den pastor der uitgestrekte, volkrijke Hervormde Gemeente van Diever, droeg haar kerkeraad den herderlijken arbeid onder de Hervormden in het afgelegen dorp op aan schrijver dezes, den wielrijdenden predikant van het aangrenzende kleine Boijl. Zoo is het nu gekomen, dat schrijver dezes in Zorgvlied-Wateren zieken mag bezoeken, begrafenissen leidt en …. steeds meer en meer belangstelling gevoelt voor de belangen van deze nieuwe Gemeente.
Er wordt wel eens verteld van predikanten, die het zich maar niet kunnen begrijpen, dat wij hier in het Noorden zoo blijmoedig kunnen spreken in die benauwde Evangelisatielokaaltjes. Zij hebben kathedralen noodig !
Wat zou zulk een redenaar vreemd opkijken van onze samenkomsten in een gelagkamer !
Vóór dat de pas aangelegde straatweg naar Diever het boschrijke Wateren verlaat, en de reiziger plotseling eindelooze heide voor zich ziet, komt men aan de gezellige dorpsherberg van Wolter Benthem. Ja, een geheelonthouder schrijft het; de gezellige dorpsherberg aan den rand van het bosch !
’t Was op een Woensdagavond in Februari jongst leden, toen wij voor de eerste maal daar Godsdienstoefening hielden. Wij hebben daar gebeden, gezongen en gepreekt. En inzonderheid baden wij om een zegen op onze plannen. Want wij wilden zoo graag een heel bescheiden gebouwtje hebben, voor het Godsdienstonderwijs, voor onze Godsdienstoefeningen, voor Christelijke vereenigingen.
Sedert dien avond is er nog menige avondpreek gehouden in die gastvrije kamer, voor de nieuw zich vormende gemeente in het nieuwe dorp. Maar ook menigmaal hebben wij er over beraadslaagd, wat wij toch doen konden om de opbloeiende belangstelling in stand te houden, en een eigen “kerkje” te krijgen.
Het resultaat is, dat wij hebben opgericht een vereeniging van ruim 70 leden, wier grondslag is het geloof in Jezus Christus, den Zoon van God, den eenigen en algenoegzamen Zaligmaker. Die overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt is om onze rechtvaardigmaking. Leden zijn, Hervormde mannen en vrouwen, die zich op bovengenoemden grondslag willen aansluiten, den leeftijd van 18 jaar bereikt hebben, en een kleine contributie van minstens f. 0,25 betalen.
De Statuten der Vereeniging zijn naar Den Haag gezonden, en wij ontvingen de Koninklijke goedkeuring.
Maar …. men denkt toch niet te hoog van den rijkdom, en de weelde bij eenvoudige heideboertjes ? Weet gij ook wel, dat er in Zorgvlied en Wateren bijna niets dan pachtboeren wonen, en dat ongeveer de helft der bewoners uit arbeiders bestaat ?
De levensstandaard is allereenvoudigst, ja de stedelijke fabrieksarbeider of ambachtsman zou verbaasd staan, als hij zag, dat allerlei hem onmisbare levensbehoeften, hier nog ongekende weelde zijn. Onder de belangstellende Hervormden is slechts één villabewoner.
Welnu, getuigt het dan niet van grote offervaardigheid en belangstelling, wanneer er in dit kringetje ruim 250 (tweehonderd en vijftig) gulden is samen gebracht voor een kerkje ?
Maar er is reeds meer gedaan.
Weet men wat het zeggen wil, wanneer hier een arbeider zijn daghuur verzuimen moet, of wanneer een kleine boer in het voorjaar zijn eigen werk laat liggen ?
Zoo hebben onze mannen samen gewerkt, hout gehakt, boomwortels uitgerooid; kortom een terrein klaar gemaakt, waar, midden in het lieflijke groen, nu plaats is voor “een eigen kerkje”.
Daarna hebben zij nu ook onlangs den grond voor de fondamenenten uitgegraven en wit zand ingekruid, zoodat bij het bouwen nagenoeg geen kosten meer voor het grondwerk behoeven gemaakt te worden.

Maar voor ruim f. 250 kan men geen kerkje krijgen. ’t Is waar, dat in vroegere jaren hier in onze omgeving menigeen een plaggen hut bouwde en voor minder dan f. 100 meende een fatsoenlijke woning te bezitten, maar voor een bedehuis, al wordt het nog zoo sober ingericht, zal men bovengenoemd bedrag wel wat heel gering achten !
Wij hebben eerst advertenties geplaatst en op aanbiedingen geschreven, om voor oud een houten gebouw te koopen. Maar daarin slaagden wij niet.
Toen heeft de heer Meek, architect te Donkerbroek, een allereenvoudigst, net plan voor ons gemaakt, een houten gebouwtje op steenen grondslag, en als de boeren hun paard en wagen beschikbaar stelden, zouden de kosten – zonder het schilderen, zonder banken en verdere meubels – ongeveer duizend gulden hebben bedragen.
Maar hoe nu aan dit geld te komen ?
Gelijk hierboven reeds is medegedeeld, werden in een paar bladen, eenige mededelingen over Zorgvlied-Wateren opgenomen, en vroegen wij om geldelijke steun.
Tot onze grote blijdschap is men ons heerlijk te hulp gekomen. Velen hebben ons reeds hun gaven gezonden. De postbode bracht massa’s postwissels en vele aangeteekende brieven.
Toch zijn wij – alles te samen – niet hooger gekomen dan f. 1050. Hoe komen we nu aan banken ? Hoe bekostigen wij nu het verfwerk, en de lampen, en een kacheltje ?
Daarbij moeten wij nog iets bekend maken.
Van bevoegde zijde, ja zelfs door meer dan een gever, werd ons de raad gegeven: “bouwt uw kerkje toch niet van hout, maar gebruikt steenen !”
Eerst durfden wij naar dien mooien raad niet luisteren.
Juist omdat wij wisten, hoeveel er in ons land voor velerlei doeleinden wordt gevraagd en gegeven. Juist omdat wij beseffen, dat ons kerkje hoofdzakelijk van bijeengebedeld materiaal moet worden opgebouwd – daarom wilden en durfden wij niet meer dan het noodige vragen – daarom wilden wij zoo eenvoudig mogelijk onze plannen maken.
Maar toch hebben wij ten slotte geluisterd naar de vriendelijke stemmen van hen, die ons opwekken, dat wij toch niet op het aller zuinigst moeten bouwen; en na wekenlang dralen en overleggen en berekenen zijn de plannen nu eenigszins gewijzigd.
Wij hopen nu, dat de belangstellende vrienden, wier verdere hulp wij moeten inroepen, ons niet van verkwisting en onbescheidenheid zullen beschuldigen.
Het kopje op het dak zal iets minder kaal worden dan volgens ’t eerste plan; de ruimte voor 50-60 personen zij iets minder benepen; de pannen iets solieder. En vooral: de muren zullen, ter afwering van zomerhitte en winterkoude, niet slechts van planken worden gemaakt, maar aan de binnenkant versterkt door een kwarto-steenen beschutting.
Dit eischt f. 400 extra ! En dan het schilderen, en de banken !
Vriendelijke lezer, voelt gij eenige belangstelling voor de nieuwe gemeente die hier in ons afgelegen hoekje in wording is ?
Ons kringetje breidt zich uit. De toestanden zijn van dien aard, dat steeds meer Hervormden zich in Zorgvlied-Wateren vestigen, en terwijl helaas in tal van steden en dorpen de tijdgeest afkeerig is van Evangelie en kerk, vinden wij hier het merkwaardige verschijnsel dat verreweg de meeste Hervormden metterdaad toonen, dat zij voor zich zelven een geregelde Evangelisatieprediking verlangen, en hun kinderen merkwaardig getrouw ter catechisatie zenden.

Zijt gij dezen zomer op het zendingsfeest te Middachten geweest ?
Daar sprak dominee H. Pierson van Zetten zoo fijn over den Macedonischen man, en stelde ons voor de vraag of de roepstem van dien Griek berustte op waan, op werkelijheid of op waarheid ?
Men zal mij misschien vragen, of mijn vrienden in het nieuwe dorpje, reeds krachtig aangegrepen zijn door de Heilge Geest en aldus ontwaakt, roepen om het Evangelie ? Of dat zij misschien reeds zoozeer gezien hebben de heerlijkheid van het Koninkrijks Gods, dat zij alles opofferen voor den Heiland ?
En dan antwoord ik met een paar wedervragen.
Is het niet waar, dat ook mijn vrienden hier in het heidedorpje geroepen zijn, en daarom geroepen moeten worden tot de heerlijkheid van het kindschap Gods ?
Is het niet wonderlijk, dat hier door Gods leidingen de deuren wijd geopend zijn ?
Is het niet een teeken van bereidheid des harten, dat geld en tijd en arbeid geofferd worden ?

Het antwoord, dat ik op deze vragen meen te moeten geven, schonk mij de vrijmoedigheid om uwe hulp in te roepen. Hoezeer ook ik het gevaar vrees, om zelfgekozen paadjes te verwarren met Gods wegen, toch geloof ik vast, dat de arbeid in deze nieuwe en groeiende gemeente, duidelijk door ’s Heeren leidingen is aangewezen. Dat geeft mij moed, ja dat dringt mij, uw hulp in te roepen. U dringe de liefde van Christus !

Dr. Arnold Izaäk Kan Junior
Hervormd Predikant
Boijl (Weststellingwef)
19 October 1904.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De moeder van de redactie is in 1918 geboren op Woater’n en woonde tot 1945 op Woater’n en op Zorgvlied. Zij heeft als jong meisje de laatste scheper van Woater’n nog gekend. Zij herinnerde zich zijn naam. Hij was Siebrand Donker. Ut was moar un klein mannegie. Ze wist dat Siebrand Donker tijdens het schapen hoeden op bestelling wollen sokken breide. Hij kon enige paren sokken per dag breien. Zijn echte voornaam was Sijbrand, maar werd in het dialect uitgesproken als Siebrand. Sijbrand Donker is op 31 oktober 1861 geboren in Makkinga. Hij is op 18 april 1929 op 67-jarige leeftijd overleden op Woater’n.

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, Obadja, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Un tiekening van de boerdereeje van Haarm en Jan

Het boekje ‘Drie wandelingen rond Diever’ (dit leuke verzamelobjectje is aanwezig in ut Deevers Archief), dat is uitgegeven door de Provinciale V.V.V. Drente in Assen, is voor de afwisseling verrassend verluchtigd met veel pentekeningen.
Bee route 1 begunt de wandelaar bee de Olde Kaarke an de brink te loop’m, giet deur de Peperstroate, slat dan linksof de Kruusstroate in, löp dan véur de Eendeveever rechtsof de Grönnegerweg in, en ziet dan na zo’n acht minuten lopen aan de linkerkant hunnebed D52 op de Stienakkers liggen. De Stienakkers bint van de gebroeders Harm (Haarm) en Jan Hessels ewest.
In het boekje is op bladzijde 36 de hier getoonde pentekening van de boerdereeje van Harm (Haarm) en Jan Hessels an de Kruusstroate opgenomen. Het is altijd weer aardig na te gaan welke ansichtkaart of welke foto de tekenaar als inspirerend voorbeeld heeft gebruikt. De redactie denkt in dit geval dat de tekenaar voor het maken van deze tekening geen zwart-wit ansichtkaart of kleuren ansichtkaart als voorbeeld heeft gebruikt, wellicht wel een foto, maar die is bij de redactie van ut Deevers Archief helaas nog niet bekend.
Bee de boerdereeje steet de trekker van Harm (Haarm) en Jan Hessels. De gemeente Westenveld heeft de boom bee ut pothokke wellicht gesloopt in het kader van de uitvoering van het in 2019-2020 uitgevoerde werk Deever op Drift.

De redactie heeft de hier getoonde kleurenfoto gemaakt op vrijdag 29 november 2019.
Het miljoenen belastingeuro’s verslindende eenvoudig uitvoerbare maar luxe herbestratingswerk van de winkel- en horeca-straten van ut olde Deever, met de denderende en daverende en donderende naam Deever op Drift, was op die dag net gevorderd tot een eindje voorbij de boerdereeje, waarin Harm (Haarm) en Jan Hessels hebben gewoond. De gemeente Westenveld heeft bij dit werk kosten noch moeite gespaard en bespaard om elke maar dan ook elke vierkante centimeter en elke vierkante millimeter van de openbare ruimte in deze straten te bestraten. Vandaar dat de goten aan de kant van de straten toekomstbestendig, circulair, klimaatbestendig, overstromingbestendig en duurzaam breed en diep zijn, teneinde bij steeds vaker voorkomende zware en langdurige regenval als een soort van afwateringsbeek te kunnen dienen (waarna het water terecht komt in een water afvoer drainage infiltratie ?).  Maar het zware vrachtverkeer dat met veel lawaai en trillingen over de bestrating van de steeds drukker en zwaarder belaste doorgaande provinciale route via ut Meul’nende, de Heufdstroate en de Kruusstroate en omgekeerd dendert, zal met de jaren zonder twijfel ook brede afwateringsporen in de bestrating drukken en dat maakt deze bestrating niet toekomstbestendiger, niet circulairder, niet klimaatbestendiger, niet overstromingbestendiger en niet duurzamer. Integendeel ! Zal de nieuwe bestrating van de steeds drukker en zwaarder belaste doorgaande provinciale route via ut Meul’nende, de Heufdstroate en de Kruusstroate wel de voorgehouden levensduurworst van dertig jaren halen ?
Bij de boerderij, waarin Harm (Haarm) en Jan Hessels woonden, is een aannemer druk bezig met het intern en extern verbouwen van ut pothokke. Let vooral niet op de nieuwe nostalgetische nepgaslantaarn aan de rechterkant van de kleurenfoto. De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen wie de leverancier van deze lantaarn is.

Posted in Haarm Hessels, Kruusstroate, Kuunst, Pothokke, Tiekening | Leave a comment

De traditie van ut kebied skeet’n in Deever

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag getekende en geschilderde objecten uut de gemiente Deever aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief. Hoe meer afbeeldingen van tekeningen en schilderijen zijn opgenomen in ut Deevers Archief, hoe liever het de redactie is.
De kunstenaar Willem van Spronsen gaf de redactie toestemming zijn twee bijgaande prachtige tekeningen van het carbid schieten op oudejaarsdag op de Westeresch aachter de meule in Oll’ndeever te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor.
De kunstenaar heeft de tekeningen gemaakt op 31 december 2018. Zo te zien hebben de tekeningen als titel: Carbied schieten.

De kunstenaar stelt wel enige voorwaarden aan het tonen van deze tekening in ut Deevers Archief:
a) de afbeelding mag niet worden ingekort;
b) de afbeelding alleen tonen in ut Deevers Archief, mits ut Deevers Archief niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt.
c) alleen met schriftelijke toestemming van de maker mogen derden voor andere doelen van deze afbeelding gebruik maken.
De redactie van ut Deevers Archief hoopt dat de kunstenaar Willem van Spronsen nog veel tekeningen en schilderijen (al dan niet in opdracht) van objecten in de gemiente Deever zal maken.
De kunstenaar is graag bereid -als men het in Deever een leuk idee vindt- een kleine eenvoudige expositie met een aantal tekeningen en schilderijen, met ook werken uut Deever en omgeving, in te richten, in bijvoorbeeld het Raadhuis van de gemeente Westenveld aan de Gemeentehuislaan in Deever.

In de algemene plaatselijke verordening van de gemeente Westenveld zijn in artikel 2.73a de bekrompen en bevoogdende betuttelregeltjes voor het traditionele carbid schieten op oudejaarsdag te vinden.

Posted in Kebied skeet’n, Kuunst, Tiekening, Traditie, Willem van Spronsen | Leave a comment

Ut bidplaetie van Sjoerd Aukes uut Woudsend

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag bidprentjes van rooms katholieken die zijn geboren in de gemiente Deever en zijn overleden in de gemiente Deever of zijn geboren in de gemiente Deever, maar niet zijn overleden in de gemiente Deever of niet zijn geboren in de gemiente Deever, maar wel zijn overleden in de gemiente Deever. Dit bericht toont de voorkant en de achterkant van het bidprentje van Sjoerd Aukes. Hij is niet geboren in de gemiente Deever, maar hij is wel overleden in de gemiente Deever. Hij is overleden op Woater’n en is begraven op de rooms katholieke kaarkhof op Zorgvlied. 

Gedenk in uwe godvruchtige gebeden de ziel van zaliger Sjoerd Aukes, echtgenoot van Veronica Galama,
Geboren te Woudsend den 19 mei 1850, is hij, meermalen gesterkt door de H.H. Sacramenten, kalm in den Heer ontslapen te Zorgvlied den 2 december 1894 en aldaar op het R.K. kerkhof begraven den 6 daaropvolgende.
Hij was bemind bij God en de menschen, zijne gedachtenis zal een zegening blijven. Eccl. XLV : 1.
Gestorven in den Heer, rust hij van zijnen arbeiden zijne werken volgen hem. Apoc. XIV : 13.
Echtgenoote en Kinderen ! weest niet bedroefd, gelijk zij, die geene hoop hebben. I Thes. IV : 12.
Kinderen ! vergeet mijne lessen niet en laat uw hart mijne onderrichtingen bewaren. Prov. III : 1.
Ik sterf, maar mijne liefde niet; ik zal u beminnen in den hemel, gelijk ik u op aarde heb liefgehad.
Bewaar ze allen in Uwen naam, Hemelsche Vader ! die gij mij gegeven hebt. Joan. XVII : 11.
Opdat wij elkander in den hemel wederzien.
Mijn Jesus barmhartigheid. (100 dagen aflaat)
Zoet Hart van Maria, wees mijn heil. (300 dagen aflaat)
Onze vader – Wees gegroet.
Hij ruste in vrede !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in het bericht Sjoerd Aukes en sien gezin hept op Waoater’n ewoond aandacht besteed aan het verblijf van Sjoerd Aukes, zijn echtgenote Veronica Galama en hun kinderen op Woater’n.

Eccl. XLV : 1 – Eccl. is het bijbelboek Ecclesiasticus.
Apoc. XIV : 13 – Apoc. is het boek Openbaring van Johannes.
1 Thes. IV : 12 – 1 Thes. is 1 Thessalonicenzen – De eerste brief van de apostel Paulus aan de Thessalonicenzen.
Prov. III : 1 – Prov. is het bijbelboek Spreuken.

Joan. XVII : 11 – Joan. is het bijbelboek Johannes.
De redactie verwijst voor enige uitleg over de aflaat (100 dagen aflaat, 300 dagen aflaat) eenvoudigheidshalve naar de betreffende bladzijde in de webstee Wikipedia. Voor wat deze uitleg waard is.
Op het plaatje staan twee spreuken.
Bijbelboek Markus 12.27 : God is niet de god der afgestorvenen maar der levenden.
De redactie kan de vindplaats van de spreuk ‘Want zij die in den heer sterven, sterven niet, maar herleven in hem’ nog niet melden. Nog even verder zoeken.
De redactie heeft van R.K. Boekhandel Van Hottinga in Leeuwarden nog geen gegevens kunnen vinden. Nog even verder zoeken.

De redactie ontving van de heer Jan Aukes op 30 oktober 2020 de volgende reactie
Bedankt voor dit bidprentje !
Ik ben benieuwd waar je dit hebt aangetroffen !
Verder heb ik die bijbelteksten eens bekeken. Allereerst vraag ik me af welke vertaling ze in die tijd gebruikten. Ik weet alleen dat de Leuvense bijbel (de Moerentorfbijbel) in die tijd onder katholieken nog werd gebruikt. Maar de teksten op het bidprentje komen niet uit die bijbel.
Verder zijn de teksten nogal vrij vertaald en aangepast aan de context van de overledene.
In Johannes 17:11 staat niet: ‘Ik sterf  (….) heb liefgehad.’ Dit ontbreekt gewoon.
En in 1 Thes. 4:12 staat zeker niet ‘echtgenoote en kinderen’.
Dan nog even de tekst ‘Want zij die in den Heer sterven, sterven niet maar herleven in Hem.’ Inderdaad komt deze tekst, voorzover ik kan zien, niet letterlijk voor in de bijbel, maar geeft wel de juiste strekking weer.
De tekst die het meest in de buurt lijkt te komen is 2 Timotheüs 2 vers 11: ‘indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven.’ Die tekst vond ik hier:  https://www.google.nl/amp/s/dailyverses.net/nl/overlijden/nbv/bgt/amp )
Wat die beker betreft. Je ziet de kelk (bij de protestanten: avondmaalsbeker) met pal daarboven de hostie. Een verwijzing naar de consecratie in de katholieke mis, en daarmee ook naar het Laatste Avondmaal.

Nog een detail. In de hostie zie je weer een kruis. Meestal zijn hosties gewoon kaal, maar het komt voor dat ze met een kruisje erin worden gebakken.

Posted in Bidplètie, Zorgvliet | Leave a comment

De oldste foto van de meule van Roef Machiel

De redactie van ut Deevers Archief heeft in het bericht de meule van Roef Machiel op de baarg in Veldhuus’n enige aandacht besteed aan de korenmolen van Roelof Haveman (die in de Wapser volksmond Roef Machiel werd genoemd) in de buurtschap Veldhuizen in Wapse.
In het archief van de Vereniging de Hollandse Molen is een nog oudere foto van deze Drentse molen aanwezig. Zie de bijgaande afbeelding van deze foto.
Op de achterkant van de foto staat de tekst ‘Wapsermolen bij kamp te Diever’. Kamp te Diever was het soldatenkamp van de Landweer op de heidevelden op de Oeren tussen Soerte en Deever, bij de weg die tegenwoordig de naam ‘de Kaamp’ heeft.
De foto zal gemaakt zijn door een militair (een officier ?, een soldaat ?, een legerfotograaf ?) die was gelegerd of een krantenjournalist die op bezoek was in de Kaamp op de Oeren. En dat moet in 1905, 1906, 1907 of 1908 zijn geweest. De redactie kan deze foto niet preciezer dateren.
De fotograaf heeft helaas van de drie personen op de foto niet de naam vastgelegd. Is de man op de voorgrond mulder Roelof Haveman (Roef Machiel) ?

Posted in de Kaamp op de Oeren, Meule in Veldhuus’n, Veldhuus’n, Wapse | Leave a comment

De meule van Roef Machiel op de baarg in Veldhuus’n

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is de volgende tekst opgenomen bij afbeeldingen 20, zijnde een afbeelding van een foto uit ±  1910 van de korenmolen op de meulebaarg in de buurtschap Veldhuizen in Wapse. Deze korenmolen heeft daar tot in 1914 gestaan. De molen was een achtkantige grondzeiler, zoals op de foto is te zien.

20 – Veldhuizen -Korenmolen – plusminus 1910
Boer en mulder Roelof Haveman (Roelof Machiel) staat in de deur van zijn korenmolen. Hij was getrouwd met Aaltje Muggen. Op een zonnige zomerse dag zitten, van links naar rechts gezien, hun kinderen Stina, Lutina, Lucas en Jantinus in het gras. Aaltje, de dochter van Lucas Haveman en Roelofje Barelds en de huidige eigenares van deze echt unieke foto heeft nooit geweten welke Wapser boer of boerenknecht bij het paard staat.
De molen stond wat van de weg af op de hoger gelegen meulebaarg in het buurtschap Veldhuizen. In het boerderijtje links naast de molen woonde mulder Roelof Haveman en zijn gezin.
In 1912 werd de op 1 maart 1897 opgerichte Coöperatieve Zuivelfabriek Oens Belang te Wapse uitgebreid met een korenmaalderij. De meule kun mit lievelao niet meer uut, omdat steeds meer boeren hun koren naar de maalderij brachten.
Op 21 maart 1914 werd de stellingmolen van Havelte door brand verwoest. Daardoor kreeg Roelof Haveman de kans zijn nagenoeg werkloze molen te verkopen aan de Havelter mulder Berend Hendrik van der Vegt. Zijn kleindochter Aaltje kan zich nog herinneren dat haar opa zijn geluk zo verwoordde: Wej hept de meule nog mooi hen Aovelte kunn”n vurkop’n.
De molen werd in 1914 afgebroken. Het draaiwerk is gebruikt bij de herbouw van de Havelter molen, zodat de iene meule mit de aandere oppeknapt wödde.
Op het stuk land dat na de afbraak van de molen vrijkwam werden later de boerderij van Hendrik van de Berg en Stina Haveman en die van Klaas Snoeken en Lutina Haveman gebouwd.
Roelof Haveman heeft met het mooie geld dat hij voor de molen beurde zijn boerenbedrijfje vergroot en verzekerde zich zo van een beter bestaan.
Roelof Haveman gebruikte de molen ook nog wel eens voor iets anders. Rijksveldwachter brigadier Albertus Martijn was in die tijd nog bij hem in de kost. Als de mulder wist dat de veldwachter ’s avonds thuis bleef, dan zette hij de wieken in een bepaalde stand. Dat was dan voor de stropers het teken dat ze die avond veilig hun strikken leeg konden halen. Reint Pit was een beken- de stroper die in de buurt van de molen woonde.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
In de webstee molendatabase.org zijn enige aanvullende gegevens over de verdwenen molen van Wapse te vinden.
In de webstee haveltermolen.nl zijn ook enige aanvullende gegevens over de verdwenen molen van Wapse te vinden.


Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Meule, Meule in Veldhuus’n, Veldhuus’n, Verdwenen object, Wapse | Leave a comment

“Oens Belang” in Wapse is op 22 april 1897 operigt

Het Nederlandsch Weekblad voor Zuivelbereiding en Veeteelt; orgaan voor veehouders, boter- en kaasfabrikanten en handelaren in zuivel, maakte op 27 april 1897 in een minuscuul berichtje melding van de oprichting van de zuivelfabriek van Wapse op 22 april 1897.

Wapse, gemeente Diever – De coöperatieve landbouwvereeniging voor boterbereiding en aanschaffing van veevoeder en kunstmeststoffen te Wapse, gemeente Diever, “Ons Belang” – 22 april 18″97, Staatscourant nummer 93.

De zuivelfabriek “Ons Belang” heeft tot 1 mei 1970 bestaan. Voorwaar een grote prestatie voor deze kleine boerenonderneming.

Posted in Bedrief, Süvelfubriek Wapse, Wapse | Leave a comment

Un beetie olde foto van de meule in Oll’ndeever

De redactie van ut Deevers Archief is verzot op mooie afbeeldingen van korenmolen ‘de Vlijt’ in Oll’ndeever. Het maakt niet uit of deze molen op een gewone foto, op een ansichtkaart, op een tekening, op een schilderij, op een lucifersdoosje, op een suikerzakje of op een tegeltje is te zien.
De redactie toont de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief hier een afbeelding van een zwart-wit foto uit de tijd dat Arend Uiterwijk Winkel nog de molenaar was van deze korenmaalmachine in Oll’ndeever.
De laatste beroepsmolenaar Arend Uiterwijk Winkel van molen ‘de Vlijt’ in Oll’ndeever is in de zestiger jaren met zijn echtgenote en hun twee kinderen Bert en Anneke verhuisd naar Hoogeveen. Arend Uiterwijk Winkel is geboren op 22 september 1921 in Hoogeveen en is overleden op 31 december 2009 in Meppel.
De foto is in elk geval gemaakt na de eerste grote restauratie van na de Tweede Wereldoorlog.
Let vooral ook op het zichtbare reclamebordje aan de muur van de molen.
Let vooral ook rechts achter de molen op het houten kleedgebouwtje van korfbalvereniging O.D.I.V.A.L. (Ontspanning Door Inspanning Voor Alle Leerlingen).
Let aan de linkerkant van de foto vooral ook op de liendepoal van de wasliende van Lenie Meester, de vrouw van Oar’nd Uterwiek Winkel.
De redactie verneemt van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief graag aavullingen op zijn tekst bij deze zwart-wit foto.
De redactie zal te gelegener tijd en zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf ongeveer staande op de plek van de fotograaf van deze foto en kleurenfoto maken en toevoegen aan dit bericht.

Posted in Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Ik hep ondekt dat ut apperoat neet gevoaluk is

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van woensdag 26 juni 1985 verscheen een bericht over de overhandiging van de eerste tafelcomputer met monitor aan de hoofdmeesters van de vier lagere scholen in de gemiente Deever door Hendrik Offerein, voorzitter van het bestuur van de Rabobank Diever en omstreken op maandag 24 juni 1985 op de cultuurzolder van het gemeentehuis aan de brink van Deever.

