De redactie van ut Deevers Archief bezocht in het voorjaar van 2019, alweer een paar jaren geleden, Roelof Jannes Smit in zijn aanleunwoning van het bejaardenhuis in De Weier an de Heufdstroate in Deever. Heel veel Deeverse en Deeverbrogse onderwerpen waren al aan de orde geweest, totdat op een gegeven moment Roelof Smit vroeg: ‘Mor wat kooi’j hier doon ?’
De redactie vertelde hem dat hij was gekomen om onder meer zijn toestemming te vragen het artikel ‘Roelof Smit over het N.A.D.-kamp aan de Geeuwenbrug’, dat hij in 2002, toen hij nog in Nieuwe Pekela woonde, over het N.A.D.-kamp an de Gowe schreef, en dat in maart 2003 is gepubliceerd in het papieren blad Opraekelen (nummer 03/1) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, in ut Deevers Archief op te nemen. Dat mocht, die toestemming gaf hij. De redactie is Roelof Jannes Smit bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Roelof Jannes Smit heeft in het artikel ‘Roelof Smit over het N.A.D.-kamp aan de Geeuwenbrug’ wat herinneringen aan dit N.A.D.-kamp op papier gezet in de hoop zo een steentje bij te dragen aan het vastleggen van de geschiedenis van dit kamp. Dat is hem zeker gelukt. De redactie is hem daar postuum veel dank voor verschuldigd.
De jongens die in de Tweede Wereldoorlog in het N.A.D.-kamp aan de Geeuwenbrug zaten, hadden zo nu en dan enige vrijheid van beweging. Ze mochten bijvoorbeeld op zondag ter kerke gaan. Sommigen kregen wel contact met mensen uit de omgeving, zo ook met ons gezin aan de Dieverbrug. Na de dienst in de Nederlands Hervormde Kerk in Diever kwamen Arie Kos uit Huizen, Jan Koelewijn uit Spakenburg en Toon Compier uit Amsterdam wel eens bij ons thuis koffie drinken. Met name met Arie Kos hebben wij later nog lang contact gehad.
Arie Kos had een broer Jan, die was ondergedoken in Diever, voor zover ik weet op ’t Kasteel. Zijn schuilplaats wisselde volgens mij nog wel eens. Zeker weet ik dat Jan Klok, Willem Fledderus en Klaas Fledderus op ’t Kasteel en Jan Fledderus aan de Rijksweg bij de kalkovens er mee te maken hadden, maar ook Albert Fledderus, de kruidenier aan de Kruisstraat in Diever en Steven Dolsma op Kalteren.
Jan Kos kreeg na enige tijd vreselijke heimwee naar zijn ouders en familie in Huizen. De mensen bij wie hij was ondergedoken, besloten toen om deze jongeman in een uniform van de Nederlandse Arbeidsdienst toch een keertje naar huis te laten gaan. Zijn broer Arie kon zo’n uniform in het kamp bemachtigen. Met hem werd afgesproken dat hij dit uniform buiten het kamp zou verstoppen onder een hoop bladeren. Ik kreeg de opdracht om dit pakket na het vallen van de avond daar weg te halen en naar ons huis te brengen. Na enig zoekwerk in de omgeving van het kamp vond ik het pakket. Op zaterdagmiddag vond de verkleedpartij bij ons boven op de slaapkamer plaats. Daarna werd eerst wat met hem geoefend in het groeten, want de jongens uit het N.A.D.-kamp moesten hun meerderen ook buiten het kamp groeten. Dit was voor Jan natuurlijk onbekend. De gebroeders zijn toen samen een weekeinde op verlof gegaan. Na soms wel wat angstige ogenblikken kwamen ze veilig in Huizen aan. Arie en Jan keerden zonder problemen terug naar respectievelijk het kamp en het onderduikadres. Ik weet niet wat er daarna met het uniform is gebeurd. Ik heb het in elk geval niet teruggebracht.
Arie is later ook ondergedoken in de omgeving van Diever. Het is zelfs in een onderduikershol door dokter Sebastiaan van Nooten geopereerd aan een oor. Ik meen dat het onderduikershol zich bevond in de Oosterse Kampen achter de kalkovens aan de weg naar de Oude Groningerweg. We zijn aan het eind van de tachtiger jaren nog een keer naar Bussum geweest, waar Arie toen als gepensioneerd politieman woonde, daarna zijn we het contact met hem verloren.
Niet zo lang geleden waren mijn vrouw en ik in Eindhoven op bezoek bij een kennis die ook in het N.A.D.-kamp aan de Geeuwenbrug heeft gezeten. Deze nu 82-jarige man heb ik gevraagd of hij iets wou schrijven over die periode. Hij wilde dat niet. Hij zei: “Ik vond het een beroerde tijd en een verloren tijd. Ik heb het verdrongen.”
Deze man kwam in de tijd dat hij zijn ‘arbeidsdienstplicht’ in het kamp vervulde, nogal eens bij mijn schoonouders, de familie Kloezen, aan de Geeuwenbrug, dus vlak bij het N.A.D.-kamp. Mijn schoonvader Dinand Kloezen was daar bakker. Hij bakte toen voor veel N.A.D.’ers met stroop gevulde roggepunten. Die deden dienst als extra voeding, want deze toch jonge mensen, die veel voeding nodig hadden, kregen in het kamp niet altijd genoeg te eten.
De voerman van het N.A.D.-kamp heette Huub Scholten. Hij had een wagen en twee paarden en zorgde voor het vervoer van onder meer eten en kleding. Wij mochten wel eens mee op de bok.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Roelof Jannes Smit is geboren op 8 april 1931 an de Deeverbrogge. Hij op overleden op 17 mei 2021 in Deever. Zie het overlijdensbericht elders in ut Deevers Archief. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Arie Kos is geboren op 1 december 1924 en hij is overleden op 27 februari 2001. Hij is begraven op de Algemene Begraafplaats in Bussum.
De redactie verwijst voor de ligging van het N.A.D.-kamp an de Gowe naar een afbeelding in ut Deevers Archief.