Schooljeugd Diever heeft de toekomst dankzij computers
Diever – Voorzitter H. Offerein van het bestuur van de Rabobank Diever en omstreken had het ruim twee weken terug bij de heropening van ‘zijn’ bank al bekend gemaakt, dat de vier basisscholen in de gemeente als geschenk een computer in het vooruitzicht konden zien. Maandagmiddag vond in de cultuurzolder van het Dievers gemeentehuis de overhandiging van de computers plaats. Voor de beide scholen in Diever waren er twee exemplaren, terwijl de scholen in Wapse en Wateren er elk één kregen.
Burgemeester H. Overweg, die de computers namens de overigens aanwezige schoolbesturen en leerkrachten in ontvangst nam, roemde de bankinstelling om haar vrijgevigheid en kwalificeerde haar verstandiger dan de minister, die op het onzalige idee is gekomen maar liefst drie miljoen gulden uit te trekken om de toekomstige basisschoolgangers van een twijfelachtig koffertje te kunnen voorzien. Op de gemeentelijke havo/mavo is men al een tijdje met computers bezig, ‘maar het kan geen kwaad al op nog jeugdigere leeftijd met dergelijke apparatuur vertrouwd te raken’, aldus Overweg. ‘De praktijk heeft zelfs uitgewezen, dat kinderen de bediening doorgaans sneller onder de knie hebben dan ouderen’.
De heer Offerein deed de reden van de schenking nog eens uit de doeken. ‘De bank heeft zoveel klanten in de gemeente Diever en de gemeenschap heeft zoveel aandeel gehad in de groei en bloei van de bank, dat wij meenden iets terug te moeten doen. Omdat zowel de jeugd als de computer de toekomst heeft leek ons dit een prima combinatie’.
De leerkrachten zullen zich overigens nog moeten bekwamen in de bediening van de computers. Dat het voor hen geen problemen zal geven om de leerlingen bij wijze van spreken één les voor te blijven, mag blijken uit een opmerking van één van hen: ‘Een paar maanden terug heb ik ontdekt dat het apparaat niet gevaarlijk is’. Bovendien vermeldde het verlanglijstje van de scholen een aantal cursussen, waarvan de computercursus hoog genoteerd stond. Door de schenking van de Rabobank werd hen de keuze van de cursus beduidend gemakkelijker gemaakt.
Omdart de vakanties op het punt staan aan te breken zullen de computers voorlopig nog niet in de scholen geïnstalleerd worden. Dit om diefstal te voorkomen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie acht het toch wel vanuit geschiedkundig oogpunt van belang in ut Deevers Archief enige aandacht te besteden aan het begin van het computertijdperk op de lagere scholen in de gemiente Deever.
De computer is een Philips P2000T hobbycomputer, die ook in het onderwijs werd gebruikt. Aan de computer moest een losse monitor worden aangesloten. Voor veel lagereschoolgangers in Nederland was de Philips P2000T in de tachtiger jaren van de vorige eeuw de eerste kennismaking met de computer en met het werken op de computer. Zo ook voor de leerlingen van de lagere scholen in de gemiente Deever.
Bij het bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 26 juni 1985 (zie afbeelding 1) is een foto van de Deeverse dorpsfotograaf en dorpsfiguur Harm (Haarm) Hessels opgenomen.
Links op de foto staat Hendrik Offerein. Rechts op de foto staat Hermen Gerrit Overweg. Naast Hermen Gerrit Overweg staat hoofdmeester Knol van de openbare lagere school in Deever. De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen wie de andere drie hoofdmeesters zijn. Wie herkent deze hoofdmeesters wel ?
Dorpsfotograaf en dorpsfiguur Harm (Haarm) Hessels heeft op maandag 24 juni 1985 nog een zwart-wit foto gemaakt van de bijeenkomst op de cultuurzolder van het gemeentehuis aan de brink van Deever. Zie afbeelding 2.
De hier afgebeelde zwart-wit foto van fotograaf Sake Elsinga, zie afbeelding 3, is in het Drents Archief aanwezig in de collectie Sake Elsinga met kenmerk DA78003056. Deze zwart-wit foto is eveneens gemaakt op maandag 24 juni 1985. Deze foto is met bronvermelding vrij te gebruiken. De redactie van ut Deevers Archief is het Drents Archief daarvoor bijzonder erkentelijk. Wellicht heeft Sake Eisinga deze foto gemaakt voor plaatsing bij een bericht in een andere krant dan de Olde Möppeler (Meppeler Courant).

Afbeelding 1 – Bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 26 juni 1985
Afbeelding 2 – Harm Hessels is de maker van deze foto.
Afbeelding 3 – Sake Elsinga is de maker van deze foto.

Posted in Gemiente Deever, Onderwies | Leave a comment

Un old pothokke bee un boerdereeje op Veenhuus’n

De hier afgebeelde twee zwart-wit foto’s van ut olde pothokke bee de boerdereeje mit ut adres Veenhuus’n 6 in Wapse met respectievelijk negatiefnummer 4259-03 en negatief-nummer 4258-08 zijn aanwezig in het Drents Archief in de fotocollectie MZ-Diever van Monumentenzorg. Deze zwart-wit foto’s zijn gemaakt op 18 november 1981. De naam van de maker van deze foto’s is niet bekend. Deze foto’s zijn met bronvermelding vrij te gebruiken. De redactie van ut Deevers Archief is het Drents Archief daarvoor bijzonder erkentelijk.
De Historische Vereniging Gemeente Diever heeft het eenvoudige doch onvolprezen geschrift Pothokken in de voormalige gemeente Diever in 1999 uitgegeven. Om te komen tot dit geschrift is door vrijwilligers van de vereniging ontzettend veel veld-, fotografeer-, uitzoek- en schrijfwerk verzet. Daarvoor alsnog driefwerf hulde: hulde, hulde, hulde.
In deze publicatie zijn helaas geen gegevens van ut olde pothokke bee de boerdereeje mit ut adres Veenhuus’n 6 in Wapse te vinden. De pothokken-publicatie besteed ook geen aandacht aan verdwenen pothokken.
Wellicht is ut olde pothokke bee de boerdereeje mit ut adres Veenhuus’n 6 in Wapse al vóór het veldwerk voor de pothokken-publicatie afgebroken, wat wel bijzonder te betreuren zou zijn ? Of wellicht hebben de vrijwilligers van de Historische Vereniging Gemeente Diever het enigszins achter de boerderij verscholen staande pothokke bij de inventarisatie over het hoofd gezien ?
De redactie neemt vooralsnog aan dat ut pothokke niet is gerestaureerd, maar helaas is afgebroken. 

Posted in Boerdereeje, Pothokke, Verdwenen object, Wapse | Leave a comment

Boerdereeje mit twee siedbaanders in Veldhuus’n

In de publicatie ‘Jongere Bouwkunst 1850 – 1940’ uit 1994 van de afdeling Cultuur, Monumentenzorg en Educatie van de provincie Drente staan op bladzijde 26 enige gegevens over de boerderij met het adres Ten Darperweg 61 in de buurtschap Veldhuizen in Wapse.

Wapse, Ten Darperweg 61
De traditionele boederijbouw bleef ondanks alle veranderingen toch aanwezig. Deze inmiddels afgebrande boerderij in Wapse laat dat zien. Het is een hallehuistype met dubbele zijbaander.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie moet onder meer de volgende vragen nog uitzoeken:
Welke familie woonde in deze boerderij ? De naam van de opdrachtgever zal ongetwijfeld wel op de afgebeelde bouwtekening staan, maar is niet te ontletteren.
Hoe jong is deze Wapser boerderijen-bouwkunst, met andere woorden wanneer is deze boerderij gebouwd ?
Stond bij de boerderij een pothokke ?
Wanneer is deze boerderij afgebrand ?
Wie heeft foto’s van deze boerderij ?
De redactie is ook op zoek naar de nummering van de leveranciers van melk aan de zuivelfabriek van Wapse, het leveranciersnummer stond op de melkbussen van de betreffende boer. Wie heeft gegevens ?
Op het adres Ten Darperweg 61 in Wapse staat heden ten dage een burgerwoning.

Posted in Boerdereeje, Verdwenen object, Wapse | Leave a comment

Un paer aarmoodige rhododendrons op un diek

In het kader van de uitvoering van het miljoenen euro’s verslindende gemeentelijke werk Deever op drift moest in 2019-2020 ook de oorspronkelijke wal van de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever het ontgelden.
Dat is de wal waar de Duitser Fritz Habener op 10 april 1945 tien onschuldige mannen vermoordde. Op de plek van de moord stond bij de wal een prachtig bosje rhododentrons. Die rhododendrons zijn om zeep geholpen, vanwege de onverklaarbare aanleg van de paardenmarktterreinbrinkdijk langs de kaarkhof. Deze dijk is op afbeelding 1 te zien. Let bij het bekijken van afbeelding 1 ook op de zes volstrekt overbodige gemeentelijke betuttelpaaltjes van niet duurzaam niet circulair geperst plastic.
Op de paardenmarktterreinbrinkdijk an de Bosweg in Deever zijn als goedmakertje voor de om zeep geholpen rhododendrons een paar armzalige rhododendrons op de verkeerde plek op de dijk geplant. Deze zijn te zien in afbeelding 2.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de twee hier afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op maandag 8 juni 2020.

Afbeelding 1: Langs de rand van de paardenmarktterreinbrink an de Bosweg in Deever is een dijk aangelegd. 
Afbeelding 2: Op de paardenmarktterreinbrinkdijk zijn een paar armzalige rhododendrons geplant.

Posted in Maarktturrein, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Surogaatbotter uut de stad Grönning’n

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van zaterdag (!) 11 maart 1905 verscheen het volgende korte bericht over een ook Deever passerende reclamekaravaan van margarinefabriek ‘Gruno’ uut Grönning”n. 

Diever.
Dinsdagmorgen, tegen elf uur ’t speelkwartier der kinderen, werd de jeugd in rep en roer gebracht door een reclamewagen van de maragarinefabriek ‘Gruno’ te Groningen. Zoo iets was nog nooit alhier vertoond. De wagen was zoo in ’t oog loopend mogelijk beschilderd. Twee in ’t wit gekleede mannen geleidden de zaak.
Bij de school begon het feest. De meisjes kregen elk een vingerhoed, reclame-artikel natuurlijk en de jongens ontvingen werkelijk fraaie plaatjes in overvloed. De jeugd was uitgelaten, dol van pret. Langs de huizen werden pakjes margarine als proefjes met kwistige hand uitgedeeld.
’t Geheele dorp had het hoofd vol van deze wonderlijke vertooning. Een paar fraai versierde paarden waren voor den wagen gespannen. In de richting van Steenwijk is de optocht verdwenen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief.
Margarinefabriek Groningen voerde in 1905 en begin 1906 een grote landelijke reclamecampagne voor het merk Gruno. De fabriek ging het land in met paard en wagen om de mensen te bereiken. Op de wagen stond een verpakking van de margarine in de vorm van een hele grote kubus, met daarop een verpakking van de margarine in de vorm van een kleinere kubus. De wagen werd voortgetrokken door twee met groen en wit bepluimde paarden.
De redactie zou dit bericht nooit in ut Deevers Archief hebben getoond, ware het niet dat een afbeelding van de reclamekaravaan bewaard is gebleven.
Dat moet in die tijd in het arme Deever inderdaad een wonderlijke gebeurtenis zijn geweest. Zouden Deeverse arbeiders en dagloners die met veel moeite rond konden k
omen en dus geen geld hadden om roomboter te kopen, nu opeens surogaatroomboter uut Grönning’n zijn gaan kopen ? Zouden dikke Deeverse boeren die te gierig waren om hun eigen roomboter op hun brood te smeren, nu opeeens surogaatroomboter uut Grönning’n zijn gaan kopen ?   

Posted in Deever | Leave a comment

Achterkleinzoon van Marten Wouwenaar reageert

De redactie van ut Deevers Archief publiceerde in 2016 de eerste versie van het bericht Langs de Wapserweg bij het Adderveen in 1891. In het betreffende bericht schreef de redactie:
Wel is nu enig lastig uitzoekwerk ontstaan, want op de wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel uit 1936 is bij het Adderveen geen Wapserweg te vinden, wel Adderveenweg en Jacobaweg. Wie weet waar de Wapserweg lag ? In elk geval in heuvelachtig terrein.
Het was niet nodig uitzoekwerk te doen. Op 16 februari 2016 schreef de 70-jarige Marten Wouwenaar, nota bene een achterkleinzoon van Marten Wouwenaar, de eerste boschbaas van Berkenheuvel, de volgende reactie:
De Wapserweg staat wel op de kaart, die in 1946 is uitgegeven, maar dat heeft u misschien intussen ook al gevonden. Hij loopt van de Marten Wouwenaarweg naar Martenshoek. Nu ik dit toch schrijf: Bosbaas Marten Wouwenaar was mijn overgrootvader.
De redactie van ut Deevers Archief is bijzonder verheugd dat zo veel mensen, die om de een of andere reden een band met de gemiente Deever hebben, de webstee van ut Deevers Archief bezoeken en steeds weer en meer blijven bezoeken.
De redactie roept alle bezoekers op vooral te reageren op alles wat in ut Deevers Archief wordt gepubliceerd.
Bijgaande afbeelding toont de in mei 1946 opnieuw uitgegeven wandelkaart van Berkenheuvel uit 1936.
Bij nadere beschouwing loopt de Wapserweg van de Boltsweg bij Martenshoek, ten oosten langs het Adderveen, dan de Doldersummerweg kruisend, tot in de Nul.

Abracadabra-1634

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Alle Deeversen, Landgoed Berkenheuvel, Marten Wouwenaar | Leave a comment

Un volle moane in ut naachtblauwe Oll’ndeeverseveld

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige verandering de kopafbeelding van ut Deevers Archief. Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht een deel van deze foto echt wel geschikt als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen. Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (200 dpi). De smalle afbeelding is op 15 oktober 2020 gepubliceerd als kopafbeelding.
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind of niet geschikt acht als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 13 november 2008 ’s avonds om 18.09 uur in ut naachtblauwe Oll’ndeeverseveld. Die avond was de maan vol. De volle maan stond in het nachtblauwe zwerk. Het was een mooie avond. Toch wel een mooi nostalgisch momentje om in het voorbijgaan die onvermijdelijke klassieke cliché vollemaanfoto te maken. Maar ja, je kan deze dan toch maar mooi en beter in ut naachtblauwe Oll’ndeeverseveld ver van de verlichte bebouwing van Deever hebben gemaakt. Ech wè.


Posted in Kopplètie, Oll'ndeever | Leave a comment

Gedoe en geklooi en geknutsel an ut hunnebedde D52

In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 1999 staat in het bericht ‘Archeologie in Drente 1995-1997’, zie afbeelding 1, een kort verslag van enige werkzaamheden aan het hunnebed D52 an de Grönnigerweg bee Deever, die in het verslag eufemistisch ‘renovatie’ worden genoemd en elders ‘consolidatie’ worden genoemd.

Diever
In het najaar van 1995 werd hunebed D52 in Diever, gemeente Westerveld, gerenoveerd. De werkzaamheden omvatten de herplaatsing van drie dekstenen, die in de kelder lagen, waarbij één deksteen werd verankerd met een roestvrij stalen pen, de herschikking van een andere deksteen die eveneens aan een kant werd gefixeerd met behulp van de dook – dit ter voorkoming van calamiteiten – en de opvulling van diepe scheuren in enkele stenen met mortel teneinde inwatering tegen te gaan. Aansluitend droeg de eigenaar en beheerder, Staatsbosbeheer, zorg voor het opvullen van de kelder en directe omgeving met leemhoudend zand.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft twee kleurenfoto’s (afbeeldingen 2 en 4) op donderdag 4 april 2013 en één kleurenfoto (afbeelding 3) op vrijdag 28 november 2020 gemaakt op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
Het ware veel beter geweest dat de drie verzakte dekstenen in de kelder waren blijven liggen. Daar lagen ze per slot van rekening vóór de grote miskleunrestauratie in 1953/1954 al duizenden jaren, daar kunnen ze zonder problemen nog honderden, zo niet duizenden jaren blijven liggen.
Dus gewoon alle dekstenen laten verzakken en helemaal niets meer doen aan het hunnebed, dat is pas consolideren. Dus niet meer arrogant renoveren of betweterig repareren. Laat het maar gewoon gebeuren. Dus zonder gedoe en geklooi en geknutsel met roestvrij stalen pennen en doken en fixaties en injectiemortel en wat dies meer zij. Maar wel met geschwinde spoed en in gestrekte draf het hunnebed D52 bedekken mit un dikke loage Stienakkersaand. 

De redactie meent te weten dat het op afstand gezette zelfstandige bestuursorgaan Staatsbosbeheer het zetbaasje is van hunnebed D52 en een omliggend afgezet deel van de Stienakkers en dat de Staat der Nederlanden (de Stoat, de belastingbetaler, wij) de eigenaar is van hunnebed D52 en het omliggende terrein.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Op de pompestroate in un boerdereegie in Deever

De kunstschilder Adrianus (Arie) Johannes Zwart is geboren op 30 augustus 1903 in Rijswijk en is overleden op 27 augustus 1981 in het Rosa Spierhuis in Laren in Noord-Holland.
Na zijn huwelijk in 1926 was hij voor het levensonderhoud van zichzelf en zijn gezin afhankelijk van de inkomsten uit de verkoop van zijn schilderijen. Hij reisde veel door Nederland, eerst alleen, later met zijn gezin in een omgebouwde verhuiswagen. In 1936 werd deze vervangen door een speciaal voor het gezin gebouwde woonboot, die de naam De Trekschuit kreeg. Hiermee gingen hij en zijn gezin verder op reis door Nederland. Hij was vaak te vinden op de Beulakker Wiede en in Meppel. In de winter lag De Trekschuit in Meppel. Zwart is door zijn contacten met Meppeler schilders na 1940 overgestapt op het gebruik van lichtere kleuren, zoals op het afgebeelde schilderij is te zien. Donkere interieurs maakten plaats voor een lichter palet met een lossere penseelvoering. Zijn schilderijen werden in de kunsthandel voor goede prijzen verkocht en waren vaak te zien op tentoonstellingen.
Hij gaf zijn hier afgebeelde schilderij de naam Een van de straten van Diever. Het werk is met olieverf geschilderd op een linnen doek. Het schilderij is voorzien van de handtekening van de schilder. De kunstenaar schreef de locatie Diever en naam van het schilderij op de achterkant van het schilderij. Het schilderij heeft een breedte van 410 mm en een hoogte van 310 mm. Het schilderij is in september 2018 via een veiling van eigenaar verwisseld.
De grote vraag is natuurlijk of Arie Zwart dit schilderij daadwerkelijk binnen de grenzen van de gemiente Deever op de pompestroate van een boerdereegie heeft geschilderd. De pompestroate was de plek waar met name de melkbussen werden geborsteld en schoongespoeld. Het kan natuurlijk zo zijn dat hij met De Trekschuit een reis door de Drentse Hoofdvaart heeft gemaakt en enige tijd an de löswal an de Deeverbrogge heeft gelegen en zo boerderijen in Deever heeft leren kennen.
De redactie van ut Deevers Archief heeft in zijn jeugd in de zestiger jaren van de vorige eeuw veel boerderijen in Deever en alle boerderijen in Oll’ndeever en Wittelte van binnen gekend en weet uit eigen herinnering dat alle boerderijen vanaf 15 mei 1957 zijn aangesloten op de drinkwaterleiding en geen waterpomp meer hadden. Als Arie Zwart zijn schilderij met de naam Een van de straten van Diever inderdaad wel op een pompestroate mit un wèterpompe van un boerdereegie in Deever heeft geschilderd, dan moet dit flink wat jaren voor 1957 zijn geweest. De redactie schat in dat Arie Zwart zijn schilderij dan tussen 1945 en 1950 heeft gemaakt.
Het is de redactie niet duidelijk waarom de schilder zijn werk de naam Een van de straten van Diever heeft gegeven. Door het raam en de geopende deur is geen straat te zien. Wel is in het tegenlicht een erf met kippen en een berg hooi te onderscheiden. Maar ut pothokke stond altijd tegenover de zijdeur aan de kant van de pompestroate. En op het schilderij is geen pothokke te zien. De pompestraote is impressionistisch, romantisch en nostalgisch geschilderd. Pompestroat’n in de gemiente Deever kunnen in oude boerderijen er vóór 1950 wel zo hebben uitgezien.
Zoals bijvoorbeeld de pompestraote in de boerderij van Hendrik Mulder en Jantje Wesseling an de brink van Deever, die op de hier afgebeelde kleurenfoto is te zien. In het interieur is onder meer te zien de pompestroate van stroatklinkers, un waeterpompe, un sieddeure en un halfrond geetieser’n raem. De fotograaf Kris Roderburg heeft deze foto op 7 maart 2008 gemaakt. De foto is aanwezig in de fotocollectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De redactie van ut Deevers Archief heeft de foto niet bewerkt.

Posted in Boerdereeje, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Sneestorm an ’t Meul’nende op 14 febuwoari 1979

Op woensdag 14 februari 1979 werden de bewoners van de gemiente Deever wakker met een ouderwetse sneeuwstorm, die bijna de hele dag voortduurde. In de loop van de dag hield het sneeuwen op maar de aanhoudende stormachtige oostenwind zorgde voor zware driftsneeuw; dikke gordijnen van voortjagende sneeuw bij vijf graden vorst en een ijzig koude wind.
Bij sommige woningen stoof de sneeuw op tot het dak. Sneeuwduinen bereikten soms hoogtes van 3 tot 6 meter. Het dorp Dwingel raakte volledig geïsoleerd. Elders sneuvelden hoogspanningsdraden en snelwegen raakten geblokkeerd. De weg langs de vaart bleef enige dagen uiterst moeilijk berijdbaar. Bussen reden niet meer.
Mensen gingen hamsteren en brood en melk raakten uitverkocht. Het openbare leven kwam in Drente enige dagen nagenoeg tot stilstand. Ook boeren hadden problemen, want de afvoer van melk stagneerde, evenals de aanvoer van veevoer.
Wijlen U.L.O.-meester Henk van den Bos heeft enige mooie kleurendiapositieven gemaakt van het natuurgeweld op 14 februari 1979. De redactie mocht van zijn weduwe, wijlen mevrouw Stien van den Bos-Dees, de door Henk van den Bos gemaakte Deeverse kleurendiapositieven scannen en deze in berichten over de geschiedenis van Deever tonen. De redactie was en is haar daarvoor bijzonder erkentelijk. Henk van den Bos heeft het hier afgebeelde kleurendiapositief gemaakt aan het begin van het Moleneinde in Deever. De huizen aan de linkerkant en het gebouw van de oude melkfabriek zijn op merkwaardige wijze nauwelijks ingesneeuwd.
Dorpsfotograaf en dorpsfiguur Harm (Haarm) Hessels heeft op 14 februari 1979 ook een foto, een zwart-wit foto, gemaakt aan het begin van het Moleneinde. Op deze foto is te zien dat aan de rechterkant garagebedrijf Kloeze helemaal, maar dan ook helemaal, is ingesneeuwd.
Wat wel op beide afbeeldingen opvalt is dat op 14 februari 1979 nog steeds een deel van de in augustus 1977 afgebroken schoorsteenpijn van de oude melkfabriek aanwezig is.

Posted in Meul’nende, Süvelfubriek Deever, Winter | Leave a comment

Un rustige dorpstroate in ut olde Deever

Aan de rechterkant van de hier afgebeelde foto staat Jan Pook achter het geopende portier. Jan Pook was een van de eerste motorvoertuigbezitters in de gemiente Deever. Op 14 juni 1933 werd aan hem nummerbewijs D-8842 afgegeven. Voor een tweedehands T-Ford werd hem op 4 maart 1937 nummerbewijs D-10920 verstrekt. De familie Jan Pook woonde in het pand aan de rechterkant achter het automobiel. Aan de voorgevel hangt een groot reclamebord met de naam Phoenix. Dat was een fietsmerk. Aan de zijgevel van het pand hangt een bord waarop het woord ‘rijwielen’ is te lezen. Verkocht Jan Pook nieuwe fietsen ? Was Jan Pook rijwielhersteller ?
Het automobiel met kenteken D-11608, dat op de foto is te zien, is van Jan Jonkers, adres Billitonstraat 24, Meppel. Het kenteken is afgegeven op 23 april 1938. De redactie van ut Deevers Archief heeft nog niet kunnen achterhalen van welk merk en type dit automobiel is. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie het merk en het type van dit automobiel melden ?
Op het straatnaambordje aan de gevel van het pand aan de linkerkant staat Peperstraat. Rechts achter het dak van het pand aan de linkerkant is het karakteristieke torentje van het kerkgebouw van de gereformeerde geloofsgemeente te zien. De dorpstroate, die in het midden van de afgebeelde foto is te zien, is dus de Kruusstroate in Deever, een gelukkig nog rustige en lege en nog niet op drift geraakte Kruusstroate. De verharding van de Kruusstroate is gelukkig geen klinkerverharding, maar een verharding van asfaltbeton. In de Kruusstroate werd de elektrische energie in die jaren nog bovengronds getransporteerd, gelet op de houten palen en de bevestiging van de elektriciteitsdraden aan de gevel van de huizen.
Bij het café-biljart van Berend Slagter (die in de Deeverse volksmond altijd Berend Pik werd genoemd) is het zonnescherm naar beneden gedraaid. Het is niet te lezen, maar op het glas van het raam aan de zijkant van café-biljart Berend Slagter (die in de Deeverse volksmond altijd Berend Pik werd genoemd) staat Café Biljart. Achter het glas van dat raam werd tegen het einde van de week ook de opstelling van de elftallen van voetbalvereniging Deever voor de komende zondagse wedstrijden opgehangen.
Bij het café-biljart van Berend Slagter (die in de Deeverse volksmond altijd Berend Pik werd genoemd) is een met de hand te bedienen bezinepomp te zien. De benzine was van het merk Standard van de oliemaatschappij Standard Oil, afgekort SO, later Esso.
Op de deur van de winkel van Albert Fledderus staat Tabak, Sigaren, Sigaretten en reclame voor Sunlight Zeep en ook reclame voor Douwe Egberts koffie. Op het raam van de uitstalkast achter de leilinde staat Drogisterij. Dus blijkbaar had Albert Fledderus een winkel in kruidenierswaren en drogisterij artikelen. Rechts naast het winkelpand staat de familie Albert Fledderus. De familie Albert Fledderus emigreerde in 1951 naar Canada.
In het pand tegenover het café-biljart van Berend Slagter (die in de Deeverse volksmond altijd Berend Pik werd genoemd), waarvan de voorgevel is te zien, is de winkel en de drukkerij van Roelof (Roef) van Goor te zien.
De woning van de dominee van de gereformeerde geloofsgemeente is op de hier afgebeelde foto niet te zien.
Aan de rechterkant is achter de leilinden de boerderij van
timmerman Roelof Santinge te zien. Deze boerderij is in 1952 afgebrand.
De afgebeelde foto is gemaakt na 23 april 1938, maar vóór 1951. De redactie schat in dat de foto vlák na de Tweede Wereldoorlog is gemaakt, ergens in de jaren 1946, 1947, 1948.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie melden wie de maker van de hier afgebeelde foto is en wie een exemplaar van deze foto in zijn verzameling heeft ?

Posted in Kruusstroate, Topstuk | Leave a comment

De veiling van un Saksiese boerdereeje in Oll’ndeever

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 22 april 1970 een advertentie waarin de veiling van een Saksische boerenbehuizing met toegangsweg en bijgelegen erf in Oll’ndeever werd aangekondigd.

Huis en land te Oldendiever
Notaris D. Botje te Dwingeloo is voornemens op maandag 27 april 1970, bij inzet, en op dinsdag 19 mei daar aan volgend bij toeslag, telkens des avonds 8 uur in het café Brinkzicht aan de Brink te Diever ten verzoeke van de heer A. Mulder te Westervelde (Norg) en anderen in het openbaar te verkopen:
1. In 2 percelen en combinatie, een Saksische boerenbehuizing met toegangsweg en bijgelegen erf te Oldendiever, groot ongeveer 20 are en bijgelegen groenland, groot ongeveer 2.38.60 hectare, in pacht geweest bij de gebroeders Van Wester, dadelijk na gunning, vrij van pacht te aanvaarden;
2. Bouwland ‘Disselvoet’ en ‘Kruisakker’ aaneengelegen op de Oldendiever Es, gr. 86 are 20 centiare in pacht bij H. Mulder;
3. Groenland ‘Broekje’, groot 1.22.20 hectare, in pacht bij J. Klok.
De percelen 2 en 3 zijn 1 november 1970 pachtvrij te aanvaarden.
Bezichtiging en aanwijzing: op de veilingsdagen om half twee, samenkomst bij de boerderij.
Betaling: 1 juli 1970.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De gebroeders Hendrik, Roelof Willem en Lucas van Wester (van Wester’s jong’n) huurden de Saksische boerderij met toegangsweg en bijgelegen erf van de familie Mulder. De boerderij ligt in ut laand in Oll’ndeever.
In de advertentie wordt de heer A. Mulder genoemd. A. Mulder is boer en schrijver Arend Mulder, zoon van Jan Mulder.
De gebroeders van Wester werden in elk geval de kopers van perceel 1.
De in de advertentie genoemde H. Mulder is boer Hendrik Mulder, die aan de brink van Deever woonde; hij is een broer van Arend Mulder. De in de advertentie genoemde J. Klok is boer Jan Klok van ut Kastiel in Deever.
De hier getoonde kleurenafbeelding van de boerderij van de gebroeders Van Wester is een afdruk van een mooie diapositief, die U.L.O.-meester Henk van den Bos in het begin van de zeventiger jaren van de vorige eeuw heeft gemaakt.
Let vooral op de versiering van het bovenlicht boven de voordeur van de boerderij. De redactie wil de originele versiering van dit bovenlicht toch nog eens een keer van dichtbij fotograferen, mits deze versiering nog aanwezig is.
De boerderij was in 1970 toch niet helemaal origineel Saksisch meer, want de rechterkant van het voorhuis is later verbouwd, het dak sloot na de verbouwing niet meer aan bij het dak van het achterhuis.

 

Posted in Boerdereeje, Oll'ndeever | Leave a comment

Krieg now gau de groet’n uut Deever in Drente

Sjoert en Sjoukje, twee Frieze vakantiegangers, stuurden op 15 augustus 1975 de hier afgebeelde ansichtkaart vanuit het dorp Deever in Drente naar hun familie in het dorp Dronryp in Fryslân. Deze kleuren-ansichtkaart was te koop bij de firma Roelof (Roef) van Goor, boek- en kantoorboekhandel, an de Kruusstraote in Deever. Deze zo genoemde vierluiks-ansichtkaart toont vier kleine afbeeldingen van mooie Deeverse dorpsgezichten, de Kruusstroate mit de eendeviever, de kleine Peperstroate, de Aachterstroate en de Weiert.
Elke kleine afbeelding werd ook op een aparte ansichtkaart uitgegeven. De redactie van ut Deevers Archief heeft tot op de dag van vandaag nog van geen van die vier aparte ansichtkaarten een exemplaar op de kop weten te tikken. Dat is toch wel een dingetje, dat is toch wel beetje een soort van voortdurende spanningsvolle situatie. Wie van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een exemplaar van een van de vier aparte ansichtkaarten, uiteraard tegen vergoeding ? De redactie verneemt het graag.

Posted in Aagterstroate, Ansigtkoate, de Weier, Kruusstroate, Peperstroate | Leave a comment

Ik blieve in mien beddestee sloap’m tot mien dood

In de maand augustus van het jaar 1963 schreven de voogden van de Stichting van Weldadigheid ‘het Sint Anthonij-Gasthuis’ op Zorgvlied ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van deze stichting een brief aan de nakomelingen van mr. Lodewijk Guilaume Verwer en mr. Julius Verwer, teneinde deze nakomelingen te herinneren aan de vooruitstrevende en edelmoedige daad van de beide stichters en hen vanwege het interende vermogen van deze ‘stichting van weldadigheid’ te stimuleren geld te doneren aan deze stichting.

Arnhem/Voorburg, augustus 1963.
Aan de nakomelingen van wijlen Lodewijk en Julius Verwer.

Onderwerp: Sint Anthony-Gasthuis

Beste familieleden,
Op 22 september aanstaande zal het 75 jaar geleden zijn, dat voor notaris A.B. Sjerps te Leeuwarden werd verleden de stichtingsakte van het Sint Anthony-Hasthuis te Zorgvlied (gemeente Diever). Als de stichters en eerste voogden van deze ‘stichting van weldadigheid’ compareerden Uwe en onze grootvaders, respectievelijk overgrootvaders, de Meesters Lodewijk en Julius Verwer.
Deze stichting had en heeft nog steeds ten doel ‘huisvesting en zover mogelijk een wekelijkse toelage in geld te verstrekken aan gehuwde of ongehuwde personen, onverschillig van welke Christelijke Geloofdsbelijdenis, wier eigen inkomsten onvoldoende zijn’. De kennelijke strekking is voorts geweest, dat in de eerste plaats financieel minder draagkrachtige ouden van dagen uit Zorgvlied en omgeving voor dit ‘benefice’ in aanmerking kwamen.
Gedurende 75 jaar hebben de opvolgers van de genoemde stichters zoveel als mogelijk getracht hun doelstelling te verwezenlijken. De vier woningen worden thans bewoond door twee bejaarde echtparen en twee bejaarde weduwen, van wie de echtgenoten in of nabij Zorgvlied, veelal in hun jonge jaren in dienst van een der stichters, de beste tijd van hun leven hebben doorgebracht. Zij ontvangen behalve vrije huisvesting en het vrije gebruik van een strook grond voor en achtrer het ‘huisje’ voor het verbouwen van groenten en het houden van kippen, een geldelijke toelage. Sedert de inwerkingtreding van de Algemene Ouderdomswet is de wekelijkse toelage van één gulden vervangen door toelagen van f. 25,-, welke jaarlijks met Pasen en Kerstmis worden verstrekt.
In de laatste maanden heeft de stichting blijkbaar ook de belangstelling getrokken van enkele journalisten, die op hun tocht Zorgvlied passeerden. Op 18 mei j.l. verscheen in de Drentse en Asser Courant een uitvoerig artikel onder het motto ‘Gratis wonen in Zorgvlied met zelfs nog geld toe’, gevolgd door een minder uitvoerige publicatie in de Tijd/Maasbode van 8 augustus jongst leden onder het hoofd: ‘In een bejaardenhuis met geld toe’. In beide artikelen wordt de nadruk niet slechts gelegd op het unieke feit, dat bejaarden gratis mogen wonen, maar voorts ook op het oecumenische karakter van deze katholieke stichting, waar katholieken en protestanten in goede verhouding naast elkaar leven. Momenteel  worden drie van de vier woningen door protestanten bewoond.
Hoewel de woningen uiteraard van bescheiden omvangn zijn, is de erkentelijkheid van de ‘proveniers’ voor de sociale bewogenheid van de beide stichters steeds groot geweest. Zonder zorgen slijten zij in dit gasthuis hun oude dag. De voogden zijn dan ook wel eens genoodzaakt om acte de présence te geven bij gelegenheid van gouden en zelfs diamanten bruiloften. In elk geval hebben zij tot nog toe nimmer gebruik behoeven te maken van de statutaire bepaling, dat ‘mochten zich niet dadelijk geschikte proveniers voordoen, dan zullen de voogden, in afwachting daarvan, de kamers ten behoeve van de stichting kunnen verhuren’.
De huidige voogden – van wie krachtens de stichtingsakte twee bloedverwanten zijn van de beide stichters, terwijl de derde in Zorgvlied woonachtig moet zijn – hebben gemeend dit jubileum niet onopgemerkt voor de overige bloed- en aanverwanten te mogen laten voorbijgaan. Zij ontveinzen zich niet, dat er nakomelingen zijn, die ofwel van deze stichting nimmer vernomen hebben, ofwel het bestaan daarvan amper uit een ver verleden zullen herinneren.
De voornaamste reden van dit rondschrijven is dan ook, dat dit jubileum wordt aangegrepen om de in 1888 wel zeer vooruitstrevende en edelmoedige daad van de beide stichters in de herinnering van hun nakomelingen terug te roepen. Zorgvlied zij voor hen niet alleen de plaats, waar hun moeder repsectievelijk grootmoeder werd geboren of heeft gewwond. Het Sint Anthony-Gasthuis met de daaraan grenzende Rooms Katholieke Kerk en pastorie – eveneens een geschenk van de familie Verwer – blijve voor hen tevens een monument van grote waardering voor de door hun voorvaderen beoefende christelijke caritas.
Daarnaast willen de voogden niet nalaten de belangstellenden van de familieleden te vragen voor de financiële belangen der stichting. Haar vermogen is nimmer van grote omvang geweest en heeft tengevolge van de geldontwaarding sedeet 1888 ernstig ingeboet. Voorts zijn in de laatste decennia slechts weinig giften en legaten ingekomen. Niettemin zijn er met name sedert de laatste wereldoorlog belangrijke verbeteringen in de huisjes aangebracht, zoals de voorziening in elctriciteit en waterleiding en het opruimen van de bedsteeën. (Slechts één 87-jarige bewoner wenst nog tot zijn dood de bedstee te behouden.)
Het behoeft geen toelichting, dat voor onderhoud en verdere verbetering van deze oude woningen veel geld benodigd is. De huidige voogden zullen het daarom op hoge prijs stellen, indien dit vermogen bij gelegenheid van dit jubileum weer in enige mate zou kunnen worden opgevoerd. Giften aan deze ‘stichting van weldadigheid ‘ gedaan, zijn fiscaal aftrekbaar. Zij kunnen worden gedaan door storting op postrekening nr. 6269 van de Twentsche Bank N.V. te Amsterdam met de aantekening ’ten gunste van rekening-courant nr. 27729 van het Sint Anthony-Gasthuis te Zorgvlied (Dr.)’.

De voogden van het Sint Anthony-Gasthuis
Lodewijk Verwer
Julius Woltring
Hendrik Bos

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In ut Deevers Archief is de akte van schenking en stichting van de Stichting van Weldadigheid Het Sint Anthonij-Gasthuis opgenomen. De broers mr. dr. Lodewijk Guillaume Verwer en mr. Julius Verwer zijn de stichters van Het Sint Anthonij-Gasthuis.
Voogd mr. Lodewijk Verwer is Lodewijk Guillaume Verwer. Hij is geboren op 2 mei 1913 in Zwolle en is overleden op 31 maart 1985. Hij is een zoon van Idse Johannes Verwer en Elisabeth Maria Becker en hij is een kleinzoon van mr. Lodewijk Guillaume Verwer.
Voogd mr. dr. Julius Woltring is geboren op 22 januari 1912 in Amsterdam. Hij is een zoon van Herman Woltring en Bertha Carolina Verwer. Zij is een dochter van mr. Julius Verwer. Mr. dr. Julius Woltring is een kleinzoon van mr. Julius Verwer. 
Boer Hendrik Bos was in 1962 voogd van het Sint Anthonij-Gasthuis geworden. In die functie was hij belast met de dagelijkse zorg voor de provenierswoningen van het Sint Anthonij-Gasthuis. De redactie verwijst gemakshalve naar het bericht Pauselijke onderscheid Pro Ecclesia et Pontifice.
De redactie bracht in de negentiger jaren van de vorige eeuw een bezoek aan de gepensioneerde voogd mr. dr. Julius Verwer en zijn echtgenote, die in Renkum hoog in een chique complex in een appartement woonden, met een prachtig uitzicht over de Nederrijn en de uiterwaarden. De redactie kreeg van hem een kopie van bijgaand afgebeelde brief. Opdat ook Zorgvlied zijn zorgen om het Sint Anthonij-Gasthuis moge weten.
De hierna afgebeelde zwart-wit foto van de vijf proveniershuisjes van het Sint Anthonij-Gasthuis is aanwezig in het Drents Archief in de fotocollectie MZ-Diever van Monumentenzorg. Deze zwart-wit foto is gemaakt op 8 augustus 1995. Deze foto is met bronvermelding vrij te gebruiken. De redactie is het Drents Archief daarvoor bijzonder erkentelijk.

Posted in Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

Bungelo noast Villa Nova op Zorgvlied

Verzamelaars van ansichtkaarten uit de gemiente Deever zullen de hier getoonde zwart-wit ansichtkaart uit de zestiger jaren van de vorige eeuw zelden tegen komen op verzamelbeurzen.
Je zal deze zwart-wit ansichtkaart kaart dan maar mooi in jouw verzameling hebben !
Deze ansichtkaart toont de bungalow, die in de zestiger jaren van de vorige eeuw naast Villa Nova op Zorgvlied stond.
Bestaat deze bungalow nog ?

René Mesken reageerde op 25 augustus 2017 als volgt.
Mijn grootouders Jan en Geertje Krans hebben deze bungalow destijds gebouwd. Ik ben in de tachtiger jaren van de vorige eeuw vaak op bezoek geweest bij mijn opa en oma.
Onder dat lange rechthoekige raam in de zijgevel stond binnen vroeger een groot aquarium. Bij de achterdeur stond buiten een elektrische aardappelschilmachine. Die gebruikte mijn opa Jan. Dat zijn van die dingen die je nooit meer vergeet.
Nu staat ter plekke van de bungalow een groot vrijstaand huis, dat wordt bewoond door de zoon van Jan en Geertje.
Dus het antwoord op de vraag is: nee, deze bungalow staat er helaas niet meer.

De heer R.H. Krans reageerde op 21 oktober 2017 als volgt.
De bungalow is niet gebouwd door mijn ouders, Jan Krans en Geertje Krans-Wierda, maar gekocht.
De eerste bewoner was de pastoor van de katholieke parochie.
De grootouders van de heer Mesken woonden in een boerderij vlakbij.

René Mesken reageerde op 24 december 2017 als volgt
Ik zie dat mijn reactie over de bungalow van de familie Krans niet in zijn geheel correct is overgenomen.

Mijn opa en oma woonden inderdaad hier vlakbij, zoals de heer Krans correct opmerkt.
Ik kwam vaak met mijn opa op bezoek bij Jan en Geertje Krans in deze bungalow.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De redactie is de heer Mesken bijzonder erkentelijk voor zijn reacties
De redactie is de heer R.H. Krans bijzonder erkentelijk voor zijn reactie.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van het grote vrijstaande huis, dat op de plek van de bungalow is gebouwd (wanneer ?), gemaakt op 2 november 2017.

Posted in Ansigtkoate, De aandere kaante van de Deeverse bos, Verdwenen object, Villa Nova, Zorgvliet | Leave a comment

Un tragiese 10 april en un onvugetelokke 12 april

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van vrijdag 12 april 1946 verscheen het volgende bericht over de spannende en tragische laatste paar dagen van de Tweede Wereldoorlog in ut dorp Deever. 

Een tragische 10 april – Herinneringen aan de bevrijding van Diever
Nu het een jaar geleden is, dat Noord-Nederland van plaats tot plaats zoo langzamerhand geheel bevrijd werd, gaat ook voor ons dorp de dag voorbij, waarop we ons al weer een jaar vrij weten.
De spanning groeide hier de laatste dagen vóór de bevrijding nog aanmerkelijk, toen we op Zaterdag 7 april 1945 vernamen, dat de Canadeezen zelfs Meppel dicht naderden. Op dienzelfden dag lieten laagvliegende vliegtuigen ’s avonds een groep parachutisten neer in de boscchen van het landgoed ‘Berkenheuvel’. Deze kregen contact met ons dorp en begaven zich Maandagmiddag daarop om 1 uur over den esch naar hier, waar zij in het café van den N.S.B.’er-landwachter K.M. Balsma den N.S.B.-burgemeester P.O. Posthumus inrekenden. De beruchte Balsma zelf wist daarbij jammer genoeg te ontkomen.
Dit staaltje baarde vanzelfsprekend groot opzien. Allengs vormde zich na dit gebeuren een groote optocht van de parachutisten met hun gevangene voorop, gevolgd door een geestdriftige en juichende menigte inwoners. We zouden toen hier bijna den indruk krijgen, dat Diever al bevrijd was, alhoewel dit in werkelijkheid nog geenszins het geval was, want de parachutisten begaven zich weer naar hun verblijfplaats in het bosch.
Er volgde een zeer tragische 10e April op, die in ons aller hart een diepe wonde sloeg. Toen toch werden in den avond om goed 8 uur 10 mannen, waaronder 7 dorpelingen, 2 geëvacueerde Brabantse jongens van 14 en 18 jaar en 1 woonwagenbewoner, door de meedoogenlooze niets ontziende Duitschers gefusilleerd, terwijl ze ’s middags een zich op den Heezenesch bevindenden dorpsgenoot neerschoten. We dienen niet te vergeten hier te vermelden, dat één dorpeling, namelijk Koop Westerhof, die zich onder de te fusilleeren personen bevond en den kogelregen tot twee maal toe heeft moeten doorstaan, als door een wonder slechts licht gewond is geraakt. Hij heeft zich, dit onmiddelijk beseffende, temidden van zijn inmiddels overleden kameraden, gedurende 1 á 2 uur schijndood gehouden en heeft zich toen verwijderd. Al enkele dagen daarna was hij weer geheel dezelfde.
De begrafenis van de 11 gesneuvelde vaderlanders heeft plaats gehad op 14 april daar aan volgend op de algemeene begraafplaats alhier. Hun stoffelijke resten rusten naast elkaar in één droeve rij.
Dat er van een innig medeleven onder de bevolking van Diever en omstreken sprake was, blijkt uit de lange begrafenisstoet, een dicht opeengepakte schare, die zich van den ingang van het kerkhof tot aan de Nederlands Hervormde Kerk via den betonweg uitstrekte. Wij zullen deze mannen, die hun leven voor onze vrijheid moesten laten, blijven gedenken.
De Moffen, die deze gruweldaad pleegden, waren in den loop van den middag van Steenwijk gekomen en geraakten al vrij spoedig in vuurgevecht met de parachutisten, die langs den beboschten eschrand naderbij waren komen sluipen. Tegen den avond begonnen de Moffen zelfs te schieten met een snelvuurkanon in de richting van het bosch, waarin de parachutisten zich intusschen hadden teruggetrokken. Door deze beschieting geraakten een aan den rand van het bosch staande arbeiderswoning en een bij een boerderij staande schuur in brand. Aan blusschen of redden viel niet te denken, zoodat beide gebouwen geheel uitbrandden. Bij de gevechtshandelingen op dezen dag werden eenige Duitschers gedood, doch gelukkig geen enkele parachutist.
Op 11 April reeds in den namiddag kwam de verblijdende tijding in Diever, dat Canadeesche tanks en gevechtswagens al bij de Dieverbrug waren, die men echter niet kon passeren, omdat deze was opgeblazen. Tegen den avond verspreidde zich het gerucht, dat in den nacht van 11 op 12 April de vijand hier nogmaals een aantal menschen zou komen afmaken. Dit is gelukkig niet het geval geworden. Naar men beweert, moet in den nacht nog wel een transport Moffen in deze richting zijn gekomen, namelijk tot aan de grens Vledder-Diever. Een ware uittocht van het grootste gedeelte van de mannelijke inwoners, viel in verband hiermede te bespeuren naar de gemeente Dwingeloo, het bevrijde gebied, om daar den nacht door te brengen. Anderen trokken naar verafgelegen woningen om zich daar voor één nacht schuil te houden.
Zoo werd het dan de onvergetelijke Donderdag 12 April 1945, dat de eerste zo zeer verbeide Canadeesche tanks en gevechtswagens in de vroegte over een met vereende krachten in den nacht gemaakte noodbrug over de Drentsche Hoofdvaart rolden, om ons dorp te bevrijden van den loodzwaren, niet meer te dragen last, namelijk de tyrannieke bezetting der gehate Duitschers, waaronder het, gelijk het geheele vaderland, gebukt moest gaan gedurende 5 bange jaren.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft op dit moment geen aantekeningen bij dit bericht.

Posted in 10 april 1945, 12 april 1945, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Twee olde huussies an de Peperstroate

De hier getoonde kleurenfoto (afbeelding 1) is een afdruk van een kleurendiapositief, die omstreeks 1960 is gemaakt door Frans Vondeling uut Dwingel. Het is jammer dat dit de enige kleurendia is, die Frans Vondeling in Deever in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw heeft gemaakt. Het maken van kleurendia’s was in die jaren een dure grap, dat is totaal niet te vergelijken met het maken van veel te veel digitale kleurenfoto’s op een slimme telefoon.
In het linker huisje woonde toen nog de weduwe Aaltje Koning-Haveman. In het rechter huisje woonde toen de familie Jans Benthem, te weten Jans Benthem, Albertje Winters en hun kinderen Roelofje (Roelie) en Frederik (Frekie) en de ongetrouwde gemeentelijke timmerman IJse Winters.
Tussen de twee huisjes heeft nog een huisje gestaan, daar heeft klompenmaker Johannes Leijer gewoond. Zie de gegevens in het bericht Woar laag’n ok awièr de Stroet en de Kreulenakker. De grote vraag is of dit huisje al in 1930 is afgebroken, toen Frederik Koning eigenaar werd van het pand en toen klompenmaker Johannes Leijer daar nog woonde, of pas is afgebroken na het overlijden van Johannes Leijer in 1942 ?
Alleskunner wijlen Klaas Kleine (geboren op 20 maart 1940, overleden op 24 oktober 2000) kocht op 14 oktober 1966 de olde kouwe van Oaltie Hoaveman (Aaltje Haveman), de weduwe van Henduk Keuning (Hendrik Koning), voor 6000 gulden en ging met het pand aan de slag op basis van een vermetel plan voor restauratie en herbouw. Zie het resultaat van deze restauratie en herbouw na het klikken op deze link.
Alleskunner wijlen Klaas Kleine (dertien ambachten en geen ongelukken, van nature kritisch en een beetje cynisch) was onder meer: bestuurder, bouwkundige, criticus, dichter, docent Dreins, edelsmid, historicus, hoefsmid, huizenbouwer, kaasmaker, kerkvoogd, klokkenluider, koster, kunstsmid, landgeitenfokker, landgeitenhouder, metselaar, onderzoeksjournalist, ouderling, regisseur, restaurateur, romanticus, schrijver, siersmid, timmerman, toneelspeler, vertaler, vioolbouwer. Als nog een kunde aan deze lijst moet worden toegevoegd, aarzel dan niet die aan de redactie van ut Deevers Archief door te geven.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto (afbeelding 2) gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Klaas Kleine, Peperstroate, Verdwenen object | Leave a comment

De groote braand in Dieveren op 27 augustus 1759

In de Opregte Groninger Courant van 31 augustus 1759 verscheen het navolgende bericht over de zeer grote brand in het dorp Dieveren op maandag 27 augustus 1759. Het bericht is op 29 augustus 1759 opgesteld. Zie afbeelding 1.

Dieveren, in het Landschap Drenthe. Een Dorp vier uuren van Meppel geleegen. Den 29 Augusty.
Gepasseerde Maandag Sloeg de Blixem te gelijk in een Huys en in de Tooren te Dieveren, waar door zulk een Schrikkelijke Brand veroorzaakt wierd, dat er binnen weynig tyd de Kerke en ruym veertig Huyzen, die meest met Koorn en hooy gevuld waaren, daar in de Assche gelegd en derzelver Bewoonders in een Deplorable staat gebragt zyn.

In de Leeuwarder Courant van 5 september 1759 verscheen het navolgende bericht over de zeer grote brand in Deever op maandag 27 augustus 1759. Het bericht is op 28 augustus 1759 opgesteld. Zie afbeelding 2.

Dieveren in het Landschap Drenthe den 28 Augusty. Gisteren namiddag om 3 uuren had men hier een vreeslyk Onweer, bestaande in Donder en Bliksem; de Donder sloeg in het huis van een Smit aan de Zuidkant van de Kerk, verbryselde de Posten van de Deur, en stak het Huis in Brand, waar door de Vlam, door de sterke Wind, tot andere Huizen en vervolgens tot de Kerk en Tooren oversloeg, zoodanig dat dezelven, in 4 à 5 uuren tyds, benevens 43 Huizen en Schuuren, meerendeels vol Hooy en Koorn, in de assche wierden gelegt. Onder de Huizen bevinden zig die van den Predikant en van den Schout.

In de Amsterdamse Courant van 1 september 1759 verscheen het navolgende bericht over de zeer grote brand in Deever op maandag 27 augustus 1759. Het bericht is op 28 augustus 1759 opgesteld. Zie afbeelding 3.

Dieveren in het Landschap Drenthe den 28 Augusty. Gisteren namiddag om 3 uuren had men hier een vreeslyk onweer, vergezeld met donder en bliksem; de donder sloeg in het huis van een Smit aan de Zuidkant van de Kerk, verbryselde de posten van de deur, en stak het huis in brand, waar door de vlam, door de sterke wind, tot andere huizen en vervolgens tot de Kerk en Tooren oversloeg, zodanig, dat dezelven, in 4 à 5 uuren tyds, benevens 43 huizen en schuuren, meerendeels vol hooi en koorn, in de assche werden gelegt. Onder de huizen bevinden zig die van den Predikant en van den Schout.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het mag duidelijk zijn dat de redactie van de Amsterdamse Courant het bericht in de Leeuwarder Courant heeft overgenomen en heeft geredigeerd tot een enigszins moderner geschreven versie.
De zuidkant van het kerkgebouw aan 
de brink van Deever is de kaante van de Heufdstroate en de brink.
Het kerkgebouw en het huis van de predikant
en veel huizen en boerderijen om de kerk, langs de brink, langs de Heufdstroate en langs de Peperstroate zijn toen verwoest. Dit kan haast niet anders hebben betekent, dan dat de toenmalige kerkelijke archieven zijn vernietigd.
Dank zij een schenking van 3000 gulden van Ridderschap en Eigenerfden van de Landschap Drente konden het kerkgebouw, de gemeentelijke toren en de pastorie worden herbouwd. Boven de hoofdingang van het kerkgebouw aan de brink van Deever werd bij de herbouw een herinneringsteen aangebracht:
Wierd ’t oude heiligdom door blixsemvuur verbrand +

Het vuur der godvrucht bragt dit nieuwe huys tot stand ++
Maar wil God ’t heilig vuur van zynen geest verlenen
Hier word een kerk gebouwd van levendige steenen
+ Anno 1759 den 27 augustus.
++ Anno 1760.
De redactie toont in afbeelding 4 een detail van een door hem op donderdag 4 november 2017 gemaakte kleurenfoto, waarop de herinneringsteen is te zien
Ook het huis van de schout verbrandde, dat wil zeggen het schultehuis en de schulteboerderij verbrandden. Daarom is het muurankerjaartal 1604 in de voorgevel van het huidige nepschultehuis aan de brink van Deever een nepjaartal geworden, want dit voorgevelmuurankerjaartal had ten minste 1759 moeten zijn. Overigens hadden de vier voorgevelmuurankers 1, 6, 0 en 4 na de fantasierestauratie in de dertiger jaren van de vorige eeuw vervangen moeten zijn geworden door gewone muurankers, want van een origineel authentiek gebouw uit 1604, zelfs niet van een origineel authentiek wederopbouwgebouw van vlak na 1759, was na de neprestauratie van het schultehuis en de scheiding van het schultehuis en de schulteboerderij in de dertiger jaren van de vorige eeuw helemaal niets origineels authentieks meer over.

Afbeelding 1 – Bericht in de Opregte Groninger Courant van 31 augustus 1759

Afbeelding 2 – Bericht in de Leeuwarder Courant van 5 september 1759

Afbeelding 3 – Bericht in de Amsterdamse Courant van 1 september 1759

Afbeelding 4: Herinneringsteen boven de hoofdingang van het kerkgebouw aan de brink van Deever

Posted in Brink, Deever, Heufdstroate, Kaarke an de brink, Toor'n an de brink | Leave a comment

Gill’nd redt de saandtrein langs de Deeverbrogge

In het Nieuwsblad van het Noorden van 3 maart 1916 verscheen het volgende bericht over de aanleg van de stoomtramlijn van de N.V. Nederlandsche Tramweg Maatschappij tussen het treinstation van Meppel en de Hijkersmilde langs de Drentse Hoofdvaart. 

Diever, 2 maart. De aanleg van den stoomtramweg Meppel-Smilde gaat verbazend snel vooruit. Gillend beweegt zich de zandtrein langs Dieverbrug tot aanvoer van zand uit de Havelterberg. Later denkt men het benoodigde zand tot aanvulling van den weg op de Smilde te vinden. Gaat alles naar wensch, dan is per 1 mei, naar men ons verzekert, de verbinding Meppel-Smilde tot stand gekomen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het artikel geeft aan dat de aannemer van de aanleg van de tramlijn het zand voor de aardebaan van de tramlijn uit de Havelterberg haalde en dat zand via het reeds aangelegde deel van de lijn tot ver voorbij de Deeverbrogge naar het werk vervoerde. Een op het oog nogal kostbaar lijkende operatie, want de boermarke van Diever had de aannemer ongetwijfeld voor weinig geld wel een geschikt zandduin in de buurt van de Drentse Hoofdvaart willen verkopen.

Posted in An de Deeverbrogge, Dorpskracht, Stoomtram | Leave a comment

Somerhuussie ‘de Wiemel’ in Ellert en Brammert

In het voor de doodgewone man betaalbare en gemoedelijke en gezellige vacantiecentrum Ellert en Brammert an de weg langs de voat tuss’n de Deeverbrogge en de Hoarsluus had elk zomerhuisje een eigen naam.
Elk stenen zomerhuisje of kampeerhuisje of bungalowtje had een eigen naam.
Op ansichtkaarten komen namen voor, zoals Baander, Blekbèr, Brummel, Dankbèr, Deele, Dobbe, Eveltas, Hemertien, Hilde, Karnmeule, Knienegat, Nes, Scheuper, Schoapvoalt, Sikke, Spinwiefien, Streuper, Wiemel, Zödde.
De redactie van ut Deevers Archief heeft het vermoeden dat in de lijst van namen van de zomerhuisjes nog een aantal namen ontbreken ! Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan deze lijst aanvullen ?
De redactie toont hier een zwart-wit ansichtkaart van het zomerhuisjes met de naam ‘de Wiemel’. De ansichtkaart is in juni 1961 uitgegeven en is verkocht geweest door Vacantiecentrum Ellert en Brammert, Dieverbrug, telefoon 05219-1207.

Posted in Ansigtkoate, Ellert en Brammert | Leave a comment

Dorpsfotograaf Haarm Hessels is in 1995 estör’m

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 22 maart 1995 stond het bericht van overlijden van dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels. Harm (Haarm) Hessels is geboren op 8 oktober 1927 an de Kruusstroate in Deever. Hij is overleden op 21 maart 1995 an de Kruusstroate in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Gröningerweg bee Deever. De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de steen bij zijn graf gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Harm (Haarm) Hessels heeft in de periode 1970-1995 honderden, misschien wel duizenden foto’s van gebeurtenissen in de gemiente Deever gemaakt. Veel van zijn foto’s zijn geplaatst bij berichten in de Olde Möppeler (Meppeler Courant). In ut Deevers Archief zijn in heel wat berichten een zwart-wit foto van Harm (Haarm) Hessels opgenomen.

De redactie van ut Deevers Archief geeft hierbij de noeste ijverige toegewijde vrijwilligers van de heemkundige vereniging uut Deever, die zijn gevraagd of worden gevraagd of zullen worden gevraagd voor het maken van een zo nodig zo genoemde ‘historische jaarkalender’ en zich geen raad weten over welk onderwerp nu weer een jaarkalender in elkaar kan worden gedraaid, de suggestie een jaarkalender met ‘de mooiste en historisch waardevolste’ foto’s van Harm (Haarm) Hessels te maken. Als een soort van postume hulde aan Harm (Haarm) Hessels.

Op een foto uit omstreeks 1930 is Harm (Haarm) Hessels te zien, zie de bijgaand afgebeelde foto, samen met zijn vader Jacob (Jaap) Hessels, zijn moeder Margje Veenhuis en zijn zuster Jantje Hessels. Broer Jan Hessels was toen nog niet geboren of lag in de wieg.

De zwart-wit foto van de familie Jacob (Jaap) Hessels is gemaakt bij de voordeur van de oude boerderij an de Kruusstroate in Deever. Zie de voordeur die zichtbaar is op de kleurenfoto die de redactie van ut Deevers Archief niet geheel toevallig op donderdag 22 november 2019 heeft gemaakt, ten tijde van de glorieuze uitvoering van de te vele miljoenen euro’s gekost hebbende niet voldoende op klimaatverandering voorbereide en niet op hittestress voorbereide herbestrating van het oude Deever. Dit herbestratingsproject had de eufemistische wegkijknaam Deever op Drift.

Harm (Haarm) Hessels en zijn broer Jan Hessels zijn ongetrouwd gebleven en hadden samen een boerenbedrijfje an de Kruusstroate in Deever. Ze leverden melk aan de zuivelfabriek aan het Moleneinde in Deever. Op hun melkbussen stond het nummer 59. De redactie ziet Harm (Haarm) Hessels nog voorbij gaan op zijn transportfiets, waarbij aan beide kanten van de bagagedrager een melkbus hing te rammelen. De redactie moet nog uitzoeken wanneer de broers Harm (Haarm) en Jan Hessels zijn gestopt met hun boerenbedrijfje.

Posted in Alle Deeversen, Dorpsfiguur, Haarm Hessels, Kruusstroate, Overlijdensbericht | Leave a comment

De sloop van de piepe van de Deeverse botterfubriek

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 12 augustus 1977 verscheen het volgende korte bericht over de sloop van de schoorsteenpijp van de voormalige zuivelfabriek aan het Moleneinde in Deever.

Weg pijp…
Diever. De enige fabriekspijp in Diever wordt afgebroken. Het gevaarte van de voormalige zuivelfabriek (het tegenwoordige garagebedrijf van de gebroeders Boer) wordt van bovenaf afgebroken. Men kan de pijp niet laten vallen in verband met de bebouwing in de omgeving. De pijp heeft een lengte van van 30 meter en wordt door de firma Van de Werf uit Meppel afgebroken.
Het bovenste gedeelte van de pijp was in zeer slechte staat en leverde gevaar voor de omgeving op. Het eerste gedeelte is met een lift afgebroken en daarna wordt een kooi om de pijp aangebracht. De stenen (het puin) wordt in de pijp gegooid en men gaat door tot de pijp vol is. Het onderste gedeelte blijft staan. Men rekent op plusminus 15 meter. De rest van de pijp zal overigens niet gebruikt worden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De gammel wordende schoorsteen van de voormalige Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij aan het Moleneinde (Katteneinde) in Deever is op 8 augustus 1977 gesloopt. De nieuwe eigenaren van de veelal in de Deeverse volksmond genoemde ‘botterfabriek’ waren de gebroeders Boer uut Dwingel, die er een autobedrijf in vestigden.

Het kon gewoon echt niet missen dat de Deeverse dorpsfotograaf en dorpsfiguur Harm (Haarm) Hessels dit klusje op de gevoelige plaat heeft vastgelegd. Zie de hier getoonde zwart-wit foto van hem. Daarvoor brengt de redactie van ut Deevers Archief alsnog posthuum driewerf hulde uit: hulde, hulde, hulde. Foto’s van Harm (Haarm) Hessels behoren tot het culturele erfgoed uut de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft, ongeveer 30 jaar later, bijgaand getoonde  kleurenfoto op 26 mei 2018 gemaakt. Heden ten dage is gevestigd in het pand met adres Moleneinde 28 het door Harm Jan Boer, zoon van Roelof Boer en Jantje Pouwels, geleide Autobedrijf Boer.
In het berichtje in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) is de foto van Harm (Haarm) Hessels helaas niet in zijn geheel afgebeeld. Daar had de redactie van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) wel meer last van. Het kwam ook regelmatig voor dat een foto die Harm (Haarm) Hessels wel voor een bepaald Deevers nieuwsbericht maakte, niet in het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) werd opgenomen.
Een grote vraag is natuurlijk wanneer het onderste gedeelte van 15 meter van de schoorsteenpijp is afgebroken ?
Een andere grote vraag is natuurlijk ook of de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief in het bezit zijn van foto’s van de afbraak van de schoorsteen en of zij een goede scan van die foto’s voor opname in ut Deevers Archief ter beschikking willen stellen ?

Posted in Haarm Hessels, Meul’nende, Süvelfubriek Deever, Verdwenen object | Leave a comment

De bou van veer oll’nvandaeg’nhuussies op Zorgvlied

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 27 september 1982 een kort bericht over de financiering van de bouw van vier bejaardenwoningen op de plaats van het Sint Anthony Gasthuis op Zorgvlied.

Krediet Diever nodig voor bouw bejaardenwoingen
Diever. Indien de gemeenteraad van de gemeente Diever donderdagavond accoord gaat met het voorsel van het college van Burgemeester en Wethouders een krediet van f. 18.000 beschikbaar te stellen, dan is daarmee de financiering van de bouw van vier bejaardenwoningen te Zorgvlied rond. De bejaardenwoningen zullen worden gebouwd op de plaats waar het Sint Anthony Gasthuis heeft gestaan.
De Stichting Woningbouw Zuidwest-Drenthe ontwikkelde een bouwplan, dat op belangrijke plaatsen zodanig is aangepast, opdat de te bouwen woningen enigszins overeenkomen met de vier afgebroken gasthuisjes. Dit heeft wel enkele financiële problemen opgeleverd. De stichtingskosten werden aanzienlijk overschreden en wel met f. 90.000. Onlangs is overeensteming bereikt over de dekking van dit bedrag. De provincie Drenthe neemt f. 60.000 voor haar rekening, terwijl de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf minimaal f. 12.000 op tafel zal leggen. Het project wordt namelijk als leerlingenbouwplaats uitgevoerd. De resterende f. 18.000 moet Diever op tafel leggen.
Vorig jaar werden de gasthuisjes afgebroken. Ze hadden een historische waarde en stonden lang op de monumentenlijst. Ze waren jaren eigendom van de Stichting voor Weldadigheid ‘Het Sint Anthony Gasthuis’.

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 24 januari 1983 het volgende bericht over de bouw van vier bejaardenwoningen op de plaats van het Sint Anthony Gasthuis op Zorgvlied.

Bejaardenwoningen in aanbouw
Diever. Op de plaats waar de huisjes van de Stichting Sint Anthony Gasthuis in Zorgvlied hebben gestaan wordt nu hard gewerkt aan de bouw van de vier bejaardenwoningen. In de maand november is men met de bouw begonnnen. Het is de bedoeling dat de woningen voor de bouwvakvakantie worden opgeleverd. De bouw wordt uiitgevoerd in opdracht van de Stichting Woningbouw Zuidwest-Drenthe. De toewijzing van de woningen zal geschieden door de Stichting Sint-Anthony Gasthuis. De bejaardenwoningen zullen in eerste instantie worden toegewezen aan ouderen die een binding hebben met Zorgvlied of de gemeente Diever. De bouw wordt uitgevoerd in het kader van het project leerlingenbouwplaatsen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het bericht uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 27 september 1982 wordt de afbraak van vier gasthuisjes gemeld. Dit is niet juist, het waren vijf gasthuisjes.

De Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels is de maker van de de hier afgebeelde zwart-wit actiefoto (afbeelding 3), die is gepubliceerd bij het bericht van 24 januari 1983 in de Olde Möppeler (Meppeler Courant). Postuum hulde aan Harm (Haarm) Hessels.

Afbeelding 1 – Bericht uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 27 september 1982   

Afbeelding 2 – Bericht uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 24 januari 1983

Afbeelding 3 – Vier bejaardenwoningen in aanbouw op Zorgvlied (foto Harm Hessels)

Posted in Haarm Hessels, Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

Braandtoorn’s en un braandpoal op Baark’nheuvel

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is de volgende tekst opgenomen bij afbeeldingen 82 en 83, zijnde een afbeelding van een ansichtkaart van een brandtoren op Kijkduin en een afbeelding van een ansichtkaart van een brandtoren an de Gowe op het landgoed Berkenheuvel. Beide ansichtkaarten zijn vóór de Tweede Wereldoorlog uitgegeven.

82 en 83 – Berkenheuvel – Houten uitkijktorens – 1939
In het grote aaneengesloten bosgebied van Berkenheuvel kon het begin van brand alleen tijdig vanuit de hoogte worden ontdekt. In de twintiger jaren werden de hier afgebeelde houten uitkijktorens in gebruik genomen.
Op de linker foto is de toren aan de Torenweg bij de Van Daalensweg te zien. Deze uitkijktoren stond op de hoogste heuvel van de omgeving. Mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van Berkenheuvel, gaf deze heuvel een aardige naam: Kijkduin. Deze toren is aan het begin van de veertiger jaren afgebroken.
Op de rechter foto staat de toren die zich bevond op een heuvel in de buurt van de Pastoorszandweg bij de Geeuwenbrug. Bij de uitkijktoren stond een houten huis dat bewoond werd door een werknemer van het landgoed Berkenheuvel. Nadat de N.V. Berkenheuvel grond had verkocht aan het ministerie van Sociale Zaken lag de toren op het terrein van een werkkamp van de arbeidsdienst, later het kamp voor sociale jeugdzorg De Eikenhorst. Deze toren is in de vijftiger jaren afgebroken.
De twee houten uitkijktorens werden ontworpen door architect ir. Mello van Daalen, de jongste zoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen en één van de latere bewindvoerders van de N.V. Berkenheuvel. Naar hem is de Mellolaan vernoemd.
Op het landgoed Berkenheuvel werd voor het uitkijken over het bos ook gebruik gemaakt van een brandpaal. Dit was een lange
houten paal die was voorzien van klimijzers en was geplaatst in een zware sokkel van veldkeien en tras. Deze werd op 14 april 1934 centraal opgesteld op een hoge heuvel aan de Middenlaan, tegenover de Juniperusweg. Het is niet bekend tot wanneer deze brandpaal dienst heeft gedaan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het in de tekst vermelde werkkamp van de arbeidsdienst is het werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.), dat in de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd en gebruikt.
De twee hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaarten zijn in 1942, nota bene in de Tweede Wereldoorlog, verzonden. Op de achterkant van beide zwart-wit ansichtkaarten staat de uitgever niet vermeld en ook staat de Deeverse neringdoende, die de kaart verkocht, niet vermeld.
De houten brandtoren aan de Torenweg bij de Van Daalensweg is wel terug te vinden op topografische kaarten van vóór de Tweede Wereldoorlog. De houten brandtoren in de buurt van de Pastoorszandweg an de Gowe is helaas niet terug te vinden op topografische kaarten van vóór de Tweede Wereldoorlog.
De redactie is benieuwd of iemand van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief de standplaats van de houten brandtoren in de buurt van de Pastoorszandweg an de Gowe wel weet en bereid is de deze kennis met de redactie te delen.
Bart Buiter heeft de twee hier getoonde kleurenfoto’s van de nog steeds bestaande resten van de fundering van de brandpaal op de hoge heuvel aan de Middenlaan en tegenover de Juniperusweg, gemaakt op 7 augustus 2015.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Posted in Ansigtkoate, Braandtoor’n, Diever, ie bint 't wel ..., Landgoed Berkenheuvel, Uutkiektoor’n, Verdwenen object | Leave a comment

Gedèènktiek’n veur de bouwers van de noodbrogge

In de krant Ons Noorden : Dagblad voor de Noorderlijke Provinciën verscheen op 21 mei 1945 een artikel over de bouw van de noodbrug over de Drentse Hoofdvaart an de Deeverbrogge in de nacht van 11 op 12 april 1945. 

Drentse burgers bouwden een noodbrug en bevorderden Frieslands bevrijding
In de dagen rond 10 april, zo lezen we in de ‘De Vrije Pers’, toen het noorden des lands in angstige spanning op de bevrijdende Canadese legers wachten, ging er in de huizen van de gelukkigen, die nog op de een of andere elektrische stroom konden bemachtigen, geen uur voorbij of de radio werd ingeschakeld. De hoop op een spoedige verlossing van de onderdrukkers nam toe in de harten van de Drenten en Groningers, naarmate de tankspitsen ten oosten van de Drentse Hoofdvaart vorderen. Doch de Friezen werd het bang te moede, want wie beter dan zij wisten welk een barrière hen nog van de oprukkende geallieerden scheidde.
Op een goede dag meldde Herrijzend Nederland evenwel plotseling dat de Canadese spitsen tot in Diever doorgedrongen waren. Diever, over het kanaal dus ! En zie, dit bruggenhoofd is het geweest van waaruit Frieslands victorie begon. Dit bruggenhoofd danken zij aan een Drentse opzichter van de Rijkswarerstaat, die met een aantal burgers onder het bereik der Duitse kanonnen een noodbrug over het kanaal sloeg, waarover het materiaal naar het westen stroomde.
Canadezen en Polen rukten in Drente op: Coevorden werd bevrijd, de spoorbaan Hoogeveen – Meppel gepasseerd, in de loop van woensdag den 11de april werd Dwingeloo bereikt en even later stonden Canadezen aan de Drentse Hoofdvaart. Waarschijnlijk heeft het niet in de bedoeling gelegen om de operaties onmiddelijk aan de westzijde ervan voort te zetten, doch er zijn factoren geweest (onder andere een noodkreet van de bevolking van Diever, waar de terugtrekkende Duitsers een vreselijke terreur uitoefenden, die den commandant de wenselijkheid van een noodbrug bij Dieverbrug deden inzien.
Mer een opzichter van de Rijkswaterstaat te Dwingeloo werd overleg gepleegd en deze bood aan, met een aantal vrijwilligers een brug over het kanaal te slaan. Ondanks het feit, dat zowel Wittelte, de Haarsluis (ten zuiden van Geeuwenbrug) en Diever nog in Duitse handen was en het geenszins denkbeeldig was, dat deze tegen het vallen van de avond het vuur zouden openen, meldden zich tal van vrijwilligers aan. Uit deze groep werden zestien bekwame vaklui gekozen, die ’s avonds om negen uur met de bouw begonnen, terwijl de Canadezen de wegen naar Dieverbrug onder controle hielden.
De opdracht van den Canadesen commandant luidde: maak  mij een brug geschikt voor maximaal 9-tons wagens en zorg, dat die morgenvroeg half zeven klaar is. De hele nacht zwoegden en ploeterden de vrijwilligers, daarbij gebruik makend van een bok met marteriaal afkomstig van de op last van de Duitsers afgebroken Wittelterbrug, welk materiaal men speciaal met het oog op de bouw van een noodbrug in de buurt had weten vast te houden. De mannen smaakten tenslotte het genoegen debrug tien minuten voor de vastgestelde tijd gereed te hebben en onmiddellijk starten de geallieerde colonnes naar het westen.
Het schijnt dat de Canadese bevelvoerder na deze voorspoedige vorming van het ‘bruggenhoofd Dieverbrug’ het krijgsplan gewijzigd heeft en meteen Friesland en de Kop van Overijssel heeft ‘meegenomen’. Dezelfde morgen omstreeks elf uur stonden de eerste Canadese verkenners voor Steenwijk en nog de zelfde dag werd Wolvega bereikt.
Is het teveel gezegd, dat de Friezen, die er op enkele plaatsen na (Pingjum onder andere) bijna zonder kleerscheuren zijn afgekomen, dit mede te danken hebben aan de mannen van de Rijkswaterstaat en hun Drentse vrijwilligers ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in verschillende berichten aandacht besteed aan het ontbreken van een gedenkplaat of een plaquette voor de Deeverse en Dwingeler bouwers van de noodbrogge over de Drentse Hoofdvaart an de Deeverbrogge in de nacht van 11 op 12 april 1945. De noodbrug is gebouwd geweest naast de Deeverbrogge, die de Duitse bezetter tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft opgeblazen. Op de hier afgebeelde helaas niet zo scherpe foto is de opgeblazen Deeverbrogge te zien; deze foto is vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog gemaakt door de an de Deeverbrogge wonende Wopke Veenstra.
Zie bijvoorbeeld het bericht Bouwers van de noodbrogge kriegt un gedenkplaete
en het bericht De seu’m lange staarke ieser’n balk’n van Oere Chris of het bericht Un ienvoldig gedèènktiek’n bee de Deeverbrogge.
De bedoeling van het bestuur van de Historische Vereniging Gemeente Diever was deze gedenkplaat, eigenlijk meer een vandalenbestendig informatiebord, met enig ceremonieel te plaatsen op 12 april 2010, vijfenzeventig jaar na de bevrijding van de gemiente Deever, te plaatsen, maar vanwege de corona-pandemie bleek dat helaas op die datum niet tot de mogelijkheden te behoren.
In de webstee van de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 3 augustus 1920 het bericht Historische Vereniging Gemeente Diever plaatst informatiepanelen
waarin ook verslag wordt gedaan van het plaatsen van een bord met gegevens over de bouw van de noodbrogge ter plaatse van de vernielde Deeverbrogge.
Het is er dus na 75 jaren en bijna 4 maanden na 12 april 1945 dan toch nog van gekomen. Niet op initiatief van de Hoge Heertjes En Dametjes Van Het Dagelijks Bestuur Van De Gemeente Westenveld En Hun Ambtelijke Medewerkers In Hun Luxe Onderkomen Aan de Gemeentehuislaan In Deever, maar wel op het zeer te waarderen intiatief van de Historische Vereniging Gemeente Diever.
De redactie zal te gelegener tijd bij een volgende fotoexpeditie door de gemiente Deever, dus zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf enige foto’s van dit gegevensbord maken, en toevoegen aan dit bericht.

Posted in An de Deeverbrogge, Canadees’n, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De sloop van ut Wittelter skut in 1880

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is bij afbeelding 1, een afbeelding van de oudst bekende zwart-wit foto van de streek Wittelte, nota bene een foto uit 1880, die gemaakt is tijdens het slopen van de Wittelter schutsluis, de volgende tekst vermeld.

1 – Wittelte – Wittelter schutsluis – 1880
De Smildiger veenschappen Molenwijk en aanhorigheden en De Zeven Blokken, de Drentsche Stoombootmaatschappij en anderen verzochten de Minister van Waterstaat om de opruiming der Witteltersluis op de Drentsche Hoofdvaart niet in den zomer, maar gedurende de wintermaanden December, January en February te doen verrigten.
De Waterstaat vond dat het winterseizoen met zijne korte dagen en sechte weersgesteldheid zich daartoe niet leent en dat het onverantwoord zou zijn om de vaart af te dammen en den geregelden afvoer van het water te versperren op een tijd dat aan een goeden afvoer de grootste behoefte kan bestaan.
Op 17 december 1879 schrijft de Minister aan de Commissaris des Konings in Drenthe dat het tijdstip voor de afsluiting zal worden bepaald tusschen 1 July en 15 Augustus 1880, gedurende welke tijd voor de vaart door het bovenpand naar zee toch nog altijd de weg langs de Kolonievaart open staat.
Na het slopen van de sluis zou het peil in het pand Dieversluis – Wittelte lager worden, waardoor geen gebruik meer kon worden
gemaakt van de overlaten boven de sluis voor het bevloeien van hooilanden. Op verzoek van de eigenaren van de hooilanden in
de Witteltermade en de aangrenzende Uffelter hooilanden werden in de kanaaldijk duikers aangelegd.
De stenen sluis werd in de zomer van 1880 opgeruimd, nadat het pand tussen deze sluis en de Dieversluis op zijn nieuwe diepte was gebracht. Voor het gebruik van ’s Lands Grooten Weg langs de vaart werd bij het niet zichtbare tolhuis tot in 1899 tol geheven. Achter de bomen is het sluiswachtershuis te zien. In het rechter deel van het voorhuis was een café gevestigd. Het huis is in 1905 op een openbare verkoping geveild.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Zie ook het bericht Ièst mit de vlegel un legge rogge döss’n op de deele.
De laatste zin van de tekst bij de foto van het slopen van het Wittelterschut is niet juist. Het huis van de sluiswachter is in 1881 geveild.

Afbeelding 1 – Foto uit 1880 van de sloop van het Wittelterschut

Afbeelding 2 – Afbeelding van de bladzijde met foto 1 met tekst uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Verdwenen object, Witteler skut | Leave a comment

An de Deeverbrogge – Kalkovens staan op instorten

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 21 januari 1983 het navolgende artikel ‘Voor 1 februari omheining Kalkovens in Dieverbrug’ naar aanleiding van gedoe over de bouwvallige restanten van de kalkovens an de Deeverbrogge.

Burgemeester en Wethouders van Diever hebben eigenaar H.J. Schoenmaker uit Haren gesommeerd vóór 1 februari de kalkovens in Dieverbrug af te schermen voor het publiek. Het gevaar is niet ondenkbeeldig dat stukken van de schoorsteenpijp naar beneden vallen. Twee jaar geleden is dat al eens gebeurd, overigens zonder dat zich ongelukken voordeden. Ook toen hebben Burgemeester en Wethouders gevraagd te zorgen voor een deugdelijke afrastering rond de uit het begin van deze eeuw stammende kalkovens. Hieraan heeft Schoenmaker niet voldaan.

Omdat het gevaar voor instorten nog groter is geworden, wil het college op grond van de bouwverordening nu kracht achter het verzoek zetten. ‘De tand des tijds heeft haar nimmer aflatende invloed steeds sterker doen gelden.’ staat in een brief aan Schoenmaker. Hij krijgt een maand de tijd in beroep te gaan. Anders zal de gemeente op zijn kosten voor een deugdelijke omheining zorgen. De gemeente heeft overigens al diverse pogingen ondernomen de kalkovens te behouden. ‘Ons is gebleken dat de helft van de kalkovens in ons land de laatste jaren verloren is gegaan.’ zegt burgemeester H.G. Overweg. ‘Het is goed om er dan een paar te bewaren. Deze ovens zijn daarvoor uitermate geschikt, omdat uit de plaats een relatie blijkt met de omgeving. De schelpen werden altijd aangevoerd via de Drentsche Hoofdvaart.
Als bestuurslid wist Overweg de Stichting Oud-Drenthe voor de ovens te interesseren. Onderhandelingen met de eigenaar liepen echter op niets uit. ‘Schoenmaker vroeg zo’n hoge prijs dat de stichting daar niet op in kon gaan. Er zijn altijd mensen die denken dat in een dergelijk bezit geld zit. Het is echter eigenlijk een negatief bezit, want je hebt er geen donder aan. Voor het behoud van de ovens was het voor de stichting echter wel interessant.
De suggestie van Schoenmaker de gemeengte de oven te laten opknappen leverde geen gehoor op. ‘Wanneer je geen eigenaar bent moet je niet gaan prutsen aan dit soort dingen.’ zegt Overweg. ‘Ook in het belang van de toeristen willen we wel graag iets doen. De kalkovens zijn een monumentje van industrie en techniek.’
Ondersteuning krijgt het gemeentebestuur van G.J.P. Bloemen uit Doesburg. Tijdens zijn vakantie maakte hij kennis met de ovens. In een brief aan de gemeenteraad pleit Bloemen voor het behoud ervan. De gemeenteraad van Diever vergadert donderdagavond.

Posted in Aarfgood, An de Deeverbrogge, Bedrief, Boek An de Brogge, Cultuurhistorie, de Kalkoo’ms, de Voat, Economie | Leave a comment

De meule van Ab Jansen hef gien stelling mièr

De redactie van ut Deevers Archief is verzot op mooie afbeeldingen van korenmolen ‘de Vlijt’ in Oll’ndeever. Het maakt niet uit of het oude of jonge afbeeldingen zijn. Het maakt niet uit of deze molen op een gewone foto, op een ansichtkaart, op een tekening, op een schilderij, op een lucifersdoosje, op een suikerzakje of op een tegeltje is te zien. En het maakt ook niet uit of de molen op de afbeelding in vervallen of in pas gerestaureerde staat is te zien.
De redactie toont de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief hier een afbeelding van een zwart-wit foto uit de tijd dat Jan Albert (Ab) Jansen nog de mulder was van de molen in Oll’ndeever, voordat hij, zijn vrouw en twee kinderen in 1954 emigreerden naar Grand Rapids in Michigan in de Verenigde Staten van Amerika. De foto is gemaakt op 22 april 1948. De foto is aanwezig in de collectie van de Vereniging de Hollandse Molen. De redactie heeft de afbeelding niet bewerkt. De korenmaalmachine in Oll’ndeever is een stellingmolen, maar had in 1948 geen stelling meer. De woning van de familie Jansen staat een beetje verborgen achter de molen.

Posted in Alle Deeversen, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Vlag hijsen en breken in jongenskamp De Eikenhorst

De heer Pieter Verdonk stuurde op 10 september 2020 de volgende reactie naar ut Deevers Archief. De redactie van ut Deevers Archief is hem bijzonder erkentelijk voor deze reactie. De heer Pieter Verdonk is van 1961 tot 1963 groepsleider geweest in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe. Van de heer Pieter Verdonk zijn verschillende bijdragen verwerkt in berichten in ut Deevers Archief.

Ik heb destijds een foto van de appèlplaats in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ gemaakt. Ik meende, dat ik van die foto nog een exemplaar had. Ik heb die foto helaas nog niet terug kunnen vinden.
Op die foto is de appèlplaats met de vlaggemast in het midden van de appélplaats te zien. Rond de vlaggemast staan de vier groepen jongens uit de barakken Perú, Klondike, Transvaal en Alaska, daar tegenover staan enkele stafleden. In bepaalde opzichten leken bepaalde zaken in het kamp op het doen en laten bij de toenmalige padvinderij. Daar werd in die tijd ook de vlag gehesen, terwijl men in de houding stond, enzovoorts.
Misschien is het leuk het volgende bij de hier ontbrekende foto van de appèlplaats op te merken. We hadden een enorm boek, de zogenaamde stafbijbel, waarin alle aanwijzingen, enzovoorts uit Den Haag waren opgeborgen. In die stafbijbel stond ook, dat als een lid van het Koninklijk Huis was overleden, dan de vlag ’s morgens tot halfstok moest worden gehesen en dan moest worden “gebroken”.
Op 28 november 1962 overleed prinses Wilhelmina. Dat moest worden meegedeeld bij het vlagappèl en de vlag moest na het hijsen worden gebroken. “Doe jij dat maar, dat kan ik niet”, fluisterde de adjudant, die anders het vlagappèl leidde, me toe. Tja, ’t was in de zestiger jaren en in die tijd kon zoiets al gezegd worden… Dus heb ik het overlijden van de prinses aangekondigd en het commando “vlag hijsen en breken” gegeven. Na drie dagen hoefde dat niet meer, want de prinses had in haar testament opgenomen dat ze geen plichtplegingen wilde.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als een vlag na het hijsen moet worden “gebroken”, dan moet de vlag op een speciale manier zijn gevouwen.
Het “breken” van de vlag werd voornamelijk gedaan bij harde wind.
Wie van de voormalige bewoners van het jongenskamp ‘de Eikenhorst’
an de Gowe is in het bezit van een exemplaar van de in het bericht beschreven foto van de appélplaats ? De redactie zou bijzonder graag een goede scan van deze foto bij dit bericht willen tonen.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Haarm Hessels hef ut hunnebedde ok op de foto set

De Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels heeft in maart 1984, de redactie van ut Deevers Archief weet de precieze datum nog niet, ook een keer ut hunnebedde D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever op de foto gezet. Een afbeelding van die foto is in dit bericht te zien. Voorwaar geen slechte foto.
De foto is ook als illustratie gebruikt bij het artikel met de merkwaardige titel ‘Lijden en dood: en toch leven !” van de gereformeerde dominee O. Doorn. De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen in welk tijdschrift dit artikel heeft gestaan.
De redactie is een verwoed verzameling van afbeeldingen van hunnebedde D52. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bereid een scan van foto’s van dit hunnebedde naar de redactie te sturen, teneinde deze te kunnen tonen in ut Deevers Archief ?

Posted in Grönnegerweg, Haarm Hessels, Hunnebedde D52 | Leave a comment

In de tillefooncel kö’j dag en naacht automaties bell’n

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op woensdag 11 november 1964 het volgende bericht over de opening van het nieuwe PTT-kantoor an de Peperstroate in Deever op 10 november 1964. 

Aanwinst voor de gemeente
Nieuw postkantoor in Diever geopend
In de toekomst brievenkastjes op de DVM-autobussen ?

Burgemeester J.C. Meyboom heeft dinsdagmiddag in Diever het nieuwe postkantoor aan de Peperstraat officieel geopend. Hij deed dit door de deur te ontsluiten met een sleutel die hij van de heer J. Folkers, directeur van het Postdistrict Zwolle had gekregen. Het nieuwe postkantoor van Diever biedt een fraaie indruk en is een aanwinst voor deze gemeente. Met de opening van dit gebouw is het postkantoor Dieverbrug opgeheven. Voortaan zullen alle postzaken voor Diever en omstreken door de heer J. Doorten, de postkantoorhouder, met zijn medewerkers worden afgehandeld.

Mozaïek van Abe Brouwer
Voor het kantoorgebouw heeft de straatmaker-schrijver Abe Brouwer met keistenen een fraai mozaïek aangelegd afbeeldende een briefkaart.
Voorafgaande aan de opening vond in hotel Doorten een bijeenkomst plaats van de vele genodigden. Bijzonder aardig was dat verschillende oud-postkantoorhouders(sters) deze feestelijke gebeurtenis bijwoonden.
De heer J. Folkers zei zeer verheugd te zijn dat Diever nu zo’n fraai postkantoor bezit. Hij wees op het feit dat reeds in mei 1955 begonnen werd met de planning van een nieuw kantoor in Diever. Toen was het al hard nodig, zei spreker, want de behuizing liet alles te wensen over. gelukkig zijn alle besprekingen nu achter de rug en heeft Diever een kantoor dat aan alle eisen voldoet. Spreker ging diep in op de geschiedenis van het postwezen in deze contreien. Hij releveerde dat in 1789 Dieverbrug al van belang was voor de post. Daar werden toen namelijk de paarden gewisseld van de postkoets Groningen-Zwolle. In 1995 werd in Diever een hulppostkantoor geopend.

Belang
De naam Schoemaker is van groot belang als men de ontwikkeling van de posterijen in Diever volgt. Enkele generaties van dit geslacht zijn namelijk postkantoorhouder geweest. Zij hebben altijd tot ieders tevredenheid de postzale zaken behandeld, aldus spreker.
In 1957 werd de heer J. Doorten aangesteld en deze gaat nu de PTT-scepter over het gebouw zwaaien.
Tot slot bracht de heer Folkers dank aan allen die aan de totstandkoming van het gebouw hebben meegewerkt.

Klachten
Burgemeester Meyboom gewaagde in zijn toespraak van de klachten van de inwoners van de buurtschappen dat er slechts zo’n gering aantal brievenbussen zijn. Tevens van het feit dat deze bussen per dag niet zo vaak worden gelicht. Zou het niet mogelijk zijn, zo vroeg de burgemeester zich af, dat men in navolging van Amsterdam aan de autobussen van de DVM brievenbussen bevestigd. Dit zou de verzending van de post aanmerkelijk versnellen en vergemakkelijken.
De heer A.K. Moerman, directeur van het postdistrict Meppel waaronder Diever ressorteert, die hierna het woord voerde, merkte hieromtrent op dat hij nimmer van deze klachten had gehoord. Hij zegde toe een en ander te laten onderzoeken.
Mr. dr. H.K. de Langen, voorzitter van de PTT-kamer voor Drenthe en secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Drenthe merkte op dat het nieuwe postkantoor zeer goed past in het typische toeristendorp Diever. Hij wees op het grote belang van een goed postkantoor in een gemeente.

Eer
De heer J. Doorten sloot de sprekersrij. Hij wees op de mogelijkheden die er nu door dit nieuwe gebouw zijn geschapen om de goede naam van Tante Pos zo veel mogelijk eer aan te doen.
Hierna begaf het gezelschap zich naar het postkantoor om een en ander in ogenschouw te kunnen nemen. Het gebouw bestaat uit een kantoorruimte met twee loketten en een hal voor het publiek. In deze hal zijn 25 postbussen bevestigd. Verder is er een telefooncel die van buiten bereikbaar is. Dit impliceert dat de cel dag en nacht beschikbaar is. Er kan volledig automatisch worden gebeld.
Aan het postkantoor is een woning gebouwd, waarin de heer J. Doorten met zijn gezin intrek heeft genomen.
Architect is de heer Van Keulen. Aannemers: de firma Mors en Zoer uit Dieverbrug. De bouwkosten bedragen f. 106.000.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Postkantoorhouder J. Doorten is Jan Doorten. Hij is geboren op 1 oktober 1910. Hij is overleden op 12 juni 1976 in Deever . Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Waren de aannemers Mors en Zoer of waren de aannemers Mos en Zoer ?
Het briefkaart-mozaïek van Abe Brouwer bij de ingang van het postkantoor is helaas verdwenen. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is in het bezit van een foto van dit briefkaart-mozaïek ? De redactie zou van deze foto graag een goede scan willen ontvangen, teneinde deze te tonen bij dit bericht.
Een namaak van het briefkaart-mozaïek van Abe Brouwer is te vinden in de bestrating bij de brievenbus bij de zelfbedieningswinkel an de Heufdstroate in Deever. Zie de hier getoonde kleurenfoto van dit namaak-mozaïek, die de redactie op woensdag 11 december 2019 heeft gemaakt.
De redactie heeft de foto van het voormalige postkantoor en de foto van de zijgevel van het voormalige postkantoor gemaakt op vrijdag 29 november 2019.
Aan het metselwerk om het grote raam in de zijgevel, achter het donkerbruine gemeentelijke betuttelpaaltje, is te zien waar de toegangsdeur van de openbare telefooncel, die ongeveer 1 meter breed en 1 meter lang was, heeft gezeten.

Posted in Abe Brouwer, Peperstroate, Postkantoor | Leave a comment

Un mooie ansichtkoate van ut Pension Vierhoven

Op deze afbeelding van een mooie zwart-wit ansichtkaart, uitgegeven in juni 1951 door Van Leer’s Fotoindustrie in Amsterdam, is aan de linkerkant Pension Vierhoven (eerder Paviljoen Berkenheuvel) an de Bosweg bee’Deever, nog in min of meer de oorspronkelijke staat te zien.
Het is niet zo gek dat ’s zomers bij Pension Vierhoven een ijscokar (met het opschrift Consumptie-ijs) stond, want tegenover het pension, aan de andere kant van de Bosweg, stond op een heuvel de in januari 1950 afgebouwde uitkijktoren, die na betaling van een klein bedrag beklommen kon worden door mensen uit de omgeving en vakantiegangers.
Pension Vierhoven was in die tijd eigendom van Kornelis (Knelus) Vierhoven (geboren op 11 februari 1915, overleden op 10 februari 1972) en Grietje Enting (geboren op 8 oktober 1913, overleden op 24 maart 1989).

Posted in Ansigtkoate, Bosweg, Paviljoen Berkenheuvel | Leave a comment

Ansichtkoate – Groet’n uut Deever

In de gemiente Deever zijn in de loop van de jaren zeker meer dan 200 ansichtkaarten uitgegeven met de titel ‘Groeten uit Diever (Dr.)’ of een daar op lijkende titel. Bijgaande ansichtkaart is daar een goed voorbeeld van.
Deze kaart is uitgegeven door het bedrijf Van der Meulen uit Sneek in Meulen’s Ultracolor 03856. Deze kaart is derhalve uitgegeven in de beginjaren van de ansichtkaart in kleur, zeg in de loop van de zestiger jaren van de vorige eeuw. De kaart was te koop in de boekhandel van Roelof van Goor an de Kruusstrroate in Deever.
Op een aantal foto’s is duidelijk het toen nog agrarische karakter van de gemiente Deever te zien.
Paarden in plaats van tractoren.
Roggemiet’n in plaats van combines. Wie weet wie bezig zijn met het an de miete zett’n van de rogge ? Op welke nes is deze foto gemaakt ? ‘
Ut huusie van Albert Keizer (geboren op 14 augustus 1883, overleden op 30 december 1979) en Jantje Warring (geboren op 12 december 1888, overleden op 30 november 1972) an de Kruusstroate stiet nog op zien stee.
In ut boerdereegie op ’t Kastiel woonde toen nog Jan Klok. Was ut boerdereegie toen nog eigendom van professor Albert Egges van Giffen ?
De foto in het midden van de bovenste drie foto’s is een foto die vanaf de Noorderesch is gemaakt.
De redactie van ut Deevers Archief verneemt van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief graag verbeteringen en aanvullingen op dit bericht.

Abracadabra-452

Posted in Ansigtkoate, Boer'nlee'm, Kruusstroate, Meule van Oll’ndeever, Noorderesch, ut Kastiel | Leave a comment

De ièste 90 joodse mann’n in warkkaamp Diever A

In het kader van de systematische intimidatie, discriminatie, isolatie, deportatie en vernietiging van de joden besloot de Duitse bezetter in december 1941 joodse Amsterdammers naar de Drentse rijkswerkkampen in Diever, Geesbrug, Gijsselte, Kremboong, Mantinge, Orvelte, Stuifzand en Vledder te sturen.
Het eerste resultaat was dat 905 van de 1402 geplaatste mannen op zaterdag 10 januari 1942 vanaf het Centraal Station in Amsterdam per trein vertrokken naar Drenthe.
Op een met potlood beschreven velletje papier, dat bewaard is gebleven en aanwezig is in collectie 216 van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (N.I.O.D.), is te lezen dat de mannen voor de rijkswerkkampen Diever A en Diever B om 9.45 uur vanaf het vijfde perron moesten vertrekken.
Een copie van de lijst met de eerste negentig in Diever A geplaatste joodse mannen uit Amsterdam is compleet met hun adres en geboortedatum bewaard gebleven en aanwezig in collectie 216 van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD).
Op deze lijst komen de volgende personen voor:
M. Aandagt;
N. Achttienribben;
A. Aldewereld;
L. Appelboom;
W.D. Augurkiesman;
B. Ausson;
M. Bacharach;
B. Barend;
J. Baan;
S. Bierman;
I. Blitz;
N. Bonewit;
J. Bueno de Mesquita;
H. Buijs;
J. Canes;
D. Cavaljo;
A. Cohen;
I. Cohen;
A. Couvern;
E. Degen;
S. Degen;
L.A. Drukker;
J. van Esse;
A. Fraenkel;
L. Frenkel;
M.E. Friezer;
S. Gobes;
I. Gobets;
J. Gobets;
S.M. Goldstein;
A. Groothuis;
D. Halmans;
W. Harpman;
M. Hartog;
A.B. de Hes;
B. van Hes;
M. Hoed;
E. Jacobs;
J. Jacobs;
Ph. E. Jacobs;
G. Jacobsohn;
A. Kats;
J. Knegje;
E. Korthoef;
A. de Leeuw;
S. Lelie, Tweede Jan van der Heijdenstraat 22 II, Amsterdam, geboren op 2 september 1880;
B. de Levie;
M. Lisser;
J.H. de Mesquita;
E. Mok;
S. Monnikendam;
J. Naarden;
J. Neuman;
A. Nunes Vas;
L. Pesaro;
D. Polak;
L. Polak;
M. van Praag;
E. Querido;
J. Reens;
J. de Roos;
J. Roos, Tilanusstraat 83 II, Amsterdam, geboren op 20 maart 1893;
A. van Rooijen;
A. Salamons;
D. Salomon;
J. Sacksioni;
D. Santen;
N. Schuijer;
L. Sluijter;
S. Spoelman;
E. van Sijs;
M. Tailleur;
J. Tertans;
A. Troeder;
B. Troostwijk;
M. Veffer;
D. Vierra;
M. Vierra;
C. Vos;
H. de Vries;
B. Waas;
G. Walvis;
I. Walvisch;
A. Winnik;
J. Winnik;
S. Wolder;
J. Zak;
I. Zilverberg;
J. Zwaab.
Voor rijkswerkkamp Diever A fungeerde als zogenaamde contactcommissie de heren J. Roos (registratienummer 174043, geboren op 20 maart 1893, laatste adres Tilanusstraat 83 II in Amsterdam) en S. Lelie (registratienummer 66086, geboren op 2 september 1880, laatste adres Tweede Jan van der Heijdenstraat 22 II in Amsterdam).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie wil zo veel als mogelijk is aandacht besteden aan de geschiedenis van de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woaterseweg in de Olde Willem, in het bijzonder aan de geschiedenis van de twee kampen in de Tweede Wereldoorlog toen de Duitse bezetter deze kampen gebruikte als isolatie- en doorvoerkamp van Joodse landgenoten.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief kan de reeds verschenen berichten over deze twee kampen in ut Deevers Archief vinden door in de rechter kolom of onder aan dit bericht de categorie ‘Werkkampen Diever A en B’ aan te klikken.

Posted in de Olde Willem, Tweede Wereldoorlog, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Pakschuitendienst tusschen Assen, Deever en Meppel

In de krant Het nieuws van den dag (kleine courant) verscheen op 20 april 1877 het navolgende bericht over de oprichting der naamlooze vennooschap Drentsche Stoomboot Maatschappij (D.S.M.) te Assen.

De Koninklijke bewilliging is verleend op de akte van oprichting der naamlooze vennootschap ‘Drentsche Stoombootmaatschappij’ te Assen. Vooreerst zal de werkkring der Maatschappij zich bepalen tot het voortzetten der volgende bestaande diensten: de stoombootdienst tusschen Assen en Zwolle, de bargedienst tusschen Assen en Groningen, de bargedienst tusschen Assen en Veenhuizen en de pakschuitendienst tusschen Assen, Diever en Meppel.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De heemkundige vereniging uut Deever heeft in 2014 haar twintigjarige bestaan opgeluisterd met een zo genoemd jubileumboekje met de titel ‘An de Brogge’, waarin aandacht is besteed aan de geschiedenis van de Deeverbrogge.
De redactie van ut Deevers Archief heeft helaas nog niet de tijd gevonden het te verifiëren, maar in het boekje zijn ongetwijfeld onderwerpen aan de orde gekomen, zoals de bewoners, de boerderijen, de Bolderhoek, de pothokken, de snikke, de barge, de stoombootdiensten van de Drentse Stoombootmaatschappij, de postkar, de pakschuiten, de scheepvaart, de turfschippers, de transportbedrijven, het steenfabriekje, de kalkovens, Ellert- en Brammert, de noodslachtplaats, het busstation, de bedrijvigheid aan de loswal, de bedrijven an de Deeverbrogge, de stoomtram, de tramlijn, het tramemplacement, het tolhek, het tolhuis, veeartsen, hotel Blok, logementen, café-logement Sjoert Benthem, Concordia, het hulppostkantoor, meubelfabriek ‘de Toekomst’, het melkfabriekje, de wolspinnerij, de schutsluus, de brogge, de Tweede Wereldoorlog, de winning van turf, de winning van ijzeroer, het arrestantenlokaal achter hotel Blok, kermissen, markten, culturele voorstellingen, filmvoorstellingen, dansavonden, enzovoort, enzovoort.  

Het is interessant te lezen dat ook vóór 1877 een pakschuitendienst werd onderhouden tussen Assen, Deever en Meppel. Waren dat door paarden getrokken pakschuiten ? Een mooie klus voor de dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever om dit uit te zoeken.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Boek An de Brogge, D.S.M., Scheepvaart | Leave a comment

Ut vroggere noodgemientehuus wöd ofebreuk’n

De ambtenaren van de gemiente Deever verhuisden op 11 november 1955 van het oude gemeentehuis an de brink van Deever naar het noodgemeentehuis in barakken op ’t Bultie.
De ambtenaren van de gemiente Deever namen op 19 juni 1957 het nieuwe gemeentehus an de brink van Deever in gebruik.
Met ingang van 28 juni 1957 is het postkantoor verplaatst van de woning van Lambertus Schoemaker an de Heufdstroate in Deever naar een noodpostkantoor in een barak van het voormalige noodgemeentehuis in het uitbreidingplan. Dat is de groene barak op de twee afbeeldingen.
De witte barak is toen in gebruik genomen als leslokaal voor een klas van de U.L.O.-school van Pieter Zijlstra (die in de Deeverse volksmond altijd ome Piet werd genoemd).
Het noodpostkantoor is op 10 november 1964 verhuisd naar het nieuwe postkantoor an de Peperstroate in Deever.
De nieuwe U.L.O.-school op de Westeresch is op 29 januari 1965 geopend en is op maandag 1 februari 1965 in gebruik genomen. Daarna konden de barakken op ut Bultie en an de Tusschendarp in Deever worden afgebroken.
De twee hier getoonde afbeeldingen (afdrukken van diapositieven) van de barakken op ut Bultie zijn dus na 1 februari 1965 gemaakt. De grote vragen zijn natuurlijk: op welke datum zijn de twee foto’s gemaakt en wie is de sloopaannemer van deze twee barakken ? De redactie heeft het vermoeden dat dit in februari of maart 1965 is gebeurd, gelet op de kale eikeboom an ut Swatte Pattie achter de groene barak. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan gegevens ? De redactie zou bijzonder graag willen weten wie de maker is van deze twee afbeeldingen.


Posted in Gemiente Deever, Gemientehuus, Postkantoor, U.L.O.-skoele, Verdwenen object | Leave a comment

Wapse hef now un woap’m en un vlagge

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant van 31 juli 2000 verscheen het volgende korte verbazingwekkende berichtje over het wapen en de vlag van het dorp Wapse in de gemiente Deever. 

Wapse krijgt wapen en vlag
Wapse. Op dinsdag 15 augustus zal wethouder Roelof Martens van de gemeente Westenveld het ontworpen dorpswapen van Wapse onthullen. Naast het dorpswapen zal Wapse worden verrijkt met een dorpsvlag.
De vlag zal door wethouder Martens om 19.30 uur worden gehesen in de vlaggemast van het dorpshuis Oens Huus.
Muziekvereniging Vogido zal het een en ander muzikaal omlijsten en na de ceremonie zal Th. Hessels, voorzitter van de Wapser Gemeenschap, zowel wapen als vlag symbolisch overdragen aan het dorp Wapse.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie kwam bij het digitaliseren (scannen) van dozen met papieren knipsels uit de Meppeler Courant (de Olde Möppeler) bijgaand korte verbazingwekkende bericht tegen.
Wat ? Ehhh? Heeft Wapse -net zoals Deever en Zorgvlied- ook een bij elkaar gefantaseerd wapen en een bij elkaar gefantaseerde vlag ?
Waar een klein dorp zich zoal groot in kan achten. Zijn dit wapen en deze vlag bevorderlijk voor de Wapser identiteit en de Wapser gemeenschapszin ?
Waar een wethouder (van cultuur of van het geld ?) van de gemeente Westenveld zich zoal voor laat lenen. Is het hijsen van de Wapser vlag bevorderlijk voor de politieke overlevingskansen van een wethouder ?
Toch maar even naar de gegevens in de online encyclopedie Wikipedia gekeken onder Wapse, voor wat deze waard zijn. Wie van de Wapser Gemeenschap is de ijverige beheerder/bewaker van deze pagina ?
Ook maar even gekeken naar de gegevens in de webstee van Heraldry of the World.

In de laatst genoemde webstee is over het dorpswapen het volgende te lezen:
In zilver een zwarte vierpuntige ster met over het snijpunt der armen een rood gezoomde zilveren penning, beladen met een rode klokberker; het geheel in het eerste kwartier vergezeld van een rode aanziende koeienkop, in het tweede kwartier van een rode aanziende hertenkop, in het derde kwartier van een groene eikel met twee bladeren en de steel omlaag, en in het vierde kwartier van een groene korenschoof.
De uitleg bij dit wapen is de volgende:
De kleuren rood zwart en wit zijn de kleuren uit de vlag van de provincie Drenthe.
De ring staat voor het dorp zelf, het is namelijk een zogenaamd kring-esdorp.
De vierpuntige ster staat voor de vier windstreken en de vier jaargetijden.
Bovendien staan de punten voor de vier dorpsdelen, Soerte, Ten Have, Veenhuizen en Veldhuizen.
De overige symbolen geven het landbouwkarakter van het dorp aan.
De urn in het midden van het wapen geeft de zeer lange bewoning van de streek weer, die uit archeologische opgravingen is gebleken.

Met de kop van een edelhert in het wapen hebben de bedenkers van het wapen aan willen geven dat het edelhert in deze streken in het verleden van nature voorkwam, dus zonder de betuttelende bemoeienis en tussenkomst van de beterweters van de natuurfabrieken Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
De urn lijkt een verwijzing te zijn naar gevonden urnen op de Tweeënberg op de Oeren bij Wapse.



Posted in Wapse | Leave a comment

De student’nkaam’pm bee ut Mast’nveltie

De Verenigde Christelijke Jongeren Bond (V.C.J.B.) begon in 1922 met kampen, goedkoper van opzet en met meer zelfwerkzaamheid. Deelnemers waren aanvankelijk leerlingen van het voortgezet lager onderwijs.
In 1923 werd door de Verenigde Christelijke Studenten Bond (V.C.S.B.) en de Verenigde Christelijke Jongeren Bond (V.C.J.B.) gezamenlijk kampwerk opgezet.
In 1924 kwam tot stand de ‘Centrale Raad van het Vrijzinnig Christelijk Jeugdwerk’. Het was een samenwerkingsverband van beide hiervoor genoemde bonden voor wat betreft het jeugdwerk, meer in het bijzonder het kampwerk. Onder andere werden van beide zijden leiders geleverd voor de gemeenschappelijke kampen.
Een van de kampen was het kamp in Deever aan de Bosweg bij het Mastenveldje. Het kampterrein in Deever aan de Bosweg bee ut Mast’nveltie was van de ‘Centrale Raad van het Vrijzinnig Christelijk Jeugdwerk’, die het terrein in erfpacht had genomen van mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel.
De zwerfstenen op de voorgrond van deze eenvoudige tekening uit 1932 zijn nog steeds aanwezig op het voormalige kampterrein.

Posted in Bosweg, Mast'nveltie, Student’nkaamp, Tiekening | Leave a comment

Foto van de brink van Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto van de brink van Deever met het Schultehuis en het kerkgebouw met de gemeentelijke toren gemaakt op 20 november 2005. Voor wat deze foto waard is.

Posted in Brink, Deever, Kaarke an de brink, Skultehuus, Toor'n an de brink | Leave a comment

Wee goat mit de snikke hen de maarkt in Möppel

In het Nieuwsblad van het Noorden van 9 december 1896 verscheen het navolgende bericht over ervaringen met het vervoer per snikke van de Deeverbrogge hen Möppel.

Gemengd Nieuws.
Uit Drenthe’s Zuidwesthoek schrijft men aan de ‘Telegraaf’:
Drente is door natuur en menschen beide al zeer stiefmoederlijk bedeeld. De dorre heidevelden worden door een armoedige bevolking bewoond, die tracht van den schralen zandgrond nog te halen wat er van te halen is. En de noodige middelen om de producten van het land te vervoeren en het vee ter markt te brengen, zijn slechts in geringe mate aanwezig en vaak nog zeer primitief. In deze streken moet men zich nog behelpen met het vervoer per trekschuit, een vaartuig dat de bewoners van meer bevoorrechte oorden alleen nog uit de Camera Obscura kennen.
’t Is waar, er bestaat een dagelijksche stoombootdienst der Duitsche Stoomvaartmaatschappij. Hare booten, die geregeld vice-versa voorbij Smilde, Dieverbrug, Uffelte en Havelte tusschen Meppel en Assen varen, maken het mogelijk aan de bewoners deze streken iederen dag naar Assen of Meppel te komen en hunne goederen daarheen te zenden.
Maar wat voor het personenvervoer nogal lastig is, deze booten gaan zeer langzaam (moeten langzaam varen om de wallen der Drentsche Hoofdvaart niet te beschadigen) en, dit geldt ook voor het goederenvervoer, zijn erg duur. Onze boeren maken er dan ook zoo weinig mogelijk gebruik van. Wie op een niet-marktdag te Meppel moet wezen, en ieder onzer moet er zo nu en dan zijn, gaat per as (op een hortenden boerenwagen) of te voet.
Als het markt te Meppel is (Donderdag) echter gaan we met de trekschuit. We staan vroeg op, vroeg althans naar steedsche opvatting en hebben als we te Uffelte of Havelte wonen, keus uit vier trekschuiten, twee Dieversche en twee Uffelter ‘snikken’ (trekschuiten). Haasten we ons een goed plaatsje uit te zoeken, want als gewoonlijk zijn de ‘snikken’ meer dan vol, zoowel aan personen als goederen.
Wat ’n drukte in het vroege morgenuur. Boeren op klompen (de boer draagt altijd klompen, ’s zomers en ’s winters, op zon- en werkdagen), die varkens of geiten voortdrijven, boerinnen met oorijzers en witte muts, die manden met boter of eieren torsen, allen eenigszins gehaast om in de ‘snikke’ te komen. Als allen er op zijn, gaat het vooruit, natuurlijk bedaard, doodbedaard, zooals het ’n trekschuit past.
Laten we nu eens ’n kijkje in de schuit nemen. Op vier banken zitten de passagiers opeeengepakt. Geen wonder bij zo’n volte, dat het er na een half uur al benauwd wordt en dat veelen te Meppel met ‘heufdzeerte’ (hoofdpijn) aankomen. Men gaat er niet licht toe over een raampje open te zetten, want de plattelandbewoner vreest niets zoozeer als tocht. De meest verpestende atmosfeer is hem liever dan het gevaar van op den tocht te zitten. Opgeschoven ramen ziet men zelfs op snikheete zomerdagen slechts bij uitzondering.
Zo’n reisje per trekschuit is, vooral als men het reeds eenige malen meegemaakt heeft, verre van gezellig. Luister slechts waar die passagiers over redeneeren, die beide bejaarden in den hoek. De een beweert dat goede mest toch het ware is op het land, waarop zijn buurman bevestigend knikt.
Deze bewering is niet juist nieuw voor hem; vóór een halve eeuw was hij reeds van de waarheid ervan overtuigd. Een oud moedertje weidt lang en breed uit over de goedkoopte van de varkens, welke mededeeling voor hare toehoorders ook al geen nieuws bevat. Maar wie ter wereld zou in een trekschuit ook met wat nieuws voor den dag komen ? Toch heb ik eens een nieuwe stelling hooren te berde brengen, door een man met bakkebaardjes en laarzen. Hij was dus geen boer. Een boer heeft baard noch knevel en draagt geene laarzen. De man beweerde met kracht van woorden en gebaren (hij sloeg bij iederen zin met flinken slag op knie van zijn buurman), dat het liggen gaan van koren niet zooals de heerschende mening wil, het gevolg is van ‘geilheid’ (overmaat aan vruchtbaarheid), maar juist van gebrek aan voedsel. In de ‘snikke’ is men het altijd met elkaar eens, maar met iemand, die wat nieuws zegt, nooit. Een opgewekt debat volgde dan ook. Gelukkig, want dit verkortte den drie uren langen, anders eindeloos vervelende tocht.
Godsdienst-quaesties of politieke dito worden nooit besproken.  Eens hoorde ik ’n ouden boer beweren, dat die van Houten toch een flinke kerel was en dat de nieuwe kieswet … Maar de man praatte voor doove oren. Niemand interesseerde dit onderwerp. Er is maar ééne enkele zaak, die den boer belang inboezemt, dat is het boerenbedrijf. Al wat daar buiten ligt, is voor hem terra incognita en daar bemoeit hij zich niet mee.
Eindelijk zijn wij te Meppel, want zelfs een trekschuit komt ten slotte op de plaats harer bestemming.
Meppel is onze stad. Meppel is de plaats waar we onze producten en onze ‘diers’ (dieren) aan den man brengen. Meppel is ook de stad, waar we onze inkoopen doen. Veele huishoudelijke benodigdheden, kleederen, eetwaren (vleesch bijvoorbeeld) zijn op onze landbouwdorpen niet te krijgen of erg duur en slecht.
We zijn dan erg ingenomen met onze ‘snikken’, die ons den tocht naar Meppel mogelijk maken en zeer goedkoop zijn. Toch zouden we het oogenblik zegenen, dat we hier een tram kregen. Er is al eens over gepraat. En we hopen dus !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De schrijver van bovenstaand artikel probeert op enigszins negatieve manier de sfeer in de snikke te beschrijven tijdens het vervoer van mensen, dieren en goederen van de Deeverbrogge hen Möppel.
Desalniettemin nochthans evenwel had publicatie van dit verhaal in hoofdstuk 6 ‘Transport’ van het onvolprezen boekje ‘An de Brogge’, dat de heemkundige vereniging uut Deever in 2014 heeft uitgegeven ter gelegenheid van haar 20-jarig bestaan, niet misstaan.

In het artikel is sprake van Duitsche Stoomvaartmaatschappij, dit moet zijn Drentsche Stoomboot Maatschappij.
Op de afbeelding van de zwart-wit ansichtkaart uit 1905 ligt voor de löswal an de Deeverbrogge de snikke van waarschijnlijk Sjoert Benthem.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 44 van het in 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door een keur van vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-451

Abracadabra-449

Abracadabra-450

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Boek An de Brogge, Café-Logement Sjoert Benthem, de Voat, Snikke, Vervoer | Leave a comment

Ut bidplaetie van Jurjen Bos uut Zorgvlied

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag bidprentjes van rooms katholieken die zijn geboren in de gemiente Deever en zijn overleden in de gemiente Deever of zijn geboren in de gemiente Deever, maar niet zijn overleden in de gemiente Deever of niet zijn geboren in de gemiente Deever, maar wel zijn overleden in de gemiente Deever. Dit bericht toont de voorkant en de achterkant van het bidprentje van Jurjen Bos. Hij is niet geboren in de gemiente Deever, maar hij is wel overleden in de gemiente Deever.

Gedenk in Uw gebeden en H.H. Misoffers Jurjen Bos, echtgenoot van Alida van den Akker,
Geboren te Blesdijke 28 maart 1875, overleed hij voorzien van het Heilige Oliesel te Zorgvlied 5 maart 1957; 9 maart daar aan volgend werd hij begraven op het Rooms Katholieke kerkhof te Zorgvlied in afwachting van de glorievolle verrijzenis.
Met kinderlijk blijde geest, die heel zijn leven kenmerkte, vervulde hij de plichten, die God hem had opgelegd. In liefdevolle toewijding zorgde hij voor zijn huisgezin, dat hem zo dierbaar was. Vol rechtvaardigheid en zorg gaf hij het voorbeeld van christelijke naastenliefde. Zo zal hij ook bij velen in dankbare herinnering blijven.
Vele jaren -van 15 maart 1920 tot 20 april 1956- was hij lid van het kerkgebestuur van de Sint Andreasparochie te Zorgvlied en stond hij op de bres voor kerk en parochianen, vooral gedurende de laatste oorlog.
Dierbare vrouw, heb dank voor Uw zorg. Lieve kinderen, eert mij in Uw moeder en volgt mijn voorbeeld na. Steeds bereid als God U roept.
Gebed
Open voor hem, o Heer, de deur des hemels en maak hem deelachtig aan de vreugde der heiligen in Gods eeuwige glorie.
Hij ruste in vrede.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jurjen Bos is begraven op de rooms katholieke kaarkhof an de Monden op Zorgvlied.

Posted in Bidplètie, Zorgvliet | Leave a comment

Un foto van de olde Kruusstroate in Deever

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 105 een afbeelding van een oude zwart-wit foto uit omstreeks 1910 te zien. Onder de afgebeelde zwart-wit foto op bladzijde 105 staat de volgende tekst.

De doolhof
Zoals deze foto laat zien, is de zogenaamde Doolhof nu lang niet meer wat hij vroeger was. Waaraan de Doolhof zijn naam ontleend wordt in dit boek nader omschreven.
Op de voorgrond zien we het café van P. Seinen (nu geheel verbouwd tot pension-restaurant van ”t Olde huus’ van W. de Lange, met daarnaast het huis van de vroegere bewoner Albert Mulder (in de volksmond Albert Kuiper) en z’n vrouw Aoje Draod, een dorpsfiguur uit die jaren. Menig huisvrouw immers riep haar hulp in als er wat te naaien of te verstellen was.
Later is op dit perceel het café B. Slagter, genaamd De Veehandel,  verrezen. Thans heet het Hotel Centrum en wordt het bestuurd door L. Warnders.
Op de voorgrond links zien we het vroegere café van de eigenaar Reinder Hummel, thand verbouwd en bewoond door de familie de Graaf.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
P. Seinen is Pieter Seinen. Hij is geboren op 26 februari 1862. Hij is overleden op 20 maart 1946. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
W. de Lange is Willem de Lange. Hij is geboren op 4 februari 1913. Hij is overleden op 2 januari 1991. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Albert Mulder is geboren op 1 april 1849 in Deever. Hij is overleden op 24 februari 1916 in Deever. Hij trouwde op 1 mei 1872 in Deever met Reintje Houwer. Na het overlijden van Reintje Houwer hertrouwde hij op 29 april 1903 met Aaltje Draat (Oaje Droat), dochter van kleermaker Albert Draat en Aaltien Hendriks Scheper. Albert Mulder werd Albert Kuiper genoemd, omdat hij in zijn jonge jaren boterkuipjes voor de boeren maakte; zijn vader Egbert Jans Mulder was ook kuiper. Albert Kuiper was winkelier, toen hij met Aaltje Draad trouwde.
B. Slagter is Berend Slagter. Hij is geboren op 10 augustus 1882 in Ruinen. Hij is overleden op 4 maart 1967 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij trouwde met Femmigje Mulder, die een dochter was van Albert Mulder en Reintje Houwer. Het café heette niet De Veehandel, maar De Veemarkt.
L. Warnders is Lambertus Warnders (Bertus Waanders). Hij is op 12 mei 1925 geboren an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 4 november 1999 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Lambertus Warnders was brandstoffenhandelaar an de Deeverbrogge, voordat hij het café overnam van Klaas Doorten en Alberdina Slagter.
Reinder Hummel is Reinder Hummelen. Hij is geboren op 17 december 1852 in Deever. Hij is overleden op 8 maart 1914 in Deever.
Familie de Graaf is de familie Martinus de Graaf.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van het lezen van tekst op papier is, kan de hier weergegeven tekst uiteraard ten zeerste lezen in het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld, dat in januari 1975 uitgegeven. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dit steeds zeldzamer wordende papieren boek zijn of dit papieren boek bij iemand in kunnen zien.

Posted in Braandkoele, Eendeviever, Kruusstroate, Publicatie | Leave a comment

De lüder van de klokk’n in de toor’n an de brink

De redactie van ut Deevers Archief kreeg in de jaren 2000-2005 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder, een Deeverse uut de Aachterstroate, die eerst an de Kloosterstroate in Deever, daarna in Gasselte en later in Assen woonde, steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels en documenten over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem al dan niet in geredigeerde vorm te publiceren.
Het is de redactie bij het leven van Anne Mulder helaas niet gelukt al zijn Deeverse documenten in het blad Opraekelen van de heemkundige vereniging uut Deever te publiceren, dan maar postuum en beetje bij beetje opnemen in ut Deevers Archief.

Tussen de documenten zat ook het rijmsel, dat wijlen Anne Mulder voor dorpsfiguur Geert Dekker schreef ter gelegenheid van diens veertigjarige luiderschap van de klokken in de gemeentelijke toren an de brink van Deever.

Geachte gemeente
Veertig lange, lange jaren
Werd het orgel en de klok
Van de kerk in ’t dorpje Diever
Regelmatig als een klok
Trouw bediend door steeds dezelfde
Alom bekende dorpsfiguur
Geert Dekker en wij weten
Hoe trouw en hoe secuur
Hij deze functies naast veel anderen
Als nevenfuncties heeft verricht
En hoe hem dit werk bezielde
Als man van eer en deugd en plicht.

Geachte jubilaris
Ik weet, U bent een man van eerzucht
Niet één, die graag gehuldigd wordt
Maar toch, als Diever dit thans naliet
Schoot het schromelijk tekort
Aan z’n verplichting tegen iemand
Als U, die hier bij groot en klein
De klokkenluider van ’t dorp Diever
Was en is en nog zal zijn
Wat hebt ge in al die veertig jaren
Niet aan Uw oog voorbij zien gaan
Bij hoeveel verenigingen en burgers
Hebt ge al niet in dienst gestaan ?
U bent, in dubbele zin gesproken
Naast de kerk hier opgegroeid
Zelfs met begrafenis en ’t kerkhof
Was u jarenlang gemoeid
Nooit, in al die veertig jaren
Was u daarbij eens absent
Hetgeen getuigd, hoe kerngezond U
En uit welk hout U gesneden bent
Diever, zonder een Geert Dekker
Zou bepaald ondenkbaar zijn
In deze dorpsgemeenschap vast verankert
Is U, bij oud en jong, bij groot en klein
Naast U, zie ik voor mijn oog verschijnen
Eén, die thans met u jubileert
Een vrouwspersoon achter ’t gordijntje
Van ’t olde huus, Uw zuster Geert
Zij was die U steeds verzorgde
Meeleefde met haar werk en geest
Als een figuur achter de schermen
Zij is deelachtig aan dit feest
Ik hoop van harte, trouwe dienaar
Dat u nog lang het klokketouw
Als voorheen moogt bedienen
Zowel bij vreugde, als bij rouw
En dat ook de orgeltonen
Nog zullen galmen jarenlang
Met behulp van Uwe krachten
Bij des Heerens lofgezang.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie verwijst voor berichten over Geert Dekker naar het bericht Geert Dekker, Aebel Wiekstroa en Hillechien Dekker en naar het bericht Er staat een kerk op instorten. In het laatst genoemde bericht is ook een foto van Geert Dekker opgenomen.
Oook stond er in het christelijke weekblad de Spiegel van 6 juni 1956 een foto van Geert Dekker.

Posted in Alle Deeversen, Deever, Dorpsfiguur, Geert Dekker, Toor'n an de brink | Leave a comment

De ofscheidskoate van ut somerkaamp

In de verzameling van ut Deevers Archief is bijgaande zwart-wit ansichtkaart aanwezig. Op de afbeelding is de gemeentelijke toren en het kerkgebouw aan de brink van Deever te zien.
De zichtbare deur aan de linkerkant van de kerk dateert nog uit de tijd dat in het westelijke deel van de zuidelijke beuk van de kerk de lagere school van Deever was gevestigd. Deze deur is terecht verdwenen tijdens de grote restauratie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Let vooral ook op het zwaar vervallen dak van de kerk. En let vooral ook op de glint’n um de braandkoele op de brink.
De achterkant van de kaart is tussen 13 en 20 augustus 1948 beschreven. Daarmee is nog niet duidelijk of de kaart in 1948, 1947 of 1946 is uitgegeven en ook is op de achterkant van de kaart niet vermeld bij welke neringdoende in Deever deze meer dan 70 jaar oude ansichtkaart te koop was. De kaart werd zelfs in Deever nog verkocht in 1950 !
Uit de tekst op de achterkant blijkt dat de kaart is beschreven door de kampleiding van zomerkamp IV van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale (V.C.J.C.). De redactie heeft het vermoeden dat iedere deelnemer aan zomerkamp IV met zo’n afscheidskaart naar huis ging. De V.C.J.C. hield haar zomerkampen in Deever an de Bosweg bee ut Mastenveltie. De redactie weet niet wat de afkortingen op de achterkant van de ansichtkaart betekenen en weet ook niet wie zijn naam bij een afkorting heeft geschreven.
In het tekstgedeelte van de ansichtkaart is de volgende tekst geschreven:
Verbonden met allen die van goeden wille zijn ….
Volledig luidt deze nog steeds toepasselijke zegenspreuk: Verbonden met allen die van goeden wille zijn, geroepen tot vernieuwing van de wereld en ons leven, willen wij ieder voor zich en tezamen een teken van hoop, geloof en liefde zijn in de wereld van vandaag !
Op de plaats voor de postzegel is een wijnroodkleurig plaatje geplakt. De redactie zou van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief graag willen weten of dit het logo van de V.C.J.C. was en wat de betekenis van dit logo was.
De V.C.J.C. maakte ook reclame voor haar zomerkampen, zie de bijgevoegde afbeelding van een aanplakbiljet, dat in 1938 werd ontworpen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De heer Henk Matthijssen stuurde naar aanleiding van de zin ‘Verbonden met allen die van goeden wille zijn’ op de achterkant van de hier afgebeelde ansichtkaart op 8 september 2020 een reactie naar ut Deevers Archief. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze reactie, die luidt als volgt.
Uit mijn tijd bij de Vrije Vogels (ook van de V.C.J.C.) herinner ik mij dat de hele spreuk was:
Verbonden met allen die van goeden wille zijn, gedragen door hoger kracht, geroepen tot vernieuwing van ons leven en de wereld, willen wij God met al onze krachten dienen.
Is deze langere spreuk bij iemand bekend?


Posted in Ansigtkoate, Kaarke an de brink, Student’nkaamp, Toor'n an de brink | Leave a comment

Frièrik Westerling hef ok mulder in Oll’ndeever ewest

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 31 maart 1881 het volgende berichtje over de brand in de molen van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Diever, 29 maart. Hedennacht ten half twee is de voor twee jaar nieuw gebouwde korenmolen van Frederik Westerling totaal afgebrand. Oorzaak natuurlijk onbekend. De molenaar was sedert enige dagen afwezig. Alles verzekerd.


In het Het Nieuws van den Dag : Kleine Courant verscheen op 4 april 1881 het volgende berichtje over de brand in de molen van Frederikus Westerling in Oll’ndeever. De achternaam van de molenaar Westerling is in het berichtje per abuis als Wesseling vermeld.

In de gemeente Diever (Drente) is Maandagnacht de korenmolen van den Heer Wesseling geheel afgebrand. De oorzaak is nog onbekend.


In de Opregte Steenwijker Courant verscheen op 22 december 1884 de volgende advertentie over de verkoop van ‘den windkoornmolen’ van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

De Notaris Mr. J. Beckeringh van Loenen te Dwingelo, zal op Woensdag 24 december 1884, des namiddags om 3 uren, ten huize van Lense Dijkstra te Diever, ten verzoeke van F. Westerling te Oldendiever, bij palmslag publiek verkoopen den windkoornmolen te Oldendiever, gemeente Diever, met daarbij staand nieuw gebouwd huis, benevens eenige perceelen groenland, bouwland en heideveld, een en ander bij den eigenaar in gebruik.


In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op woensdag 15 juli 1891 de volgende advertentie over de verkoop van de ‘windkoornmolen’ en het daarbij staande huis van molenaar Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Uit de hand te koop: een goed onderhouden en welbeklante windkoornmolen te Oldendiever, met daarbij staand huis, toebehoorende aan en in gebruik bij F. Westerling.
Te aanvaarden 1 november 1891 of 1 mei 1892.
Te bevragen bij den eigenaar en ten kantore van mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo.


In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 9 april 1892 de volgende advertentie over de verkoop van dieren en inboedel van molenaar Frederikus Westerling ten huize van en op verzoek van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo, zal op woensdag 13 april eerstkomende, des voormiddags 10 uur, ten huize en ten verzoeke van Frederikus Westerling te Oldendiever, publiek verkoopen:
een best 12-jarig ruinpaard (mak in alle tuigen), melkkoe, 7 varkens (waarvan 2 drachtig), 2 beste wagensopzet, chais, groote sneeuwslede, koornwinde met sjouw, karn, kookpot van 100 hectoliter, trog en verder boeren-, deel- en melkgereedschappen, eet- en pootaardappelen, stroo, mest, zoden, gezaagd eikenhout, voorts huismeubelen als: ouderwets eikenhouten kabinet, kleerkast, groote kookkachel met ketels, klok, spiegels, tafels, stoelen, glas- en aardewerk en verder huisraad, naaimachine, groote harmonica, enzovoort.


In de Opregte Steenwijker Courant verscheen op 15 januari 1894 de volgende advertentie over de verkoop van een welbeklanten windkorenmolen in Oll’ndeever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, Notaris te Dwingelo, zal op Dinsdag 23 Januari 1894, des voormiddags 11 uur, in het Logement van R. Seinen te Diever, voor de Erven Jan Hessels Rz., publiek bij palmslag verkoopen: een welbeklanten windkorenmolen te Oldendiever, met daarbij staande molenaarswoning en bijgelegen perceel bouwland. Zeer laag ingezet, als: de molen op f. 1450.-, de woning op f. 206.- en het bouwland op f. 101.-.


Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Het moet molenaar Frederikus Westerling in 1884 niet zijn gelukt zijn ‘windkoormolen’  uit de hand te verkopen, want op 15 juli 1891 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een nieuwe advertentie over de voorgenomen verkoop van de ‘windkoornmolen’ van Oll’ndeever. Blijkbaar lukte het hem in juli 1891 wel de ‘windkoornmolen’ uit de hand te verkopen, met aanvaarding op 1 mei 1892, want op 9 april 1892 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een advertentie, waarin Frederikus Westerling de voorgenomen verkoop van levende have en nogal wat inboedel aankondigt. Frederikus Westerling en zijn gezin verhuisden op 3 juni 1892 van Oll’ndeever naar Odoorn.

Molenaar Jakob Friedrichs Westerling is geboren op 14 juli 1805 in Nieuwe Pekela. Hij is op 14 augustus 1884 op 79-jarige leeftijd overleden in Oll’ndeever. Aleid Geerds Penning is geboren op 11 november 1811 in Bunde in Duitsland. Zij is op 2 augustus 1882 op 70-jarige leeftijd in Oll’ndeever overleden. Zij zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Molenaar
Jacob Friedrichs Westerling en Aleid Geerds Penning zijn de ouders van molenaar Frederikus Westerling.

Molenaar Frederikus Westerling is geboren op 16 februari 1840 in Bunde in Duitsland. Hij is overleden op 11 mei 1912 in Duitsland. Zijn laatste woonplaats was ’t Haantje bij Sleen. Hij was toen in dat dorp de molenaar van molen ‘Alberdina’. Hij trouwde op 3 augustus 1867 in Borger met Geesien Middeljans. Zij is geboren op 24 december 1840 in Borger. Zij is overleden op 19 maart 1924 in ’t Haantje bij Sleen.
Aleida Westerling is geboren op 16 november 1868 in Anloo. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Zij trouwde op 8 februari 1918 met boschopzichter Jan Meijer. Zij is overleden op 7 december 1958 in Sleen.
Jacob Westerling is geboren op 31 januari 1871 in Buinen. Hij is een zoon van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Hij is overleden op 25 februari 1872 in Buinen.
Jacob Westerling is geboren op 16 november 1872 in Elp. Hij is een zoon van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Hij is overleden op 21 februari 1940 in Sleen.
Grietje Westerling is geboren op 18 maart 1875 in Balinge. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans.
Grietje Westerling is geboren op 13 december 1876 in Balinge. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Zij is overleden op 12 januari 1839 in Sleen.

Blijkbaar verkocht molenaar Frederikus Westerling zijn welbeklanten windkorenmolen aan Jan Hessels Rz., want begin 1894 stond deze molen weer te koop.

Posted in Meule, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Wie hef de olde sluuswaachterswoning ekocht ?

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 4 april 1881 een aankondiging van de verkoop van de oude sluiswachterswoning bij de afgebroken Witteltersluis.

Verkoop van een huis en land te Wittelte.
De ontvanger der registratie en domeinen te Meppel, zal op vrijdag 15 april 1881 des morgens elf uur, ten huize van Jan Wanders, herbergier aan de Wittelterbrug, ten overstaan van mr. W.O. Servatius, notaris te Dwingelo, publiek verkoopen:
de oude sluiswachterswoning te Wittelte, gemeente Diever, met omliggenden tuin, bouw- en weiland, kadastraal in die gemeente bekend in sectie D nummers 863, 1003, 865, 862 en 866, te zamen groot 98.24 aren, beide laatste perceelen thans in pacht bij Roelof Snijders, tolpachter te Wittelte.
Aanvaarding van huis en schuur met 1 mei, van tuin en een stukje weiland dadelijk, van een ander perceel weiland 1 november en van bouwland na den oogst.
Inlichtingen ten kantore van den ontvanger.
(Zie de gedrukte biljetten.)

Aantekeningen van de redacie van ut Deevers Archief
De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen wie de oude sluiswachterswoning en de tuin en het bouw- en weiland hebben gekocht in 1881.
Klaas de Boer schrijft in zijn onvolprezen boek ‘Wittelte. Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden’, dat te bekomen is bij de Wittelter Dorpsvereniging, dat de bewoners van het oude sluiswachterswoning, te weten Jan Pot en zijn gezin, in 1902 verhuisden naar de boerderij met het huidige adres Rijksweg 70 en dat de sluiswachterswoning in 1903 publiekelijk is geveild en dat de koper Klaas Klaassen is.
Dat is dan toch wel een niet te verdoezelen verschilletje tussen de aankondiging in de Provinciale Drentsche en Asser Courant en dat wat Klaas de Boer heeft geschreven ! Dat is toch wel een dingetje ! Dat behoeft wel enig grondig onderzoek !
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van de boerderij ter plekke van de voormalige oude sluiswachterwoning bij ut Wittelterschut gemaakt op 9 april 2013. Het voorste woongedeelte van de boerderij is de oude sluiswachterswoning geweest. De redactie zal te gelegener tijd en zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf enige nieuwe kleurenfoto’s van deze locatie toevoegen aan dit bericht.
Zie in het bijzonder ook het bericht Ièst mit de vlegel un legge rogge döss’n op de deele.

Posted in de Voat, Witteler skut, Wittelte | Leave a comment

Ièste anplakbiljet van ut eup’mlochtspel uut 1946

Dorpsdokter Ludolf Dirk Broekema maakte in 1946 eigenhandig het eerste aanplakbiljet voor het aankondigen van de uitvoering van ‘een Midzomernachtsdroom’ van William Shakespeare.

De gedreven dorpsdokter Ludolf Dirk Broekema was de grote man achter het succes van de opvoeringen van stukken van William Shakespeare in het openluchttheater van Diever. Hij was mede-oprichter van de toneelvereniging Diever op 24 mei 1946.
Hij was het die toen voorstelde die zomer de Midzomernachtsdroom van William Shakespeare te spelen. Leden vroegen zich af of dat niet te hoog gegrepen was. De dokter was echter de mening toegedaan dat Shakespeare zijn 37 stukken had geschreven voor het gewone volk. Hij had zijn toekomstplannen in gedachten al klaar.
Zo gebeurde het dat al kort daarna op 31 augustus en 2 september 1946 (beginnende op 8.30 precies) een voorstelling werd gegeven. Een lange en zeer succesvolle traditie van Shakespeare spelen door het volk en voor het volk was begonnen. Want nooit is iets verkeerd of ongepast, wat eenvoud in oprechten ijver biedt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In 2006 was het zestig jaar geleden dat in Deever in de bos voor het eerst het Openluchtspel werd opgevoerd.
De redactie van ut Deevers Archief heeft in 2005 voor de zeer gewaardeerde leden van de heemkundige vereniging uut Deever voor het kalenderjaar 2006 een zogenaamde ‘historische kalender’ gemaakt. Het samenstellen van deze kalender was een echte wandeling op de wegen der vrijheid.
Deze kalender toont mooie beelden uit de beginjaren van het Openluchtspel. De redactie wil de zeer gewaardeerde
 bezoekers van ut Deevers Archief een afbeelding van het allereerste aanplakbiljet van het Openluchtspel van 1946, die ook het voorblad van genoemde kalender siert, niet onthouden.
Dorpsdokter Ludolf Dirk Broekema heeft deze affiche met eigen hand gemaakt, de gedrevenheid straalt van deze afbeelding af. Het origineel van deze afbeelding bevindt zich in ut 
Drents Archief in Assen.
Opvallend is dat in het eerste jaar van het Openluchtspel maar twee uitvoeringen zijn gegeven. De entreeprijs was twee gulden. De kaarten voor het Openluchtspel van 1946 konden worden gekocht in café Figeland an de brink
 van Deever.

Posted in Cultuur, Deever, Eup’mlogtspel, Historische kalender, Kuunst, Topstuk | Leave a comment

Maurice Domingo hef sien oorlogsherinneringskruus

De staat der Nederlanden kende op 2 januari 1951, wel een beetje erg rijkelijk laat, het Oorlogsherinneringskruis met de gesp ‘Krijg te land 1940 – 1945’ toe aan de Franse parachutist Maurice Domingo uit Narbonne. Bij de onderscheiding zat geen fraai gekalligrafeerd en door de koningin der Nederlanden ondertekend diploma, maar een tamelijk nogal in vette ambtelijke taal geschreven papperasje, niet ondertekend door de koningin der Nederlanden, die was even niet op kantoor, die was op wintersportvakantie in Sankt Anton, ook niet ondertekend door de minister van oorlog en ook niet ondertekend door de tijdelijke minister van buitenlandse zaken, maar uiteindelijk onder aan de hiërarchische ladder ondertekend door de secretaris-generaal van het ministerie van oorlog.

De tekst van het papperasje luidt als volgt.
Wij Juliana, bij de gratie Gods, koningin der Nederlanden, prinses van Oranje, enz., enz., enz. 
Op de gemeenschappelijke voordracht van onze minister van oorlog en van buitenlandse zaken van 20 december 1950, DG Litt, Z 310; en van 27 december 1950, directie kabinet en protocol  /DE, no. 127018; hebben goedgevonden en verstaan: Toe te kennen het oorlogsherinneringskruis met de gesp ‘Krijg te land 1940 – 1945’ aan Maurice Domingo, van het voormalig 3e ‘Regiment de Chasseurs Parachutistes’ der S.A.S. troops van het Franse leger; wegens: ‘Heeft zich door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden, door na in de nacht van 7 op 8 april 1945 per valscherm in Drenthe achter de vijandelijke linies te zijn geland, op onverschrokken wijze deel te nemen aan de daaropvolgende gevechten. Door dit optreden mede te werken aan de bevrijding van Nederland en daardoor de belangen van de Nederlandse staat te dienen.’ Onze ministers van oorlog en van buitenlandse zaken zijn, ieder voor zoveel hem betreft, belast met de uitvoering van dit Besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan de kanselier der Nederlandse orden. Sankt Anton, 2 januari 1951. Juliana. De minister van oorlog, H.L. s’ Jacob. De minister van buitenlandse zaken a.i., W. Drees. Overeenkomstig het oorspronkelijke, de secretaris-generaal van het ministerie van oorlog, Rietveld. Voor eensluidend uittreksel, de secretaris-generaal van het ministerie van oorlog.

De redactie van ut Deevers Archief heeft in enige berichten aandacht besteed aan de Franse parachutist Maurice Domingo. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan deze berichten vinden door in het rechter deel van het scherm de categorie ‘Franse parachutist’ aan te klikken of via het zoekvenster te zoeken naar ‘Maurice Domingo’.
Het Oorlogsherinneringskruis diende als beloning voor a). militairen, in dienst van het koninkrijk der Nederlanden; b). Nederlanders of Nederlandse onderdanen, dienende aan boord van Nederlandse koopvaardij- of vissersschepen onder Nederlands dan wel geallieerd beheer; c). Nederlanders of Nederlandse onderdanen, deel uitmakende van vliegtuigbemanningen der Nederlandse burgerluchtvaart onder Nederlands dan wel geallieerd beheer.
De Franse luchtcommando Maurice Domingo voldeed niet aan deze drie voorwaarden, maar kreeg desalniettemin het Oorlogsherinneringskruis met de gesp ‘Krijg te land 1940 – 1945’ toegekend. Want ut was ur iene mit hoar op de koes’n.

Posted in Fraanse parachutist, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Wie hef toch die plèsnème Zorgvlied bedaagt?

Historische kringen op Zorgvlied zijn bezig uit te zoeken wie toch de bedenker is van de naam Zorgvlied of hoe de naam Zorgvlied is ontstaan.
Was Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt de bedenker van deze naam ?
Of komt Lodewijk Guillaume Verwer de eer toe ?
Of heeft het dorp zijn naam ontleend aan Huize Zorgvlied, de villa die Jacobus de Ruijter de Wildt liet bouwen op het toen nagenoeg lege Wateren ?
Maar wie gaf de naam Huize Zorgvlied aan de villa ? Was het de eerste eigenaar Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt of was het de tweede eigenaar Lodewijk Guillaume Verwer ?
Had de villa eerst de naam Castra Vetera om vervolgens omgedoopt te worden tot Huize Zorgvlied of omgekeerd ? Of kreeg de villa pas veel later de naam Castra Vetera ?
De redactie van ut Deevers Archief wacht rustig de resultaten van dit diepgaande en belangwekkende heemkundige uitzoekwerk af en zal hier te zijner tijd over berichten.
Wellicht weet een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief de antwoorden, aarzel dan niet een reactie in te sturen.

Posted in Castra Vetera, Zorgvliet | Leave a comment

Sukersakkie van pension Vierhoven an de Bosweg

In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw lag hotel-café-restaurant-pension ‘Berk en Heuvel’ van Kornelis (Knelus) Vierhoven (hij is geboren op 11 februari 1915 en is overleden op 10 februari 1972, hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever) an de Bosweg in Deever tegenover de Uitkijktoren.
Het was toen met name in de zomer een druk beklant hotel-café-restaurant-pension met nota bene een grote theetuin..
Het hotel-café-restaurant-pension met theetuin had net zoals zoveel andere hotels, cafés, restaurants, pensions, cafetaria’s, lunchrooms, kantines, enzovoort ‘eigen’ sukersakkies. Eén van die sukersakkies – aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief – is hier afgebeeld.
De maker van de tekening op het sukersakkie heeft zijn tekening niet zelf bedacht, maar waarschijnlijk min of meer heeft overgetekend van een mooie zwart-wit ansichtkaart.
Merkwaardig genoeg lijkt Kornelis Vierhoven zelf geen ansichtkaarten van zijn bedrijf te hebben uitgegeven.
De redactie van ut Deevers Archief is bekend met een aantal uitgaven van deze ansichtkaart.
In januari 1963 is de afgebeelde ansichtkaart uitgegeven door Roelof (Roef) van Goor’s boekhandel, Deever (Dr.).
In november 1965 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Levensmiddelenbedrijf Albert Kuiper, Deever (Dr.), telefoon 05219-1221.
In november 1966 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Hendrik Koopman, Drogisterij ‘de Gaper’, Deever (Dr.).
In januari 1968 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Levensmiddelenbedrijf Albert Kuiper, Deever (Dr.), telefoon 05219-1221.
In november 1968 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Roelof (Roef) van Goor’s boekhandel, Deever (Dr.).
Wellicht zijn er nog meer (hopelijk oudere) uitgaven geweest. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het weet, die mag het natuurlijk zeggen.
De redactie heeft het vermoeden dat de gebruikte foto voor de ansichtkaart is gemaakt in de zomer van 1963.

 

Posted in Alle Deeversen, Ansigtkoate, Bosweg, Sukersakkie, Toeristenindustrie | Leave a comment

Vincent en Daniëlle holt van mekaèr

In de buurt van het Monument van mr. A.C. op Berkenheuvel staan beuken, die een bast hebben, die heel geschikt is om met een scherp mes (bijvoorbeeld een Kloezie) in te snijden. Zeker in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw kwam het nog wel voor dat verliefde stelletjes hun verkering ‘vereeuwigden’ in een houtsnede in een beuk. Vincent en Daniëlle. Twee namen met daartussen een met een pijl doorboord hart. De letters van de houtsnede worden door het groeien van de boom elk jaar iets groter en deze letters zijn door de jaren heen steeds slechter te lezen en zullen uiteindelijk vervagen.
De rodondendrons bij het Monument op Berkenheuvel bevinden zich in een verhoute en slecht onderhouden staat. Het lijkt alsof de zeer vele erfgenamen/nazaten van mr. A.C. in geen zestig jaar naar deze struiken hebben omgekeken. De redactie van ut Deevers Archief raadt de zeer vele erfgenamen/nazaten van mr. A.C aan deze hinderlijke struiken te verwijderen.
De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto op 25 april 2018 gemaakt. De rodondendrons bloeiden nog niet.
De afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in juli 1951 uitgegeven. In die tijd stonden geen rodondendrons bij het monument, zodat het monument van alle kanten goed was te zien.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Ansigtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Bezinepompe van Laamut Roll’n an de brink

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 26 april 1926 in het krantenverslag van de vergadering van de raad van de gemiente Deever gehouden op 23 april 1926, dat Lambertus Rolden vergunning werd verleend voor het plaatsen van een ondergrondse benzine-tank met automatisch werkende pomp op gemeentegrond aan de brink van Deever.

Diever, 23 april.
In de heden gehouden raadsvergadering werd het benoemd-verklaarde lid van den raad, de heer J. Klaassen te Wittelte, na beëdiging als zoodanig toegelaten.
Verschillende ingekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen, onder andere besluit van Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring instelling eiermarkt te Dieverbrug; verslag van den toestand der gemeente en dat betreffende de volkshuisvesting over 1925.
De handwerkonderwijzeressen te Wapse, mejuffrouw M. Oost en te Wateren, mej. K.H. Akkerman werden wederom voor één jaar benoemd.
Het vermenigvuldigingscijfer voor de plaatselijke inkomstenbelasting werd vastgesteld op 2,5 (vorig jaar 2,3). De opbrengst van genoemde belasting wordt dan geraamd op f. 28000.
De verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch werd gewijzigd in verband met de aansluiting van de gemeente bij de N.V. Thermo-Chemische fabrieken te Bergum.
Vastgesteld werd een nieuwe verordening op de logementen, herbergen, tapperijen, enzovoort.
Op het verzoek van de Bataafsche Import Maatschappij, bijkantoor Groningen, om in gemeentegrond bij den rijwielhandelaar Rolden te Diever een benzine-tank met automatisch werkende pomp te mogen plaatsen, werd goedgunstig beschikt en de vergunning tot wederopzeggens verleend.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jan Klaassen is geboren op
 16 juni 1884 in Lheebroek en is overleden  op 28 maart 1956 in Wittelte. Hij is getrouwd op 4 mei 1907 met Annigje ten Brink. Zij is geboren op 24 april 1880 in Wittelte en is overleden op 18 juli 1935 in Wittelte. Jan Klaassen hertrouwde in 1936 (?) met Grietje ten Brink. Zij is geboren op 9 maart 1882 in Wittelte en is overleden  op 15 juli 1958 in Wittelte. Zij was een zuster van Annigje ten Brink.
In 1925 werd de N.V. Nederlandsche Thermo Chemische Fabrieken (NTF) te Amsterdam opgericht door José Vigeveno, mr. M. Kan en Karel Mozes. Het gelukte deze N.V. om in 1926 haar eerste fabriek in Bergum op te richten. De eerste destructor van dit bedrijf werd op 15 april 1926 geopend. Vanaf die tijd werden kadavers van vee, zoals koeien, varkens en paarden, vervoerd naar Bergum om daar vernietigd te worden. Veel Deeversen zullen zich onder meer de stinkende kadaverbak op ’t Kasteel herinneren.
De Bataafsche Import Maatschappij was de voorloper van Shell Nederland en is vernoemd naar het olierijke Batavië (Indonesië). Rijwielhandelaar Lambertus Rolden was met zijn bedrijfje gevestigd aan de brink in Deever, op de plaats waar nu café-restaurant-cafetaria ’t Keernpunt is gevestigd. Zie bijgaande foto (gepubliceerd met toestemming van de familie Rolden). Op de foto is Hendrik Jan Rolden, de zoon van Lambertus Rolden bij de benzinepomp te zien.

 

 

 

 

 

Posted in Bedrief, Brink, Deever, Neringdoende, Topstuk, ut Kastiel | Leave a comment

Bee de schièrboas

De redactie van ut Deevers Archief heeft van Lammert Joustra toestemming de door hem geschreven artikeltjes voor het blad Opraekelen van de heemkundige vereniging uut Deever op te nemen in ut Deevers Archief.
Bijgaande vijf korte artikeltjes -voorzien van een korte inleiding van de redactie- zijn gepubliceerd op bladzijden 11, 12 en 13 van Opraekelen 04/2 (juni 2004).

De redactie heeft Lammert Joustra uit Zuidwolde (Drenthe) bereid gevonden herinneringen en voorvallen (annekkedotes) uit de tijd dat hij in Deever kapper was op papier te zetten. De eerste aflevering van deze serie is gepubliceerd op bladzijden 19 tot en met 21 van Opraekelen 03/4 (zie het bericht Bee’j de scheerboas). Voor meer informatie over Lammert Joustra wordt de lezer verwezen naar de inleiding bij de eerste aflevering.
Deze aflevering gaat over de dorpsfiguur Jans (Jansie) Grit. Jans Grit werd op 8 maart 1897 geboren en overleed op 26 november 1969. Hij was de laatste verpleegde van ut Aar’mhuus an de Grönnegerweg. Hij kwam, nadat de Nederlands Hervormde kerk ut Aar’mhuus in 1967 had verkocht, en na nog enige tijd op ut Kastiel in Deever te zijn gehuisvest, helaas terecht in het bejaardenhuis Dickninge in De Wiek. Zijn lichaam is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deeverde.

Goeie mörn saem’m
Op de 2002-kalender van de Historische Vereniging Gemeente Diever staat Jans Grit afgebeeld. Hij woonde in het Armenhuis aan de Groningerweg in Deever. Jans was vaste klant bij ons, hij liet zich één keer per week scheren.
Wij scheerden Jans gratis, omdat hij weinig geld had. Maar… hij moest wel aan één voorwaarde voldoen. Zo gauw hij de zaak binnenstapte, moest hij zeggen: ‘Goeie mörn saem’m.’
Op een zaterdagmorgen vergat hij deze zin te zeggen bij het binnenstappen. We zeiden tegen Jans, toen hij aan de beurt was: ‘Jans, als we jou nu gaan scheren, dan moet je helaas wel betalen.’ Jans keek ons heel verwonderd aan. ‘Wat is dit nou toch’, moet hij gedacht hebben. Tijdens zijn consternatie zei een klant: ‘Hé, Jans, dan ga je toch even naar buiten en kom je weer binnen en dan zeg je: Goeie mörn saem’m.’ Jans vond dat de beste raad, hij ging naar buiten en kwam weer binnen met: ‘Goeie mörn saem’m.’ We hebben Jans die zaterdagmorgen net zo geschoren als op andere zaterdagen.

Betalen met een erfenis
Jans Grit was zeer gecharmeerd van horloges en klokken, dat was algemeen bekend. In de kapsalon hadden we boven op de kaptafel een klokje staan. Alleen Jans Grit mocht dit klokje opwinden.
Na ettelijke jaren van gratis scheren deden we Jans Grit een voorstel. Geert zei: ‘Jans, ik scheer je nu al zoveel jaren voor niks, kunnen we het niet zo regelen dat ik alle horloges krijg als jij er straks niet meer bent.’ Na veel nadenken -ja het duurde wel enkele weken- besloot Jans te voldoen aan die wens. ‘Now vuruit dan moar, dan doe’k dat wel.’ Er werd een stukje papier gepakt, waarop Jans eigenhandig schreef: ‘Als ik overleden ben, krijgt Geert alle horloges.’ Altijd is dat briefje bewaard in het klokje op de kaptafel. Na jaren is Jans van het Armenhuis verhuisd naar het bejaardenhuis Dickninge in de Wijk en is daar ook overleden. Maar de schenking van Jans is wel uitgevoerd. Hij was de enige klant die via een erfenis betaalde. Meer erfenissen hebben we niet gehad.

Jans en zijn horloges
Jans liep elke zondag op zijn gele klompen van het Armenhuis aan de Groningerweg naar Dwingelo, daar woonde horlogemaker Kempema. Al die uurwerken daar maakten veel indruk op de Jans. Daarom ruilde hij vaak een horloge of een klokje. Een kleine bijbetaling en hij had weer een ander uurwerk en Jans was weer de koning te rijk. Hij had twee polshorloges en twee zakhorloges. Een horloge had zelfs op de achterzijde een afbeelding van een paard. Dat horloge was zeer waardevol voor Jans.

Het luilekkerland van Jans
Jans wist zeker dat luilekkerland bestond. Wij ontkenden dat vaak, maar Jans hield vol dat het er wel was. Dat was niet uit z’n hoofd te praten. Hij wist niet precies waar het lag, ja in de buurt van Amerika. Hij wist wel dat als je daar naar binnen wilde je je dan door een berg rijstebrij met bruine suiker moest eten, maar die berg was zo groot, je kon je er gewoon niet doorheen vreten en daarom kwam je er volgens Jans nooit: ‘Ie muut oe deur ‘n baarg mit riesenbreej hen vreet’n en dat lokt oe neet, joh.’

Jans op de foto
Jans had een keer een foto bij zich waarop hij stond afgebeeld bij een dressoir, het was duidelijk te zien, de foto was genomen in een normale huiskamer. We vermoedden dat die foto was gemaakt bij horlogemaker Kempema in Dwingelo. Onze eerste vraag was: ‘Ja, hoe kom je toch aan die foto ?’ Volgens Jans was dat wel duidelijk, die had Frits, de zoon van Kempema meegenomen. Onze vraag was toen: ‘Waar woont die man dan toch ?’ ‘Now, die woont in Enschede.’ ‘Zeg Jans, ben je daar dan geweest ?’ ‘Nee’ zei Jans, ‘ik bin doar nooit ewest.’ Ik vroeg hem toen: ‘Is die foto dan misschien in Dwingelo gemaakt ?’ ‘Nee’, zei Jans ontkennend, maar toch wel iets venijniger vervolgde hij met: ‘Ie snapt ‘r ok niks van man, die Frits hef die foto mit eneum’m. Lammert, ie begriept ‘r ok niks van.’ Ik vroeg toen: ‘Hoe kan dat dan ?’ Hij antwoordde: ‘A joh, dat Fritsie kent mee’j wel van slag.’

Posted in Aar'mhuus, Neringdoende, Opraekelen | Leave a comment

In ut Deevers Archief is ut gewoon Dwingel

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 19 mei 2006 verscheen in de rubriek ‘Eertieds in dizze streek’ van Lammert Huizing (inmiddels overleden) het artikel ‘Dwingel(oo), ien o te veul’.
De redactie van ut
 Deevers Archief is het roerend eens met wijlen Reinder Smit dat Dwingelo met één o behoort te worden geschreven. Vandaar dat in berichten in ut Deevers Archief waar nodig het dorp Dwingelo consequent met één o wordt geschreven, maar bij voorkeur gewoon als Dwingel wordt geschreven.
De redactie heeft het artikel van Lammert Huizing hierna overgezet in de Deeverse streektoal. De redactie ontvangt graag reacties op de tekst in het Deevers.

Het is nog altied een roadsel hoe as Dwingel an die tweide o in sien naeme ekoo’m is. Dik veur honderd joar wödde de naeme van de vroggere gemiente mit die tweide o opeknapt.
Veur 1898 wödde de naeme al seins de Middelieuwen eskree’m mit iene o. De spelling van de naeme is ok nooit chapiter van conversoazie ewest,
In 1898 was Frank Ernst Boudewijn van den Biesheuvel Schiffer börgemeister van Dwingel. Hee stön hier tot 1924. Sien amswoning stön an de Deeverbrogge. Net as bee sien veurgangers was dat de vroggere bajes mit cipierswoning ebouwd in 1852, Sien vae liefhebberde in woap’mkunde en die tiekende een woap’m veur de gemiente van sien zeune. De börgemeister stuurde dit woap’m veur goodviend’n hen de menister van justisie. In de breef an de menister vreug hee ’te willen bevorderen’ dat de naeme van de gemiente in ’t raandschrift as Dwingeloo espelt wödt.
De börgemeister vurwees doarveur noar een besluut van de gemienteroad.
Het oardige is dat er in de notul’n van de road en ok in de vurslaeg’n van B en W niks is te viend’n van een besluut um van iene over te stapp’m noar de dubbele klinker. Ok is er gien enkel spoor van ienig historisch underzuuk noar de olde skriefwiezen van de naeme Dwingel.
De Dwingeler geschiedskriever Reinder Smit miende dat ’t toemoalige gemientebestuur amit de skriefwieze mit twee o’s deftiger vönd. Meer eernsachtig. Ok zul het könn’n dat see ansluting woll’n bee aandere plekk’n op loo in Drenthe, die sowat allemoale uutloopt op een dubbele oo. Het kön zöls weed’n dat Van den Biesheuvel Schiffer hielemoale eigenbannig ehaandeld hef.
Noa dat besluut begun de ellende over de juuste spelling van Dwingel. Van officiële en ok van niet-officiële kaante is algedurig evroagd um kloarheid in de kwestie van de extra o.
In 1950 kreeg börgemeister Wilhelm Arent Stork een breef van de P.T.T. Möt Dwingel now mit iene of mit twei o’s eskree’m wödd’n ? vreug’n see. De P.T.T. wol zökke neeje stempeltoestell’n veur ’t stempel’n van poststukk’n. Stork skreef weerumme dat de naeme mit twee o’s officieel was. Hee vurwees doarbee noar ’t vrömde roadsbesluut van 1898.
Dwingel(oo) buut’n de gemientegreins’n wöd overigens altied mit iene o eskree’m, so as de Dwingeloweg en de Dwingeloskoele in Winschoten en de Dwingelostroate in Den Haag.
Hoe dèènkt de Dwingelers sölf over de skriefwieze van de naeme van heur dörp ? See bint ewend an die o te veule en ’t heuft neet veraanderd te wödd’n, ‘umdat ’t altied so ewest hef”.
Dat de naeme sowat düzend joar lange eskree’m is mit iene o, speult gien enkele rolle.

Abracadabra-466

Posted in Aarfgood, Deevers | Leave a comment

N.S.B.-burgemeester Pier Obe Posthumus voor het hof

In de Heerenveensche Courier van 8 januari 1949 verscheen het volgende artikel over de berechting van de N.S.B.’er Pier Obe Posthumus, die in het laatste deel van de Tweede Wereldoorlog burgemeester van de gemiente Deever was.

Bijzonder Gerechtshof Assen
De ex-burgemeester van Diever, Pier Obe (Obe) Posthumus voor het Hof.
De geestelijke vader van de beruchte bloedploeg.
De N.S.B. burgemeester van Diever was geen burgervader voor zijn ingezetenen. De nu 61-jarige Posthumus (vroeger reiziger in smeerolie en landbouwmachines), was in bezettingstijd blokleider en waarnemend groepsleider van de N.S.B.
Hij nam deel aan een burgemeesterscursus in Groningen; toen volgde de benoeming tot wethouder en loco-burgemeester van Haren en 2 april 1944 kwam zijn benoeming tot burgemeester van Diever af.
Verdachte haalde de landwacht in zijn gemeente, omdat de politie niet betrouwbaar was.
Dit was het begin van de beruchte bloedploeg, onder leiding van Sanner. Verdachte was kostganger van caféhouder Balsma te Diever en kon bijzonder goed met zijn kostbaas opschieten. Zo werden de te nemen maatregelen samen besproken.
De gevolgen waren niet best voor de burgerij. Zo werd door verdachte met medewerking van Balsma gearresteerd Brulsma (Bruursema), Druhla (Dinkla) en ds. M. Geertsema, van wie laatsgenoemde in Duitsland is omgekomen. Een dag tevoren was Zwanenburg gearresteerd.
Mensen die wegbleven van de O.T.-werken moesten het vooral ontgelden.
Uit de getuigenverklaringen blijkt, dat verdachte zich weinig bemoeide met gemeentezaken, maar veel aandacht besteedde aan de O.T.
Aan de leider van de distributiedienst werd opdracht gegeven om de stamkaarten van onderduikers in te houden.
Met medewerking van de beruchte Sanner en de commandant van de S.D. te Heerenveen Krombergen werden verschillende huiszoekingen verricht, rijwielen en potten en pannen gevorderd. Alles in het belang van de O.T.
Tot de arrestanten behoorden o.a. ook dr. van Nooten te Dwingelo en H. Poot te Diever.
De smid J. Kloeze te Wittelte werd een revolver op de borst gehouden, toen hij aanvankelijk weigerde om de woning van het hoofd der school te Wittelte, André, mee leeg te halen, nadat de landwacht hem gelast had deze open te breken.
Gevallen van ‘vordering’ zijn er vele. Een schandelijke feit voor verdachte was, dat hij in de hongerwinter de mensen uit het Westen, die in Diever kwamen om wat te halen, op straat aanhield en hen van de goederen beroofde, het meenam naar zijn kosthuis en daar het gestolene opmaakte.
Wachtmeester 1e klasse van de rijkspolitie Themming (Temmingh) is ook eens door de burgemeester gearresteerd toen hij weigerde zijn medewerking te verlenen om op één middag 30 fietsen te vorderen.
De president bepaalde het requisitoir en pleidooi op 20 januari a.s.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de tekst staat Brulsma, dit moet zijn Bruursema.
In de tekst staat Druhla, dit moet zijn Dinkla, huisdokter in Dwingel.
ds. M. Geertsema was dominee van de gereformeerde geloofsgemeente in Dwingel.
O.T. is de afkorting van Organization Todt, een Duitse bouwmaatschappij tijdens het bestaan van nazi-Duitsland.
Over de bloedploeg van Norg onder leiding van Geert Sanner zijn in de webstee wo2forum.nl meer gegevens te vinden in het artikel ‘Villa Nijenhuis, het Scholtenhuis van Norg’ van Dick Heuvelman.

Posted in Deever, N.S.B.'er, Pier Obe Posthumus, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Deur ut dakraem köj mooi de toor’n an de brink seen

De redactie van ut Deevers Archief kwam in het fotoalbum van de webstee van vakantieboerderij ‘Onder de eiken’ bijgaande kleurenfoto -een topstuk- tegen. David en Monique Samson zijn de eigenaren van deze tot vakantieboerderij omgebouwde woonboerderij. De boerderij heeft als adres Heufdstroate 76 in Deever. Langs de boerderij loopt ut Swatte Pattie van de Hoofdstraat naar de Vlasstraat. Dit paadje heeft abusievelijk de naam Bultie gekregen.  David Samson heeft deze foto op 17 maart 2015 gemaakt. De redactie heeft toestemming van hem bijgaande foto in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.
De foto is gemaakt vanuit een van de tegenwoordige slaapkamerramen in het schuine dak van de vakantieboerderij aan de kant van ut Swatte Pattie. Ja, want alleen van de kant van ut Swatte Pattie en van die hoogte is de gemeentelijke toren aan de brink van Deever zo op de foto te zetten. Wat de foto bijzonder maakt is de zwarte omlijsting van het dakraam. Deze is niet zwart gemaakt met behulp van een modern fotobewerkingsprogramma op de computer. In werkelijkheid is de betimmering van het schuine dak licht gekleurd, maar door de camera als zwart waargenomen vanwege de inval van het vele zonlicht door het dakraam.

Posted in Toor'n an de brink, Topstuk | Leave a comment

De Kalkoom’s tuss’n de Deeverbrogge en de Gowe

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassies scannen en vervolgens die papperrassies in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem belangwekkend geachte afbeelding. In dit geval betreft het de foto op het voorblad van het niet meer bestaande maandblad Oeze Volk, nummer 7, jaargang 17, juli 1973. Wim Hiddingh uit Gasselte is de maker van de zwart-wit foto voor deze afbeelding.

In 2016 is na ruim zestig jaren helaas een einde gekomen aan het mooie Drentstalige maandblad Oeze Volk. Het Drentstalige tijdschrift Zinnig is met ingang van 1 januari 2017 de opvolger van Oeze Volk. Het Huus van de Toal is de uitgever van het tijdschrift Zinnig.

De redactie heeft toestemming van de redactie van het tijdschrift Zinnig dit mooie voorblad in ut Deevers Archief te tonen. De redactie van ut Deevers Archief is de redactie van Zinnig bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

An de Deeverbrogge in de buurt van de Drentse Hoofdvaart langs de provinciale weg tussen de Deeverbrogge en de Gowe zijn de restanten van een kalkovencomplex aanwezig. Dit industriële complex is in 1925 gesticht als schelpkalkbranderij en omvatte in dat jaar twee schelpkalkovens en een leschhuis.
Later is het complex uitgebreid met een elektrisch aangedreven transporteur, een derde oven en een schelpenbreker.
De derde oven en het leschhuis zijn in 1959/60 echter helaas jammer genoeg afgebroken, zodat nu nog de twee oudste identieke ovens resteren en het geraamte van de transporteur.
De grondstof schelpen en de brandstof turf werd aangevoerd in schepen. Het product schelpkalk werd afgevoerd in schepen, maar ook in vrachtwagens en tot 1933 ook in goederenwagons van de Nederlandse Tramweg Maatschappij (N.T.M.).

Posted in An de Deeverbrogge, de Kalkoo’ms | Leave a comment

An de olde brink van Deever op 12 mei 1955

De maker van deze zwart-wit foto was zo slim om op 12 mei 1955, dus niet zo lang vóór het begin van de grote vernieling van de brink van Deever in de jaren 1955-1957, nog een foto te nemen. Een vernieling dit daarna tot op de dag van vandaag is doorgegaan. Let vooral op de rododendronstruiken bee de braandkoele op de brink.
Dat deze foto vóór de restauratie van het kerkgebouw, die in gebruik is bij de hervormde geloofsgemeente, is gemaakt, dat is onder meer te zien aan de klok boven het galmgat in de gemeentelijke toren.
Tegenwoordig wordt dit kerkgebouw, dat nog steeds in gebruik is bij de hervormde geloofsgemeente te pas en vooral te onpas en onterecht en zonder respect voor de huidige gebruikers Sint Pancratiuskerk of Pancratiuskerk genoemd.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds graag naar afbeeldingen op papier kijkt, die kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart ook ten zeerste, zij het helaas sterk bijgeknipt, bewonderen op bladzijde 64 van het Magnus Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dit dikke zware boekwerk zijn of dit dikke zware boekwerk bij iemand in kunnen zien. Wellicht is op de één of andere webstee al een pre-owned -om maar eens een nieuw Nederlands onwoord te gebruiken- exemplaar van dit dikke zware boekwerk te koop.

Posted in Ansigtkoate, Brink, Kaarke an de brink | Leave a comment

Ut bidplaètie van mr. dr. Lodewijk Guillaume Verwer

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag bidprentjes van rooms katholieken die in de gemiente Deever zijn geboren en zijn overleden of in de gemiente Deever zijn geboren, maar niet zijn overleden of niet in de gemiente Diever zijn geboren, maar wel zijn overleden. Dit bericht toont het bidprentje van mr. dr. Lodewijk Guillaume Verwer. 

Tekst op het bidprentje
Gedenk in uwe gebeden de ziel van zaliger den weledelgestrengen heer mr. Lodewijk Guillaume Verwer, echtgenoot van mevrouw Johanna Cornelia Ludivica van Wensen, geboren te Makkum 4 maart 1846; gesterkt door de genademiddelen der Heilige Kerk, overleden op den Huize Zorgvlied te Zorgvlied (Dr.) 8 november 1910 en begraven op 11 november daar aan volgend in ’t familiegraf op ’t Rooms Katholieke Kerkhof aldaar.
Ontferm U mijner, o God, volgens Uwe groote barmhartigheid. Mijn lichaam en mijn geest zijn bezweken, maar Gij, o Heer, zijt de God mijns harten en zult mijn aandeel weezen in eeuwigheid. Dat Uw naam, o Heer, in mijn nageslacht gezegend zij !
Dierbare Echtgenoote en kinderen, ik sterf, maar mijne liefde tot u sterft niet; ik zal u beminnen in den hemel, zooals ik u bemind heb op aarde. Vergeet ook Gij mij niet, maar bidt voor mij.
Barmhartigheid mijn Jezus, Lieve Moeder Maria, bid voor mij.
Onze vader, wees gegroet.
Dat hij ruste in vrede.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als plaats van overlijden wordt voor het herenhuis van de familie Verwer op Zorgvlied nota bene niet de naam Castra Vetera, maar de naam Huize Zorgvlied vermeld !
Het bidprentje is nota bene gedrukt bij drukkerij ’t Kasteel van Aemstel in het verre Amsterdam en niet bij een plaatselijke drukker !

De redactie heeft helaas niet de beschikking over een afbeelding van de achterkant van dit waardevolle bidprentje.

De heer Harmen Altena reageerde op 11 april 2022 als volgt:
Het originele bidprentje is aanwezig in het Archief- en Documentatiecentrum van Rooms Katholiek Friesland in Bolsward, zodat u daar ook de kant met het bidprentje kunt zien.

Posted in Bidplètie, Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment

’t Pattie hen van Wester sien koele

In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw leerden de kinderen die in de buurt van de boerderij van de familie van Wester (van Wester’s jong’n) in Oll’ndeever woonden in de winter ook schaatsen op van Wester sien koele (de koele van van Wester). Dat was een niet zo kleine braandkoele aan de op bijgaande kleurenfoto zichtbare kant van de boerderij. Deze koele is jaren gedempt geweest, maar is zijn ‘oude luister’ hersteld.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op 4 april 2013.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een goede scan van foto’s uit die wintertijd ?

Posted in Boerdereeje, Oll'ndeever, Pothokke | Leave a comment

Dree skiere tiekenings van de Dikke Stien’n

De redactie van ut Deevers Archief is – zoals mag blijken in de webstee ut Deevers Archief – geïnteresseerd in Deeverse kunst, maar is vooral geïnteresseerd in kunst rond hunnebed D52, dat bint de Dikke Stien’n in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever, ie weet wè, dat hunnebedde dat in vieftugger joar’n van de veurige eeuw is verinneweerd en verropt deur pefesser Van Giffen. De redactie is per slot van rekening op zo’n 300 meter van de Dikke Stien’n geboren. En per slot van rekening waren de Dikke Stien’n in de vijftiger jaren van de vorige eeuw een populaire speelplaats voor de Deeverse schooljeugd.
De redactie kwam in de prachtige webstee Dolm (oeroude geschiedenis voor iedereen) van scheppend ondernemer Harry Witbier drie pentekeningen van hunnebed D52 van hem tegen. De tekeningen zijn staande of zittende of liggende bij de Dikke Stien’n gemaakt met fineliner pennen van verschillende diktes in een schetsboekje.
De tekeningen zijn, bijvoorbeeld weergegeven op een ansichtkaart of gedrukt op een T-shirt, nog niet te koop in de prachtige webstee Dolm (oeroude geschiedenis voor iedereen) of in de prachtige webstee Gallery Stone Age Art of bij een neringdoende in de toeristenindustrie in Deever.
De redactie kreeg toestemming van kunstenaar Harry Witbier zijn drie pentekeningen te tonen in ut Deevers Archief, onder de voorwaarde deze drie tekeningen uitsluitend en alleen in ut Deevers Archief te tonen; de redactie voldoet uiteraard graag aan deze voorwaarde. De redactie is kunstenaar Harry Witbier bijzonder erkentelijk voor zijn toestemming zijn drie tekeningen in ut Deevers Archief te mogen tonen. Hij stuurde een bestand van de drie hier getoonde tekeningen van de Dikke Stien’n zonder watermerk.

Posted in Hunnebedde D52, Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Groeten uit Wapse – Grootmoeder aan ’t spinnen

De redactie van ut Deevers Archief is graag bereid nieuwe aanwinsten te tonen aan de bezoekers van de webstee.
In dit geval betreft het bijgaande afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart, die in 1908 werd verkocht door bakker Marten Dijkstra uit Wapse.
De spinnende vrouw is Janna Rodermond en de man achter het spinnewiel is haar zoon Gerard Rodermond.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet wat die man toch aan het doen is ?
Enig zoeken in de burgerlijke stand van de gemiente Deever, die te vinden is in de webstee Alledrenten, leverde de volgende huwelijksakte van 6 april 1867 op:
Bruidegom: Arent Rodermond, geboren te Vledder; oud: 28 jaren; beroep: dienstknecht, zoon van Oost Rodermond, beroep: landbouwer, en Hilligje Hendriks Folkerts, beroep: zonder.
Bruid: Janna Vos, geboren te Vledder; oud: 31 jaren; beroep: dienstmeid, dochter van Pieter Jannes Vos, beroep: landbouwer, en Klaaske Klaassen, beroep: zonder.
Gerard Rodermond werd op 15 juli 1867 geboren op de Smilde (Hoogersmilde).

Abracadabra-456

Posted in Alle Deeversen, Ambacht, Ansigtkoate, Wapse | Leave a comment

Sjoerd Aukes en sien gezin hept op Woater’n ewoond

Op 10 augustus 2020 ontving de redactie van ut Deevers Archief van Jan Nicolaas Aukes, die een zoon is van Johannes Ignatius Aukes, die een zoon is van Jan Nicolaas Aukes, die een zoon is van Sjoerd Aukes, een goede scan van de hier afgebeelde foto, die in 1894 is gemaakt bij de tijdelijke woning van de familie Sjoerd Aukes op Woater’n. De redactie kent geen foto’s, die zijn gemaakt op Woater’n, die ouder zijn dan de hier afgebeelde foto uit 1894. Zou het zo kunnen zijn dat de in Deever geboren en getogen en in Noordwolde gevestigde fotograaf Hans Kuiper, in opdracht van zijn goede kennis Lodewijk Guillaume Verwer, de maker is van deze foto ?

Sjoerd Aukes is geboren op 19 mei 1850 in Woudsend in de gemeente Wymbritseradeel. Sjoerd Aukes trouwde op 10 mei 1875 met Veronica Galema. Veronica Galema is geboren op 25 januari 1856 in Bolsward. Het echtpaar kreeg negen kinderen.
Dochter Hildegonda Isabella Aukes is geboren op 16 mei 1876 in Indijk. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes landbouwer is en woont in het dorp Indijk aan het Heegermeer.
Zoon Jan Nicolaas (Johan) is geboren op 14 maart 1878 in Indijk. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes landbouwer is en woont in het dorp Indijk aan het Heegermeer.
Dochter Klasina Johanna Aukes is geboren op 3 mei 1880 in Huizum. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes commissionair is en woonachtig is in het dorp Huizum bij Leeuwarden.
Zoon Albertus Joannes Aukes is geboren op 13 oktober 1882 in Leeuwarden. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes commissionair is en woonachtig is in Leeuwarden.
Dochter Catharina Maria Aukes is geboren op 5 augustus 1885 in Leeuwarden. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes commissionair is en woonachtig is in Leeuwarden.
Dochter Ysabella Alida Aukes is eveneens geboren op 5 augustus 1885 in Leeuwarden. De geboorteakte geeft eveneens aan dat Sjoerd Aukes commissionair is en woonachtig is in Leeuwarden.
Dochter Johanna Elisabeth Aukes is geboren op 30 april 1888 in Leeuwarden. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes commissionair is en woonachtig is in Leeuwarden.
Dochter Alida Agatha Aukes is geboren op 23 juli 1890 in Leeuwarden. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes commissionair is en woonachtig is in Leeuwarden.
Zoon George Michiel Ludovicus Aukes is geboren op 21 mei 1894 in het boerderijtje met adres Woater’n 25. De geboorteakte geeft aan dat Sjoerd Aukes commissionair is en woonachtig is in Zorgvlied

Sjoerd Aukes was in de periode 1875-1878 landbouwer. In de periode 1878-1893 was hij commissionair en vennoot van een graanhandel in Leeuwarden. Een commissionair in granen bemiddelt bij de verkoop van graanproducten van landbouwers. Een commissionair in granen handelt op een korenbeurs. De weduwe Klaaske Galema-Huitema, de moeder van Veronica Galema stond voor een groot bedrag borg in de graanhandel van haar schoonzoon. Die graanhandel werd in 1893 in staat van faillissement gesteld. De compagnon in de graanhandel was een oplichter en was er vandoor gegaan met al het geld, ook het geld van de bank en de juwelen van Veronica Galema. Sjoerd Aukes en Veronica Galema wachtten het faillissement niet af. Zij kwamen met een gedeelte van hun gezin terecht op Woater’n in Drente.
De reden van hun komst naar Woater’n was de volgende. Een van de tantes van Veronica Galema van haar vaders kant, Sytske, dochter van Ysbrand Galema was getrouwd met notaris Idse Verwer in Bolsward. Idse Verwer en Sytske Galema hadden twee zonen: Julius en Lodewijk Guillaume Verwer, beiden waren advocaat. In Leiden, waar de twee broers rechten hadden gestudeerd aan de universiteit, trouwde Julius met Elisabeth Maria Louise van Wensen en trouwde Lodewijk Guillaume Verwer met haar zuster Johanna Cornelia Ludovica van Wensen. De gezusters Van Wensen kwamen uit een gefortuneerde familie. De twee broers kochten het landgoed Groot- en Klein Wateren alsmede Zorgvlied. Julius en Lodewijk Guilaume Verwer hebben het hun nicht Veronica Galema, haar echtgenoot Sjoerd Aukes en hun gezin vast en zeker mogelijk gemaakt een tijdje op Woater’n te komen wonen.

De familie Sjoerd Aukes werd in augustus 1893 ingeschreven op het adres Wateren 25. Met uitzondering van zoon Jan Nicolaas (Johan) Aukes, die in Megen op het Sint Anthonius Gymnasium van de paters Fransiscanen zat. Hij werd in november 1893 ingeschreven op het adres Wateren 25.
Het boerderijtje, dat vòòr 1900 het adres Wateren 25 had, is aangegeven op afbeelding 2. Paul Gols is de maker van afbeelding 2. De huidige plaats van dat boerderijtje is aangegeven op afbeelding 3.

Op de sepiakleurige foto zijn de volgende personen te zien.
De op een stoel zittende man is Sjoerd Aukes.
Naast hem staat zijn vrouw Veronica Galema.
Naast Veronica Galema staat haar oudste dochter Hildegonda Isabella Aukes. Zij is op de foto zeventien of achttien jaren oud.
Naast Hildagonda Isabella Aukes staat haar nicht Agatha Hettinga. Zij is een dochter van Jarig Hettinga en Johanna Galema, een oudere zus van Veronica Galema.
De staande man met het merkwaardige hoofddeksel is L…. Langemeier (Langemeijer ?, Langemeyer ?). Hij is op het herenhuis Castra Vetera de butler van de familie Lodewijk Guillaume Verwer. Wie van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens van deze butler ? Wat was zijn voornaam ?
De op de grond zittende jongen bij de hond is Jan Nicolaas (Johan) Aukes, de oudste zoon van Sjoerd Aukes en Veronica Galema. Hij is op de foto vijftien of zestien jaren oud.
Het zou zo maar kunnen zijn geweest dat butler Langemeier (Langemeijer ?, Langemeyer ?) bij de familie Sjoerd Aukes langs is gekomen om de aanwezigen op de foto een paar dagen na de geboorte van zoon George Michiel Ludovicus Aukes op 21 mei 1894 namens Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovica van Wensen, te trakteren op een borrel.
Het zou zo maar kunnen zijn geweest dat butler Langemeier (Langemeijer ?, Langemeyer ?) bij de familie Sjoerd Aukes langs is gekomen om de aanwezigen op de foto op 27 augustus 1894, vanwege het vijfentwintigjarig huwelijksfeest van Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovica van Wensen, die op die dag zelf in het buitenland verbleven, te trakteren op een borrel.

Sjoerd Aukes is na een ernstige ziekte overleden op 2 december 1894 op Woater’n. Hij is begraven op het kleine zeer landelijke katholieke kerkhofje aan de weg met de naam De Monden op Zorgvlied. Afbeelding 4 toont zijn grafsteen. Hij was de eerste persoon die op dit kerkhofje is begraven.

Zoon Albertus Joannes Aukes verhuisde op 3 juli 1895 van Woater’n naar Bolsward, naar de boerderij ‘It Heeghhout’ van zijn grootmoeder, de weduwe Klaaske Galema Huitema.
Dochter Klasina Johanna Aukes verhuisde op 4 december 1895 van Woater’n naar Harlingen.
De oudste zoon Jan Nicolaas Aukes verhuisde op 4 maart 1896 van Woater’n naar Haskerland.
De tweelingdochters Catharina Maria Aukes en Ysabella Alida Aukes en de dochters Johanna Elisabeth Aukes en Alida Agatha Aukes verhuisden op 22 september 1897 van Woater’n naar Harlingen.
De oudste dochter Hildegonda Isabella Aukes trouwde op 3 augustus 1897 in Deever met Klaas van der Werf, zij verhuisden in september 1897 van Woater’n naar België.
Veronica Galema, de weduwe van Sjoerd Aukes, verhuisde met haar jongste kind George Michiel Ludovicus op 2 februari 1898 van Woater’n naar Bolsward, naar de boerderij ‘It Heeghhout’ van haar moeder, de weduwe Klaaske Galema-Huitema.
De weduwe Klaaske Galema-Huitema overleefde haar man 25 jaar. Bijna al die tijd bleef de boedel ongedeeld. Klaaske stond herhaaldelijk borg voor haar kinderen. Haar eigen deel van de erfenis teerde steeds meer in, zo sterk zelfs dat zij in 1898 de boerderij ‘It Heeghhout’ in Bolsward publiek liet verkopen.

Jan Nicolaas (Johan) Aukes werd door Cornelis de Jong, een kleinzoon van Douwe Egberts, opgeleid in het kruideniersvak. Op 15 juli 1902 vestigde Jan Nicolaas Aukes zich vanuit het verre Haskerland in Friesland in de Vrijstraat in Eindhoven, waar hij direct daarna een winkel in comestibles en kruideniers- en grutterswaren opende. Het was al gauw een zeer goed lopende winkel. Kort daarna verhuisde een van zijn zusters vanuit Harlingen naar Eindhoven. Later volgden nog twee zusters, zijn moeder en zijn broer.

In 1910 richtten Jacobus Johannes Ebben, Servaes Bernardus Dames, Jan Nicolaas Aukes en Johannes Bernardus Hettema, allen afkomstig uit Friesland, in Helmond een eerste gezamenlijke bedrijf op onder de naam Combinatie EDAH (samengesteld uit de eerste letter van de achternaam van de vier oprichters). Dit bedrijf zou uitgroeien tot een grote Nederlandse supermarktketen. Jan Nicolaas Aukes trouwde op 11 februari 1909 met Sophia Aleida Maria Hettema een zuster van zijn latere compagnon Johannes Bernardus Hettema. Hij verhuisde op 30 december 1916 met zijn gezin naar Helmond. Op de hier afgebeelde foto is Jan Nicolaas Aukes de jongen bij de hond.

Afbeelding 1
De op een stoel zittende man is Sjoerd Aukes. De op de grond zittende jongen is Jan Nicolaas Aukes. De staande personen zijn van rechts naar links: Veronica Galema, Hildegonda Isabella Aukes, Agatha Hettinga en butler L…. Langemeier. Let ook op de duiventil links achter de butler.


Afbeelding 2
Eerste huisnummering van Woater’n, let op de plaats van de woning met adres Woater’n 25

Afbeelding 3
Op de topografische kaart uit 1997 is de plaats van het adres Woater’n 25 in 1893 aangegeven

Afbeelding 4
Grafzerk van Sjoerd Aukes op het Rooms Katholieke kerkhofje op Zorgvlied. Op de grafzerk zijn te zien de symbolen kruis, anker en hart, respectievelijk het symbool voor geloof, hoop en liefde.

Posted in Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

See daanst en dan nog wè op sundagmiddag

In het Vaderland – Staat- en Letterkundig Nieuwsblad van 5 februari 1920 verscheen het navolgende bericht over het V.C.S.B.-kamp aan de Bosweg tussen Deever en de Olde Willem. De Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond (V.C.S.B.) organiseerde in de twintiger en dertiger jaren van de vorige eeuw in de zomer studentenkampen op een terrein in de buurt van het Mastenveldje aan de Bosweg. Op de ansichtkaart is de groote tent in ’t Studentenkamp te zien.

Kerknieuws – V.C.S.B.
In het laatste nummer van de Berichten uit den Vrijzinnig Christelijken Studentenwereld staat een geestig stukje van professor  Heering, getiteld “O.V.C.S.B., let op uw saek”.
We schrijven over:
“Zooals bekend is hebben hare conferenties wel eens het praedicaat moeten dragen van ‘Jolig Christendom’. Hare jongenskampen waren ook te uitbundig en te sportief. En zelfs drong eens het verwijt tot me door: ‘Wat zijn dat voor Christenen in Diever. Daar wordt gedanst en nog wel op Zondagmiddag.’
Na dit verwijt heb ik ’t toen voor beter gehouden, dat de V.C.S.B. voortaan niet voetbalde , niet sprong en niet danste. Doch tot mijn schrik heb ik gemerkt, dat de wind van kritiek ook uit een tegenovergestelden hoek waait. Er rijzen klachten dat de V.C.S.B. te weinig levenslustig is, te weinig pret maakt.
Ds. Van Wijngaarden heeft een student ontmoet, die kennismakende met de V.C.S.B. , teruggedeinsd was voor de droogstoppels die er waren. Ds. Van Wijngaarden achtte wel is waar deze aanklacht overdreven, maar vond er toch aanleiding in, om in de Nieuwe Stemmen uit de Vrije Gemeente (December 1919) een ernstige waarschuwing te laten hooren, een waarschuwing zóó belangrijk, dat de N.R.C. van 9 januari, ochtenblad, haar overnam. De waarschuwing luidt: De V.C.S.B. hebbe niet te vergeten: ‘Ook bij de sportlievenden, danslustigen is het godsdienstig gevoel niet afwezig.’
Wanneer men nu aan deze bezwaren wil tegemoet komen en tegelijk de eerstgenoemde klachten niet verontachtzamen wil, dan wordt het geval moeilijk, uiterst moeilijk.
Professor Heering’s welgemeenden raad aan de V.C.S.B. is : Kunnen de danslustige en de ernstige lieden elkaar en de zoo hartelijk belangstellende buitenwereld niet tevreden stellen door het volgende in acht te nemen.
’s Zomers danse men een stemmige Quadrille des Lanciers, ’s winters na een ernstige lezing of sectie een vrolijk (maar kalm) walsje ! Zoo betracht gij binnen de grenzen van uw vereniging den rijkdom des levens en houdt allen te vriend, die met hun opbouwende critiek het werk van uwen Bond zoo krachtdadig steunen !

 

Posted in Ansigtkoate, Bosweg, Deever, Student’nkaamp | Leave a comment

Un swat-wit ansichtkoate uut de gemiente Deever

De redactie van ut Deevers Archief is vastberaden van plan van elk van de ongeveer 2000 ooit uitgegeven ansichtkoat’n van onderwerpen uut de gemiente Deever een afbeelding in ut Deevers Archief te tonen. Dat zal niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf gebeuren, maar gestaag, zo nu en dan, net zoals het uitkomt.
Elk bericht in ut Deevers Archief met een afbeelding van een ansichtkoate uut de gemiente Deever is voorzien van de categorie Ansichtkaart. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief ziet na het aanklikken van deze categorie de stand van zaken.

Diever – Nederlands Hervormde Kerk
Deze ansichtkaart van het kerkgebouw en de gemeentelijke toren is in 1960 uitgegeven door Van Leer’s Fotodrukindustrie N.V. en was te koop bij Jan Brugging (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever.
De foto voor deze ansichtkaart is een paar jaar na de grote restauratie in 1955/1957 gemaakt. Op de foto is links achter de bomen naast café Brinkzicht de toen nog niet afgebroken schuur van de beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma te zien. Ook in 1960 bestond in Deever de behoefte het kerkgebouw en de gemeentelijke toren aan de brink te verlichten, maar dan met grote schijnwerpers. Drie van die schijnwerpers zijn te zien in de kaarketuun. Rechts naast de kerk is nog een stukje van de winkel en bakkerij van de gebroeders Hendrik en Albert Krol an de Peperstroate te zien.

Posted in Ansigtkoate, Bosweg, Kaarke an de brink | Leave a comment

Geesje Jantina Schoemaker is uut de tied ekoo’m

Geesje Jantina Schoemaker is geboren op 1 september 1920 in Deever. Zij trouwde op 30 januari 1947 met Jan van der Werf. Zie de bijgevoegde advertentie uit de Provinciale Drentse en Asser Courant van 28 januari 1947.
Zij is overleden op zondag 11 augustus 2013 op 92-jarige leeftijd in haar woonplaats Den Helder. Zie de bijgevoegde advertentie van haar overleden. Zij is op donderdag 15 augustus 2013 vanuit het oude kerkgebouw aan de brink van Deever bij haar echtgenoot Jan van der Werf op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever begraven. Zie de bijgevoegde afbeelding van de foto van de grafsteen, die de redactie van ut Deevers Archief heeft gemaakt op vrijdag 28 november 2020.
Geesje Jantina Schoemaker was in de Tweede Wereldoorlog vooral actief als koerierster van het Deeverse verzet. Zie de diverse berichten waarin ze wordt genoemd in ut Deevers Archief.
Geesje Jantina Schoemaker liet zichzelf Gees noemen. Haar roepnaam was Gees. In ut Deevers: Geese.

Posted in Alle Deeversen, Geese Schoemaker, Overlijdensbericht, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment

Ut woor’nbook Dreinse streektoal’n stiet op ut internet

Eén van de onderwerpen die aandacht krijgen in ut Deevers Archief is het grootste immateriële erfgoed van de gemeente Deever, te weten de Deeverse streektaal. De redactie van ut Deevers Archief wil en zal waar mogelijk aandacht besteden aan de Deeverse streektaal en zo nu dan berichten in het Deevers publiceren.
Heel veel van de Deeverse streektaal is te vinden in het ‘Woordenboek van de Drentsche Dialecten’ van dr. Geert Hendrik Kocks.
In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 29 mei 2009 verscheen het navolgende bijzonder belangrijke bericht over het beschikbaar komen van de digitale versie van het onvoltooide ‘Woordenboek van de Drentsche dialecten’.

Drentsche dialecten op internet
Assen. Het ‘Woordenboek van de Drentsche dialecten’ komt woensdag beschikbaar op internet. Dat gebeurt tijdens een feestelijke bijeenkomst in het provinciehuis in Assen. De nieuwbakken commissaris van de koningin in Drenthe, Jacques Tichelaar, verricht de starthandeling.
Het ‘Woordenboek van de Drentsche dialecten’, het levenswerk van dr. Geert Kocks, was tot dusver alleen beschikbaar in de papieren versie. Kocks begon in 1969 al aan het woordenboek. In september van hetzelfde jaar begon Kocks met het opzetten van woordenboekgroepen in Sleen, waarna in 1973 uitbreiding naar heel Drenthe volgde. Uiteindelijk zouden 620 vrijwilligers afkomstig uit 88 plaatsen in Drenthe meewerken aan de totstandkoming van het woordenboek.
Een paar maanden voor zijn overlijden in 2003, gaf Kocks Siemon Reker en Jan Germs de ‘opdracht’ te blijven werken aan elektronische ontsluiting van het woordenboek.
Het ‘Woordenboek van de Drentsche dialecten’ is vanaf woensdag op drie manieren op internet te vinden: via de webstee van het Huus van de Toal, de webstee van de Rijksuniversiteit Groningen en via www.drentswoordenboek.nl.

Suggesties
De digitale versie van het ‘Woordenboek van de Drentsche dialecten’ biedt ongekende zoekmogelijkheden. Niet alleen Drentsche woorden zijn te vinden, maar men kan ook uitgebreid zoeken van het Nederlands naar het Drentsch, alle voorbeeldzinnen met een bepaald woord zijn in een fractie van een seconde te voorschijn te toveren en fout ingetikte woorden worden van suggesties voorzien om toch achter de juiste betekenis te kunnen komen. Ook kan men zoeken op delen van woorden, bijvoorbeeld op eindletters, waardoor het gebruikt kan worden als rijmwoordenboek.
De internetversie van het ‘Woordenboek van de Drentsche dialecten’ is gemaakt door vijf studenten van de afdeling alfainformatica van de Rijksuniversiteit Groningen. Zij voerden de digitalisering als stageopdracht uit.
Het ‘Woordenboek van de Drentsche dialectenkan door de digitalisering eenvoudig up-to-date gehouden en uitgebreid worden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Aan het in 1996 op papier uitgegeven ‘Woordenboek van de Drentsche dialecten’ hebben ook twee woordenboekgroepen uit de gemeente Deever meegewerkt.
De woordenboekgroep uit Deever bestond uit: Albertus Andreae, Lutina Andreae-Talen, Roelof Fransen, Fam. J. Hessels, J, Moes Hzn, en Hendrik Mulder Jzn.
De woordenboekgroep uit Wapse bestond uit: A. Barelds, A. Bennen, Roelof Remmelt Booy, Klaas Hessels, T. Santing-Veenhuis, H. Timmerman-Haveman, G. Veenhuis-Klaassen en K. Warnders.
Wie kan de redactie informeren over de ontbrekende voornamen ?
Merkwaardigerwijs was in Wittelte en in de streek Zorgvlied, Wateren en Oude Willem geen woordenboekgroep actief, toch wordt ook daar de streektaal gesproken. Voorwaar een grote tekortkoming in het onderzoek naar de Drentsche dialecten, in het bijzonder het onderzoek naar de dialecten van Zuid-West Drenthe.

Even in de webstee van het Huus van de Toal een test doen met het niet meer gebruikte en wellicht al vergeten Deeverse woord ophemmeln. Het woord ophemmeln komt inderdaad in het woordenboek voor. Bij dit woord is echter geen Deeverse voorbeeldzin vermeld. Zie de tweede afbeelding. Dan maar even de in die afbeelding weergegeven negen zinnen vertalen in het Deevers:
Wee’j zult de boel ies good ophemmeln.
De kaemer is nog neet opehemmeld.
Ie möt dat ee’m mooi ophemmeln.

Wee’j möt de törf ophemmeln.
De hof möt opehemmeld wödd’n,
De tuun mö’j in het veurjoar weer ophemmeln.
Now wi’k mee’j eerst wat ophemmeln.

De gröppe ophemmeln.
Ik moe de biest nog ophemmeln veur de keuring.

Suggestie
De tijd is al lang geleden aangebroken in elk van de dorpen en gehuchten van de gemeente Diever weer een woordenboekgroep aan het werk te zetten. Een mooie taak voor Deeverse dorpskrachten die zich betrokken voelen bij het behoud van de streektaal.

Abracadabra-459Abracadabra-460

 

Posted in Aarfgood, Deever, Deevers, Dorpskracht, Wapse | Leave a comment

Gemiente Deever liquideert zwembad ‘de Calthorne’

In de Leeuwarder Courant (Hoofdblad van Friesland) verscheen op 26 maart 1988 het volgende bericht over de liquidatie van het gemeentelijke zwembad ‘de Calthorne’ an de weg hen ut Aachterse Kalter’n bee Deever.

Gemeente Diever stoot ‘de Calthorne’ af
Diever wil ook subtropisch zwembad 

Diever. Ook Diever krijgt waarschijnlijk een subtropisch zwembad. Plannen van het gemeentebestuur om het zwembad ‘de Calthorne’ daartoe te bestemmen zijn in een vergevorderd stadium. De gemeente wil het bad echter niet zelf verbouwen en exploiteren, maar dit op de korte termijn overdragen aan een groep particuliere ondernemers, die daartoe een BV willen oprichten.
De gemeenteraad wordt binnenkort gevraagd toestemming te verlenen voor de transactie die de gemeente volgens burgemeester en wethouders ‘een belangrijke toeristische attractie’ rijker maakt en haar bovendien een besparing van ruim f. 100.000 per jaar oplevert.
Het gemeentebestuur heeft contact met de ondernemers gezocht, omdat de exploitatie van het bad de gemeente al jaren een omvangrijk tekort oplevert, dat op meer dan twee ton per jaar wordt geraamd. Dit ondanks het feit dat de boekwaarde van het complex vorig jaar december tot f. 1 werd teruggebracht.
De ondernemersgroep heeft ook het gemeentelijke openluchtbad in Zuidhorn overgenomen, dat tot een overdekte accommodatie wordt omgebouwd.
Om het zwembad te kunnen exploiteren hebben de toekomstige eigenaars als voorwaarde gesteld dat de gemeente het bad voor één gulden aan de BV verkoopt en bovendien een bijdrage ineens van f. 825.000, alsmede een renteloze lening van f. 250.000 verleent. De lening moet vanaf het tweede jaar in zeven jaar worden afgelost.
Om de gelegenheid tot zwemmen voor de eigen bewoners in de toekomst veilig te stellen, laat het gemeentebestuur in de notariële acte een kettingbeding opnemen, waarin omtrent de hoogte van de toegangsprijzen, de openstelling van het complex en de mogelijkheden voor schoolzwemmen voorwaarden worden gesteld.
Omdat de gemeente veel geld in de BV zal steken, zal zij voorstellen de burgemeester tot commissaris te benoemen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Dat was wel een ‘erg boerenslimme’, maar wel erg dure manoeuvre van de heren van het voorkant van het gelijk om het zwembad ‘de Calthorne’ met een negatieve opbrengst als gemeentelijke voorziening te liquideren.
De heren ondernemers werden voor één gulden (ongeveer de waarde van twee appels en twee eier) eigenaren van een zwembad –
let op de waardevolle grote met huizen bebouwbare oppervlakte van het zwembadterrein- en kregen bovendien een bruidschat van f 825.000 mee. Daarmee zal het ondernemersrisico van de B.V. voor de bouw van het subtropische zwembad wel bijna helemaal afgekocht zijn geweest, misschien heeft de B.V. wel geld overgehouden van deze bruidschat. Heeft de voorkant van het gelijk voor die bruidschat van f. 825.000 een lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten moeten sluiten ?
De bewoners van de gemiente Deever liepen met het verstrekken van een renteloze lening (moest de gemeente het geld voor de renteloze lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten tegen rente lenen ?) aan de B.V. wel een stevig risico, want hoe zouden de bewoners van de gemiente Deever hun geld terug krijgen als de heren van de B.V. het ‘subtropische zwembad’ binnen een jaar of een iets langere periode failliet zou laten gaan ?
De redactie zou graag willen weten wanneer de afgebeelde luchtfoto van het gemeentelijke zwembad ‘de Colthorne’  is gemaakt. De foto moet vóór 1988 zijn gemaakt, maar wanneer ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het weet, die wordt vriendelijk verzocht het aan de redactie te melden.
De redactie is op zoek naar foto’s van dit gemeentelijke zwembad. Wie kan en wil een digitale kopie van zijn foto’s van dit zwembad voor publicatie in ut Deevers Archief ter beschikking stellen ?

 

Posted in Deever, Swömbad de Calthorne | Leave a comment

Ansichtkoate van de Peperstroate in Deever

Arend Mulder schrijft bij dezelfde foto op bladzijde 116 van zijn boekje met de pretentieuze titel ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ het volgende:
Ook dit beeld hoort tot het verleden. Het blijft een gissen waaraan de Peperstraat zijn naam te danken heeft. Werd hij zo genoemd, omdat dit de enige straat in Diever was, die van veldkeien was gelegd ?
Achtereenvolgens woonden hier in het eerste huis: varkenshandelaar Marines Bel, in het tweede huis: kapper Albert Vierhoven, in het derde huis: gemeente-arbeider Hendrik Beuving, in het vierde huis: boer Hendrik Punt, in het vijfde huis: boer Koop Reinders. Met op de achtergrond de schuur van de N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het erfgoedpand van kapper Albert Vierhoven, het erfgoedpand van gemeente-arbeider Hendrik Beuving en het erfgoedpand van Koop Reinders sneuvelden als gevolg van de naoorlogse sloopwoede van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) en de zijnen. Als deze panden en de bestrating van veldkeitjes niet gesloopt maar gerenoveerd zouden zijn, dan zou de Peperstraat ongetwijfeld een beschermde straat zijn geworden.
Deze zwart-wit ansichtkaart werd in 1948 verstuurd. De redactie weet niet wie deze ansichtkaart heeft uitgegeven en welke neringdoende in Deever deze kaart heeft verkocht.
Let vooral ook op de toen nog bovengrondse elektriciteitsvoorziening.
Let vooral ook op de prachtige bestrating met veldkeitjes.

Posted in Aarfgood, Ansigtkoate, Deever, Jan Cornelis Meiboom, Klaas Marcus Balsma, Peperstroate, Verdwenen object | Leave a comment

Un wit arbeidershüsie an de Ten Darperweg

In het programmaboekje voor het openluchtspel van 1954, het jaar waarin het toneelstuk Koning Van De Vlakte van Sjakie uut Spier werd opgevoerd in het openluchttheater an de Heezenesch bee Deever, staat op de voorlaatste bladzijde een afbeelding van een wit geschilderd arbeidershüsie, nota bene met een fors pothokke. Sinds wanneer stond in de gemiente Deever bij een arbeidershüsie een pothokke ? Zie de afbeeldingen 1 en 2.
Afbeelding 3 toont een foto van hetzelfde arbeidershüsie, die waarschijnlijk is gemaakt tussen 1930 een 1940. De maker van deze foto is Hubert Adriaan Veltman (hij is geboren op 2 februari 1874 in Weert, hij is overleden op 10 november 1956 in Wassenaar). Afbeelding 3 is in 1954 gebruikt voor het maken van afbeelding 1.
De redactie van ut Deevers Archief is bij toeval achter de standplaats van dit arbeidershüsie gekomen. Deze woning bestaat nog steeds. De woning heeft als adres Ten Darperweg 5 in Wapse.
De kleurenfoto voor afbeelding 4 is gemaakt op 10 april 2016.
De kleurenfoto voor afbeelding 5 is gemaakt in 2017 en is overgenomen uit Google Maps.
De redactie heeft het vermoeden dat het huisje in 1954 werd bewoond door Jans Benthem en Albertje Winters en hun kinderen Roelofje (Roelie) en Frederik (Frekie). Wellicht kan Frekie Benthem dat bevestigen.
Daarvoor woonde in het huisje Egbert (Eppie) van Leeuwen en Griet Grit en hun kinderen Grietje, Geziena en Jochem.
Het huisje is tegenwoordig (2020) in gebruik als tweede woning. Het huisje is tegenwoordig (2020) niet meer wit geschilderd. Ut pothokke is in elk geval niet beschreven in de onvolprezen publicatie ‘Pothokken in de voormalige gemeente Diever’ uit 2007 van de heemkundige vereniging uut Deever. Blijkbaar is ut pothokke in de loop van de tijd tochniet afgebroken. Het pothokke was zo verscholen in dicht struweel, dat zelfs de makers van de de onvolprezen publicatie ‘Pothokken in de voormalige gemeente Diever’ dit pothokke tijdens inventarisatieronden over het hoofd hebben gezien.
Wie van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief heeft aanvullende gegevens over dit arbeidershüsie ?

Afbeelding 1 – Vergrootte afbeelding van de foto in het programmaboekje van het openluchtspel uit 1954
Afbeelding 2 – Afbeelding van de voorlaatste bladzijde uit het programmaboekje voor het openluchtspel in 1954 

Afbeelding 3 – Deze zwart-wit is gemaakt in de periode 1930-1940
Afbeelding 4 – Deze kleurenfoto van het huisje met adres Ten Darperweg 5 is gemaakt op 10 april 2016

Afbeelding 5 – Deze kleurenfoto van het huisje is gemaakt in juli 2017 en is overgenomen uit Google Maps

Posted in Eup’mlogtspel, Ten Darperweg | Leave a comment

Un mooie donkerazuurblauwe locht aachter de kaarke

De redactie van ut Deevers Archief las in de webstee www.westervelder.nl van 17 juli 2020 het bericht ‘Supertrio exposeert in De Tippe in Vledder’. Het bericht is geïllustreerd met bijgaande afbeelding van een schilderij van het kerkgebouw aan de brink van Deever met een prachtige donkerazuurblauwe hemel. Kunstenaar Erik Weterings is de maker van dit kleine op een houten paneeltje aangebrachte kostelijke olieverfschilderijtje. In galerie Van Weterings & Wijngaarden aan de Steenwijkerweg 2 in Oll’ndeever (ie weet wè, woar vrogger de familie Diekman woonde) zijn meer resultaten van zijn schilderwerk te zien. De redactie hoopt dat hij meer Deeverse objecten heeft geschilderd en wil daarvan ook graag een afbeelding opnemen in ut Deevers Archief.
De redactie heeft toestemming van kunstenaar Erik Weterings een afbeelding van het vermelde kunstwerkje in ut Deevers Archief te tonen. Hij noemt dat een leuk initiatief. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
De redactie neemt niet aan dat kunstenaar Erik Weterings voor het maken van het olieverfschilderijtje een foto als voorbeeld heeft gebruikt.
In de grote verzameling van ooit in de gemiente Deever uitgegeven ansichtkaarten komt ook bijgaande ansichtkaart van de oostkant van het kerkgebouw aan de brink van Deever voor. De ansichtkaart was te koop in drogisterij De Gaper van Hendrik Mulder (die in de Deeverse volksmond altijd Henduk Moessie of Moessie Peep werd genoemd; in Deever hadden de vele Mulders allemaal een bijnaam, er was zelfs een Mulder die Witte Jezus werd genoemd) an de Heufdstroate in Deever. De ansichtkaart is in mei 1963 uitgegeven door drukkerij JosPé in Arnhem). De ansichtkaart is in latere jaren nog vele keren herdrukt.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op vrijdag 19 november 2019.

Posted in Ansigtkoate, Kaarke an de brink, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Bidplaetie van Bertha Carolina Verwer

Afbeeldingen van bidprentjes van personen uut de gemiente Deever verdienen een plaats in ut Deevers Archief, zeker als het een kleurenprentje betreft. Veelal betreft het een bidprentje van personen die in de katholieke enclave Zorgvlied zijn geboren of op Zorgvlied hebben gewoond.
Bertha Carolina Verwer is geboren op 15 december 1884 in het Witte Huis op Zorgvlied. Zij is overleden op 5 januari 1960 in Amsterdam.
Bertha Carolina Verwer is getrouwd op 11 augustus 1908 met dr. Herman Woltring.
Herman Woltring is geboren op 17 mei 1882 in Amsterdam. Hij is overleden op 13 mei 1939 in Amsterdam. Hij was doctor in de medische wetenschappen. In het dagelijks leven was hij huisarts.
Bertha Carolina Verwer is een dochter van mr. Julius Verwer en Elizabeth Louiza Maria van Wensen.
Julius Verwer is de broer van Lodewijk Guillaume Verwer.
Elizabeth Louisa van Wensen is de zuster van Johanna Cornelia Ludovica van Wensen, deze laatste was getrouwd met mr. Lodewijk Guillaume Verwer.

Abracadabra-454Abracadabra-455

Posted in Bidplètie, Julius Verwer, Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment